Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, het Oosterweelproject is een belangrijk – zo niet essentieel – project voor de welvaart, niet alleen in Antwerpen, maar in Vlaanderen. Het is terecht dat het alle politieke steun krijgt en dat het voortgang moet vinden met respect voor het milieu en de volksgezondheid. Dat is ook de lijn die de meesten in deze commissie delen. Maar twee weken geleden las ik in Trends een interview met de heer Hellemans, CEO van Lantis. Hij deed enkele uitspraken. Hij maakte de vergelijking tussen Oosterweel en projecten in het buitenland. Voor alle duidelijkheid: hij heeft niet gezegd dat dit met het Oosterweelproject op dit ogenblik het geval is. Hij maakt een allusie op projecten in het buitenland – en ik citeer – ‘die zeven of acht keer meer kosten’ evenals een verwijzing naar het project in de Verenigde Staten in Boston dat ‘met 15 miljard dollar drie keer meer gekost heeft dan oorspronkelijk begroot’.
We kennen allemaal de heer Hellemans. We hebben hem in het parlement al vaak gehoord. Hij wikt en weegt zijn woorden altijd. Minister, daarom vind ik het belangrijk om dit toch ook aan u voor te leggen omdat het Oosterweelproject toch over grote bedragen gaat. Vanaf dat je over veelvouden spreekt, zitten we snel in de vele miljarden euro’s. Wanneer de heer Hellemans – dus iemand die altijd zijn woorden wikt en weegt – zoiets zegt, is dat toch iets dat ik ernstig wil en moet nemen in het Vlaams Parlement. Zeker als het over zulke zaken gaat, moeten we ons werk doen en ons hierover verder informeren. Ook gelet op de omvang van de bedragen die genoemd worden, denk ik dat het over meer dan enkel de PFOS-problematiek (perfluoroctaansulfonaat) gaat. We hebben dit al in het parlement besproken met minister Peeters. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat als hij die woorden in de mond neemt, het een algemene bezorgdheid over het kostenplaatje van Oosterweel is, veeleer dan dat het enkel over PFOS gaat. Zoals ik zei, is dat in andere commissies al uitgebreid aan bod gekomen. Ik link het ook een beetje aan de uitspraak van de woordvoerder van Lantis enige tijd geleden dat Oosterweel 30 procent meer zal kosten.
Minister, daarom wil ik u vragen hoe u naar deze uitspraken kijkt. Hebt u bepaalde signalen dat de kostprijs van Oosterweel zou oplopen? Ik heb de bedragen er nog even bij genomen. We bespreken dit normaal gezien jaarlijks in de commissie Mobiliteit, waar er een regelmatige opvolging is. Eén keer per jaar gaat het over de begroting. Ongeveer een jaar geleden is het bedrag van 3,7 miljard euro voor Oosterweel zelf binnen het taakstellend budget nog eens herhaald. De bouwprijzen zouden met 2 procent per jaar kunnen stijgen in dat verhaal. Daar heb ik u een schriftelijke vraag over gesteld. Voor de leefbaarheidsprojecten gaat het over 1,2 miljard euro waarvan ongeveer 900 miljoen euro binnen Oosterweel zelf. Daarvoor is er het zogenaamde overkappingsfonds, waar – ik heb de laatste cijfers genomen – 197 miljoen euro in zit. Dat moet natuurlijk later nog op de begroting aangerekend worden. Vorig jaar bleef men netjes binnen het taakstellend budget mits een aantal bemerkingen die ik hier nu niet allemaal ga herhalen. Wel hebben we een goed half jaar geleden bij amendement voor Oosterweel een waarborg goedgekeurd die gekoppeld was aan een vijftal criteria en waarvan het maximaal bedrag elk jaar opnieuw in het uitgavendecreet vastgelegd moet worden.
Maar in het algemeen is de heer Hellemans dus iemand die we kennen als iemand die goed nadenkt voor hij spreekt en toch deze vergelijkingen gemaakt heeft. Daarom is het belangrijk dat we als parlement hier met de regering toch eens over spreken.
Minister, hoe zit het? Hoe kijkt u naar deze uitspraken? Zijn er signalen over de kosten van Oosterweel? In deze commissie hebben we het regelmatig over de schuldgraad. Het is een bekommernis die we allen delen. Oosterweel is daarin een belangrijke post. Zoals ik al zei, is het een project dat de politieke steun geniet bij zowat alle politieke partijen. We doen dat natuurlijk ook met respect voor het milieu en de volksgezondheid. Minister, ik had graag uw opinie als minister van Financiën hierover gehoord.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, dank u wel voor uw vraag. U hebt groot gelijk. Dat zijn inderdaad wetmatigheden die we in de gaten moeten houden. Het gebeurt vaak dat bij grote infrastructuurwerken de kostprijs uiteindelijk hoger uitvalt dan dat die geraamd was. Het is een wetmatigheid om dat in de gaten te houden, maar het is geen wetmatigheid dat het ook effectief altijd zo is. Er zijn ook voorbeelden te geven van grote infrastructuurprojecten die wel degelijk binnen hun vooropgestelde raming blijven. In die zin valt het nog af te wachten. Nu, wij krijgen ook signalen – de signalen waar u naar verwijst – via de pers, en ook via onze regeringscommissaris. En ook in de commissie hebben we dezelfde zaken te horen gekregen, vanuit het voortgangsrapport dat er elke keer is.
De minister van Mobiliteit en Openbare Werken, die functioneel bevoegd is voor dit project, heeft tot op heden echter nog geen formeel signaal gegeven binnen de Vlaamse Regering van een noodzaak tot aanpassing van het taakstellend budget. Vooralsnog ga ik er dan ook van uit dat het project gerealiseerd kan worden binnen het – uiteraard te indexeren – taakstellend budget. Dat wil zeggen dat er twee onderdelen zijn. Ten eerste is er de prefinanciering van de investeringskosten, die is terug te verdienen via de tolheffingen met leningen van het Vlaamse Gewest en de Europese Investeringsbank aan Lantis. Dat zal voor een bedrag van 3,6 miljard euro zijn. Daar zit ook een veiligheidsmarge in berekend. Vooralsnog krijgen we ook de signalen van hogere prijzen waar u naar verwijst, maar er is nog geen formeel signaal dat zich daar een probleem zou voordoen. Een tweede onderdeel zijn de leefbaarheidsprojecten: 1 miljard euro vanuit het Vlaamse Gewest, gecompenseerd vanuit de kredieten van de minister van Mobiliteit en Openbare Werken via het overkappingsfonds, waar u zelf ook al naar verwees, en 250 miljoen euro van de stad Antwerpen en het Havenbedrijf Antwerpen.
Flankerende maatregelen en uitgaven, bijvoorbeeld de risico’s categorie 4, de bouw en de exploitatie van de park-and-rides, enzovoort behoren niet tot het taakstellend budget en zijn te compenseren vanuit de kredieten van de minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
Als zou blijken dat het Oosterweelproject de afgesproken budgettaire krijtlijnen dreigt te overschrijden, ga ik ervan uit dat dit alsnog formeel door de bevoegde minister wordt medegedeeld aan de Vlaamse Regering en het politiek stuurcomité. Dit voorjaar zal er ook een tweede voortgangsrapportage in het Vlaams Parlement zijn waar de financiële stand van zaken wordt toegelicht. Voor uw tweede vraag verwijs ik u dus door naar de minister van Mobiliteit en Openbare Werken, die functioneel bevoegd is voor dit project.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Samengevat denk ik dat u vooral kijkt naar de minister van Mobiliteit om dit verder op te volgen. Gelet op de omvang van de bedragen en de uitspraken die de CEO van Lantis gedaan heeft, is het belangrijk dat we dit als regering en als parlement nauwgezet volgen. Ik kan me niet voorstellen dat hij dit zomaar zegt. Er zijn al een aantal instrumenten. Er is de opvolgingscommissie. Gelukkig is die binnenkort in de commissie Mobiliteit rond dit thema. Ik vermoed – ik zou het moeten nakijken – dat de volgende sessie weer over de begroting zal gaan. Dan zullen we misschien meer formele informatie krijgen van de minister van Mobiliteit.
Ik hoef u niet te zeggen dat het terugverdienmodel dat hier achter zit, natuurlijk gekoppeld is aan de kostprijs. Als je een hogere kostprijs krijgt, dan komt ook het terugverdienmodel onder druk. Het is dus heel belangrijk dat we die kostprijs goed monitoren. Er is een taakstellend budget, een bijzonder groot budget, dat we nauw moeten opvolgen. Als je ontsporingen krijgt in dergelijke bedragen, dan zit je immers heel snel in de honderden miljoenen. Een nauwgezette, regelmatige controle van die cijfers is daarom bijzonder belangrijk. Daarom heb ik hierover aan u, of misschien was het aan uw collega Peeters, een aantal bijkomende vragen gesteld. Er is maar één rapportering aan het parlement per jaar, en op een jaar kan het snel keren. Ik denk dus dat het van essentieel belang is om dit goed en van nabij te monitoren en op te volgen, en eventueel – ik weet niet of dat mogelijk is – wat strikter toe te zien of wat regelmatiger opvolgingsmomenten te hebben, om de kostprijs nauwgezet te kunnen opvolgen. Ik vermoed dat ze een uitgebreid boekhoudsysteem hebben dat dit wel mogelijk moet maken. Ook de Europese Investeringsbank heeft 1 miljard euro toegestopt. Ook zij zullen goed willen opvolgen hoe het loopt. Voilà, dat is in essentie hetgeen ik u hierover wilde vragen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, u zegt dat we dit van dichtbij moeten opvolgen. Dat doen we ook, en voornamelijk via onze regeringscommissaris, die daar permanent bovenop zit, en die van vlakbij, van binnenin als het ware, Lantis opvolgt. In die zin houden wij heel hard in de gaten hoe dit verder loopt. Die bedenking is zeker terecht, en daar geven wij gevolg aan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.