Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over vastgoedmakelaars, alvast het minder goede gedeelte onder hen. Uit cijfers van federaal minister van Middenstand David Clarinval bleek dat er de afgelopen vijf jaar iets meer dan duizend klachten werden ingediend bij de economische inspectie over niet-erkende vastgoedmakelaars. In de sector van het vastgoed doen zich een aantal wantoestanden voor, onder meer door het optreden van dergelijke ‘amateurs’ – ze zijn in elk geval niet erkend. Wie zich al eens tot een immokantoor wendt, heeft helaas kans om met foute praktijken geconfronteerd te worden, als je de cijfers bekijkt. We denken dan aan huizen met tal van verborgen gebreken of huizen waar er nog een proces over loopt en die men nog snel probeert te verkopen, zonder een potentiële koper daarover in te lichten. Dat zijn dingen die, als je met een erkende makelaar werkt, wél aan het licht komen. Een erkende makelaar zal ook het fatsoen hebben om cliënten daarop te wijzen.
Niettegenstaande het feit dat het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV), naar analogie met de vrije beroepen, sinds december 2018 een eigen deontologische code heeft uitgewerkt, tonen de cijfers dat er op een aantal vlakken problemen blijven met niet-erkende vastgoedmakelaars. Ik viseer hier voor alle duidelijkheid niet de erkende immokantoren.
Op Vlaams niveau werkte u alvast aan de verdere professionalisering van de woningcontroleurs. Zo keurde de Vlaamse Regering eind vorig jaar de regeling over de erkenning definitief goed. Rekening houdend met een aantal overgangsbepalingen zal elke woningcontroleur die conformiteitsonderzoeken uitvoert, vanaf 1 januari 2025 een bewijs van beroepskwalificatie moeten voorleggen. Er komt een snelle toegang tot de beroepskwalificatie voor bestaande woningcontroleurs via het traject van de eerder verworven competenties (EVC’s). Dat is goed, want die zullen die erkenning dus snel kunnen bemachtigen. Voor nieuwe woningcontroleurs wordt er een opleidingstraject voorzien en zij moeten voldoen aan een tewerkstellingsvoorwaarde: tewerkgesteld zijn bij een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband (IGS) lokaal woonbeleid, Wonen-Vlaanderen of een geaccrediteerde keuringsinstelling. Daarnaast moeten zij het Vlaams Loket Woningkwaliteit (VLOK), de geëigende tool daarvoor, gebruiken voor het opstellen van technische verslagen en een aantal vastgestelde gebruiksvoorwaarden naleven.
Minister, acht u het mogelijk dan wel wenselijk om een soortgelijke regeling uit te werken voor de immobiliënsector? Waarom wel of niet? Indien ja, hoe ziet u dat?
Hebt u weet van bijkomende initiatieven binnen de sector, vanuit de beroepsinstantie dan, om ervoor te zorgen dat fraude via niet-erkende makelaars vermeden kan worden?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Smeyers, ik neem uw vragen samen, dus mijn antwoord zal eerder kort zijn.
Ik deel uw bezorgdheid over het fenomeen van de schijnmakelaars. We moeten er absoluut naar streven om deze beroepsgroep verder te professionaliseren en dit fenomeen aan te pakken. Het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars kan hier bijvoorbeeld al tegen optreden. Elke persoon die de beroepsactiviteit van vastgoedmakelaar als zelfstandige wil uitoefenen, moet ingeschreven zijn op het tableau van beroepsbeoefenaars of op de lijst van stagiairs van het BIV. Alle vastgoedmakelaars die het beroep mogen uitoefenen, zijn dus opgenomen in dat tableau of die lijst, die publiek raadpleegbaar is. Er is dus al een zekere begrenzing van wie het beroep mag uitoefenen en het is aan het BIV om dat in het oog te houden.
Ik moet hier wel aan toevoegen dat het niet evident is om dit vanuit de gewestelijke bevoegdheid Wonen aan te pakken, omdat de wettelijke regeling van het beroep van makelaars een federale bevoegdheid is. U kunt zich vragen stellen bij de reden waarom Wonen naar de gewesten gegaan is, maar het regelen van het beroep federaal gebleven is, maar dat is nu eenmaal het gegeven waar we mee moeten werken.
Ik blijf het uiteraard wel belangrijk vinden om vanuit Vlaanderen te zoeken naar manieren om de immosector te professionaliseren op het vlak van woningkwaliteit. Het is belangrijk dat vastgoedmakelaars goed op de hoogte zijn van de minimale woningkwaliteitsnormen, de procedures van de woningkwaliteitsbewaking en het belang van het conformiteitsattest. We werken daar al enkele jaren intensief aan. Zo is er rond woningkwaliteit een zeer goede samen- en wisselwerking tussen het agentschap Wonen-Vlaanderen en de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB). Met het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen hebben we ook de gegevensuitwisseling met onder andere CIB geregeld. Naast een aantal gegevens die binnenkort publiek beschikbaar zullen zijn – bijvoorbeeld het al dan niet bestaan van een conformiteitsattest of een besluit tot ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring – zullen we onder andere voor CIB bijkomende informatie ontsluiten via webservices. De ontwikkeling daarvan is volop bezig.
Ik deel uw bezorgdheid dus, maar we hebben er vanuit onze bevoegdheid niet rechtstreeks grip op, al proberen we wel een relatie uit te bouwen met CIB, zodat we via gegevensuitwisseling en een vorm van ondersteuning naar CIB toe de kwaliteit mee kunnen bewaken. We zorgen er op zijn minst voor dat zij op de hoogte zijn van het beleid dat we in Vlaanderen voeren, zodat ze daar ook rekening mee kunnen houden. Maar we hebben dus niet rechtstreeks vat op de beroepsgroep op zich, op de omkadering ervan.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. We hebben dus een taak, heb ik begrepen, om bij volgende onderhandelingen over de staatshervorming dit aspect niet te vergeten aan te kaarten. Dan vraag ik mij eigenlijk af – maar dat is een vraag die ik mezelf moet stellen – of die duizend klachten uit het antwoord van minister Clarinval, alleen Vlaanderen betreffen of heel België. Het zal wel dat laatste zijn.
Het is zo. BIV-makelaars zetten op hun compromissen en andere documenten hun erkenning. Misschien moeten wij – en die vraag kan daar dan bij helpen – mensen er gewoon op attent maken dat ze dat moeten controleren, dat ze moeten vragen of de makelaar met wie ze werken, ook effectief een erkend makelaar is. Dat zou veel miserie kunnen vermijden. Voor de rest dank ik u voor uw antwoord op deze vraag. Preventie is dus onze taak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.