Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, vorige week hebben wij u ondervraagd over de afbouw van de quarantaineregels in het onderwijs. Die regels waren niet meer houdbaar en leidden tot steeds meer schoolsluitingen, met uiteraard een nefaste impact op het normale lesschema, de schoolse achterstand en het mentale welbevinden van onze kinderen en jongeren. En dat terwijl de omikronvariant die nu dominant is, gelukkig toch minder ziekmakend blijkt te zijn. U liet toen weten dat er brede overeenstemming was om komaf te maken met het in quarantaine zetten van gezonde leerlingen. Er waren leerlingen die zelf niet ziek waren, maar die in quarantaine moesten vanwege een ziek familielid. Die consensus was er zowel in het onderwijsveld als bij de geconsulteerde experten.
Het debat vond dan op woensdag plaats in de plenaire, maar er was toen nog geen beslissing van de interministeriële conferentie (IMC) van de ministers van Onderwijs en van Volksgezondheid, bij wie de beslissing werd gelegd. We weten nochtans dat Onderwijs een exclusief Vlaamse bevoegdheid is, minister. Ik heb u toen, in de plenaire, ook gevraagd om die quarantaineregels af te schaffen, en ik hoopte ook dat u uw Vlaamse bevoegdheid ten volle zou gebruiken.
Ondertussen is de beslissing uiteraard wel bekend: de coronamaatregelen in scholen en crèches werden bijgesteld. In de lagere scholen is de klasquarantaine, wanneer vier leerlingen besmet zijn, gelukkig afgeschaft. Ook in het secundair onderwijs werden de quarantaineregels aangepast. Daarbij wordt nu, op een zeer bedenkelijke manier, een onderscheid gemaakt tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde leerlingen. Ik ben er mij van bewust dat dat onderscheid voordien al bestond, maar het wordt nu wel heel duidelijk: terwijl alle andere quarantaineregels werden afgeschaft, bleef deze regel dus wel bestaan. Kinderen die thuis een hoogrisicocontact hadden, moeten maar liefst tien dagen in quarantaine gaan. Voor gevaccineerde leerlingen geldt dit niet.
Nochtans verklaarden heel wat beleidsmakers, de federale minister van Volksgezondheid op kop, dat ze niet aan vaccindiscriminatie zouden doen. Ook u hebt dat in de zomer gezegd, minister. Men verklaarde dat dat nooit zou gebeuren, maar het gebeurt nu dus toch. Ook de Hoge Gezondheidsraad, toch een instituut met het nodige aanzien, stelde dat een vaccinatiestatus onder geen enkele omstandigheid de rechten en vrijheden van kinderen kan beperken. U zei ook al dat scholen leerlingen uiteraard niet kunnen verplichten om hun vaccinatiestatus bekend te maken, net zoals een werkgever dat niet kan. U zei dat we dus rekenen op de eerlijkheid van de leerlingen en ouders.
Minister, ik ben heel erg benieuwd met welke motiveringen, en met welke argumenten er nu inzake quarantaineplicht voor leerlingen in het secundair onderwijs een onderscheid wordt gemaakt tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde leerlingen. Wie drong deze beslissing op? Acht u dat, vanuit moreel standpunt, gerechtvaardigd? Waarom wordt de aanbeveling van de Hoge Gezondheidsraad, om de rechten van kinderen niet te laten afhangen van hun vaccinatiestatus, niet gevolgd? Welke richtlijnen zult u verstrekken aan de onderwijspartners inzake de controle van de vaccinatiestatus, en de eventuele handhaving van deze regel? Kunt u garanderen, minister, dat scholen op geen enkele wijze toegang zullen kunnen en mogen hebben tot de vaccinatiestatus van leerlingen?
En, minister, omdat ik u ondertussen, na twee jaar, een beetje ken: als u zegt dat u de regels van de gewone samenleving volgt voor die jongeren, dan wil ik toch zeggen dat we in het onderwijs nog wel al afwijkende regels hebben gehad, en dat dit absoluut geen argument zou mogen zijn. Dank u.
Minister Weyts heeft het woord.
Het lot van een bestuurder is soms wel eens om te proberen compromissen tot stand te brengen. De ene keer is dat al makkelijker dan de andere keer. Maar in deze kan ik u toch wel vrij recht in de ogen kijken en zeggen: zonder Onderwijs was er van de afschaffing van de quarantainemaatregelen en het stopzetten van de contacttracing geen sprake geweest. De quarantainestrategie en de testingstrategie worden beslist in de IMC Volksgezondheid. We kunnen dat met z’n allen betreuren, maar dat is nu eenmaal de realiteit. Het maakt ook dat je in het beleidsdomein Volksgezondheid iets in de pap te brokken hebt, maar daartegenover staat dat zij dan ook kijken naar de uitoefening van de test- en quarantainestrategie in mijn beleidsdomein, in Onderwijs. Ik heb zelf die interministeriële conferentie Volksgezondheid samengeroepen, en ons zelf, als onderwijsministers, uitgenodigd. Ik heb vooraf contact opgenomen met mijn Franstalige en mijn Duitstalige collega. Om het eufemistisch te stellen: niet iedereen in die vergadering was mijn pleidooi genegen, om te stoppen met contacttracing, en om de quarantaineregels eigenlijk naar de prullenmand te verwijzen.
Niettegenstaande mediaverklaringen heb ik moeten vaststellen dat ik in de interministeriële conferentie woensdagmorgen om 8 uur nogal dikwijls alleen stond. De besprekingen hebben een dag geduurd. Ik denk dat het resultaat gezien mag worden. Op één punt heb ik niet binnengehaald wat ik vroeg. Men wilde in het secundair onderwijs de onderscheiden behandeling tussen gevaccineerden en niet-gevacineerden behouden. Die bestond al. Sommigen hebben dat ontdekt. Waarom bestond die? Dat was omdat dit destijds heeft geleid tot een versoepeling in het onderwijs. Wij hebben toen als argument gebruikt dat jongeren vanaf 12 jaar zelf in grote mate kunnen beslissen over hun vaccinatie. Het onderscheid op basis van vaccinatiestatus voor kinderen vanaf 12 jaar is niet nieuw. Dit onderscheid wordt immers al sinds het najaar in de brede maatschappij toegepast. Maar dan moeten gevaccineerde jongeren op dezelfde manier van de voordelen kunnen genieten als de volwassenen. Daardoor hebben wij toen versoepelingen kunnen verkrijgen.
Maar in de huidige situatie was het beter geweest om dat niet te volgen. Daar ben ik het volledig mee eens. Daar ben ik niet in geslaagd. Maar kijk eens naar het verschil tussen symboliek en de praxis. Wat betekent die maatregel in de praktijk voor de scholen? Het is inderdaad zo dat de scholen zich niet mogen vergewissen van de vaccinatiestatus van hun leerlingen. Bovendien wordt er geen contracttracing meer gedaan in de scholen. Dat wil dus zeggen dat als er een besmetting plaatsvindt op school, geen enkele leerling meer in quarantaine wordt gezet. Er worden ook geen hoogrisicocontacten meer vanuit de schoolcontext bepaald. Wanneer er geen hoogrisicocontact meer wordt bepaald op school, wordt op school dus ook niet meer naar de vaccinatiestatus gekeken. Op die manier krijgen alle leerlingen de kans om zo maximaal mogelijk van hun recht op onderwijs en een gezonde leef- en leeromgeving te genieten.
Het onderscheid in quarantainemaatregelen op basis van de vaccinatiestatus geldt enkel en alleen nog indien het gaat over een besmetting buiten de schoolcontext, zoals in de gezinssfeer. Daar is het inderdaad zo dat indien een gezinslid besmet is, kinderen vanaf 12 jaar die nog niet gevaccineerd zijn en die in de voorbije 5 maanden geen besmetting hebben doorgemaakt, in quarantaine moeten gedurende 10 dagen. De quarantaine kan al vanaf dag 7 verlaten worden mits een dagelijkse negatieve zelftest. Dit berust op het initiatief van de betrokkene, en scholen kunnen zich ook in dat geval niet vergewissen van de vaccinatiestatus van een leerling. Er is toch wel een kloof tussen enerzijds de symboliek en de praxis. Ik ben vooral heel tevreden dat vandaag nog maar 20 scholen op 4000 gesloten zijn. Vorige week waren het er nog meer dan 100, en ik denk niet dat het aantal besmettingen gevoelig is gedaald. Als onderhandelingsresultaat tegen 11 collega’s die niet altijd op mijn lijn zaten, mag dat gezien worden.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, we stonden daar aan het spreekgestoelte met drie als ik me niet vergis. In het parlement had ik toch ook de indruk dat er een redelijk grote consensus was. Bovendien was u ditmaal gesteund door het hele brede onderwijsveld en ook nog eens door de virologen. Dus vraag ik me af, minister, wilt u dan een kat een kat noemen? Wie was het er dan niet mee eens? Wie is er op de rem gaan staan? Ik vind dat onze leerlingen het recht hebben om dat te weten.
Nu, als u dan een compromis moet sluiten, dan vind ik het toch bijzonder cynisch dat wat u niet kunt binnenhalen bijzonder weinig effect heeft op de verspreiding van het coronavirus. Ik ga uiteraard het nut van de vaccinatie absoluut niet in twijfel trekken, maar we zien dat de omikronvariant bijzonder besmettelijk is, ook voor gevaccineerden. Ik denk dat we daar intussen allemaal getuige van kunnen zijn. We zijn twee, drie keer gevaccineerd en we zijn toch besmet geraakt en we zijn ook besmettelijk voor anderen. Ik zou echt wel graag willen weten wie het dan was, minister. Want diegene die dan dwarsgelegen heeft – of diegenen, want ik versta dat u alleen stond – hebben wel onze kinderen, onze leerlingen slachtoffer gemaakt daarvan.
Een 12-jarig kind kan niet beslissen of het al dan niet gevaccineerd wordt. Een 12-jarig kind is slachtoffer van de beslissing van zijn of haar ouders. Kinderen kunnen het leerrecht ontzegd worden tot 10 dagen lang vanwege een beslissing die de ouders hebben genomen. Ik heb hier ook een verklaring van de Vlaamse Jeugdraad voor mij liggen die ook vindt dat dit absoluut niet kan. Ze zeggen ook dat het onderscheid nu steeds duidelijker wordt, omdat het een van de laatste geldende quarantaineregels is.
Dat die discriminatie bestond, dat wist ik zeker, want ik heb minister Beke daar in andere actuele vragen ook nog mee geconfronteerd. Ik vrees dat hij die discriminatie ook voor de jongere kinderen zal doorvoeren. Als je ziet met welke gretigheid hij het vaccin aanbeveelt dat eigenlijk moet worden aanbevolen met zeer bedenkelijke filmpjes. Maar dat is een andere discussie.
De Vlaamse Jeugdraad zegt dat zowel het CST als de huidige maatregelen in het onderwijs discriminerend zijn voor jongeren die niet gevaccineerd zijn. Het zijn ook vaak kinderen in maatschappelijk kwetsbare situaties. Zij herhalen ook dat u gezegd hebt, minister, dat u niet aan vaccindiscriminatie zou doen. Ook zeggen ze dat voor kinderen jonger dan 12 jaar de meest recente belofte erin bestaat dat voor hen nooit het onderscheid gemaakt zal worden op basis van de vaccinatiestatus. Is dit wel een belofte, minister, die nooit gebroken zal worden? We zullen zien. Wanneer het merendeel van de kinderen gevaccineerd is, zal ook hier misschien op worden teruggekomen, ondanks het feit dat blijkt dat die omikronvariant absoluut niet gevaarlijk is – gelukkig – voor onze kinderen.
En ik ga nog even citeren uit die brief van de Vlaamse Jeugdraad. “Het kinderrechtenverdrag beschermt alle minderjarige kinderen (…). Voor de tweede keer in een half jaar tijd wordt het niet-disciriminatiebeginsel, vastgelegd in artikel 1 van het Kinderrechtenverdrag, opzij geschoven.” Ik vind dat wel een heel serieuze inbreuk, minister.
Ik apprecieer al uw goede bedoelingen om de scholen maximaal open te houden. Ik steun u in die strijd. Maar ik zou toch echt willen weten, minister, wie er dan verantwoordelijk is voor deze discriminatie van minderjarige kinderen, van kinderen die niet zelf kunnen beslissen of ze al dan niet gevaccineerd worden? En, minister, onder de 15 jaar kunnen ze niet beslissen. Er zijn heel veel kinderen tussen de 12 en 15 jaar die er niets over te zeggen hebben en die op die manier gediscrimineerd worden. Bovendien gaat het ook over het nut van de maatregel, minister. Kinderen hebben thuis een hoogrisicocontact en wat gaat u ermee doen? Ze thuis zetten! Dat is toch te zot voor woorden. Je zet ze bij het hoogrisicocontact. De logica is hier zoek.
Minister, ik ga mijn betoog afsluiten met een vraag. Gezien de zeer grote besmettelijkheid van de omikronvariant en gezien het feit dat enkele weken geleden al ongeveer 50 procent van onze kinderen besmet was geweest – dat zal ondertussen al veel meer zijn – wil ik u vragen ik wanneer onze kinderen verlost worden van die mondmaskers. Is daar enig zicht op? We zitten met die barometer, dat weet ik wel, maar zou u onze kinderen enige hoop kunnen bieden? Wanneer zijn zij van dat vermaledijde ding af?
Minister Weyts heeft het woord.
Bedankt voor uw gepassioneerd betoog, maar ik wil u nog eens wijzen op het verschil tussen theorie en praktijk. Als je doordenkt over en begrijpt wat ik heb geantwoord ...
In de praktijk kun je zeggen dat ik principieel gelijk heb. Dat is wat ik altijd verkondigd heb, maar ten aanzien van die regel in kwestie, op grond van besmetting buiten de schoolmuren, stond ik moeilijk en alleen. Maar goed, het finale onderhandelingsresultaat mag gezien worden. Het betekent een zegen voor heel veel scholen en leerlingen, voor jong en oud. Daar ben ik absoluut tevreden mee, maar ik heb niet het onderste uit de kan kunnen halen, wat me gezien de getalsterkte nogal moeilijk leek. Goed, ‘j’assume’. Alle kritiek komt altijd mee met het besturen. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken.
Neen, we houden geen letterlijke verslagen bij van de vergaderingen, ik ga ook niet uit de biecht spreken. Dat is niet de bedoeling van een IMC of overlegmomenten. Daar kan ik u niet verblijden met inside-information. Verder, wat betreft nadere evoluties, los van alles, kan ik hier natuurlijk ook een pleidooi houden voor versoepelingen, daar sta ik altijd voor. Maar mij lijkt het belangrijker dat we in eerste instantie prioriteiten leggen als het gaat over versoepelingen: wanneer er dan mag worden versoepeld, moeten we altijd voorrang geven aan de allerjongsten en dat principe met ons allen onderschrijven. Versoepelingen binnen welke sector of beleidsdomein dan ook zullen altijd eerst ten voordele van de allerjongsten zijn.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, ik heb het al verschillende keren gezegd, ik heb de indruk dat ik mezelf steeds herhaal, maar Onderwijs is een exclusieve Vlaamse bevoegdheid. Door de beslissing die genomen is, wordt het leerrecht van onze Vlaamse leerlingen geschonden. Ik vind dat een zeer kwalijke zaak want het gaat over iets heel erg fundamenteels. Naar school mogen gaan, is een fundamenteel mensenrecht.
U zegt dat als er een versoepeling komt, die eerst voor de allerkleinsten geldt. Nu, ik begin daar heel sterk aan te twijfelen. In deze crisis – en ik zeg niet dat u daar de aanstoker van bent, integendeel – hebben we gemerkt dat kinderen steeds het kind van de rekening zijn gebleken. Alle maatregelen die er kwamen, zijn bijna steeds disproportioneel zwaar geweest voor kinderen, zeker omdat zij van dit virus zeer weinig te lijden hebben. Ik herinner me speeltuinen die afgesloten werden.
We zijn nu twee jaar verder en we hebben blijkbaar nog altijd niets geleerd. Het welzijn van onze kinderen, ook al zijn ze niet gevaccineerd, wordt in een of andere cynische weegschaal gelegd om al dan niet te kunnen versoepelen. Dat kan er bij mij niet in. Eigenlijk zijn onze kinderen dus het slachtoffer van een of ander halfslachtig compromis ‘à la Belge’. Ik kan daar niet bij. Ik vind dat u daar niet genoeg uw hakken in het zand hebt gezet. U had nog meer moeten doordrammen. Als er ministers op tv komen verklaren dat ze die quarantaineregels willen afschaffen en in de IMC het tegendeel verdedigen, vind ik het heel straf dat u dat hier niet openlijk zegt. Dat is woordbreuk. De mensen, kinderen en jongeren hebben het recht om te weten welke ministers hun leerrecht ontnemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.