Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de persoonlijkeassistentiebudgetten voor minderjarigen met een beperking
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, op dinsdag 28 december 2021 maakte u bekend dat er een inhaalbeweging zal worden gemaakt in de toekenning van budgetten voor kinderen en jongeren met een beperking. In 2021 zou u nog 3,3 miljoen euro vrijmaken om persoonlijkeassistentiebudgetten (PAB’s) toe te kennen aan ouders van minderjarige kinderen met een beperking. Dat was goed nieuws voor een honderdtal gezinnen die een persoonlijkeassistentiebudget toegewezen zouden krijgen.
U investeert zeer gericht op de oudste en meest prioritaire aanvragen. U bent daarnaast ook helder en eerlijk in uw communicatie: dat extra budget zal niet toereikend zijn voor iedereen die op dat moment recht heeft op een PAB.
In het persbericht benadrukte u ook de enorme investeringen in de PAB’s die de afgelopen jaren zijn gebeurd. Aan het begin van de legislatuur bedroeg het budget 31,8 miljoen euro. In 2022 wordt het budget begroot op 52,7 miljoen euro, en dan spreek ik nog niet over de bijkomende investeringen via het Zorginvesteringsplan.
Ook werd er gesleuteld aan de aanvraagprocedure. De ouders kennen een administratieve last minder – geen overbodige luxe – omdat ze de vragenlijst slechts eenmaal moeten invullen. Ook krijgen de dossiers een maandelijks antwoord, samen met de aanvraag voor een plaats in een multifunctioneel centrum (MFC).
Dit alles past in de globale visie waarbij we iedereen in prioriteitengroep 1 een budget toekennen, de automatische toekenningen blijven garanderen, los van de uitbreidingsmiddelen, en meer PAB’s toekennen met meer bestedingsmogelijkheden.
Graag stel ik u hierover de volgende vragen.
U wilde voor het einde van het intussen afgelopen jaar ongeveer honderd kinderen een PAB toekennen. Hebt u zicht op hoeveel lopende aanvragen er vandaag openstaan en hoe we die gaan opvangen?
In welke mate ziet u ruimte om het PAB ruimer te kunnen inzetten, en meer combinaties toe te laten en de bestedingsvrijheid te vergroten?
Welke maatregelen en initiatieven zult u verder ondernemen om in te zetten op het aanbieden van zorg en ondersteuning aan minderjarige kinderen en jongeren met een beperking?
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Collega Jans heeft het verhaal al goed geschetst, dus ik ga de inleiding van mijn vraag schrappen, want dat zou een herhaling zijn. Ik ga meteen mijn vragen stellen die er toch nog leven over de budgetten richting de minderjarigen.
Minister, kunt u een stand van zaken geven over het aantal minderjarigen die effectief voor het einde van 2021 een persoonlijkeassistentiebudget hebben ontvangen? Hoeveel van de nieuwe budgethouders waren bijvoorbeeld de langst wachtenden en hoeveel stonden er op de priorlijst? Was de 3,3 miljoen euro waarover u schreef in uw artikel, voldoende?
De tweede vraag gaat over uw artikel in Dag Allemaal, waar u schrijft dat er op het einde van het jaar 440 kinderen met een beperking een PAB zouden krijgen. In het artikel op uw website spreekt u van 100 kinderen. Ik zou graag willen weten waar dit grote verschil vandaan komt en wat nu de juiste context is.
Wat zijn volgens u de gevolgen van het nieuwe prioriteringssysteem? Zullen minderjarigen hierdoor bijvoorbeeld sneller een budget kunnen ontvangen?
Geldt dit nieuwe prioriteringssysteem voor iedereen die al eens een priorchecklist heeft ingevuld? Of geldt dit enkel en alleen voor nieuwe aanvragen? Dat vond ik vrij onduidelijk en daar vond ik ook geen correct antwoord op.
Wanneer verwacht u de volgende persoonlijkeassistentiebudgetten toe te kennen aan de minderjarigen met een beperking?
U schreef in het artikel op uw website dat er ook nog vragen zijn rond het overwegen van de mogelijkheid om een vrijwillige uitstap van een MFC naar een cashformule te voorzien. Ik heb daar al veel vragen over gesteld. In een antwoord op een eerdere schriftelijke vraag van 14 oktober 2021 stelde u dat besprekingen hierover zijn opgestart met de betrokken actoren. Hebben deze gesprekken al iets opgeleverd?
Minister Beke heeft het woord.
Op 31 december 2021 waren er 1265 wachtenden voor een PAB gekend bij het agentschap Opgroeien. Net zoals bij de meerderjarigen willen we inzetten op een methodiek waarbij we perspectief willen bieden voor de prioritaire zorgvragen. Momenteel werken het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en het agentschap Opgroeien dit concreet uit. We opteerden er eind 2021 voor om na de 529 PAB’s die we reeds toekenden in 2021 ook de resterende priordossiers uit de vorige ronde alsnog een PAB toe te kennen, net als de laatste aanvraagdossiers van 2015.
Het raadgevend comité van 23 november 2021 adviseerde unaniem om nu prioritair in te zetten op een verruiming van de bestedingsmogelijkheden die snel uitvoerbaar zijn, zonder grote systeemveranderingen. Het comité adviseerde om het bredere debat inzake de hervorming van het beleid ten aanzien van de minderjarige personen met een handicap niet af te wachten, maar om op korte termijn een aanpassing van het PAB-besluit uit te werken dat een verruiming van bestedingsmogelijkheden als quick scans mogelijk moet maken.
Het comité adviseert in dit verband voor een verruiming zonder de PAB-budgetten te verhogen, mede gelet op de bekommernis om zoveel mogelijk wachtenden te ondersteunen met het beschikbare budget. De permanente werkgroep financiering en besteding heeft hiervoor medio december concrete inhoudelijke voorstellen geformuleerd. Die zullen worden besproken en geadviseerd op het raadgevend comité van januari. De verdere verruiming wordt bekeken in kader van ‘Vroeg en nabij’, waar gespecialiseerde hulp voor kinderen met een handicap een belangrijk thema is.
In november hebben we reeds het prioriteringssysteem gewijzigd. Er wordt nu verder gewerkt aan de flexibilisering van de multifunctionele centra, een aanpassing van de rechtsreeks toegankelijke hulp, de verruiming van de bestedingsmogelijkheden van de PAB’s, de transitie van de internaten van het gemeenschapsonderwijs binnen Welzijn en de verdere stappen naar een geïntegreerd beleid. Hierin zal ook de verhouding met de langdurige, chronische ondersteuning aan bod komen.
In uw referentie naar Dag Allemaal vergeet u een stukje aan te halen. Ik gaf inderdaad aan dat we 440 PAB’s willen toekennen, waarvan de helft voor het jaareinde van 2021. Deze inschatting was gebaseerd op de simulaties en de opstart van de nieuwe intersectorale regionale prioriteitencommissie (IRPC). In 2021 bleek het uiteindelijk slechts om een 100-tal PAB’s te gaan, en, zoals ik aangaf, werkt mijn administratie de methodiek verder uit zodat we snel de resterende budgetten kunnen toekennen.
Het nieuwe prioriteringssysteem schakelt de prioritering voor een MFC en een PAB gelijk, dit met de bedoeling om de verschillen die er waren in de aanvraag en de mogelijkheden tot de opstart tussen de PAB’s en MFC’s op te heffen.
We kunnen hierdoor doorheen het jaar de toekenningen voor de PAB’s flexibeler doen op basis van de budgetten die vrijkomen door de uitstroom of door het uitbreidingsbeleid. Met de vorige prioriteringsprocedure duurde het telkens een aantal maanden voor beslist uitbreidingsbeleid ook effectief kon worden toegekend. Toen moest er eerst een oproep vertrekken voor de priorchecklists naar de ouders en de multidisciplinaire teams (MDT’s), was er een periode waarin die checklists konden worden opgemaakt en ingediend, om dan vervolgens verwerkingstijd te voorzien voor de IRPC. Door deze periode waarin checklists worden ingediend en verwerkt over het jaar te spreiden, kunnen we sneller toekenningen doen, ook aan kinderen en jongeren met een dringende vraag naar een PAB.
Dit nieuwe systeem geldt voor alle kinderen en jongeren met een PAB-vraag, zowel voor de bestaande vragen als voor de nieuwe vragen.
De vragen omtrent de vrijwillige uitstap uit een MFC zijn niet opgenomen door het raadgevend comité of de permanente werkgroep die werkt aan de quick scans. Men opteerde voor snelle vereenvoudigingen en toekenningen van bijkomende PAB’s.
Zelf bekijk ik wel mogelijkheden voor een vrijwillige overstap van een MFC naar een PAB en dit wordt sowieso verder opgenomen in een ruimer kader, waarnaar ik al verwees.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik verneem dat er op dit moment voorstellen zijn uitgewerkt die deze maand naar het raadgevend comité zullen gaan. Ik denk dus dat het interessant is dat we daar feedback van krijgen en dat dit verder besproken kan worden in deze commissie.
Ik vind het in elk geval positief dat u verwijst naar het principe van ‘Vroeg en nabij’. Men moet binnen de verschillende beleidsdomeinen over de muur kijken, loskomen van het kokertje. Als er kinderen met een beperking zijn, dan moet er gekeken worden hoe zij op zoveel mogelijk manieren hulp kunnen vinden op de meest toegankelijke wijze. In dat kader vind ik de flexibele toekenningen een goede zaak in plaats van het oude systeem.
Ik zal uw antwoord met de nodige aandacht nalezen voor verdere opvolging, maar ik heb op dit moment geen bijkomende vragen.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Als ik het goed heb begrepen, dan zegt u dat zij die vroeger al een prior hebben ingediend, nu ook op de priorlijst staan. Dat is natuurlijk belangrijk voor zij die al op de priorlijst hebben gestaan. In het verleden was het zo dat als je dossier behandeld was, … (onverstaanbaar). Het is goed dat dit nu wordt opgelost. Voor mij was het nog niet heel duidelijk dat de priors vanuit het verleden nu ook rechtstreeks op die priorlijst worden gezet. Hoeveel priors staan er nu op die lijst? Ik weet niet of u dat uit het hoofd kent.
U zegt dat een verruiming van het PAB op korte termijn zal worden bekeken. Dat lijkt mij een prima idee. Ik denk dat het goed is om die verruiming binnenkort al in voege te kunnen laten gaan. U zegt dat het in januari bekeken zal worden. Dat is dus goed.
Inzake de vrijwillige omschakeling van MFC naar PAB zegt u dat het raadgevend comité dat niet had meegenomen in december, maar dat u wel zult bekijken wat u daarmee kunt doen. Dat is heel belangrijk. Als kinderen in een MFC zitten maar daar niet graag zijn en liever een PAB hebben, dan is het beter gisteren dan morgen dat het wordt omgeschakeld. Kunt u daar een timing voor geven?
Bij de meerderjarigen hebben wij het hele budget dat voorzien was in deze legislatuur naar voor geschoven. Is dat ook zo bij de minderjarigen?
Ik had ook gevraagd wanneer de volgende budgetten aan de minderjarigen worden gegeven, maar daar hebt u niet op geantwoord.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik wil specifiek ingaan op de cijfers en aantallen. Ik krijg telkens een punthoofd bij deze vragen. Ik voel ook bij de collega's in hun vraagstelling dat zij aan het zoeken zijn naar hoeveel dossiers er zijn, hoeveel budgetten, hoeveel er al zijn gegeven, hoeveel wachtenden er zijn enzovoort. In de nota Vlaamse Veerkracht wordt er gesproken van 31,8 miljoen voor minderjarigen. In een andere nota, van 19 maart, gaat het over 34 miljoen euro. Ik heb al veel verschillende vragen om uitleg aan u gesteld en in uw antwoord geeft u altijd veel cijfers, maar als ik die dan naast elkaar leg, krijg ik er totaal geen zicht op. Ik heb ook aan mijn medewerker gevraagd om een lijstje te maken van hoeveel budget er al is toegekend en hoeveel er nog zal worden gegeven, maar dat is gewoon niet te volgen.
In Dag Allemaal van 14 december 2021 zegt u dat er van die 30 miljoen al 6,3 miljoen werd uitgegeven en dat de overheid 22,5 miljoen later op de maand zou goedkeuren.
Dan sprak u over 440 gezinnen die goed nieuws mochten verwachten. In andere communicatie sprak u over 31,8 miljoen euro uitbreidingsbeleid: 6,3 miljoen euro reeds beslist, terwijl met 25,5 miljoen euro nog iets moet gebeuren. Dan vraag je je af waar die 3 miljoen euro naartoe gaat. De helft van de 440 kinderen die voor het einde van het jaar goed nieuws zouden ontvangen, dat zijn 220 kinderen. In een persmededeling van 28 december sprak u dan plots over 100 kinderen. Wanneer mogen die andere 340 kinderen dan dat goede nieuws verwachten? Dat is dus echt heel moeilijk om te volgen. Ik ben daar niet alleen in. Ik krijg ook reacties van mensen, mensen die werkzaam zijn in de sector en die proberen deze commissievergaderingen te volgen, maar ook professionals die betrokken zijn in diverse werkgroepen van het VAPH. Ze zeggen mij dat ze eigenlijk nog altijd andere cijfers, andere budgetten krijgen van het VAPH. Als je dat dan naast mijn mondelinge en schriftelijke vragen legt, dan is dat echt een kakofonie aan het worden.
Minister, u moet misschien heel sterk zijn in cijfers. Dat is misschien een voorwaarde. Goochelen met cijfers is ook een kunst, maar een goed beleid voeren, een transparant beleid voeren, zowel voor ons politici als voor de sector, vergt transparantie in de cijfers. Zou het geen tijd worden voor een systeem van echte registratie en rapportage, eventueel via de website van het VAPH, waar iedereen dit per kwartaal duidelijk kan volgen? Nu is dat immers niet zo: je moet bijna zes maanden wachten eer je cijfers krijgt van het VAPH. Zou het niet zinvol zijn om een duidelijk systeem uit te werken, waarmee iedereen kan volgen hoeveel vragen er zijn, welke budgetten er al zijn besteed, zodat we deze vragen, die heel dikwijls worden gesteld in de commissie, eigenlijk kunnen voorkomen?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik denk dat het in deze kwestie soms goed is om een beetje uit te zoomen. Het is alvast een goede zaak dat we 32 miljoen euro hebben uitgetrokken om de minderjarigen met een beperking vooruit te helpen en van die wachtlijst te helpen. Dat is 15 procent van het totale bedrag, herinner u, van die 240 miljoen euro extra die naar voren is getrokken. Dat is dus eigenlijk het goede nieuws. We hebben het nu over de manier waarop we dat tot bij de mensen gaan krijgen. Minister, ik ben wel blij dat u daarmee alvast bezig bent en dat dat stilaan in een stroomversnelling aan het komen is.
Minister, net als collega De Martelaer denk ik dat het goed is dat wij als parlementsleden inderdaad ook niet te afhankelijk zijn van Dag Allemaal en andere communicatie om een duidelijk zicht te hebben op wat er nu reeds is beslist, wat er in de pipeline zit en welke knelpunten er nog overblijven. In die zin vind ik dat de vraagstellers de goede knelpunten aanhalen. Ik denk dat het heel belangrijk is om te weten hoe het resterende budget, en dan spreken we over een grootteorde van 24 miljoen euro, de komende maanden en het komende jaar zal worden ingezet. Een deel daarvan zal worden toegekend volgens de werkwijze van de oude dossiers. Voor de rest bent u inderdaad aan het werken aan een aantal uitbreidingsmogelijkheden. De overgang van kinderen en jongeren vanuit MFC naar cash is een van de mogelijkheden. Zouden we daarover een heel duidelijke timing kunnen hebben, over dat uitbreidingsbeleid, over die nieuwe budgetten en die ruimere bestedingsmogelijkheden?
Voor alle duidelijkheid: het is heel moeilijk om dat nu mondeling te geven. Een aantal dingen zijn ook nog niet beslist. Dat begrijp ik, maar ik deel ook wel de bezorgdheid van collega De Martelaer: we hebben meer transparantie nodig om dat op een goede manier te monitoren. Ik probeer het zelf een beetje bij te houden in een Excelblad, dat ik regelmatig raadpleeg, maar ik moet toch ook wel zeggen dat daar soms nog een aantal gegevens ontbreken, en af en toe zijn er ook een aantal cijfers die wijzigen naargelang de communicatie. Het lijkt me dus goed om in dezen een duidelijk pad voorop te stellen. Dat is misschien iets waaraan de komende weken samen met het VAPH kan worden gewerkt, zodat niet alleen wij in parlement, maar ook de sector en vooral ook, niet te vergeten, de ouders en de minderjarigen waar het naartoe moet, een duidelijk beeld hebben van hoe het nu juist zit met die timing.
Ik deel ook de bezorgdheid van collega van der Vloet inzake de regeling van de overstap van minderjarigen vanuit een MFC naar een PAB. Waarom is die regeling eigenlijk nog niet rond? Wat zijn de knelpunten die er daar nog zijn? Het duurt nu al een tijdje voor die regeling van kracht is. Dat is toch niet onbelangrijk. Dat wil niet zeggen dat alle minderjarigen doodongelukkig zijn, verre van. Ik heb de jongste jaren heel veel MFC’s bezocht. Ik weet dat heel veel minderjarigen daar wel op hun plaats zitten, maar ik denk dat we die regeling voor diegenen waarvoor er andere bestedingsmogelijkheden zijn en die willen overstappen naar een PAB, wel snel rond moeten krijgen. Minister, als er daarover geen eensgezindheid is binnen de comités, dan zult u uiteindelijk de knoop moeten doorhakken. Dat is nu eenmaal uw taak als minister. Ik heb dat ook als schepen, lokaal. Niet alle adviescomités zijn het altijd eens over alles, maar uiteindelijk moet je daarover als minister wel de knoop doorhakken. De regeling van die overstap lijkt me dus het tweede knelpunt te zijn waaraan we echt moeten werken. Wanneer denkt u ook daarmee te kunnen landen? Dat is echt wel essentieel voor de minderjarigen die daarvan willen gebruikmaken.
Minister Beke heeft het woord.
Algemeen wat de cijfers betreft: er is een rapportering die gebeurt door het VAPH. Dat monitort elk kwartaal en doet dat op een transparante manier, ook ten overstaan van het raadgevend comité. Ik weet niet hoe dat zit bij andere departementen of agentschappen, maar dat gebeurt zeer transparant, en het raadgevend comité is zeer actief en zeer betrokken bij de zaak.
Wat de vragen betreft: degenen die prioritair hebben ingediend en zijn geselecteerd, hebben intussen een PAB ontvangen. Het aantal prioritairen op dit ogenblik is nog niet bekend. De eerste IRPC-bijeenkomst moet nog plaatsvinden. De vrijwillige uitstap is iets dat we bekijken binnen onze criteria bij het toekennen van het uitbreidingsbeleid.
Wat de volgende budgetten betreft: het VAPH en Opgroeien werken nu een methodiek uit om de uitbreidingsmiddelen en de uitstroom te koppelen aan predicties. Collega De Martelaer, de cijfers worden geconsolideerd en worden gepubliceerd. Die vindt u terug in jaarverslagen van Opgroeien. Ik begrijp dat het geen evidentie is om een aantal zaken te lezen, want het gaat over middelen, uitbreidingsmiddelen, uitstroom enzovoort, maar de cijfers zijn beschikbaar en telkens wanneer ik parlementair word ondervraagd, probeer ik u ook de meest actuele cijfers daaromtrent te geven. Ook voor het berekenen van de beschikbare middelen wordt er per kwartaal een monitoring opgezet. Het resultaat van die monitoring is een globaal beschikbaar budget, waarin zowel de middelen van het uitbreidingsbeleid als de middelen die vrijkomen door de uitstroom zitten, alsook de middelen die kunnen worden ingezet door combinaties van MFC’s en de ondersteuning. Al die middelen zijn daar dus in opgenomen. De cijfers van het VAPH en Opgroeien zijn opgenomen in de regelgeving inzake de Vlaamse statistiek. Daarin wordt ook bepaald wanneer en op welke wijze die cijfers moeten worden vrijgegeven.
Ik denk dat dat dus allemaal op een transparante manier gebeurt. We werken nu verder het pad uit om verder zicht te krijgen op de rest van de legislatuur. Collega Vande Reyde, ik denk dat het raadgevend comité de overstap van de MFC’s naar de PAB’s absoluut geen quick win vond. Men was daar unaniem over. Ik krijg, zeker ook over dit thema, vaak de vraag ervoor te zorgen dat de sector mee is, dat we overleggen met de sector. Dat doen wij ook. Wij luisteren naar het raadgevend comité.
We kijken wat hun adviezen zijn. Ze zijn niet altijd even unaniem, maar hier waren ze wel heel unaniem over. Desalniettemin willen we toch kijken wat eventuele mogelijkheden daaromtrent zijn. Wat de overstap betreft zijn er voor ons de kansen voor participatie en ontwikkeling van het kind. En dat is de belangrijkste leidraad. Dat zal ook ons leidend principe zijn in de verdere uitwerking van de modaliteiten.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Dank u, collega’s en minister, voor de vele bijkomende informatie.
Ik heb ook de indruk dat we, wanneer het gaat over beschikken over cijfermateriaal of antwoorden op onze vragen, op welke manier dan ook gesteld, vanuit het VAPH of de betreffende administraties goed geëquipeerd worden. Maar het is absoluut een complex beleidsdomein, daar ben ik het wel mee eens.
Nu, ik vind, minister, wat u helemaal op het einde zei, absoluut uitermate relevant. De participatie- en de ontwikkelingskansen van kinderen, dat moet het uitgangspunt zijn. Ik was ook blij dat collega Vande Reyde zei dat er in heel wat MFC’s bijzonder goed werk gebeurt. Dat is inderdaad ook zo. Mensen daaruit laten stappen, dat is absoluut geen doel op zich. Maar ik vind het goed dat we kijken naar elk kind, naar elke jongere, naar elke persoon met een beperking en kijken wat hier eigenlijk de mogelijkheden en de kansen zijn en hoe we deze persoon het best kunnen ondersteunen en op welke manier.
Ik heb geen bijkomende vragen of andere bedenkingen meer.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, u verwijst heel vaak naar het raadgevend comité. Ik weet niet of het mogelijk zou zijn dat wij ook inzage krijgen in die verslagen. Want voor ons is het altijd maar ‘van horen zeggen’. U verwijst daar heel vaak naar, ‘het raadgevend comité was unaniem’, en wij kunnen dat natuurlijk heel moeilijk volgen als wij geen verslagen zien. Dus ik weet niet of dat een mogelijkheid is.
Ik denk dat het vooral belangrijk is, minister, dat we altijd, maar dan ook altijd vertrekken vanuit het welzijn van het kind. En inderdaad, zijn die kinderen goed in MFC, dan is dat prima, dan zijn die daar opperbest, maar voelen die zich daar ongelukkig, dan moet die omschakeling naar de PAB er komen. En dan kan u wel zeggen dat het raadgevend comité daar niet voor was. Neen, die zijn daar niet voor, want zij zien natuurlijk het aantal in hun MFC’s, in hun vergunde zorgaanbiedingen, zakken, en die gaan elders met hun PAB hun zorg inkopen. Maar op zich mag dat geen probleem zijn. We moeten toch altijd vertrekken vanuit het welzijn van het kind. Mij lijkt dat niet zo heel moeilijk. Er is een budget, verbonden aan dat MFC en dat budget is er voor dat kind. Waarom kan dat budget niet gewoon meegaan met het kind? Dan is het opgelost. En dat kind is gelukkiger. En daar draait het om. We moeten echt vanuit het welzijn van het kind vertrekken.
We hebben – wij niet alleen, maar ook andere collega’s – heel veel naar timing gevraagd, maar ik heb geen enkel antwoord gehoord in de richting van tegen wanneer dat in orde zal zijn. Dus, minister, ik zou toch echt wel willen vragen: laten we alstublieft doorwerken. Er is geld en er zijn mensen met een enorme zorgvraag: ouders, gezinnen die bijna ten onder gaan, die echt zitten te wachten op een PAB. Laten we alstublieft verder doen, zodanig dat we die mensen binnenkort perspectief kunnen geven en ook een budget kunnen geven. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.