Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, nu de omikronvariant zo ronddwaalt, dreigen heel wat tekorten op het vlak van personeel. Zo gaf de topman van het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) al aan dat volgens hem de overheid een nationaal noodplan zou moeten opstellen dat bedrijven de nodige flexibiliteit geeft om acute personeelsuitval te kunnen opvangen.
Het is dus alleen daarvoor al een sterk gegeven dat mensen geen klein verlet moeten aanvragen om zich te laten vaccineren, maar dat gewoon tijdens de uren kunnen doen op het werk zelf.
Dankzij een Vlaams proefproject om na te gaan of het nuttig is om vaccins op verschillende plekken aan te bieden, hebben werknemers van enkele Vlaamse ondernemingen al een boosterprik ontvangen op het werk. Het gaat onder meer over de ondernemingen BASF in Antwerpen, Agfa-Gevaert in Mortsel, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), Belgoproces en het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK).
Ondertussen heeft zo goed als iedere 18-plusser al een uitnodiging gekregen voor een boosterprik maar nu er ook al sprake is van een mogelijke vierde prik, lijkt het me wel heel relevant te weten hoe de pilootprojecten liepen of lopen in de gekozen Vlaamse bedrijven. Zo kunnen we, indien nodig, bij een vierde prik snel schakelen en de Vlaamse ondernemingen volledig mee betrekken in de uitrol van die mogelijke vierde prik.
Minister, hoe is het pilootproject verlopen en welke conclusies kunnen daaruit worden getrokken voor de toekomst?
Hebt u al zicht op de gevolgen van de omikronvariant op de Vlaamse bedrijven? Met andere woorden, hebt u een zicht op de uitvalcijfers?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vanryckeghem, dit is een Belgisch proefproject onder leiding van de Task Force Testing, het hoofd is Dirk Ramaekers. Vlaanderen neemt daaraan deel.
Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft me de voorlopige gegevens bezorgd op 14 januari. De situatie op het terrein evolueert ontzettend snel, wellicht loop ik weeral een beetje achter.
De bedrijven in Vlaanderen die hebben deelgenomen aan het pilootproject voldeden aan enkele specifieke criteria zoals minstens duizend werknemers, gunstig advies van Comité voor Veiligheid en Preventie op het Werk enzovoort. Het gaat om de volgende bedrijven: ArcelorMittal Belgium met sites te Gent en Geel, Agfa-Gevaert in Mortsel, Evonik, Aperam Stainless Steel, BASF in Antwerpen, SCK, Exxon Mobile, Janssen Pharmaceutica in Beerse en Bekaert in Zwevegem is er begin januari 2022 aan toegevoegd. De volgende bedrijven stappen nog in het project: het Havenbedrijf in Antwerpen en AB InBev in Leuven. De acht eerst vermelde bedrijven tellen samen 23.417 werknemers, waarvan een kleine tienduizend on site, dus die geen telewerk kunnen doen.
Enkele voorlopige vaststellingen: de tijdslijn is een beetje ongelukkig, want starten in de eindejaarsperiode op het moment dat vele werknemers reeds gevaccineerd of uitgenodigd waren, is een beetje ongelukkig. Het resultaat is wel bevredigend maar een hoger bereik wordt haalbaar geacht. Er is een globale tevredenheid bij de werknemers en bij de bedrijfsgeneeskundige diensten. Het farmaceutisch proces werd goed beheerd. De samenwerking met de vaccinatiecentra was probleemloos. De bedrijfsgeneeskundige diensten wensen vroeger betrokken te worden bij dergelijke campagnes. Er is nog geen eindevaluatie gemaakt van de pilootprojecten.
Ik vind het een beetje een gemiste kans dat de bedrijven niet eerder betrokken zijn bij de vaccinatiecampagne. Natuurlijk, het was een keuze om via de vaccinatiecentra te werken en dat loopt heel goed. Voor de toekomst denk ik dat de bedrijven vaker in een sleutelpositie zullen komen.
De omikronvariant, de vraag van 1 miljoen, de stijgende besmettingscijfers hebben een stevige impact op de werkvloer. We hebben het er vorige week in de plenaire vergadering ook al even over gehad. Gemiddeld 6 procent van de werknemers in een onderneming is afwezig door een quarantaine of besmetting. In ‘normale tijden’ is dat slechtst 2 procent. De situatie is nijpend, maar nog niet acuut. De ene sector is ook meer getroffen dan de andere. Het gaat hierbij vooral over sectoren waarin door de aard van het werk telewerk niet mogelijk is, onder andere transport, voeding en logistiek.
Om de veiligheid op de werkvloer maximaal te garanderen trof ik vorig jaar al extra gezondheidsmaatregelen in de dienstenchequesector. We bekijken of we innovatiesteun kunnen uittrekken om de coronastrijd te voeren. BANDIT, een bedrijf in Opglabbeek, heeft zijn filosofie omgegooid. Ze gebruiken de techniek voor beveiliging nu om ruimtes te desinfecteren met mistgeneratoren.
Om de diverse sectoren en bedrijven draaiende te houden hebben de organisaties vooral vragen voor het federale niveau. Het gaat hier over de vraag naar meer overuren, meer flexijobs, en meer studentenarbeid. Ik hoop dat de Groep van 10 snel tot een akkoord komt. Ik ben blij met VDAB die een actie wil starten richting jobstudenten. De examens zijn bijna voorbij, we kunnen mobiliseren, dat hebben we ook getoond naar aanleiding van de problemen met de seizoenarbeiders in de landbouw vorig jaar. We zouden een gelijkaardige actie kunnen ondernemen als dat gevraagd wordt.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en uw blijvende bezorgdheid omtrent dit thema. Het klopt dat Voka West-Vlaanderen gisteren nog aan de alarmbel trok. West-Vlaamse bedrijven ondervinden hoe langer hoe meer hinder van corona. De werknemers zijn vaker afwezig door quarantaines. Voka West-Vlaanderen hield een enquête bij zijn leden. Uit de bevraging blijkt dat afwezigheden maal drie en vier gaan op de werkvloer.
Ik citeer Bert Mons: ‘het is duidelijk dat omikron niet langer woedt in de ziekenhuizen maar vooral in de bedrijven lelijk huishoudt’. Heel wat bedrijven moeten hun noodplan activeren om de boel draaiende te houden. Momenteel heeft zo’n 13 procent van de bedrijven dat al gedaan.
Heel wat bedrijven kijken uit naar het Overlegcomité van morgen. Ze hopen op oplossingen om de economie te vrijwaren.
Minister, hoe kijkt u hiernaar? Welke maatregelen zijn er mogelijk om onze economie te vrijwaren van al te negatieve gevolgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dat is een goede vraag, mijnheer Vanryckeghem. Morgen zal het vooral gaan over de barometer waar al een tijdje over gesproken wordt. Men verwacht een piek aan besmettingen. De bedrijven zijn bezig met hun continuïteitsplannen waar ze zelf werk van maken. Ik kijk in dezen vooral uit naar een akkoord tussen de Federale Regering en de sociale partners om het een en ander te lijf te gaan. Ik vind het jammer dat dat er nog altijd niet is. Ik denk dat het Overlegcomité van morgen nog niet in functie zal staan van de grote versoepelingen – dat is een beetje moeilijk nu – maar wel in functie van de barometer. Natuurlijk kan alles elke dag veranderen.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Alles kan veranderen. Ik vertrouw in de goede opvolging door de minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.