Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, het Steunpunt Taalwetwijzer is een laagdrempelig aanspreekpunt voor informatie over de toepassing van de taalwetgeving. Het heeft de taak om vragen van burgers, overheden, ondernemingen en andere organisaties over de taalwetgeving te beantwoorden. En dit in zeer uiteenlopende thema’s. Zo geeft de Taalwetwijzer onder meer informatie over taalgebruik in bestuurszaken, het bedrijfsleven, consumentenzaken en het onderwijs. Het verstrekt ook vrijblijvend juridisch advies en verwijst klachten door naar de bevoegde instanties zonder deze zelf te behandelen.
Sinds het werkjaar 2017-2018 publiceert het Steunpunt Taalwetwijzer elk werkjaar een jaarverslag. Uit het jaarverslag van het afgelopen werkjaar 2020-2021 blijkt dat het aantal geregistreerde vragen met 430 vragen ten opzichte van 389 vragen in het werkjaar voordien opnieuw is toegenomen. Ook de vaststelling dat het merendeel van de vragen betrekking heeft op het Nederlandse taalgebied wordt opnieuw bevestigd.
Volgens het Steunpunt blijft dit opmerkelijk omdat de erkenningsproblematiek van het Nederlands als bestuurstaal in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad een van de aanleidingen was voor de oprichting van de Taalwetwijzer. Hoewel het aantal cijfers over Brussel-Hoofdstad in absolute cijfers ongeveer 9 procent is gestegen, bedraagt het aandeel in relatieve cijfers, net zoals in het vorige werkjaar, 14 procent.
Na mijn parlementaire vragen en oproep besloot u om de bekendheid en de zichtbaarheid van het Steunpunt Taalwetwijzer bij het Brusselse doelpubliek te vergroten. Daarom heeft het Steunpunt van december 2020 tot maart 2021 een drieledige communicatiecampagne gevoerd. Deze campagne bestond uit een vernieuwde website, de verspreiding van een papieren brochure en een online en offline communicatiecampagne ter bekendmaking van de website en de brochure.
Uit het jaarverslag blijkt dat juist in die periode van december 2020 tot augustus 2021 11 procent meer vragen werden gesteld dan in dezelfde periode het werkjaar voordien. Sinds de lancering van de campagne is het aantal vragen over Brussel-Hoofdstad met een vierde toegenomen. Wat me vooral positief stemt is de enorme stijging van het aantal vragen omtrent de medische sector. Want we weten allemaal dat de kennis van het Nederlands en de juiste toepassing van de taalwetgeving er een enorm groot probleem is en blijft.
Globaal gezien duidt dit jaarverslag wel één ding echt aan: er is een stijgende vraag voor kennis over de taalwetgeving. Mensen willen hun rechten laten gelden en willen vooral nagaan of men wel degelijk niet het slachtoffer is geworden van taaldiscriminatie. Dat kan ik alleen maar toejuichen. We zijn er uiteraard nog altijd niet. De Taalwetwijzer kan zeker nog aan bekendheid winnen en ik ben er rotsvast van overtuigd dat er veel mensen nalaten klachten in te dienen of informatie in te winnen over hun taalrechten. Dat moet een centraal aandachtspunt blijven.
Tot slot is Taalwetwijzer maar een instrument. Het is het beleid in onze hoofdstad en bij de vele bestuurslagen dat uiteindelijk werk moet maken van een doorleefde tweetaligheid. Dat moet een van de centrale aandachtspunten van uw beleid blijven. Hierover wil ik aan u, minister, de volgende vragen stellen – het zijn er heel wat:
Hoe evalueert u het jaarverslag 2020-2021 van het Steunpunt Taalwetwijzer?
In welke mate bereikt het Steunpunt Taalwetwijzer, op basis van de cijfers uit het verslag, het beoogde doelpubliek en het gewenste doeleinde?
Hoe evalueert u de communicatiecampagne? Bent u van oordeel dat de campagne haar doel heeft bereikt?
Welke bijkomende stappen acht u noodzakelijk om de naamsbekendheid van Taalwetwijzer - zeker in Brussel - te verhogen?
Op welke manier hebt u het instrument van de Taalwetwijzer verspreid naar de verschillende Brusselse overheidsdiensten? Hebben zij een bijdrage geleverd in de verdere naamsbekendheid van het instrument?
Op welke manier zult u het komende jaar het belang van de taalwetgeving en de kennis van het Nederlands in Brussel centraal stellen in uw beleid? Hebt u in dit verband bijkomende acties gepland?
Minister Dalle heeft het woord.
Het jaarverslag, collega Tavernier, toont aan dat steeds meer Brusselaars en Vlamingen de weg vinden naar het Steunpunt Taalwetwijzer. De inspanningen om het steunpunt bekender te maken lonen.
In totaal kreeg het Steunpunt Taalwetwijzer in het werkjaar 2020-2021 430 vragen over de taalwetgeving. Dat is een stijging met bijna 11 procent in vergelijking met het vorige werkjaar. Toen waren het er 389. Tussen de lancering van de vernieuwde website in december 2020 en augustus 2021 ontving het steunpunt 25 procent meer vragen die betrekking hebben op Brussel-Hoofdstad. Uit de cijfers van het voorbije werkjaar blijkt dus dat steeds meer mensen hun weg vinden naar het Steunpunt Taalwetwijzer.
Net zoals de voorbije jaren bleef het aantal geregistreerde vragen – mede dankzij de meerledige communicatiecampagne die vorig jaar gevoerd werd – verder toenemen. Door de vernieuwde website werd bovendien nog extra ingezet op de laagdrempelige en toegankelijke informatieverstrekking voor de toepassing van de taalwetgeving. De Brusselaar kan bovendien snel alle specifieke informatie over Brussel opzoeken via deze website.
Uit het jaarverslag blijkt bovendien een stijging van het aantal vragen van Brusselaars. Dit bewijst dat het Steunpunt Taalwetwijzer wel degelijk gekend is en dat de zichtbaarheid en de bekendheid ervan in Brussel vergroot is.
Alles bij elkaar maakt dit dat ik als bevoegd minister tevreden ben met de resultaten van de campagne. Er is een steeds groeiende vraag naar heldere informatie over de taalwetgeving, ook in onze hoofdstad, en deze vraag wordt beantwoord door de Vlaamse overheid.
Via dit initiatief wordt bevestigd wat we eigenlijk al wisten: dat er nog heel wat fout loopt op het vlak van taalwetgeving en respect ervoor, zeker in de hoofdstad. Het is goed dat iedereen die met verzuchtingen of vragen zit over de taalwetgeving effectief op de juiste plek terechtkan. Maar de cijfers van het jaarverslag leren ons uiteraard ook dat er nog heel wat werk aan de winkel is als we ervoor willen zorgen dat iedereen op een correcte manier in het Nederlands wordt geholpen. Door de vragen naar informatie over de taalwetgeving houden we de vinger aan de pols.
Dat brengt me, collega Tavernier, bij uw vijfde vraag over de betrokkenheid van de Brusselse overheidsdiensten. Reeds bij de opmaak van de vernieuwde website en het campagnemateriaal heeft een projectgroep bestaande uit personeelsleden van de Vlaamse Gemeenschapscommisie (VGC) en het Huis van het Nederlands en het Huis voor Gezondheid, feedback gegeven om de inhoud van de website en de folder zo goed mogelijk af te stemmen op het Brusselse doelpubliek. Een bijkomend voordeel was dat hiermee ook de zichtbaarheid van het Steunpunt Taalwetwijzer bij de Brusselse partners is vergroot.
De folder gericht aan de Brusselaars werd via verschillende partners zoals de VGC en het Huis voor Gezondheid ook effectief verspreid. Ten behoeve van de raadsleden werd daarnaast een bijkomend notitieboekje opgesteld waarbij zij meer duiding kregen bij de folder. Alle Nederlandstalige gemeenteraadsleden, OCMW-raadsleden en parlementsleden van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (RVG) werden aangeschreven met het verzoek om mee te helpen aan de bekendmaking van het Steunpunt Taalwetwijzer.
In antwoord op uw vierde en uw zesde vraag wil ik eerst en vooral benadrukken dat ook het komende jaar het Steunpunt Taalwetwijzer evident een belangrijke – zoniet de belangrijkste – rol blijft spelen als wegwijzer bij taalproblemen en als doorverwijzer naar de bevoegde instanties. Het Steunpunt Taalwetwijzer zal ondersteuning blijven bieden aan burgers die vragen hebben bij de taalwetgeving in Brussel en personen doorverwijzen naar de bevoegde instanties en iedere inbreuk op de taalwetgeving zal worden vastgelegd.
Daarnaast neem ik, conform onze beleidsnota Brussel, ook zelf een signaalfunctie op in de richting van de Brusselse besturen om de Nederlandstalige dienstverlening te verbeteren. Op mijn vraag organiseert het Steunpunt Taalwetwijzer daarom in dit voorjaar een vormingsmoment ‘Taalwetwijzer Brussel’ voor de lokale en bovenlokale Nederlandstalige mandatarissen en verkozenen in Brussel over de taalwetgeving in onze hoofdstad. Die informatiesessie kadert in een tweede fase van de communicatiecampagne en zal er dus ook meteen toe bijdragen dat de naamsbekendheid van het Steunpunt Taalwetwijzer bij de Nederlandstalige Brusselse mandatarissen en verkozenen verder zal vergroten. Zij kunnen op hun beurt meehelpen om het Steunpunt Taalwetwijzer verder bekend te maken bij de Brusselaar.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Dank, minister, voor uw antwoorden. Ik ben blij te horen dat er nog initiatieven in het verschiet staan. Zoals ik in de commissie al meermaals heb aangekaart is het Steunpunt Taalwetwijzer een belangrijk sensibiliserend instrument in het kader van taalpromotie en de correcte naleving van de taalwetgeving. Het is dan ook een zeer goede zaak dat steeds meer Vlaamse Brusselaars hun weg vinden naar het steunpunt en zich niet zomaar neerleggen bij grove schendingen van hun taalrechten.
Minister, wat goed is mag gezegd worden. Ik wens u te danken voor de initiatieven. Ik ben zeer tevreden dat u gehoor hebt gegeven aan mijn oproep om een communicatiecampagne te voeren om die bekendheid van het Steunpunt Taalwetwijzer bij de Vlaamse Brusselaars te vergroten. Zoals gezegd, uit de cijfers van de voorgaande jaarverslagen bleek keer op keer dat het steunpunt onvoldoende bekend was bij de Vlaamse Brusselaars, terwijl het net opgericht werd omwille van de vele problemen met de taalwetgeving en de naleving van de taalwetten in Brussel-Hoofdstad.
De communicatiecampagne en de vernieuwde website lijken dus het tij gekeerd te hebben. Dat zien we aan de cijfers. Sinds de lancering van de campagne is het aantal vragen over Brussel-Hoofdstad toegenomen. U hebt dat nogmaals bevestigd. Ook de groei van het aantal vragen in de medische sector springt in het oog. Al zou ik toch willen opmerken, minister - ik weet niet of u dat ook zelf opgemerkt hebt - maar de vernieuwde website was eind vorig jaar, in december een tijdje offline. Ik kreeg geen toegang meer. Hebt u daar een verklaring voor? Het zou natuurlijk jammer zijn dat mensen met vragen over de taalwetgeving omwille van technische problemen niet terecht kunnen bij de Taalwetwijzer. Ik hoop dat dergelijke problemen zich in de toekomst niet meer voordoen.
Minister, de Taalwetwijzer is niet de enige instantie waar burgers terechtkunnen met hun taalvragen en taalklachten. Er is ook het Vlaams Meldpunt Taalklachten waar burgers terechtkunnen met klachten over de gebrekkige Nederlandstalige dienstverlening van Brusselse ziekenhuizen of de 100-diensten. Die meldingen worden doorgegeven aan de Taalwetwijzer, die de burgers verder informeert. Ik heb in deze commissie al vaker opgeroepen om deze overbodige tussenstap weg te werken en het meldpunt te integreren in de Taalwetwijzer, als enige aanspreekpunt voor taalvragen of taalklachten. Het Vlaams Meldpunt Taalklachten valt onder de bevoegdheid van minister Beke. Ik erken dat zeker. Waarom plant u geen overleg met de bevoegde minister om de inkanteling te bespreken? Hoe staat u daartegenover, als ik vragen mag? Eén aanspreekpunt voor taalvragen heeft alvast het voordeel van de duidelijkheid.
De heer Laeremans heeft het voorbeeld.
Ik vind het zeer goed dat dit meldpunt bekender wordt en dat er meer gebruik van wordt gemaakt. Dat toont aan dat het absoluut nodig is. Ik wil nog een stapje verder gaan want wat levert dit nu allemaal op voor het oplossen van taalwantoestanden? Dat is het belangrijkste. Is daar al enige verbetering te bespeuren door het feit dat er meer mensen gebruik van maken? Krijgt u ook feedback van de gebruikers daarover? Enkel doorverwijzen vinden wij te mager. Wij vinden dat er iets moet gebeuren. Als het centrum daartoe kan aanzetten, zeer goed, maar wij zouden graag hebben dat de respons daarop kan worden gebruikt om daadwerkelijk een aantal situaties aan te klagen en op te lossen.
De heer Bex heeft het woord.
Collega Tavernier, dank u wel voor uw vraag en, minister, voor het antwoord. Ik heb het jaarverslag doorgenomen en de website bekeken. Dat is echt een zeer degelijke, goede website geworden, waar je heel veel informatie over de taalwetgeving kunt terugvinden. Dat is een knappe website. Daarvoor zeker onze felicitaties. Het is zeer belangrijk dat hij er is omdat de problematiek rond de taalwetgeving, zeker in Brussel, nog bijzonder actueel is.
Ik moet toch, minister, een kanttekening plaatsen bij de hoerasfeer over het effect van de communicatiecampagne en de nieuwe website. We moeten ook de nederigheid hebben om vast te stellen dat het aantal contacten door die nieuwe campagne nu ook weer niet enorm gestegen is, van 389 naar 430, en dat ook het aandeel van Brusselaars die hun weg vinden naar de website beperkt is. Het is niet alleen door de concrete vragen die worden gesteld maar ook doordat men op de website informatie kan terugvinden dat het systeem zijn nut bewijst. Maar ik denk dat er nog altijd marge voor verbetering is. Ik zou bij wijze van spreken kunnen zeggen dat als collega Vanlouwe elke keer als hij hier een vraag stelt ook een melding zou doen bij de Taalwetwijzer, het contingent van Brusselaars al bijna zou opgebruikt zijn. Er is nog veel ruimte voor verbetering. Hetzij informeel hetzij formeel overleg met bijvoorbeeld de collega’s die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bevoegd zijn voor gezondheid zou daartoe kunnen bijdragen. Twintig vragen over medische thema’s lijkt mij al bij al beperkt. We zijn op de goede weg maar er is zeker nog verbetering mogelijk.
Collega Tavernier, ik begrijp de logica van uw vraag over het Vlaams Meldpunt Taalklachten. Het lijkt mij inderdaad voor de burger eenvoudiger wanneer er één aanspreekpunt is. Minister, ik ben dus benieuwd naar uw antwoord op het terechte standpunt van collega Tavernier.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, dank u voor de extra vragen.
Collega Bex, ik begin met het succes van de campagne. Het is juist dat we nog vooruitgang kunnen boeken. Absoluut! Zeker! Maar als je kijkt naar de vragen van Brusselaars, dan is er tussen de lancering van de vernieuwde website in december 2020 en augustus 2021 wel degelijk een stijging van 25 procent van vragen die betrekking hebben op Brussel-Hoofdstad. Dat gaat over een klein aantal, dat is juist. Maar proportioneel is dat toch een substantiële stijging. Ik ben akkoord dat we nog beter kunnen doen. We zullen dat effectief voortzetten.
Collega Tavernier, ik was niet op de hoogte van het technische mankement. Het toeval wil dat mijn kabinet deze namiddag samenzit met het meldpunt. Ze zullen het daar vermelden.
We hebben wel degelijk uitvoerig overleg gehad met het kabinet en de administratie van collega Beke over de integratie van het meldpunt en het Meldpunt Zorg. Zij zijn voorstander van het behoud van de huidige situatie. We sturen nu wel maandelijks de vragen die de Taalwetwijzer ontvangt via het meldpunt naar het agentschap, zodat men daar met die klachten aan de slag kan. Wij zetten daar zeker in op de versterkte samenwerking en het overleg. De vernieuwde website is op dat vlak ook inzichtelijk. Dat zorgt ervoor dat die opsplitsing voor de burger met klachten geen probleem hoeft te zijn, dat dat helder naar voren wordt geschoven en gecommuniceerd.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, dank u voor de bijkomende toelichting. Ik zal blijven pleiten voor de inkanteling van het Vlaams Meldpunt Taalklachten in het steunpunt. Het lijkt mij echt een onnodige tussenstap en inefficiënt. Ik zal dat bij u en ook bij minister Beke blijven doen.
Het Steunpunt Taalwetwijzer kent steeds meer succes. Dat is een heel goede zaak, maar het werk is inderdaad verre van klaar. De naambekendheid moet groter zijn. Bijkomende inspanningen zijn nodig om het bekender te maken. Ik hoor bij u de ambitie om dat te doen, om dat beter te doen. Ik ben heel blij dat te horen.
Hoewel de Taalwetwijzer een belangrijk sensibiliseringsplatform voor vragen is, blijft de effectieve naleving van de taalwetgeving de grootste bezorgdheid voor ons als fractie van de Vlaamse meerderheid. Dagelijks hoor en lees ik getuigenissen van burgers met vragen en klachten over de tweetaligheid in Brussel, van boetes die enkel in het Frans worden opgestuurd tot een gebrekkige Nederlandstalige dienstverlening in vaccinatiecentra in de Brusselse gemeenten. Ik zal dat uiteraard blijven aankaarten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.