Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, een vraag over de financiering van online initiatieven in de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) lijkt me geschikt op de dag van de CLB-medewerker. CLBch@t, een overkoepelend initiatief van alle CLB’s heeft tijdens het schooljaar2020-2021 meer dan tienduizend chatgesprekken gevoerd met leerlingen en ouders. Dat blijkt uit hun jaarverslag, dat op 21 januari 2022 werd voorgesteld.
Sinds maart 2020 is het aantal chatgesprekken onafgebroken gestegen. “De coronacrisis vormde als het ware een trigger voor de nood aan online gesprekken vanwege leerlingen en ouders”, lezen we in het jaarverslag. Op twee jaar tijd is het aantal chats verdubbeld. 80 procent van de oproepen komt van leerlingen, 20 procent van ouders. Corona zorgde voor heel wat vragen naar emotionele ondersteuning bij jongeren. Ouders stellen vooral veel informatieve vragen. Daarnaast bleef de studiekeuze bij zowel leerlingen als ouders een belangrijk gespreksonderwerp. Om de extra chatgesprekken te kunnen opvangen, werd het aantal chatmedewerkers ondertussen verhoogd tot 186 en ook de openingsuren van de chatlijn werden uitgebreid.
In schril contrast met bovenstaande cijfers staat dan weer de financiering van CLBch@t. Ondanks de inspanningen met relancemiddelen om de CLB’s te versterken, blijkt er vanaf dit schooljaar geen extra geld voor CLBch@t te zijn. We vernemen dat CLBch@t op dit moment werkt met het laagste budget sinds de oprichting van het onlineplatform, enkele jaren geleden. Op jaarbasis wordt 122.000 euro uitgetrokken. Met dat budget wordt 1,58 voltijdequivalenten (vte’s) tewerkgesteld, die onder andere moeten zorgen voor de organisatie van CLBch@t voor wat betreft de planning van de chatwerking, het aansturen van 186 chatmedewerkers, het organiseren van vorming voor, intervisie met en ondersteuning van de medewerkers, de kwaliteitszorg van het project enzovoort. En daarnaast ondersteunt ditzelfde team ook nog eens de implementatie van 'blended' hulpverlening in de CLB-sector door lerende netwerken en vorming te organiseren, informatie te delen enzovoort.
CLBch@t kwam al enkele keren ter sprake in onze commissie. Zelf haalde ik het thema aan in de vergadering van de onderwijscommissie van 12 december 2019. Toen gaf u aan dat er een onderzoek zou dienen te gebeuren naar een structurele inbedding van deze online hulpverlening.
Daarom heb ik de volgende vragen voor u, minister. Welke visie hebt u op de uitbouw van online hulp- en dienstverleningsinitiatieven zoals bijvoorbeeld CLBch@t? Is er ondertussen een onderzoek naar mogelijkheden tot structurele inbedding van start gegaan? Bent u van plan om online initiatieven in de CLB-sector voortaan structureel te financieren? Waarom wel of waarom niet?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben een deel van het antwoord al gegeven in de vorige discussies rond mentaal welzijn en digitalisering.
Vanuit de CLB-sector wordt er naast het digitaal Leerlingen Activiteiten en Registratie Systeem (LARS), dat vormgeeft aan het multidisciplinair dossier van de leerling, ook sterk ingezet op andere netoverstijgende digitale projecten. We hebben het dan over gerichte online hulpverlening: CLBch@t, 'blended' hulpverlening en de Onderwijskiezer.
We hebben vanuit de Vlaamse overheid die projecten altijd ondersteund door middel van projectsubsidies. Sommige worden ook nog altijd jaarlijks toegekend. Maar we hebben ondertussen ook wel veel meer gedaan. Zo gaat er vanuit het relanceplan ‘Van kwetsbaar naar weerbaar’ bijzondere aandacht naar de veerkracht van kwetsbare leerlingen. Daarom hadden we die 14 miljoen euro extra middelen toegekend aan de CLB’s.
Maar ook opportuniteiten ondersteun ik. Zo heeft de CLB-sector, naast de 122.000 euro voor CLBch@t, ook 500.000 euro gekregen voor een beveiligd digitaal platform en de ontwikkeling daarvan, een platform dat leerlingenbegeleiding door middel van 'blended' hulpverlening sterker maakt en dat ook toegankelijk is voor zowel leerlingen, ouders, scholen als ondersteuners en waarbij we december volgend jaar als timing vooropstellen.
Ik begrijp natuurlijk uw zorg. We hebben verschillende financieringskanalen. Wanneer je er een paar zaken uitlicht – dat is stopgezet en je hebt daar wel extra gegeven – is het een hele opsomming. Als ik enkel kijk naar het overzicht van de digitalisering van de CLB’s: ik heb het al gehad over de 122.000 euro voor CLBch@t en 'blended' hulpverlening, 32.000 euro voor de versnelde implementatie van 'blended' hulpverlening, 500.000 euro voor de ontwikkeling van een beveiligd digitaal platform, voor LARS 47.000 euro, voor de bouw van een IRIS-platform – maar dat was eenmalig – 132.000 euro, voor de 'single sign-on' voor de toegang tot IRIS – maar ook dat was een eenmalig bedrag – 67.000 euro, voor de onderwijskiezer is er een jaarlijkse detachering van een voltijdequivalent. Het zijn dus allemaal verschillende rijtjes en cijfers. Daarom proberen we werk te maken van een stabiel kader. Sinds het begin van het schooljaar lopen we met het kabinet, samen met de vertegenwoordigers van de centrumnetten CLB en de administratie, een traject om te bekijken hoe al deze projecten zich tot elkaar verhouden in functie van verdere digitalisering, gegevensdeling en financiering.
Ook in het kader van de uitvoering van de conceptnota decreet Leersteun zijn er nog heel wat uitdagingen op het vlak van digitalisering. Ook daar probeer ik werk te maken van een overkoepelend en structureel beleid, zodat de CLB’s zich kunnen concentreren op hun kerntaken.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel, minister. Dat is een positief bericht op de Dag van de CLB-medewerker. U somt inderdaad heel veel zaken op, heel veel verschillende subsidiekanalen, aanvraagdossiers en verantwoordingsrapportages die daarmee gepaard gaan. Er gaan heel wat middelen naartoe. U geeft aan dat er bijvoorbeeld ook subsidies binnen de relancemiddelen worden vrijgegeven voor het CLB-platform. Wat ik hoor, is dat die middelen echt gebruikt worden om de tool mogelijk te maken, om alles te bundelen, maar dat geen van die middelen ook daadwerkelijk ingezet wordt voor de organisatie van CLBch@t, de planning van de chatwerking, de aansturing van die toch 185 mensen – dat is niet te onderschatten –, de vorming, de intervisie.
Daarom denk ik dat het inderdaad goed is om te gaan zoeken naar een overkoepelend en structureel beleid, waarbij er gezocht wordt naar een structurele financiering voor die online initiatieven. Ik denk dat dat een mooi signaal is naar de sector. Het is een beetje uitkijken naar wat er dan effectief uit de bus komt.
Maar als ik zie wat er binnen de welzijnssector aan middelen voorzien wordt … Bij Awel heeft men momenteel bijvoorbeeld acht voltijdequivalenten die eigenlijk bezig zijn met de organisatie. En die hebben dan eigenlijk nog geen ‘blended’ hulpverlening opgezet. Dan denk ik dat we daar echt moeten op inzetten, al was het maar omdat het CLB zeer nabij is. Zij staan op het kruispunt van Welzijn en Onderwijs, zoals ik al vaak heb gezegd, en zij vinden ook wel toegang tot de leerlingen, tot de jongeren. Daar is al naar verwezen in de vorige vraag: die nabijheid, er zijn voor de kinderen. Misschien is het interessant om te weten wat uw timing is.
De heer Daniëls heeft het woord.
In de centra voor geestelijke gezondheidszorg zijn we door corona ook verplicht om vanop afstand, digitaal, online echt therapie te geven. Dat gaat dus nog een stapje verder. Vanuit mijn eigen hoedanigheid als bestuurder in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg zie ik dat dat ook na corona niet meer weggaat. We hebben gemerkt dat dat voor een aantal groepen wel degelijk een meerwaarde biedt.
De digitale mogelijkheden van online CLB’s moeten we hier ook meenemen, maar ik heb daar wel een vraag en een bedenking bij, minister. Die chats maken het ook mogelijk om externen mee te betrekken, denk ik, bijvoorbeeld vanuit Welzijn. Zo kan er eigenlijk direct online een vorm van warme overdracht zijn van CLB richting Welzijn. Je voegt dan iemand toe aan het gesprek. Misschien is dat nog wel iets wat met de CLB’s verkend kan worden, om op die manier heel snel jongeren bij de juiste persoon, bij de juiste dienst te krijgen. Ik denk dat we daar nog stappen kunnen zetten, naast het signaleren en louter die chatfunctie. Het is misschien iets waarnaar eens kan worden gekeken.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil misschien ook nog even meegeven dat, naast de online hulpverlening, de CLB-sector ook wel inzet op de ontwikkeling van tools die de toegang vereenvoudigen tot de relevante informatie die verzameld werd vanuit de leerlingenbegeleiding. Dat zijn de data die relevant zijn voor zij die daar, conform de privacywetgeving en het beroepsgeheim, toegang toe mogen krijgen. Een voorbeeld daarvan is het IRIS-platform, waarbij scholen en ondersteuners altijd de laatste versie van een gemotiveerd verslag kunnen inkijken wanneer dat is opgemaakt door het CLB.
Inzake timing kan ik nog niet echt iets meegeven, of zeggen wat we daar voor ogen hebben. Maar die gesprekken zijn alleszins lopende, en we proberen toch om een kader op dat vlak te creëren. Ik heb u het overzicht gegeven, dat patchwork. Dat is misschien niet zo zinvol, maar het minste wat je kunt zeggen is dat dat patchwork en die extra ondersteuning van 14 miljoen euro erop wijzen dat we met deze Vlaamse Regering heel duidelijk gaan voor een sterkere ondersteuning van de CLB’s.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Bedankt voor de aanvulling. Het zou fijn zijn om ons ook op de hoogte te houden als een structurele financiering voor de online initiatieven van de CLB-sector aangeboden zou kunnen worden. We kijken daar alvast heel sterk naar uit. Ik denk dat goed nieuws kan zijn op de Dag van de CLB-medewerker. Ik onderschrijf inderdaad dat we er alles aan moeten doen om de sector niet alleen een hart onder de riem te steken op de Dag van de CLB-medewerker, maar dat we ze eigenlijk ook elke dag van het jaar moeten ondersteunen en hen dankbaar moeten zijn voor de inzet die ze geleverd hebben tijdens corona, maar ook alle jaren daarvoor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.