Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, deze vraag sluit eigenlijk ook wat aan bij de vorige vraag omdat agroforestry daar ook een belangrijke bijdrage aan kan leveren. Ook hier houd ik een pleidooi om onze landbouwers warm te maken om dergelijke projecten op te zetten. Daarvoor moeten ze natuurlijk een beroep kunnen doen op financiële steun. We zien op vandaag, en ik heb dat ook tijdens eerdere vergaderingen al gezegd, dat het aandeel landbouwers dat aan agroforestry doet, heel mager blijft, nu een honderdtal.
Het goede nieuws is dat het Consortium Agroforestry Vlaanderen onder leiding van het Instituut voor Landbouw-, Visserijonderzoek en Voedingsonderzoek (ILVO) deze winter twintig nieuwe boeren begeleidt om daarmee aan de slag te gaan.
Ook hoopgevend is het feit dat het consortium werkt aan een rekenmodule om het potentieel van verschillende agroforestrytypes en -ontwerpen in te schatten voor de Vlaamse condities. Daarnaast wordt de bijdrage van verschillende boslandbouwsystemen aan het temperen van de klimaatopwarming, in de vorm van meer koolstofopslag, momenteel becijferd. ILVO werkt daarbij samen met de Universiteit Gent en de Bodemkundige Dienst van België aan een rekenmodule om het potentieel inzake koolstofopslag van verschillende agroforestrytypes in te schatten.
We stellen vast dat de landbouwers aarzelen om aan agroforestry te doen door het onduidelijke verdienmodel. Agroforestry vereist ook een aanpassing van de bedrijfsstrategie en een goede voorbereiding, maar net daar liggen er ook kansen om die stap te zetten naar schaalverandering waar we ook al meermaals op hebben gewezen in deze commissie.
Het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat eraan komt, moet meer in het teken staan van verduurzaming. Daarin kan een versterkt agroforestrybeleid een rol spelen. In die optiek is de vraag of het huidige concept kan worden uitgebreid tot bijvoorbeeld de aanleg van voedselbossen en of er een specifiek actieplan kan worden ontwikkeld met duidelijke streefdoelen. We stellen immers vast dat we vandaag ondanks alle goede bedoelingen en maatregelen nog niet verder zijn geraakt dan een paar honderd hectare waarop aan agroforestry wordt gedaan. Dat kan echt nog een pak beter.
Minister, hebt u zicht op de timing inzake het finaliseren van de rekenmodule die door het Consortium Agroforestry Vlaanderen wordt ontwikkeld en op de uitrol daarvan?
Hebt u meer informatie over de studie van ILVO, de Universiteit Gent en de Bodemkundige Dienst van België over de baten van agroforestry?
Zult u bij de opstelling van het strategisch meerjarenplan ter uitvoering van het nieuwe GLB specifieke aandacht besteden aan de ontwikkeling van een verdienmodel voor boeren die aan agroforestry willen doen en hen actief ondersteunen om hun bedrijfsmodel aan te passen?
Welke concrete versterkingen zult u doorvoeren om agroforestry een bredere ingang te doen vinden in Vlaanderen?
Wat zijn de concrete ambities die u met agroforestry beoogt? Hebt u bepaalde doelstellingen en streefcijfers? Zo ja, welke?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Talpe, ik dank u voor uw vraag.
Binnen het Consortium Agroforestry Vlaanderen werken ILVO, de Universiteit Gent en de Bodemkundige Dienst van België momenteel effectief aan een rekenmodule die heel concreet het potentieel op het vlak van koolstofopslag in de bomen en in de bodem van verschillende types en ontwerpen van agroforestry inschat voor Vlaamse omstandigheden.
Die koolstofrekenmodule zal worden ingebouwd in de Agroforestry Planner, een online beslissingsondersteunende tool voor het uitwerken van een agroforestryproject. Aan die tool wordt momenteel gewerkt in het kader van het project van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) ‘Agroforestry 2025’. We verwachten dat deze in de loop van het voorjaar 2022 klaar zal zijn voor gebruik. Aansluitend zal de tool door ILVO verder worden verfijnd in de context van het LIFE-project ‘Carbon Counts’ in samenwerking met het Departement Landbouw en Visserij.
Daarnaast zet het consortium ook in op het verkennen en uitrollen van veranderingstrajecten met het oog op haalbare verdienmodellen voor agroforestry. Hiertoe werden in 2021, eveneens in de context van het VLAIO-project ‘Agroforestry 2025’, elf actieclusters opgezet. Die kunnen worden beschouwd als werkgroepen met een diversiteit aan stakeholders. Zij zullen in de volgende drie jaar samen stappen vooruitzetten rond een specifiek thema binnen agroforestry. Dat gaat van fruit-, noten- of houtproductie uit agroforestry, het verkennen van verdienmodellen uit koolstofopslag, voedselbossen, coöperatieve agroforestry, tot het werken aan het maatschappelijk draagvlak of het uitklaren van een aantal knelpunten ter zake.
Geïnspireerd door die actieclusters zal de volgende drie jaar binnen een doctoraatsonderzoek bij ILVO een reeks kosten-batenanalyses worden uitgevoerd voor een aantal cases. Er zit dus beweging in het dossier.
Binnen het nieuwe strategisch plan voor het GLB zullen interventies worden voorgesteld die het ontwikkelen van verdienmodellen stimuleren. Ik denk in de eerste plaats aan de oproepen European innovation partnerschip (EIP) voor de vorming van operationele groepen, maar ook aan de nieuwe interventieprojectoproep samenwerking. Daarnaast stel ik een nieuwe interventie voor die voorziet in steun aan landbouwers voor het opstarten of omschakelen van hun bedrijfsvoering naar een vernieuwde toekomstgerichte bedrijfsstrategie
In het ontwerp van het strategisch plan voor het GLB 2023-2027 zal worden voorgesteld om verder in te zetten op investeringssteun voor de aanleg van boslandbouwsystemen. De huidige voorwaarden zullen worden bijgestuurd. Daarnaast wordt, als nieuwe interventie, een onderhoudssubsidie voor boslandbouwsystemen naar voren geschoven onder de vorm van een meerjarige agromilieuklimaatverbintenis.
Er zijn geen specifieke streefarealen vooropgesteld voor agroforestry maar we willen wel inzetten op serieuze stimulansen voor het toepassen van agroforestry en zo meer boeren de kans geven om hier verder op in te zetten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Dank u, minister, voor de vele initiatieven die lopen of opgezet worden. Ik hoop echt dat het loont. Ik ga het niet blijven herhalen, maar ik vind dat we daar heel wat kansen hebben liggen om stappen vooruit te zetten. Dan denk ik dat er echt wel een versnelling hoger geschakeld moet worden, maar we zullen zien wat de uitrol van een aantal maatregelen en initiatieven die u net hebt aangekondigd, geeft.
Ik denk dat het ook een heel haalbare oplossing is voor velen, zonder veel complexe poespas of regeltjes. Bomen of struiken planten is iets wat iedereen begrijpt.
Die bedrijven die worden begeleid door ILVO, is dat al bezig? Is daar al wat meer over geweten? Hoe loopt dat? Ik ga zeker nog vragen stellen om dat mee op te volgen. Twintig is een beperkte groep, maar het blijft belangrijk, want zij kunnen een aanzet zijn voor een systeem dat we dan breder kunnen uitrollen.
Ik had ook gewezen op een soort actieplan. Er is van alles in beweging, maar ik zou het concept van agroforestry ook inhoudelijk verbreden. Denk maar aan die voedselbossen of de aanplant van eetbare struiken of hagen. Ook een duidelijk regelgevend kader is belangrijk om toch een antwoord te bieden op een zekere rechtsonzekerheid en praktische toepassingsproblemen waarmee landbouwers, voor wie dit systeem toch vaak nog nieuw is, geconfronteerd kunnen worden. Ik denk dat we hen daarbij met allerlei workshops kunnen begeleiden.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Talpe, de boeren zullen nu begeleid worden. Ik weet niet hoeveel er al in werking zijn, maar misschien kunt u daar een schriftelijke vraag over stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.