Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik had twee weken geleden een vraag om uitleg ingediend, omdat u had aangekondigd dat bedrijven die achttienplussers een stageplek geven, een bonus van 500 euro per leerling zouden ontvangen. Die stagebonus moet ondernemingen stimuleren om leerlingen in het systeem van alternerend leren een stageplaats aan te bieden.
Er bestaan verschillende vormen van leren en werken. Denk maar aan duaal leren, de leertijd voor leerlingen, een individuele beroepsopleiding (IBO), een werkervaringsstage of een beroepsinlevingsstage voor werkzoekenden of werknemers. Een stageplaats of leerwerkplek is niet alleen een essentieel onderdeel van de opleiding. Het geeft meer mogelijkheden om na de opleiding aan de slag te gaan. Op de schoolbanken leert men natuurlijk heel wat, maar in de praktijk of op de werkvloer staan, is toch nog altijd iets heel anders. Sommigen leren daar meer dan op de schoolbanken. Dat kan soms ook het verschil maken. Sommige zaken leren we beter al doende. In dat geval is het ook belangrijk dat er voldoende kwalitatieve en uitdagende stageplaatsen beschikbaar zijn.
De afgelopen twee jaar hebben we gezien dat dat ook niet evident is. Ondernemingen ervaren zeer sterk de gevolgen van de coronamaatregelen of het uitvallen van hun personeel. Daarnaast stellen we ook vast dat door de krapte op de arbeidsmarkt de vacatures niet worden ingevuld en de werknemers hun handen reeds vol hebben met hun reguliere opdrachten. Nochtans kunnen stageplaatsen en leerwerkplekken een opstap betekenen naar een vaste baan in de onderneming.
Minister, hoe evalueert u het aanbod van de stageplaatsen en leerwerkplekken bij de ondernemingen? In welke mate hebben die een impact op de kwaliteit van de opleiding en de deskundigheid van de afgestudeerden? Hoe kunnen werkgevers beter worden gesensibiliseerd om stageplaatsen en leerwerkplekken te voorzien?
De stagebonus is een handig instrument om de ondernemingen te overtuigen om stageplaatsen aan te bieden. Welke andere mogelijkheden, vragen of noden zijn er bij de werkgevers om te investeren in kwaliteitsvolle stageplaatsen of leerwerkplekken? Hoe zult u daarmee aan de slag gaan?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, bedankt om alternerend leren centraal te stellen in uw vraag. Zoals u weet, ligt de thematiek mij nauw aan het hart. Het staat ook buiten kijf dat ondernemingen door hun engagement als leerwerkplek vandaag een belangrijke bijdrage leveren aan praktijkgerichte opleidingen van leerlingen in het secundair onderwijs.
Al tijdens de vorige legislatuur heb ik samen met collega Muyters de schouders gezet onder duaal leren en alternerend leren in het secundair onderwijs. De kracht van ‘learning by doing’ wordt door leerlingen drie tot vier dagen per week in de praktijk omgezet, onder begeleiding van een mentor in de onderneming. Dat kent u allemaal.
We hebben ook een kwaliteitsbewaking voor de opleidingen. Dat gebeurt onder toezicht van de onderwijsinspectie en de bevoegde inspectiediensten van het beleidsdomein Werk. Dat is een gezamenlijke actie.
Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, dat wordt geleid door professor Frank Baert, en de sectorale partnerschappen voor duaal leren informeren ondernemingen en maken ze warm om zich te engageren als leerwerkplek. Er zijn ook duale addenda bij de sectorconvenanten, waardoor organisaties ook extra armslag hebben gekregen om actief op zoek te gaan naar ondernemingen.
Als u dat wilt, kunt u trouwens een overzicht van alle erkende werkplekken vinden op www.duaalleren.vlaanderen. Dat is een handig zoekinstrument.
De geëngageerde ondernemingen kunnen ook op ondersteuning rekenen bij de sector én bij de opleidingsverstrekker. Bij duaal en alternerend leren is samenwerking tussen werk- en onderwijspartners essentieel. Ik zie dat die partnerschappen goed werk leveren en heb vertrouwen in de formule van gedeelde verantwoordelijkheid bij de verdere uitbouw. Ons Departement Werk en Sociale Economie (WSE) ondersteunt ook, met up-to-date monitoringgegevens en de digitale applicatie RadarDuaal. Het jaarlijkse monitoringsrapport van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren geeft ook een heel mooi overzicht van de prospectieacties die in dit kader worden uitgevoerd. In de publicatiedatabank van de Vlaamse overheid kunt u ook het recent gepubliceerde monitoringrapport van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren voor het jaar 2020-2021 terugvinden. Onze gegevens zijn dus eigenlijk zeer accuraat.
De coronacrisis heeft de voorbije twee jaar heel wat uitdagingen gesteld. Om ondernemingen die zich in het schooljaar 2020-2021 engageerden als leerwerkplek een hart onder de riem te steken, zorgde ik ook voor een aanvullende tegemoetkoming vanuit het relanceplan ‘Alle hens aan dek’ door een aanvullende stagebonus van 1000 euro. Ook in het huidige en het volgende schooljaar verruim ik de stagebonus, zodat werkgevers met leerlingen boven de 18 jaar ook op deze incentive een beroep kunnen doen. De ondernemingen bouwen samen met de scholen aan competente burgers, ondanks moeilijke arbeidsomstandigheden. Na de opstart van duaal leren in het secundair onderwijs sinds 2019 voorzien we, samen met de Vlaamse Regering, vanaf september 2022 ook in duaal leren binnen het volwassenenonderwijs. De regering gelooft dat duaal leren ook kansen kan bieden aan ondernemingen, zeker gelet op de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Via opleidingstrajecten worden de werknemers van morgen opgeleid.
U weet dat ik het zeer belangrijk vind dat jongeren weten dat er ook inspanningen worden geleverd op de arbeidsmarkt als ze daadwerkelijk een diploma secundair onderwijs zouden behalen. Daarom is het ook zo nodig om die stagebonus nu nog eens een jaar in te zetten, zeker voor plus-18-jarigen. Mocht die stagebonus er niet zijn voor jongeren boven de 18, dan zou ik me wel wat zorgen maken. Dan zou men kunnen zeggen ‘het is niet meer nodig dat je dat diploma secundair onderwijs haalt, kom gewoon werken als werknemer’. Om die reden hebben we dat ook wat verruimd.
Collega, tot hier een update. Er zijn heel veel plaatsen waar u informatie kunt krijgen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Ik volg u volledig als het gaat over het verruimen van die doelgroep, om 18-plussers ook al die kansen te bieden om toch dat diploma te behalen. Deze maand hebben we in de plenaire vergadering ook al wel gesproken over die arbeidsmarktkrapte. Dat is al heel uitgebreid aan bod gekomen. Om dezelfde woorden van toen nog eens te herhalen, aan het einde van die repliek was het gras toen volledig afgemaaid. Ik ben blij dat we in deze commissie toch nog wat meer in detail kunnen gaan met betrekking tot die onderwerpen. Die stages zijn ook heel efficiënt. Ze zijn een goede methode om de werkzoekende bijvoorbeeld in aanraking te laten komen met de werkvloer, om in contact te komen met nieuwe collega’s, nieuwe mensen, een nieuwe omgeving, om werkervaring op te doen. Het is bovendien ook nuttig om werkgevers in contact te laten komen met nieuwe arbeidskrachten en hun de juiste tools mee te geven om aan de slag te kunnen gaan op de werkvloer. Zeker nu werkgevers kampen met een tekort aan werkkrachten, kan dat een pluspunt zijn in deze moeilijke situatie.
Enkele weken geleden viel mijn oog op een zeer positief artikel over het duaal leren als combinatie van leren en werken. Daar stond ook in dat steeds meer leerlingen voor een opleiding duaal leren kiezen. Ik citeer: “Vorig schooljaar waren ze met 2.338. Dat is een stijging met 20 procent (...) Er zijn (...) 129 verschillende opleidingen in het secundair onderwijs en 122 in het buitengewoon onderwijs.” De leerlingen in duaal leren hebben dan ook een betaald contract. Dat verschilt dan ook van een onbezoldigde stage tijdens een opleiding.
Volgend jaar zal ‘leren en werken’ ingekanteld worden in het duaal leren. Het gaat over zo'n 8500 leerlingen. In de media gaf u ook aan dat die mensen na dat traject minder vlot aan de slag gaan. Door het inkantelen in het duaal leren geven we hen meer kansen. De sector geeft echter aan dat er een verschil is tussen leren en werken enerzijds en het duaal leren anderzijds. Door de inkanteling van het duaal leren zou die flexibiliteit wegvallen, en voor sommige deelnemers aan het leren en werken vormt dat nu net een noodzakelijke meerwaarde om aan de slag te gaan. Daarover gaat dan ook mijn bijkomende vraag, minister. Op welke manier wordt daarmee rekening gehouden bij de inkanteling in het duaal leren?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag, collega. Over dat laatste, de inkanteling van de Centra Leren en Werken in duaal leren, heb ik zelf ook al heel veel vragen gesteld en zijn er al heel wat stappen gezet. Maar ik had nog een andere insteek. Ik kijk samen met de minister uit naar het duaal leren in het volwassenenonderwijs. We hebben daar heel veel geloof in.
Ik vroeg me af, minister, of u ook het advies gelezen hebt van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), die ook zeer tevreden is met de beslissing om de stagebonus opnieuw te verlengen. En die vraagt eigenlijk ook om werk te maken van een automatische toekenning van de stagebonus. Hoe staat u daar tegenover?
Collega’s, ik heb begrepen dat zowel de minister als collega Vandromme niet zo goed hoorbaar was, dus als iedereen erop wil letten om zo goed mogelijk in de micro te spreken.
De heer Ongena heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Ik hoop dat u mij goed verstaat.
Collega’s, ik sluit me graag even aan bij de interessante vraag van collega Claes, omdat het probleem van het tekort aan stages echt wel heel ruim zit. Natuurlijk lopen in deze coronaperiode werkgevers vaak niet warm om dat te organiseren, maar we kregen de voorbije week toch wel wat noodkreten uit het secundair onderwijs, van gewone leerkrachten die voor hun gewone leerlingen een stageplaats zoeken. Het ging dan bijvoorbeeld over de richting kantoor, waar men nu in het tweede semester natuurlijk graag hier en daar een stageplaats zou willen hebben. En men vindt die maar niet. Een leerkracht was op zoek naar zestien plaatsen en kreeg ze amper ingevuld. Ook binnen de sociale sector krijgen we dergelijke signalen. Daar vinden studenten graduaat moeilijk een plaats.
Minister, wordt er ook ergens gemonitord hoe het probleem zich situeert binnen de verschillende opleidingen en sectoren? Mocht dat niet zo zijn, is het misschien wel nuttig om dat te doen. Dan kunnen we nagaan in welke sectoren en opleidingen het probleem het grootst is. Dat kan misschien ook in overleg met de sectorfederaties en anderen. Dan kunnen we heel doelgericht kijken hoe we dat probleem kunnen oplossen. Is daar een soort sectorale opleidingsmonitoring voor het probleem rond die stages?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor uw geïnteresseerde vragen, collega’s. Ze zijn altijd interessant, uiteraard.
Ben ik nu verstaanbaar? Want ik krijg net een berichtje van de commissiesecretaris ...
Dat was wat ik daarnet meldde. Nu bent u goed bezig.
Vanmorgen heb ik bij mijn eerste ochtendlijke vergadering ook al mijn beeld uitgezet, omdat ik zo slecht hoorbaar was. Mijn stem is niet anders. Een beetje meer snot dan anders, maar voor de rest is er eigenlijk niet veel verschil.
Pieter Loridon zit niet in deze commissie, dus dat snot kunt u voor u houden. De rest is in orde.
Ik zal geen enkele inspanning doen om iemand anders te infecteren. Ik zit hier ook helemaal geïsoleerd in mijn kamertje. Ik ben verkouden wakker geworden en zal straks het zekere voor het onzekere nemen en een sneltest doen.
Collega Claes, wat mij betreft, zitten we absoluut nog niet op de limieten als het gaat over duaal leren. Ik vind dat we in Vlaanderen echt nog altijd geen cultuur hebben om leren en werken als iets volwaardigs en iets heel positiefs te zien. Nochtans is er een enorme groep jongeren voor wie de weg naar een diploma zoveel gemakkelijker en beter zou zijn, als ze praktijkervaring zouden kunnen opdoen, samen met theoretische kennis. Daarom is het mijn wens om dat duaal leren verder uit te bouwen. Met de inkanteling van duaal leren bouwen we ook verder. Collega Vandromme heeft eigenlijk al in mijn plaats geantwoord. We wachten hier ook op de adviezen van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Met het duaal leren in het volwassenenonderwijs bouwen we ook aan de mogelijkheid om als werkzoekende als instroomkanaal naar je diploma dat duaal leren mogelijk te maken. Dat zou normaal vanaf september mogelijk moeten zijn. Ik vind dat ook een heel belangrijke extra poort.
Collega Vandromme, de suggestie van het automatisch toekennen van de stagebonus is op zich heel goed. We werken ook aan een hervorming van de incentives rond duaal leren. Er zijn er nu een vijftal, die allemaal hun eigen problematieken hebben. De automatisering hoort daar ook bij. Alles wat je automatisch toekent, is natuurlijk gemakkelijk, omdat je dan geen papieren moet invullen. En invulsessies kunnen een hindernis zijn om mensen tot iets te bewegen.
Er is absoluut een nood aan stageplaatsen, maar we moeten ook een beetje realistisch zijn. De coronacrisis heeft alles een beetje dooreengeschud. Bedrijven hanteren ook strenge fysieke coronabeschermingsmaatregelen. Dat maakt het ook nog extra gecompliceerd als je een leerling wilt aanwerven. Ik hoop dus dat die problemen straks achter de rug zijn.
Theoretisch zijn er plaatsen genoeg, collega Ongena. Er wordt ook via sectorale partnerschappen gekeken hoe we kunnen helpen. Ook het departement doet dat. En als een school een probleem heeft, is het echt belangrijk dat dat ook aan ons wordt gemeld via de geëigende kanalen, omdat we dan ook echt helpen zoeken. Het duaal leren is te belangrijk om de reputatie te laten kapotmaken. De praktische problemen zijn geen geruchten. De problemen die er zijn rond een gebrek aan stageplaatsen, moeten we oplossen. Maar het is natuurlijk geen een-op-eenverhouding in Vlaanderen. Je wilt ook een stageplaats dicht bij je school vinden. Je kunt niet in Antwerpen school lopen en in West-Vlaanderen je stage doen. Dat is moeilijk. En daar zitten natuurlijk wel wat problemen, net zoals je werkzoekenden en vacante plaatsen ook niet een op een kunt matchen.
Ik vind wel, gelet op het feit dat het nog altijd maar een paar duizend jongeren zijn die in duaal leren zitten, dat het echt belangrijk is dat we snel en efficiënt een plaats vinden voor iedereen.
Nog eens, ik denk dat er ook een stukje corona tussen zit en dat men die fysieke contacten op de werkvloer niet graag promoot. Dat maakt het op dit ogenblik misschien wat moeilijker om plaatsen te vinden. Maar geef dat gerust door.
In maart, collega’s, starten we een grote campagne rond duaal leren, via nudgingtechnieken op basis van onderzoek. We zoeken eigenlijk naar de juiste communicatie om duaal leren ook in het hart van de mensen een evenwaardige keuze te laten zijn. Daarom hanteren we heel specifieke benaderingen naar jongeren, leerkrachten en ouders. Wordt dus vervolgd.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Dank u wel voor uw repliek, minister. Het ontwikkelen van vaardigheden, zowel op de werkvloer als op de schoolbanken, heeft voordelen voor alle partijen. We hebben het nu niet gehad over de proefprojecten rond duaal lesgeven, maar ik ben ook wel benieuwd naar wat daar de tussentijdse ervaringen en resultaten van zijn. Ondanks dat er heel wat vooruitgang geboekt is, denk ik dat er nog wel wat uitdagingen zijn op dit moment. We moeten blijven investeren in de combinatie van werken en leren. Zo kunnen we tot een succesformule komen.
Voorzitter, het is ook Gedichtendag vandaag. Ik zou graag willen afsluiten met een gedicht, als ik daarvoor de nodige tijd krijg. Mijn gedicht is van Remco Campert.
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt
zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud
zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik
een aanraking iets wat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.
Dank u wel.
Dank u wel, collega.
De vraag om uitleg is afgehandeld.