Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de beslissing om de subsidies voor de kunstinstituten HISK en a.pass stop te zetten
Vraag om uitleg over de toekomst van het kunstinstituut HISK in Gent
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
We gaan van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) naar een andere sector in het heel ruime domein dat onderwijs toch wel is. Ik heb het over de beslissing van u, minister Weyts, om de subsidies voor twee van de vijf kunsteninstituten te schrappen. De Vlaamse Regering heeft een beheersovereenkomst afgesloten met vijf hogere kunstinstituten, elk met een autonoom statuut en aparte financiering. Het gaat over het Orpheus Instituut, het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK), P.A.R.T.S., de International Opera Academy (IOA) en a.pass. Deze overeenkomsten worden om de vijf jaar geëvalueerd. Bij een positieve evaluatie wordt een nieuwe beheersovereenkomst gesloten.
Na een recente evaluatie door visitatiecommissies, besliste u, minister, om de beheersovereenkomst en bijgevolg ook de subsidiëring van twee kunstinstituten stop te zetten, namelijk die met het HISK en met a.pass. Volgens u bieden beide instituten geen meerwaarde tot het veld. Daarbij stelt u dat ze ofwel op zoek moeten naar nieuwe financiering ofwel moeten inkantelen in een School of Arts. Het HISK verliest hierdoor een jaarlijkse subsidiëring van 1,2 miljoen euro en a.pass 457.000 euro. De volgende twee jaar wordt voor beide instituten een uitdoofscenario uitgewerkt.
Ik heb de volgende vragen. Wilt u de resultaten en aanbevelingen van de visitatierapporten van het HISK en van a.pass toelichten en aan het parlement ter beschikking geven? Volgens mijn informatie waren die evaluaties positief. Wat is uw appreciatie van de rapporten en adviezen over het HISK en over a.pass van de visitatiecommissies? In de gecodificeerde decreten betreffende het hoger onderwijs stipuleert artikel III.119 dat, indien de evaluatie van de visitatiecommissie onvoldoende positief was om een nieuwe beheersovereenkomst met een looptijd van vijf jaar af te sluiten, hogere kunstinstituten een verlenging kunnen krijgen van maximaal twee keer één jaar. Waarom hebt u gekozen om de subsidies binnen één of twee jaar te stoppen, in plaats van gebruik te maken van deze bestaande procedure, opdat de instituten de kans krijgen te remediëren en hun werking voort te zetten?
Kunt u verduidelijken wat u bedoelt met de stelling dat beide instituten geen meerwaarde hebben voor het veld? Op basis van welke gegevens komt u tot deze conclusie? Welke bevraging in het veld organiseerde u daartoe? Waarom bent u van oordeel dat beide instituten hun werking moeten stoppen? Zo u deze mening niet bent toegedaan, welke toekomst ziet u voor de beide instituten? U voorziet een uitdoving van de subsidies over twee jaar tijd. Zullen beide instituten de volledige financiering ontvangen, en voor welke periode? Zo nee, hoeveel zullen ze ontvangen tot wanneer?
Welke impact denkt u dat de schorsing van de subsidies zal hebben op de ontwikkeling van het bloeiende artistiek onderzoek in Vlaanderen, waar ik zelf nauw bij betrokken ben als voorzitter van het Kunstenplatform van Brussel, en op de samenwerking tussen de kunstinstituten en Schools of Arts op vlak van artistiek onderzoek? Ik hoor dat uw beslissing op ongelooflijk veel protest botst. Ze wordt gezien als een belemmering voor de ontwikkeling van het artistiek onderzoek in Vlaanderen. Ik lees vandaag trouwens in De Morgen dat Philippe Van Cauteren voor die kunstinstituten een lans breekt naar aanleiding van het dossier.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik heb een gelijkaardige vraag. Op 25 januari vernamen we in de pers dat de subsidies voor het HISK en a.pass worden stopgezet. Deze beslissing werd genomen nadat de evaluatiecommissie belangrijke tekortkomingen had vastgesteld – zo kunnen we tenminste lezen – en adviseert dat de instituten nauwer gaan samenwerken met andere instellingen. Volgens u, minister, hebben de instituten ook geen unieke meerwaarde, en is er geen nood meer aan dergelijke losstaande instituten. Dat er na een kritische evaluatie beslist wordt om de subsidies volledig stop te zetten, roept toch enkele vragen op.
Ik heb een vraag wat betreft de publieke toegankelijkheid van die adviezen. Wanneer werden die meegedeeld? Waar kunnen we die terugvinden? Op basis waarvan werd er beslist om de subsidies stop te zetten? Over welke tekortkomingen gaat het precies? Welk advies werd er gegeven?
De procedure zoals aangegeven in de Codex Hoger Onderwijs, blijkt niet gevolgd te zijn. Op basis van deze regelgeving kan na het ontvangen van een kritische evaluatie, de beheersovereenkomst tot tweemaal met een jaar verlengd worden zodat de instituten de tijd hebben om eventuele tekortkomingen recht te zetten en te werken aan hun beleidsplannen. Betekent dit dat uw beslissing tot stopzetten van de subsidies nog niet definitief is of legt u die regelgeving naast u neer?
We vernamen deze beslissing via de pers. We vonden hierover niets terug in de beslissingen van de Vlaamse Regering. Wie was bij deze beslissing betrokken?
Waarom oordeelt u dat er geen unieke meerwaarde zou zijn voor onafhankelijke instituten? Is het net niet wenselijk dat onze kunstinstellingen een complementair geheel van autonome instituten vormen, dat niet te reduceren is tot een of twee grote instellingen?
Wat zal er gebeuren met de vrijgekomen budgetten? Worden deze verdeeld over de andere instituten die onder dezelfde regelgeving vallen? Of zullen deze automatisch naar de nieuwe partners, als die er komen, van de instituten vloeien? Wat als er geen partners gevonden worden?
De heer De Roo heeft het woord.
Voorzitter, dank dat ik te gast mag zijn in deze commissie. Ik heb dezelfde krantenartikels gelezen als de collega's. Ik heb mijn vraag toegespitst op het HISK in Gent. In het krantenartikel staat dat er geen nieuwe beheersovereenkomst met het Hoger Instituut voor Schone Kunsten komt. Minister, u wordt in datzelfde artikel geciteerd: “De evaluatiecommissie heeft belangrijke tekortkomingen vastgesteld en adviseert dat deze instituten nauwer gaan samenwerken met andere instellingen.”
In artikel III.119 van de Codex Hoger Onderwijs wordt onder meer een globaal bedrag vastgelegd voor de financiering van de hogere instituten voor schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten en staat dat dit bedrag ter beschikking wordt gesteld aan instituten en instellingen die een beheersovereenkomst hebben afgesloten met de Vlaamse Gemeenschap.
De geldende beheersovereenkomst had een looptijd van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021. Uit het persartikel blijkt dat er een negatieve evaluatie is die ertoe zal leiden dat er geen beheersovereenkomst meer zal worden afgesloten met het HISK en de instelling bijgevolg zijn financiering zal verliezen. Op het moment dat ik deze vraag indiende, had ik nog niet al het onderzoek kunnen doen, maar uit mijn informatie blijkt ook dat er geen negatieve beoordeling zou zijn van de bevoegde visitatiecommissie en dat het visitatierapport ook niet zegt dat de erkenning zou moeten worden stopgezet.
Volgens de berichtgeving zullen de 24 huidige studenten van het HISK nog mogen afstuderen binnen het huidige systeem. Daarvoor zal Vlaanderen, aldus de minister, nog twee jaar in de middelen voorzien. Het gaat om bijna 1,2 miljoen euro per jaar. Daarna stopt de overeenkomst.
Minister, ik weet niet of u weet dat Gent kandidaat is om Culturele Hoofdstad 2030 te worden, naast een aantal andere steden in Vlaanderen. Het startschot voor de voorbereidingen hiervan werd recent gegeven. De kandidaturen worden in 2024 ingediend ter beoordeling door een internationale jury. De stopzetting van het HISK in de stad roept dan ook vragen op.
Minister, op welke manier kwam de beslissing om geen nieuwe beheersovereenkomst af te sluiten met het HISK Gent precies tot stand? Op basis van welke argumenten werd de beslissing genomen? Kunt u de eindconclusies van de evaluatie en de remediëring delen met het parlement? Op welke manier wordt de financiering geregeld voor studenten die hun opleiding willen voltooien? Komt er hiervoor een nieuwe beheersovereenkomst? Wat is uw visie over de toekomst voor de opleidingen die het HISK Gent momenteel aanbiedt?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal eerst de ontstaansgeschiedenis schetsen. In 1996 werd het HISK opgericht. Toen werden ook nog vier andere kunstinstituten opgericht die via een beheersovereenkomst werden gefinancierd. We spreken over 25 jaar geleden. De meeste instellingen zijn nu ouder dan 20 jaar.
Ondertussen is het hogeronderwijslandschap ongelooflijk veranderd en hervormd. Er is heel wat bij gekomen, zeker wat betreft de hogere kunstopleidingen. Er was de fusie van de hogescholen in 1994, de academisering in 2013, en in datzelfde jaar ook de oprichting van de associaties. Ook in datzelfde jaar, in 2013, heeft het hoger kunstonderwijs vorm gekregen met de oprichting van de School of Arts. Er zijn zo zes Schools of Arts met het studiegebied Audiovisuele en Beeldende Kunst: de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, de Hogeschool Gent, de Hogeschool PXL, de LUCA School of Arts, de Karel de Grote Hogeschool en de Erasmushogeschool in Brussel.
Trouwens, met het Voorsprongfonds kregen ook de Schools of Arts onlangs de kans om projectvoorstellen in te dienen en aanspraak te kunnen maken op een ondersteuningsbudget van in totaal zo’n 60 miljoen euro, maar dit terzijde.
De Vlaamse Regering heeft lopende beheersovereenkomsten met vijf andere hogere kunstinstituten, namelijk P.A.R.T.S, a.pass in Brussel, de International Opera Academy, het Orpheus Instituut en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Gent.
Het is decretaal vastgelegd dat er elke vijf jaar een grondige evaluatie wordt uitgevoerd van die instellingen om te zien of er al dan niet een nieuwe beheersovereenkomst kan worden afgesloten. De evaluatiecommissie bestaat uit deskundigen die zijn voorgedragen door de kunstinstituten zelf. Wij hebben vanuit de Vlaamse overheid zelf niemand afgevaardigd in die evaluatiecommissie.
Ik heb aan de voorzitter van de evaluatiecommissie gevraagd om een vergelijkend rapport te maken van de vijf instituten. Vijf jaar geleden had minister Crevits trouwens ook die vraag gesteld, dus ook dat is geen novum.
Daarna en los van de evaluatie is er ook bij al deze instituten een werkbezoek geweest, samen met de bevoegde regeringscommissaris – een rechtstreekse verbindingsofficier –, om kennis te maken met de instelling en hun te vragen hoe zij hun missie en visie voor de toekomst zien, welke moeilijkheden zij ervaren enzovoort.
Vervolgens gaf ik aan de regeringscommissarissen de opdracht om per instituut een fiche op te maken over het instituut, met de sterktes, zwaktes en unieke punten, alsook om globaal een aantal vragen in kaart te brengen die bij deze instituten leven. Op grond daarvan wil ik keuzes maken.
Trouwens, even terzijde, er wordt hier altijd gevraagd naar de rapporten. De rapporten zijn bezorgd aan het Vlaams Parlement. Maar ik zie natuurlijk ook aan de vraagstellers dat zij vooral schatplichtig zijn aan de commissie Cultuur. In dezen – en dat is ook een van mijn punten – gaat het over onderwijs. De evaluatierapporten voor het HISK en voor a.pass werden in november van verleden jaar bezorgd aan het Vlaams Parlement.
Maar mogelijk zijn die wel bezorgd – en dat is ook de logica zelve – aan de commissie Onderwijs. Dat is ook net mijn punt. De vraag is of de financiering van de betrokken instituten in hoofdzaak een zaak dient te zijn van Onderwijs.
Ik wil maar zeggen dat we niet over één nacht ijs gegaan zijn. Orpheus, P.A.R.T.S. en de International Opera Academy hebben zeer goede evaluaties gekregen en zijn duidelijk goed aan de slag gegaan met de werkpunten uit de evaluatie van 2016. Vanuit Onderwijs en Cultuur zal de Vlaamse Regering uiteindelijk 12,5 miljoen euro hebben geïnvesteerd in de verbouwing en de nieuwbouw voor P.A.R.T.S., Rosas en Ictus. Deze drie organisaties zitten op één site in Brussel.
Op grond van die evaluatie heb ik beslist om de werkingsmiddelen voor de International Opera Academy op te trekken, op grond van een zeer goede evaluatie. Ze hadden namelijk een werkingsbudget van ons van 500.000 euro. We hebben dat verhoogd naar 575.000 euro. Bij het HISK en bij a.pass kwamen andere signalen uit de evaluatie naar boven. En dan moeten we durven te denken of men daar geen andere paden moet bewandelen en/of dit iets is waar vanuit Onderwijs budget moet worden voor vrijgemaakt.
De evaluatiecommissies voor het HISK en voor a.pass hebben belangrijke tekortkomingen vastgesteld en ze hebben geadviseerd dat die hogere kunstinstituten beter nauw gaan samenwerken met andere instellingen. De evaluatierapporten van die instituten geven bij alle onderdelen aanbevelingen.
Het zijn geen initiële opleidingen. Het zijn niet de opleidingen die nog maar net gestart zijn. Er is weinig onderwijsvoortgang gemeten. A.pass focust zich meer op onderzoek. Dat is relevant maar de vraag is hier opnieuw wat de link is met onderwijs. En het HISK biedt meer een kunstprogramma dan een onderwijsprogramma aan, waarvoor ook alle begrip. Opnieuw stel je je dan de vraag of wij vanuit Onderwijs daar de grote subsidieheer moeten zijn.
Ik heb daarom aan het HISK en a.pass gevraagd om tegen medio oktober 2022 – men heeft dus nog wel wat tijd – een plan te bezorgen tot een structurele verderzetting van het onderwijsconcept, in overleg met een School of Arts die bereid is om de opleiding en de studenten van de Posthogeschool voor Podiumkunsten vzw over te nemen of om in een alternatief aangepast traject of vorming te voorzien.
Sowieso kunnen alle op dit moment ingeschreven studenten afstuderen. Los van wat ook de uitkomst moge wezen. Het gaat over een leerlingenaantal van 19 in de ene instelling en 24 in de andere instelling. Het gaat over een totaalbedrag van 1,6 miljoen euro voor die 43 leerlingen.
Dit is niet het einde voor HISK of a.pass. Beide instituten hebben absoluut, los van de uitkomst van onze verdere dialoog, een toekomst voor zich, maar dan naar alle waarschijnlijkheid binnen de schoot van een andere instelling. Dat kan een School of Arts zijn. Maar ook in dat geval wordt men gefinancierd, net zoals de School of Arts worden gefinancierd. Ook daar behoudt men de financiële ondersteuning.
Wij geven de nodige tijd voor deze transitie. Nog dit en volgend jaar wordt de financiering behouden en ondertussen gaat de dialoog met mijn kabinet verder door.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank voor uw uitleg, minister, maar een en ander blijft voor mij toch wel bijzonder onduidelijk.
Eerst wil ik het hebben over de procedure. De codex voorziet zeer duidelijk dat bij een negatieve evaluatie de kans blijft bestaan voor remediëring gedurende een of maximaal twee jaar.
Hier hebt u aan de instellingen gewoon boudweg de boodschap overgebracht dat het stopt na twee jaar. U zegt nu dat het kan blijven bestaan in het onderwijsgedeelte mits ze indalen in een School of Arts. U moet me dat eens nader verklaren want volgens mij volgt u hier niet de letter van wat voorgeschreven is in de codex.
Die evaluaties zijn ter beschikking gesteld van de commissie Onderwijs. Natuurlijk circuleren die. Ik kan voor a.pass en HISK eigenlijk geen negatieve evaluatie vinden. Ik zie vooral aanbevelingen. Uit uw uitleg nu begrijp ik dat u – behalve de visitatierapporten voor de vijf kunsthogescholen die positief waren – beslist hebt om nog eens een soort ranking te maken – als ik het verkeerd begrijp moet u mij tegenspreken en dat uitleggen – om toch nog eens een extra evaluatielaag daar bovenop te gooien. Dat is toch wel bijzonder. Ik begrijp het niet. Ik begrijp uw antwoord niet.
Wat betreft de geschiedenis van het HISK, heb u het mis. U zegt dat het opgericht is in 1996. Het HISK gaat al terug tot 1885! Het heeft een heel lange geschiedenis. Het is een fundamentele actor in de ontwikkeling, als gevolg van Bologna en de gelijkschakeling van universiteiten en hoger onderwijs. We wisten niet goed wat te doen met de Schools of Arts, met het artistiek hoger onderwijs. Die spelen daar een belangrijke rol in. Ik merk dat elke dag in het Kunstenplatform Brussel. Wij werken samen met a.pass. Het is een veld in wording, het artistiek onderzoek. Dat gaat met vallen en opstaan, maar het gaat wel vooruit.
Een heel belangrijke vraag voor mij is: hoe beoordeelt u de bijdrage van beide instellingen in de ontwikkeling van het artistiek onderwijs in Brussel? U hebt daar gewoon niet op geantwoord en ook niet op mijn laatste vraag hoe u de ontwikkeling van dat artistiek onderwijs evalueert in Vlaanderen tout court.
Ik zie alleen ...
Kunt u afronden, mevrouw Segers?
... een negatieve evaluatie, en dat er nu 2 miljoen euro wordt bespaard. Wat gaat daarmee gebeuren?
Ik zou graag van u horen hoe u exact tot deze beslissing bent gekomen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik ben een beetje verbouwereerd door uw antwoord. Los van het feit dat ik ook absoluut de indruk heb dat de procedure niet is gevolgd, los van het feit dat er volgens mij een zeer dubieuze lezing is gebeurd van de evaluatie – ondertussen heb ik die ontvangen, er zit al wat tijd tussen het indienen en het stellen van de vraag, en ik lees helemaal geen negatieve evaluatie, zeker als je de eindnotities leest – ben ik misschien nog het meest verontwaardigd over de visie die uit uw antwoord naar voren komt.
U lijkt hier te zeggen dat u niet weet of dat onderwijs moet zijn, want die zijn bezig met cultuur. En die studenten dan? Dat zijn studenten die bezig zijn met onderzoek en ontwikkeling op het vlak van cultuur. Dat vindt u dus geen onderwijs. Dat is een kwalijke trend die zich al een tijdje doorzet onder u en deze legislatuur.
Op alle vormen van kunstonderwijs, ook in het reguliere onderwijs met de urencultuur, wordt beknibbeld. Er zijn al Facebookgroepen die aanklagen dat er zo weinig ruimte is voor cultuur in het secundair onderwijs. Deze trend zet zich voort met deze beslissingen, waarmee u lijkt te vinden en te zeggen dat cultuur geen onderwijs is, en dat de minister van Cultuur dat dan maar moet subsidiëren, alsof daar geld is voor cultuureducatie. Alle vormen van cultuureducatie en subsidiëring ervan komen al terecht in het bad van Cultuur. Daar zijn al veel te weinig middelen. Dat vind ik nog het kwalijkst van al, dat u laat uitschijnen dat dat geen onderwijs is en dat Onderwijs zich niet moet bezighouden met cultuur. Daar verzet ik me nog het meest van al tegen.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Ik blijf ook nog wat met de vraag zitten hoe de beslissing nu precies tot stand kwam. Als ik uw antwoord beluister, haal ik daar twee hoofdbrokken uit. Enerzijds is er een stukje inhoudelijke meerwaarde, die ook in de pers kwam. Maar ik begrijp het dan nog niet helemaal. U zegt dat het meer een kunstprogramma dan een onderwijsprogramma is. Kunt u dat nog iets duidelijker schetsen?
Ten tweede leid ik eruit af dat het ook voor een stuk over financiële efficiëntie gaat. Maar vandaag stond er een opiniestuk van Philip Van Cauteren in De Standaard, waarin hij onder andere het hele ecosysteem dat rond het HISK hangt, wat omschrijft. Hij geeft vooral ook aan dat er ook heel wat gastdocenten vanuit de hele wereld zijn die naar Gent en naar Vlaanderen komen, wat ook een uitstraling geeft. En er zijn nog heel wat andere zaken in zijn opiniestuk, waarin hij die financiële meerwaarde onderbouwt. Hebt u kennis genomen van dat opiniestuk? Hoe staat u daar tegenover?
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik zou graag een aantal feiten even op een rij willen zetten. Vooreerst denk ik dat we toch heel duidelijk moeten stellen dat de 20 studenten van a.pass en de 24 studenten van het HISK zullen kunnen afstuderen. Vlaanderen voorziet nog twee jaar middelen. Die studenten zijn dus in ieder geval geborgd.
Die beslissing is natuurlijk genomen na een evaluatie. En zoals ik het heb begrepen, is dat voor een stuk omdat er geen of onvoldoende vooruitgang werd geboekt op bepaalde werkpunten. Een ‘voldoende’ op een onderzoeksaspect wordt ook niet echt als goed beschouwd. En specifiek voor a.pass heeft men duidelijk opgemerkt dat ze eigenlijk klein zijn en ook problemen hebben met huisvesting. Voor het HISK staat ook in het rapport dat er wat problemen zijn in de raad van bestuur. Dat zijn bepaalde zaken die toch invloed hebben op een goede werking.
Daarom lijkt het mij eigenlijk niet slecht om hen aan te moedigen om voor samenwerkingen te gaan, inderdaad met zo'n kunstenschool. Er zijn heel veel mooie voorbeelden in de verschillende provincies waar ze gelegen zijn. Ik denk dat we hier misschien wel een win-win kunnen hebben. Het is misschien ook een beetje het rationaliseren van het studieaanbod. Maar ik denk dat het zeker geen kwaad kan om die oefening te maken. We moeten daar niet vies van zijn. En we kunnen nog altijd opvolgen. We gaan nog twee jaar subsidiëren. We gaan nog twee jaar opvolgen. En we kunnen nog altijd zien, als bepaalde zaken wel of niet lukken, hoe dan eventueel het vervolg kan zijn. Ik denk dat we hier met een open vizier naar moeten kijken.
Ik had ook een zijdelingse vraag, minister. Ik heb in de reacties van a.pass, ook op de website van a.pass, gezien dat alles daar in het Engels gebeurt. Zij zijn eigenlijk gevestigd op ons grondgebied, dus ik vermoed dat zij ook moeten voldoen aan de taalwetgeving. Maar misschien is dat niet zo. Ik had graag van u gehoord hoe dat juist zit. En mocht, naar aanleiding van deze commissievergadering, het HISK of a.pass interesse tonen om mij via mail een en ander duidelijk te maken of hun visie aan mij over te maken, zou ik het uiteraard heel hard appreciëren dat dat in het Nederlands gebeurt.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik hoop dat men ondertussen ook kennis heeft kunnen nemen van de evaluatierapporten die in november van vorig jaar aan het parlement bezorgd zijn. De huidige evaluatiecommissie, als het gaat over het HISK, heeft analoge tekortkomingen vastgesteld, zoals die ook al in 2016 werden vastgesteld. Welke elementen spelen daar? Er is sprake van een onduidelijke evaluatie van het onderwijsproces, een ontsporend onderzoeksbeleid, een verminderde huisvesting. Er is nog steeds geen sterke alumniwerking. En er zijn de onduidelijke verantwoordelijkheden van en de hoge werkdruk op de werknemers, waardoor ook een personeelsaudit wenselijk werd geacht.
De commissie heeft a.pass de aanbeveling gegeven om zich aan te sluiten bij bestaande onderzoekscellen of kunstenplatforms in Brussel en om uit te zoeken op welke manier samenwerkingen met andere instituten en organisaties ervoor kunnen zorgen dat de taken verdeeld en gedeeld worden.
Ik heb ook het mooi geschreven stuk gelezen in De Standaard. Daarin staat: “Het HISK moet tot elke prijs een autonome instelling blijven, die nergens ‘inkantelt’, die nergens in opgaat.” Ik zou niet weten waarom het HISK een toekomst wordt ontnomen wanneer het in een groter geheel inkantelt en zich daarbij verzekerd weet van een financiering. Ik zou niet weten waarom dat geen versterking kan zijn. Er wordt gezegd dat een van de elementen van het succes het netwerk is. Als je aansluit bij een grotere school, kan dat enkel maar je netwerk ten goede komen. ‘De meerwaarde van het HISK wordt altijd gezien vanuit hun alumni.’ Die betrokkenen hebben echter al vaak een ander hoger kunstdiploma. Dan is het logisch dat daar sterkere profielen uitkomen.
En als het dan gaat om het feit dat de meerwaarde van het HISK ligt in het netwerk … Financieren wij het netwerk of financieren wij het onderwijs? En dan ‘tot elke prijs’? Een student aan het HISK kost nu bijna 44.000 euro per jaar. Dat is het zesvoudige van een student aan een hogeschool in een standaard bacheloropleiding. Kunstopleidingen krijgen iets meer. Sommige iets meer dan 16.000 euro. Om maar te zeggen dat de verhoudingen nogal scheefgetrokken zijn.
Wij geven het HISK sowieso tijd voor een transitie. Dat is, voor alle duidelijkheid, geen verplichting want de beheersovereenkomst loopt af. Maar er is een absolute bereidheid om in dialoog te blijven gaan. Daarom doen we het voorstel om tegen medio oktober ter zake een plan van aanpak te kunnen bekijken. Binnen een School of Arts of binnen een ander samenwerkingsverband naar keuze zou zowel het HISK als a.pass zich in de toekomst verder kunnen professionaliseren en zich ook, in het geval van de erkenning van die opleiding, verzekerd kunnen weten van een financiering.
Ik maak van de mogelijkheid in de Codex Hoger Onderwijs gebruik om de huidige beheersovereenkomst te verlengen, zodat beide instellingen de nodige tijd krijgen voor de transitie. Er wordt verkeerd geciteerd uit de codex, mevrouw Segers. Er staat in de codex: “In afwijking van het bepaalde in paragraaf 3 kunnen lopende beheersovereenkomsten maximaal 2 keer met ten hoogste 1 jaar verlengd worden” – ik maak dus gebruik van die mogelijkheid – “in geval de evaluatie van de wijze waarop de lopende beheersovereenkomst werd uitgevoerd, onvoldoende positief is om een nieuwe beheersovereenkomst met een looptijd van 5 jaar af te sluiten. Indien na deze verlenging(en) naar het oordeel van de Vlaamse Regering de betrokken instelling een deugdelijk beleidsplan heeft voorgelegd, kan een nieuwe beheersovereenkomst met een looptijd van maximaal 4 jaar worden gesloten.” Het is niet zoals u het vertaalt, dat dat een absoluut recht zou zijn.
Het HISK en a.pass krijgen de kans om tegen 2024 andere samenwerkingen te zoeken. Sowieso garanderen we de huidige financiering tot en met 2023. In het geval van een samenwerking in het kader van de School of Arts, kan men ook daar zich versterken en professionaliseren en zich verzekerd weten van een financiering door in te kantelen in een van de zes Schools of Arts. Dat laat toe om de naam en uitstraling van beide instellingen te behouden en om toekomstige studenten van de omkadering van de School of Arts te laten genieten. De kennis die het hoger kunstinstituut kan meebrengen bij de toetreding tot de School of Arts kan ook een toegevoegde waarde zijn voor het artistiek onderzoek van deze School of Arts en dus van de totaliteit van de cultuur.
En ik zeg het nog eens, de huidige studenten van beide instituten kunnen uiteraard afstuderen binnen het huidige financieringssysteem. Daardoor zijn er voor de komende twee jaar middelen voorzien.
Mevrouw Segers heeft het woord.
De essentie van Bologna was het hoger onderwijs, met de hogescholen en de universiteiten, samen te brengen. Het pijnpunt daarin vormden de Schools of Art, het artistiek onderwijs en onderzoek, waar dat dan ook ontbrak. Sindsdien hebt u dat al mooi ontwikkeld in Vlaanderen. Ik bekijk het van heel nabij en ik zie ongelooflijk mooie onderzoeksoutput die zich vertaalt in onderwijs. Dat is de essentie: onderzoeksgedreven onderwijs. Ik kan niet begrijpen dat u de scheiding maakt tussen beide.
Artistiek onderzoek is eigenlijk een nieuw domein. Het is nog fragiel: artistieke doctoraten, onderzoekende doctoraten en doctoraten in de kunsten. Maar wij timmeren aan de weg met een beperkt aantal actoren. HISK en a.pass zijn daar belangrijke actoren in. Die organisaties vinden elkaar ook. Als u zegt de samenwerking te stimuleren, is dat altijd goed. Maar op de vloer gebeurt dat zo al. Die wake-up call kan positief zijn.
U probeert uit te leggen dat u niet bent ingegaan tegen de Codex Hoger Onderwijs. Sorry, maar u hebt de deur nu boudweg gesloten voor die organisaties. Dat is bijzonder te betreuren, want u doet het op basis van evaluaties die u interpreteert zoals het u goed uitkomt. De pijnpunten die gesignaleerd worden, zoals alumniwerking, huisvesting, zijn net dingen die u als minister zou kunnen opnemen. Uw conclusie dat ze maar moeten opgaan in een ander instituut, is een gemakkelijkheidsoplossing. Laat ons kijken wat er nog mogelijk is. U hebt helemaal geen antwoord gegeven op mijn twee laatste vragen. Hoe ziet u de ontwikkeling van het artistiek onderzoek in Vlaanderen? Hoe evalueert u wat er vandaag gebeurt? Hoe ziet u het evolueren? U hebt daar geen visie op. Ik neem daar nota van. De link tussen cultuur en onderwijs ziet u niet. Dat kan u geen barst schelen. Dat is ongelooflijk en jammerlijk voor een minister van Onderwijs die alle tools in handen heeft op dat vlak.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ook ik ben oprecht teleurgesteld. Uw argumenten getuigen van een enge visie. Er is de kostprijs, maar hebt u ook de return berekend van wat die studenten opbrengen aan Vlaanderen? Dat zijn heel gerenommeerde internationale instituten. Het lijstje van ex-studenten in het artikel van De Standaard toont allemaal mensen die Vlaanderen internationaal op de kaart zetten. Uw tweede argument is dat de taalwetgeving niet wordt gevolgd. Is dat wel een argument als er buitenlandse studenten, tot uit Afrika toe, voor korte tijd komen studeren en onderzoek doen in Vlaanderen? Dat is toch wel een heel enge visie. Als wij Vlaanderen een internationale culturele uitstraling willen geven, dan zal dat anders aangepakt moeten worden.
De heer De Roo heeft het woord.
De beslissing en de manier waarop die tot stand is gekomen, is toch wel een verrassing. De visitatierapporten spraken immers niet over stopzetting van erkenning. U hebt dat uitgelegd.
Ik hoop vooral dat de werking en de meerwaarde van het HISK, maar bij uitbreiding ook a.pass, in de toekomst niet verloren gaat en dat de toekomstweg die u daarvoor schetst niet tot een verlies leidt van wat er in de afgelopen jaren is opgebouwd. Dat volg ik zeker verder op.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.