Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, het tijdelijk huisverbod is een belangrijk instrument in het kader van het beleid ter bestrijding van intrafamiliaal geweld. In 2019 werden er enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd aan de regeling. Die wijzigingen kwamen er op vraag van de hulpdiensten, de politie en de magistratuur. Zij deden een aantal aanbevelingen na analyse van drie jaar toepassing van het huisverbod.
De aanpassingen die belangrijk zijn in het kader van de Vlaamse bevoegdheden en het Vlaamse beleid ter bestrijding van intrafamiliaal geweld, zijn onder meer de volgende. De duur van het tijdelijk huisverbod werd verlengd van tien tot veertien dagen. Op die manier krijgen de betrokken actoren meer tijd om hun opdrachten goed uit te voeren. De termijn van tien dagen volstond voordien immers vaak niet: politiediensten kregen hun processen-verbaal niet rond, de diensten slachtofferonthaal van de justitiehuizen hadden onvoldoende tijd om betrokkenen te informeren en zo verder. De procureur des Konings moet zijn beslissing tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod meedelen aan de bevoegde dienst van de gemeenschappen. Verder werd er ook voorzien in meer mogelijkheden tot bijstand en opvolging van de uithuisgeplaatste personen.
Uit een antwoord op eerdere vragen die ik hierover stelde, blijkt evenwel dat er grote verschillen zijn inzake de toepassing van het tijdelijk huisverbod. Volgens het registratiesysteem SIPAR hebben de Vlaamse justitiehuizen in 2020 217 dossiers van tijdelijk huisverbod ontvangen. De grootste instroom was er voor de provincie Antwerpen, met 113 nieuwe dossiers, gevolgd door Limburg, met 89 nieuwe dossiers. In West-Vlaanderen ontvingen de justitiehuizen slechts 6 mandaten, in Oost-Vlaanderen 5. In Vlaams-Brabant werd het tijdelijk huisverbod in 2020 zelfs niet toegepast, en in Brussel 4 keer. Deze vraag werd al twee weken geleden ingediend. Ondertussen konden we ook cijfers lezen over 2021, waaruit blijkt dat er een toch wel sterke toename is van de toepassingen van het tijdelijk huisverbod. In de voorbije periode tussen kerst en Nieuwjaar werd in de justitiehuizen een permanentie georganiseerd, onder meer om die tijdelijke huisverboden op te volgen, zo konden we vernemen.
Minister, voor welke opdrachten die de justitiehuizen hebben, werd er tijdens de voorbije eindejaarsperiode voorzien in een permanentieregeling? Hebt u een zicht op het aantal dossiers die tijdens de kerstperiode in het kader van die permanentie bij de justitiehuizen werden aangemeld en opgevolgd? Wat is de regionale spreiding? Wat zijn de praktische afspraken en/of regelingen met de betrokken justitieassistenten voor het verzekeren van die permanentie? Over hoeveel justitieassistenten gaat het precies en wat is de regionale spreiding? Op welke wijze zal deze permanentieregeling worden geëvalueerd? Is het de bedoeling om een permanentieregeling structureel in te bedden? Zo ja, op welke manier zal dat gebeuren? Welke afspraken zijn er gemaakt met de andere betrokken actoren, zoals politie en justitie? Hoe gebeurt tijdens deze permanentie de doorverwijzing naar de hulpverlening? Welke afspraken zijn daaromtrent gemaakt? Hebt u omtrent deze permanentie overleg gehad met het College van procureurs-generaal, meer bepaald in het kader van het streven naar een intensief casemanagement bij het tijdelijk huisverbod?
Minister Demir heeft het woord.
Ik zal proberen de vele vragen redelijk nauwkeurig te beantwoorden. Ik ben ervan overtuigd dat dit een goede maatregel is. In de meerderheid van de gevallen gaat het over een vrouw met haar kinderen als slachtoffers. Doordat we de dader uit het huis kunnen zetten, kunnen vrouw en kinderen thuis blijven. Dat is een belangrijk verschil in het leven van de kinderen die hiervan het slachtoffer zijn. Ze moeten niet naar een vluchthuis. Ze kunnen in hun vertrouwde thuisomgeving blijven. Ze kunnen naar school blijven gaan. Dat lijkt me zeer cruciaal in zulke gevallen. Vandaar het belang van de maatregel van tijdelijk huisverbod, waar wij ook vanuit het kabinet heel veel aan trekken en duwen. We merken ook dat er grote regionale verschillen zijn.
Zoals ik eerder heb gezegd, heb ik het dossier ook aanhangig gemaakt bij het College van procureurs-generaal. Tijdens de jongste vergadering werd daar op mijn initiatief dan ook afgesproken dat men in zowel de wet als de omzendbrief met betrekking tot het tijdelijk huisverbod gaat bekijken waar de procedures bijvoorbeeld eenvoudiger zouden kunnen worden gemaakt om het inzetten van de maatregel voor parketten aantrekkelijker te maken. In dat kader ben ik zelf ook intern bij de justitiehuizen met een evaluatie gestart om per justitiehuis na te gaan hoe de justitieassistenten daar de invulling van het mandaat ervaren, hoe de samenwerking met de parketten verloopt en waar de verbeterpunten zitten. Met de resultaten van die interne evaluatie zullen we bekijken waar we de interne werking van de justitiehuizen kunnen verbeteren, maar zal ik ook teruggaan naar het college en de federale minister om aan te geven waar wij vanuit Vlaanderen voor hun bevoegdheid verbeteringen mogelijk zien. Dat was immers een punt bij het College van procureurs-generaal. Zij wezen op de complexiteit, waarop ik er dan op wees dat daar in Antwerpen en Limburg echter massaal van wordt gebruikgemaakt. Daar moet dat toch ook complex zijn. Waarom doen ze het daar dan wel en in andere gebieden niet? Ik vond dat dus eigenlijk wel een beetje een ‘foefelargument’, maar goed, we zullen zien waar we nog kunnen verbeteren.
Ik heb dus gewezen op de verschillen. Antwerpen en Limburg spreken dat heel goed uit. Ik denk dat de aanwezigheid van een Family Justice Center (FJC) in die regio’s daar ook een belangrijke rol in speelt. Zo zorgen ze bijvoorbeeld voor meer aandacht voor intrafamiliaal geweld bij alle samenwerkingspartners. Daarnaast startte Halle-Vilvoorde dit jaar met een inhaalbeweging. We zien ook dat in Dendermonde en Gent de maatregel het afgelopen jaar een paar keer is ingezet. In totaal ontvingen de justitiehuizen vorig jaar 384 mandaten van tijdelijk huisverbod. Opvallend daarbij is dat de instroom sterk was in de laatste maanden van 2021. Zo is het aantal dossiers in december van vorig jaar meer dan verdubbeld in vergelijking met januari van datzelfde jaar. Die stijging wordt verklaard door de aanhoudende druk op gezinnen wegens de coronacrisis, maar natuurlijk speelt ook de kerstvakantie een rol: mensen zijn dan ook meer en langer bij elkaar. Ook de toegenomen bereidheid van de procureurs om te kiezen voor deze maatregel kan een rol spelen. Ik breng ook continu onder de aandacht, ook bij de procureurs, dat men daarvan kan gebruikmaken, omdat ik weet hoe belangrijk dat is voor het slachtoffer en de kinderen.
Om het dan over cijfers te hebben: in de week tussen kerst en oud en nieuw, dus slechts op een week tijd, kwamen er maar liefst twaalf nieuwe dossiers van tijdelijk huisverbod binnen, met name drie in het justitiehuis van Antwerpen, een in Brussel, drie in Dendermonde, een in Mechelen en vier in Turnhout. Ik heb voor het eerst voor een permanentieregeling gezorgd. Blijkbaar bestond dat niet in Vlaanderen. Dat vind ik eigenlijk wat jammer. Het is wel essentieel dat er een permanentie is, zodat men snel een antwoord kan bieden. We kunnen moeilijk aan de slachtoffers zeggen dat we dicht zijn en dat ze ons over twee weken moeten terugbellen. Dat gaat zo niet. Vandaar de keuze voor de permanentieregeling. Zonder de tussenkomst van de justitieassistent in deze dossiers bestond er een ernstig risico op verdere escalatie. Het was dus niet meer wenselijk om geen permanentieregeling te hebben.
Naast het tijdelijk huisverbod worden justitieassistenten ook dagelijks bij andere opdrachten, zoals het elektronisch toezicht, vrijheid onder voorwaarden als alternatief voor de voorlopige hechtenis of begeleiding in het kader van slachtofferonthaal, geconfronteerd met acute situaties of noden waarvoor een kordate en snelle aanpak vereist is. Parketten en rechtbanken blijven immers ook gewoon open en blijven dus ook vonnissen vellen en mandaten bezorgen. Ook voor deze situaties was de permanentieregeling tussen kerst en oud en nieuw dus een goede zaak. In het geval van slachtofferonthaal, bijvoorbeeld, is het essentieel dat het slachtoffer wordt ingelicht bij een eventuele vrijlating van de dader door de raadkamer.
Uiteraard ging ook het gewone werk van de justitieassistenten tijdens de permanentieregeling gewoon verder, waardoor er bijvoorbeeld ook gewoon bureaugesprekken in lopende dossiers gepland stonden. In totaal ontvingen de justitieassistenten 388 nieuwe mandaten, waarvan 94 dossiers slachtofferonthaal, 61 probatiedossiers, 51 werkstraffen, 32 mandaten vrijheid onder voorwaarden en, zoals ik daarnet aangaf, 12 tijdelijke huisverboden. De permanentieregeling was voorzien voor alle justitiehuizen, met inbegrip van de diensten slachtofferonthaal, tijdens de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. De permanentie was aanvullend op de continudienst van het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht, waar men sowieso 7 dagen op 7, 24 uur op 24 aan het werk is.
Wat de dienstverlening betreft, werden de volgende afspraken gemaakt. Elk justitiehuis was geopend op werkdagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar van 9 tot 17 uur. Er werd met afspraken gewerkt. Bureaugesprekken waren mogelijk. Het justitiehuis was ook telefonisch bereikbaar. De medewerkers die meewerkten aan de permanentieregeling, hebben recht op compensatieverlof onder het statuut van ‘uitzonderlijk werken’, aangezien alle diensten van de Vlaamse overheid normaal gezien gesloten zijn tijdens deze periode.
De permanentieregeling werd ook aangekondigd op de website van de afdeling Justitiehuizen. Daarnaast werden opdrachtgevers lokaal ingelicht over de bereikbaarheid. Aangezien de justitiehuizen geopend waren, kon de dienstverlening ten aanzien van de opdrachtgever en andere actoren verlopen zoals voorheen. Hetzelfde gold voor de samenwerking en doorverwijzing naar hulpverleningspartners, rekening houdend met de toegankelijkheid van de betreffende organisaties in deze periode. Uiteraard heb ik daar als minister ook over gecommuniceerd in de nationale pers, omdat het van groot belang is dat men weet dat we er zijn voor diegenen die ons nodig hebben.
Wat de personeelsbezetting betreft, werd in een kader voorzien met een onderscheid tussen de justitiehuizen en de diensten slachtofferonthaal. De justitiehuizen dienden te voorzien in een fysieke permanentie met minimaal één justitieassistent, aangevuld met een administratief medewerker, teamverantwoordelijke of directeur. Een minimale en continue fysieke permanentie van twee personen in het justitiehuis is overigens vanuit veiligheidsoverwegingen in alle omstandigheden noodzakelijk. Van de dienst slachtofferonthaal moest er voor elk justitiehuis minimaal één justitieassistent digitaal of telefonisch bereikbaar zijn, en fysiek aanwezig indien noodzakelijk. Dit kader werd verder lokaal concreet ingevuld, ook gelet op de eigen context.
Sinds die bevoegdheden naar Vlaanderen zijn gekomen, is het de allereerste keer dat er een permanentieregeling is opgezet. De invoering van zo’n permanentieregeling tijdens de voorbije eindejaarsperiode was zo een eerste poging en aanzet om meer in te zetten op de bereikbaarheid en nabijheid van justitiehuizen, om samen korter op de bal te spelen bij urgente situaties. Nogmaals, als er een slachtoffer is, kun je gewoon niet zeggen dat je dicht bent en vragen dat men over twee weken terugbelt. Dat gaat gewoon niet. Ik sta er dus eigenlijk van versteld dat we dat niet eerder hebben gedaan.
Tot slot, wat het intensief casemanagement betreft, dat is iets dat wordt opgenomen door de Family Justice Centers. Ik heb daarvoor vorig jaar een overheidsopdracht gelanceerd om te voorzien in een bijkomende opleiding in dat intensief casemanagement voor de FJC’s.
Ik wil ten slotte alle medewerkers van de justitiehuizen bedanken, die het eigenlijk maar logisch vonden om die permanentie te bemannen en die, zoals elke dag, het beste van zichzelf hebben gegeven.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u wel. Een heel pak vragen en nog een pak meer antwoorden, maar het is ook wel een heel belangrijk thema, en ook wel een heel interessant debat, hoewel ik denk dat we het in dezen over veel zaken eens zijn.
Ook van mijn kant dank aan iedereen die zich dagelijks heeft ingezet, maar die dus nu met veel engagement ook met deze wijzigingen aan de slag is gegaan tijdens kerst en nieuw.
Ik ben een grote believer van het tijdelijk huisverbod, minister. En ik vind het absoluut goed dat u initiatieven neemt om het meer bekend te maken, maar ook om na te gaan hoe het toch komt dat er zulke grote regionale verschillen zijn – die zijn er al een tijd, dat weten we allemaal – en hoe het komt dat die verschillen toch ook altijd aanwezig blijven, en wat er dan nodig is om die verschillen weg te werken. Want ik vind dat het echt niet mag afhangen van de plek waar je woont of je partner tijdelijk uit huis kan worden geplaatst of niet wanneer er sprake is van ernstige feiten, soms van echt intrafamiliaal geweld en dergelijke.
Ik heb nog twee bijkomende vragen, minister, naast alle interessante informatie die u hebt gegeven. De justitieassistenten hebben veel verschillende opdrachten en taakstellingen. En ik denk dat het goed is dat u voor elk van hen hebt overlopen in hoeverre die verder moesten worden uitgevoerd, ook tijdens die permanentieregeling. Want die hebben natuurlijk allemaal hun eigen dynamieken en methodieken, en manieren waarop mensen de justitieassistenten ervoor kunnen aanspreken en dergelijke meer.
Maar ik kom tot mijn twee bijkomende vragen. Als er een permanentie is, dan is het natuurlijk ook van belang dat er goede afspraken worden gemaakt met de hulpverlening. Kunt u daar nog wat meer toelichting bij geven? Zijn daar op voorhand gesprekken rond geweest, hoe mensen dan ondertussen konden worden doorverwezen naar de hulpverlening?
U bent geëindigd met te zeggen dat we hiermee een grote stap zetten naar toegankelijkheid en bereikbaarheid, en dat is absoluut waar. Een ander element inzake de toegankelijkheid en bereikbaarheid van die justitiehuizen zijn natuurlijk die antennes. Mijn tweede vraag is dan ook of u verder toelichting kunt geven bij de manier waarop de antennes worden geïmplementeerd.
De heer Parys heeft het woord.
Ik wilde enkel heel kort de minister bedanken dat ze dit mogelijk heeft gemaakt. Want het is natuurlijk wel waar dat het vreemd is dat het gewoon nog niet bestond. Want jammer genoeg houdt huiselijk geweld geen rekening met kantooruren, en nog veel minder met schoolvakanties. Ik vind het dus fantastisch dat het nu wel mogelijk is om aangifte te doen en ondersteuning te krijgen wanneer je dat ook nodig hebt.
Mensen van het agentschap Justitie en de justitiehuizen verdienen hier zeker een pluim om dit mee mogelijk te maken. Ik hoop inderdaad dat we dit zullen evalueren en zullen kijken hoe we hierop kunnen verder werken. Maar u hebt alleszins de volle steun van onze fractie.
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt, mevrouw Schryvers. Er zijn op voorhand afspraken gemaakt met de hulpverlening, en ook met politie en parket, telkens voor het lokale justitiehuis. Dat is natuurlijk ook aangepast aan de lokale situatie. We hebben een kaart met mogelijke antennes gemaakt, en nu worden er ook gesprekken aangegaan met alle lokale besturen, om na te gaan waar die antennes ook kunnen starten. Er is al een extra antenne in Vilvoorde, en er wordt er nog een opgestart in Geel. Er zijn gesprekken bezig in Limburg en West-Vlaanderen, alsook gesprekken met Het Facilitair Bedrijf, om dit ook in gang te kunnen steken. Dus dat loopt.
Inderdaad, wat die permanentieregeling betreft: als we kijken naar de tussenkomsten tussen kerst en nieuw, dan weten we – we weten dat eigenlijk ook wel aan de hand van cijfers van de afgelopen jaren – dat mensen tijdens de schoolvakanties vaak thuis zijn in familieverband, en dat daar ook wel incidenten kunnen gebeuren. Ik denk dat het dan ook heel goed was dat we de permanentieregeling hebben opgestart. Ik zei al dat het de eerste keer is dat dat wordt gedaan sinds de bevoegdheden van de federale overheid naar Vlaanderen zijn gekomen. We gaan dat natuurlijk ook blijven doen.
Ik merk ook wel op de werkvloer, of bij onze justitieassistenten, dat daar een fantastisch engagement aanwezig is. Ik ben ook zelf op bezoek geweest bij een justitiehuis in de kerstvakantie. Het is ook vanuit hun beweegreden dat ze het ook niet meer dan normaal vinden dat daar een soort van permanentie is. Dus we gaan dat sowieso wel verderzetten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik denk ook wel dat we kunnen vaststellen dat er op heel wat vlakken grote dynamieken zijn binnen die verschillende diensten. We hebben het daarnet in de vorige vraag om uitleg gehad over het initiatief van de parketten in Antwerpen. Hier gaat het over de manier waarop de justitiehuizen opereren en de justitieassistenten bereikbaar en beschikbaar zijn voor mensen als er iets gebeurt. Ik denk dat dat een aantal goede evoluties zijn, die we natuurlijk allemaal op de voet moeten volgen.
Ik kijk ook uit naar het vervolg van een aantal zaken die u hier hebt vooropgesteld. Zo wordt er onder meer nagegaan hoe het tijdelijk huisverbod toch meer overal regionaal kan worden ingebed, onder meer naar de implementatie van de antennes en dergelijke meer. Zo kunnen we toch wel voor alle mensen die diensten meer bereikbaar en toegankelijk maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.