Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Minister-president, vorige week werd bekendgemaakt dat de Europese Commissie een nieuwe schijf van 25,5 miljoen euro aan steun voor de regio Vlaanderen goedkeurde, in het kader van de tijdelijke Europese staatssteun of, om volledig te zijn, de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak. Deze middelen dienen om organisaties en bedrijven die zwaar te lijden hebben gehad onder de coronapandemie, te ondersteunen. In januari 2021 werd ook dergelijke steun toegekend, namelijk 200 miljoen euro, en deze steun moest voor 1 januari 2022 verdeeld zijn. Ook culturele organisaties kwamen en komen in aanmerking voor dit ondersteuningsmechanisme.
Minister-president, welke instantie stond in voor de verdeling van deze middelen? Werden al deze middelen via het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) verdeeld of werd de steun ook op een andere manier aangewend? Over welke steunmaatregelen en welke procedures gaat het hier precies? Is er een evaluatie geweest? Hoeveel van deze Europese middelen gingen naar culturele organisaties? Over hoeveel organisaties gaat het precies, en voor welk totaalbedrag? Op welke manier zal de nieuwe schijf van 25,5 miljoen euro verdeeld worden? Zult u ervoor zorgen dat deze steun terechtkomt bij organisaties en bedrijven die het meeste te lijden hebben onder de pandemie en komt er dus zeker ook een aandeel naar de culturele sector?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, in de link die u bij de schriftelijke versie van deze vraag voegde, staat aangegeven onder titel 2.3 dat VLAIO verantwoordelijk is voor het beschermingsmechanisme. Als er een evaluatie moet gebeuren, is het natuurlijk aan VLAIO en de bevoegde minister om die evaluatie door te voeren. Ik stel voor dat u deze vraag voorlegt aan minister Crevits.
Als minister van Cultuur heb ik er ook altijd voor gepleit om de steunmechanismes open te stellen voor de culturele ondernemingen. In de afbakening voor het beschermingsmechanisme op basis van de NACE-codes (Nomenclature Générale des Activités Économiques dans les Communautés Européennes) is dit ook meegenomen. Alle mogelijke culturele NACE-codes zitten mee in de VLAIO-regeling en ze kunnen daar dus gebruik van maken. Mijn diensten gaan momenteel na, in samenwerking met VLAIO, hoeveel budget er tot hiertoe precies naar culturele organisaties is gegaan.
Uw vraag in verband met die 25,5 miljoen euro wil ik graag wat in perspectief plaatsen. Het is namelijk zo dat het hier gaat over de aanmelding van het Vlaams beschermingsmechanisme 11 in het kader van de tijdelijke staatsteunregeling vanuit Europa. Het gaat hier dus niet over bijkomend vrijgekomen middelen vanuit Europa. Dat is het mechanisme dat we zelf hebben opgezet. We hebben namelijk in de schoot van de Vlaamse Regering het Vlaams beschermingsmechanisme 11 principieel goedgekeurd op de Vlaamse Regering van 10 december 2021. Als men een dergelijke staatssteunregeling goedkeurt, dan moet die steeds bij de Europese Commissie worden aangemeld. Dat is ondertussen gebeurd. Europa heeft dus gezegd dat dat kan in het kader van de coronasteunmaatregelen.
De definitieve goedkeuring staat gepland nu vrijdag op de ministerraad. Op dat moment zal alle info daarover te raadplegen zijn op de website van VLAIO. Het is dus geen bijkomend Europees geld. Het is ons eigen Vlaams steunmechanisme dat door Europa goedgekeurd is in het kader van de staatssteunregelingen. Morgen zullen we daar dus definitief goedkeuring aan geven.
Minister-president, dank voor de verduidelijking.
Voor de rest zijn er nog niet veel antwoorden op mijn vragen. Er is dus nog geen zicht op hoeveel middelen dan precies van die effectieve Europese staatssteun naar culturele organisaties zijn gegaan. Maar er is een evaluatie bezig door VLAIO, als ik het goed begrijp, om te kijken welk aandeel nu precies naar de culturele sector is gegaan.
Dan zult u die 25,5 miljoen euro volgende vrijdag opnieuw verdelen zonder dat er een precies zicht is op de effectiviteit ervan en of de middelen wel terechtkomen bij die sectoren die ze het meeste nodig hebben. Wij weten bij de verdeling van de relancemiddelen eigenlijk niet of er bijvoorbeeld bij het VLAIO-mechanisme wel voldoende naar de culturele sector vloeit, waarvan ik me kan voorstellen dat de noden er heel hoog zijn. We kunnen misschien de vraag stellen of dat genoeg bekend is geweest en of er genoeg culturele spelers gebruik van hebben gemaakt.
Als dat op dezelfde manier zal worden toegekend – ik weet het niet want morgen wordt dat beslist – en dat dus opnieuw via VLAIO zal gaan, dan kan het zijn dat we dat niet op de meest effectieve manier doen want we hebben nog geen evaluatie. Hoe sporen die twee met elkaar, namelijk dat er toch al een beslissing zal worden genomen om opnieuw een substantieel bedrag, weliswaar van Vlaanderen en niet van Europa, toe te kennen in het kader van de covidondersteuning, terwijl we eigenlijk niet goed weten of de manier waarop we het doen, de meest effectieve is? Kunt u dat nog wat verder toelichten?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik begrijp dat u wilt meten hoeveel Vlaamse middelen er specifiek naar de cultuursector zijn gegaan. Ik zou u aanraden om eens te kijken naar de antwoorden op de verschillende vragen die ik zowel aan de minister-president als aan minister Crevits heb gesteld. Ik neem het er even bij. Dat Vlaams beschermingsmechanisme is niet nieuw, dat is in het begin van de coronacrisis al in het leven geroepen en het wordt telkens opnieuw aangevraagd aan Europa om daarover te kunnen beschikken in het kader van de Europese coronaherstelmiddelen.
Omdat de crisis langer aansleepte, heb ik telkens cijfers opgevraagd. Heel snel: het Vlaams beschermingsmechanisme 1 was 4,6 miljoen euro, en dan 8 miljoen euro. Ik heb de cijfers tot het Vlaamse beschermingsmechanisme 9. Daarvoor hadden we ook nog de hinderpremie en de compensatiepremie. De cijfers die ik heb, zijn samen al 86,5 miljoen euro, wetende dat het Vlaams beschermingsmechanisme 10 al loopt sedert september en, zoals de minister-president aangeeft, er in december nieuwe en bijkomende maatregelen in het leven zijn geroepen omdat dan de vierde en de vijfde coronacrisis zich aandienden. Ik blijf die vragen stellen aan minister Crevits.
Dan hadden we natuurlijk ook nog het noodfonds dat vanuit Cultuur gedragen werd. De coronahinderpremie was 20,6 miljoen euro, de compensatiepremie 19 miljoen euro. Alles samen, volgens de cijfers die ik heb, is er al 194,3 miljoen euro steun naar de cultuursector gegaan. Die beschermingsmechanismen volgen natuurlijk de NACE-codes voor cultuur. De minister-president heeft ook gezegd dat die in de loop van de coronacrisis zijn aangepast zodat meer culturele spelers daarvan kunnen genieten. Het is misschien een interessant gegeven om dat eens verder te bekijken omdat we dan een beeld krijgen van hoeveel steun de culturele sector via VLAIO maar ook via Cultuur heeft gekregen, los van de subsidies voor de gesubsidieerde organisaties die zijn blijven doorlopen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, uw vraag verwondert mij een beetje want dit is geen nieuw mechanisme. We zijn toe aan nummer 11. In het eerste waren NACE-codes voor cultuur nog niet voorzien. De culturele sector en wijzelf hebben daarvoor geijverd en dat is opgelost geraakt. Die 25,5 miljoen euro is een budgettaire raming die nu op tafel ligt. De bedrijven en organisaties kunnen nu hun steunaanvraag indienen. Daar zijn spelregels voor. Dat heeft te maken met omzetverlies in de vergelijkbare periode in 2019, dus voor corona.
De culturele sector heeft destijds uitdrukkelijk gevraagd dat we bij VLAIO ook die NACE-codes eraan zouden toevoegen. Dat is bekend bij de culturele sector. Het Cultuurloket is hier ook mee ingeschakeld om dat nog verder kenbaar te maken bij de culturele organisaties. Maar er zijn een aantal spelregels die vooral te maken hebben met omzetverlies in vergelijking met de referentieperiode in 2019, voor corona. Dit is in de sector genoegzaam bekend, hoor.
Dank u wel. Ik denk dat er toch wel nood is aan een globale evaluatie om te kijken of dit inderdaad voldoende ondersteunend is geweest richting de culturele sector, als we op die weg willen blijven verdergaan. Ik heb begrepen dat dat ook wel een beetje een vraag is voor minister Crevits, maar niet alleen voor haar. Het was een concrete vraag. Het zal zeker geholpen hebben. Ook wij hebben het toen toegejuicht dat de culturele sector daar ook gebruik van kon maken.
U zult mij zeker niet horen zeggen dat dat een verkeerde beslissing was, integendeel. De vraag is of het voldoende is geweest voor een sector die bij de zwaarst getroffen sectoren is geweest door deze hele crisis. Ik denk dat misschien toch eens de evaluatie zal moeten worden gemaakt of enkel met dat mechanisme werken – er zijn nog een aantal andere kleinere, heel beperkte ondersteuningsmechanismen geweest – voldoende is om de sector erdoor te helpen. Dat is ook een beetje het voorwerp van ons voorstel van resolutie dat straks zal voorliggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.