Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dit is een vraag in feeststemming om deze commissie af te sluiten. Het feit dat het over oudejaarsavond gaat, is misschien het enige feestelijke aan de vraag.
Wie de jaarwisseling aan zee doorbracht, kon er niet naast kijken. Er was niet enkel heel veel volk, waaronder opvallend veel Nederlanders, er was ook enorm veel vuurwerk. Veel badplaatsen schrapten, in functie van het voorkomen van mensenmassa’s, de eigen festiviteiten. Enkel in De Panne, Koksijde en Middelkerke ging het traditionele officiële vuurwerk door. Maar zelfs daar werd er in de oudejaarsnacht en de volgende nachten ook nog veel privaat vuurwerk afgestoken op het strand.
Slechts in drie kustgemeentes, De Panne, Blankenberge en Brugge was privaat vuurwerk tijdens de oudejaarsnacht toegelaten. In de andere gemeentes golden er beperkingen, moest het worden aangevraagd of was het zelfs compleet verboden. Plaatselijke regelgeving die echter weinig bekend bleek of ronduit werd genegeerd. Handhaving op zulke momenten is dan ook bijzonder moeilijk of onpopulair.
Het gevolg was een massa achtergelaten zwerfvuil. Vrijwilligers die zich inzetten om onze stranden proper te houden, noemen de hoeveelheid vuurwerkzwerfvuil die ze dit jaar ophaalden ongezien. Vaak betreft het vrij onschuldig papier- en kartonafval, maar niet zelden bevat het ook resten van zware metalen zoals koper, barium, strontium en antimoon, die zorgen voor de knal- en kleureffecten van het vuurwerk. Diezelfde zware metalen blijven na de knallen achter op het strand en in de zee, afhankelijk van de wind.
Ook de wensballonnen die, ondanks het verbod erop, nog veelvuldig vanop het strand werden opgelaten, kwamen in zee terecht. In functie van brandveiligheid is dat een goede zaak, maar helaas is het een ramp voor zeevogels, vissen en zeezoogdieren. En dan was er nog ander feestzwerfvuil zoals lege flessen, plasticbekers, confettikanonnen en dergelijke.
Minister, er kwamen heel wat reacties van kustbewoners en vrijwilligers die het afval opruimen. Hoe reageert u zelf op de noodkreet van de vrijwillige zwerfvuilruimers op onze stranden dat de hoeveelheid vuurwerkzwerfvuil dit jaar de spuigaten uitliep?
Hoe wilt u dit probleem aanpakken? Gaat u hierover in overleg met de vrijwilligers en de kustburgemeesters?
Hoe schat u de impact in van vuurwerkafval, waaronder zware metalen, dat in zee terechtkomt? Wordt dit gemonitord?
Acht u het wenselijk dat de regelgeving rond vuurwerk van kustgemeente tot kustgemeente verschilt? Bemoeilijkt dit geen gecoördineerde sensibiliserende informatie naar de vakantiegangers?
Hoe wilt u feestvierders op het strand nog beter sensibiliseren dat ze hun afval opruimen of, beter nog, voorkomen? Hoe kijkt u hierbij specifiek naar confettikanonnen, die per definitie zwerfvuilverspreiders zijn?
Minister Demir heeft het woord.
Het kan natuurlijk niet zijn dat dergelijke gigantische hoeveelheden zwerfvuil afkomstig van vuurwerk worden achtergelaten, ondanks alle sensibiliserende acties en campagnes die lokale besturen en andere instanties organiseren. De gemeenten moeten dan ook met de organisatoren van het vuurwerk of van andere evenementen altijd heel duidelijke afspraken maken over het opruimen van het terrein. Daarnaast is het belangrijk dat lokale besturen inzetten op zwerfvuilhandhaving, zeker in de periode rond Nieuwjaar, wanneer heel veel vuurwerk wordt afgestoken. Ik zal dit sowieso nog eens bekijken tijdens het overleg met de kustburgemeesters.
We hebben momenteel dertig zwerfvuilhandhavers bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) waar men een beroep op kan doen. Misschien moeten we dat wat meer onder de aandacht brengen.
De vraag of vuurwerk al dan niet mag worden afgestoken, is een keuze en de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur zelf. In 2019 wilde de Vlaamse overheid een algemeen verbod opleggen op het gebruik van vuurwerk en dergelijke.
Maar dat verbod werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof, zoals u weet. Gemeenten beschikken echter wel over heel wat mogelijkheid om zelf een verbod op te leggen, met als randvoorwaarde dat dit verbod opgenomen wordt in het lokale politiereglement. Ik zal kijken wat we nog richting die lokale besturen kunnen doen om ze te helpen en ze te versterken in hun functie van handhaving. Want zij moeten dat natuurlijk handhaven maar ook sensibiliseren om het zelf op te ruimen. Het begint natuurlijk daarbij. Maar ik zal een oproep doen aan lokale besturen om hier de nodige aandacht aan te besteden, en te verwijzen naar die dertig extra zwerfvuilhandhavers.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Het is natuurlijk een zeer moeilijke combinatie van factoren. Je hebt enerzijds veel vakantiegangers die misschien niet altijd op de hoogte zijn van de regels in de betrokken gemeente, maar die met grote plannen afzakken naar de kust. Maar die zouden natuurlijk moeten weten wat kan en wat niet kan.
Je hebt aan de andere kant dan de handhaving, die niet per se op de meest uitgebreide manier ter beschikking is op oudejaarsnacht. Je kunt natuurlijk twee dagen later proberen om in kaart te brengen wat het probleem was, maar dat is natuurlijk minder evident. Ik heb daarom een aanvullende vraag. Lijkt het u haalbaar dat die handhavers ook ingezet worden tijdens de oudejaarsnacht zelf? Ik wil die mensen hun feestavond niet afnemen, maar als we extra willen handhaven, dan zal het op dat moment moeten gebeuren.
Ziet u ten tweede preventief nog mogelijkheden, ook eventueel vanuit uw bevoegdheid van Toerisme, om reizigers naar de kust duidelijk te maken dat ze heel erg welkom zijn, maar dat dat misschien niet hoeft te zijn om vuurwerk te ontsteken en daarbij zwerfvuil achter te laten?
Betrekt u ook de provincie in deze gesprekken, of lijken zij u in dezen geen partner?
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik ben het aan mijzelf verplicht, als enige inboorling van de kuststreek, om hier iets over te zeggen.
Minister, het is goed dat u mee ondersteunt wat handhaving rond zwerfvuil betreft. Ik denk dat we daar inderdaad behoefte aan hebben.
Collega Vaneeckhout, wat specifiek de problematiek van vuurwerk betreft, en dan nog specifieker vuurwerk op het strand, kennen we daar toch de voorgeschiedenis van de regeling, met het verbod dat er op Vlaams niveau was. De minister haalde het kort aan. Dat werd dan door de Federale Regering bij het Grondwettelijk Hof onderuitgehaald. Dat is misschien een leuk thema om uw collega’s in de Federale Regering eens vaderlijk over toe te spreken, zoals u dat zeker kunt.
Voor de rest hebt u het zelf een beetje aangegeven: in één kustgemeente was vuurwerk algemeen verboden. Dat was in Bredene. Bij ons in De Haan hebben we gezegd dat het niet mag, tenzij op een paar afgebakende stroken op het strand. We deden dat zo omdat je dat dan toch wat beter kunt controleren, en ook omdat het toch wel veiliger is. Dan komen die dingen niet in de bewoonde wereld terecht. Maar u hebt gelijk; het nadeel daarvan is dan dat het in zee terechtkomt.
Maar het is een heel moeilijke zaak, we merken dat overal. We hebben het nu over de kust, maar we merken het overal dat mensen gewoon niet te stoppen zijn in die periode. Ik begrijp dat ook niet, maar mensen willen per se dat vuurwerk de lucht inschieten. Ook handhaving is op die momenten bijna onmogelijk, het is hier al gezegd. Ik denk dat geen enkel politiekorps op oudejaarsavond zwaar bemand is, tenzij misschien hier en daar in een stad waar er echt veel overlast komt. Ik zie ook de oplossing niet, collega, hoe graag we dat ook allemaal zouden willen.
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat het de taak is van de lokale besturen om het vuurwerkverbod al dan niet te handhaven. Daar kunnen wij natuurlijk niet in tussenkomen. We kunnen ze wel helpen als daar zwerfvuil wordt achtergelaten. Onze OVAM-handhavers kunnen in de vakantieperiodes en ook in de weekends ingezet worden. Voor de rest valt alles rond vuurwerkverbod onder de lokale autonomie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik denk inderdaad, minister en collega Vandaele, dat er geen toverformules zijn. Ik wil absoluut dat beeld niet wekken. Ik zal mijn vaderlijke toon gerust nog een keer gebruiken richting de federale collega’s. Misschien is het toch ook nog wel interessant om eventjes nog na te denken over het in beeld brengen van de schade die er eventueel is richting afval dat in zee terechtkomt. Dat is misschien de manier om aankomende gasten, die zeer welkom zijn aan de kust, te overtuigen om hun plannen op te bergen en hun vuurwerk in de schuif te laten steken tijdens die nacht. We hebben nu ongeveer een jaar tijd, nog een goede elf maanden, om rond sensibilisering nog een aantal stappen te zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.