Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Maertens heeft het woord.
De impact van corona op het openbaar vervoer is niet gering. Corona zal volgens mij ook blijvende effecten hebben op het anders gaan werken, want mensen zullen veel meer telewerken dan vroeger. Daardoor moeten ze minder op de werkvloer zelf aanwezig zijn. Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor de verplaatsingen, en dat is op zich een goede zaak: als er minder verplaatsingen nodig zijn, is dat goed voor de ecologische voetafdruk. Maar dat heeft natuurlijk ook een impact op het openbaar vervoer. Er zijn heel veel mensen die vanuit West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant naar Brussel, Gent, Leuven of Antwerpen pendelen om dagelijks hun job uit te oefenen.
We hebben het er in de commissie al veelvuldig over gehad, maar de flexibiliteit van de abonnementen zal daarbij ook een extra troef zijn voor het openbaar vervoer. Het blijft daar wat stil rond als het over De Lijn gaat. Bij de NMBS is dat anders. Vanaf dit jaar is er een flexibel abonnement ingevoerd. Daar is men sneller geweest. Het gaat over een abonnement op maat van de pendelaars die twee à drie keer per week naar kantoor gaan. De NMBS is niet over één nacht ijs gegaan. Er is in juni een proefproject geweest waar 6000 à 7000 werknemers aan deelnamen. Dat had goede resultaten, want het blijkt dat ongeveer 40 procent van de deelnemers zal kiezen voor zo’n flexibel abonnement. Bij dat Flex Abonnement kan de reiziger ervoor kiezen om 80 of 120 dagen naar keuze binnen een periode van 1 jaar van en naar een vaste werkplek te reizen, ofwel 6 of 10 dagen naar keuze per maand. Hoe dat concreet in zijn werk gaat, is nu niet zo van tel, maar je betaalt wel een prijs die lager is dan een jaarabonnement. Dat gaat dus over de treinreizigers in dit land. We hebben het er in deze commissie al een paar keer over gehad en ook u hebt dat al gedaan tijdens de begrotingsbesprekingen. Hoe zit het nu met het flexibel abonnement voor mensen die de bus en de tram van De Lijn nemen? Vooralsnog blijft het wat dat betreft stil.
Minister, wat is nu de actuele stand van zaken met betrekking tot de invoering van zo’n flexibel abonnement bij De Lijn? Wat is uw standpunt in dezen?
Welke elementen zorgen ervoor dat het bij De Lijn nog steeds wachten is op zo’n flexibel abonnement? Hoe komt het dat we vandaag nog geen flexibel abonnement voor bus- en tramreizigers hebben?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u voor uw vraag. We hebben het er inderdaad nog al over gehad, maar ik moet u meegeven dat De Lijn aangeeft dat men op korte termijn geen concrete plannen heeft voor de invoering van een deeltijds abonnement.
Voor het deeltijds werken is het het meest aangewezen om een Omnipas te gebruiken. Die wordt ook massaal gebruikt voor woon-werkverplaatsingen. Dat is vandaag reeds bijzonder goedkoop. Omdat u zoveel lof zwaait over de NMBS, zal ik misschien even de vergelijking maken. De NMBS heeft dus dat deeltijds of halftijds abonnement. Dat kost 85 euro per maand. Als ik dat vergelijk met een Omnipas, dan komt dat uit op 49 euro per maand. Voor twaalf maanden betaal je 339 euro. Kortom: de Omnipas is op dit ogenblik al een bijzonder goedkoop vervoerbewijs. Het is optimaal voor reizigers die dat twee dagen per week willen gebruiken om naar het werk te gaan.
Het Omnipasjaarabonnement is dus al bijzonder goedkoop in vergelijking met andere openbaarvervoermaatschappijen. Dat is niet alleen zo als je een maandabonnement met dat flexibel abonnement van de NMBS vergelijkt, maar ook de jaarabonnementen zijn hoe dan ook goedkoper dan de andere openbaarvervoermaatschappijen. De Lijn zal op dit ogenblik dus geen werk maken van een ander flexibel abonnement omdat men er al van uitgaat dat men massaal zal blijven gebruikmaken van de Omnipas.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik heb een flink deel van uw antwoord niet gehoord omdat hier een panne was. Ik heb wel gehoord, en dat is wellicht het belangrijkste, dat er geen concrete plannen zijn om daar op korte termijn werk van te maken. U hebt ook verwezen naar de bestaande abonnementen bij De Lijn en u hebt de prijs vergeleken met de NMBS. Ik wilde hier absoluut niet de loftrompet over de NMBS zwaaien, zeker niet, maar het is gewoon een thema dat een hele tijd geleden al ter sprake kwam na een conceptnota van de collega’s van CD&V in deze commissie. Toen werd aangegeven dat dat een interessant idee was en dat we dat verder zouden onderzoeken. Ik las in de periode november-december een interview met een verantwoordelijke van De Lijn die zei dat er nog geen akkoord was over de prijszetting inzake de flexibele abonnementen. Dat is toch iets anders dan nu te horen dat er geen plannen zijn. Dat kan wel de conclusie zijn van een verhaal of een traject dat heeft gelopen, al vind ik het toch wat raar, omdat er aanwijzingen zijn dat men daar wel degelijk naar gekeken heeft en dat er wel degelijk plannen waren, maar dat men daar inzake tarieven niet is uitgeraakt.
Alle begrip voor de standpunten die er zijn. Als er bij De Lijn vandaag abonnementsformules zijn die een flexibel abonnement nagenoeg uitsluiten, dan heb ik daar alle begrip voor. Het is alleen een beetje een vreemd parcours.
We hebben al vaak op die nagel geklopt, maar ik denk dat zo’n commerciële geste voor het imago van De Lijn en het beeld van de goede dienstverlener naar de reiziger en de vaste klanten toe wel interessant zou zijn. De cijfers wijzen vandaag ook uit dat slechts een beperkte fractie van de vaste pendelaars de bussen en trams van de Lijn nog gebruikt. Dat is ook evident vandaag, maar ik verwacht wel dat dat langetermijneffecten zal hebben. Zou het voor De Lijn dan niet goed zijn om wat dat betreft aan de klantenbinding te werken?
Gelet echter op het feit dat ik een flink stuk van uw antwoord heb gemist, zal ik dat dan wel in het verslag lezen. Ik heb dus voorlopig geen bijkomende vragen, voorzitter.
De heer Brouns heeft het woord.
De heer Maertens verwees er al naar, maar wij hebben daarrond in het recente verleden inderdaad een conceptnota ingediend. Als corona ons iets heeft geleerd, is het dat we snel moeten schakelen. We zullen, denk ik, blijven vasthouden aan de flexibiliteit van werken en de werkplek. Dat is ook goed om tegemoet te komen aan heel wat mobiliteitsuitdagingen. Het openbaar vervoer moet daar dan ook heel goed op inspelen. Ik stel mij dan de vraag, minister, of de Omnipas inderdaad een afdoend alternatief is voor het flexibele abonnement dat wij voor ogen hebben. Als de verschillende gebruikers die evalueren in de huidige omstandigheden, waarbij enorm veel flexibiliteit van de werknemers wordt verwacht, beantwoordt die Omnipas dan voldoende aan de verwachte flexibiliteit? In die zin is het, denk ik, belangrijk om grondig te evalueren of de Omnipas daaraan voldoet.
In het verleden is ook ooit geopperd dat dat een onderdeel was van de nieuwe beheersovereenkomst. Is dat vandaag zo of niet? Moeten we wachten op een nieuwe beheersovereenkomst om eventueel naar meer flexibele abonnementsregelingen te gaan dan vandaag het geval is? Bent u dus bereid om die Omnipas kritisch te evalueren in functie van een zo maximaal mogelijke flexibiliteit? Is dat dan gekoppeld aan de nieuwe beheersovereenkomst of is dat vandaag reeds mogelijk?
Minister Peeters heeft het woord.
Nog eventjes voor alle duidelijkheid: de Omnipas die vandaag voorhanden is en al bijzonder goedkoop is, is een vervoersmiddel dat men continu kan gebruiken. Men kan dat gebruiken voor het woon-werkverkeer, maar ook voor tussentijdse andere verplaatsingen. Bij De Lijn gelden abonnementen altijd voor het hele net. De Lijn zegt dat dat op dit moment de meest flexibele en goedkoopste methode is om je vervoer te betalen. Die Omnipas is al bijzonder goedkoop in vergelijking met de andere openbaarvervoermaatschappijen. Daarom is het vandaag niet echt aan de orde om nog een bijkomend abonnement voor bijvoorbeeld twee dagen per week voor louter en alleen woon-werkverkeer te voorzien.
Dat heeft niet rechtstreeks iets te maken met de beheersovereenkomst. Men heeft al een heel volwaardig alternatief dat bijzonder goedkoop is. Ik zal alsnog vragen om te onderzoeken of er nog een bijkomend abonnement nodig is, maar zoals men dat tot nu toe aangeeft, is de Omnipas een meer dan volwaardig alternatief. Ik denk dat we daar op dit ogenblik of op heel korte termijn geen verandering in zullen krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.