Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de te hoge CO2-concentraties op bussen en trams van De Lijn en de bijhorende coronabesmettingsrisico's
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
Om te starten, ook vanwege mijzelf de allerbeste wensen voor de collega’s. Hopelijk voor iedereen een vruchtbaar, maar vooral een gezond jaar. Ik denk dat dat toch wel zeer belangrijk is heden ten dage.
Minister, mijn eerste vraag voor u van het nieuwe jaar gaat over de hoge CO2-concentratie op drukke trams en bussen. De toegelaten CO2-concentratie op die trams en bussen blijkt geregeld overschreden te worden. Op piekmomenten zit er veel volk op het openbaar vervoer en dan gaat de CO2-concentratie sterk stijgen, waardoor op drukke trams en bussen de toegelaten CO2-concentratie van 900 deeltjes per miljoen (ppm) geregeld wordt overschreden. Dat bleek onlangs uit een steekproef van VRT NWS. Als er een besmette passagier in de buurt zit, verhoogt een hoog CO2-gehalte de kans op overdracht van het virus. In totaal werden tijdens de spitsuren 23 willekeurige ritten genomen op de metro's en trams in Brussel en Antwerpen. Op maar liefst meer dan de helft van de ritten gaf de CO2-meter een waarde boven de 900 ppm aan.
Nochtans adviseerde de Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19 (GEMS) om de maximumcapaciteit op het openbaar vervoer te halveren. De regeringen van ons land namen die beslissing uiteindelijk niet. Nochtans zou dat toch wel kunnen helpen, aldus experts.
De initiatiefnemers van de steekproef namen eind november, begin december verschillende keren de trein, tram, metro of bus, telkens tijdens de spitsuren voor en na de school of het werk. De veilige grens bij CO2-metingen wordt gelegd op 900 ppm, maar de boodschap is eigenlijk dat men de CO2-concentratie zo laag mogelijk dient te houden.
Op twaalf busritten vaak vlak na school met volle bussen werd zeven keer de drempel van 900 ppm overschreden. Vijf momenten gaven zelfs een waarde van boven de 1100 ppm aan, met uitschieters van 1451, 1525 en 1643 ppm.
De door de GEMS voorgestelde halvering van de maximumcapaciteit is volgens De Lijn niet nodig. Men raadt de reizigers aan om het gezond verstand te laten primeren en de maatregelen te volgen zodat men veilig het openbaar vervoer kan nemen. Tevens benadrukt De Lijn het belang van ventileren. Ventilatie op trams en bussen is cruciaal. In koudere periodes is het niet zo evident dat ramen in trams en bussen openstaan. De chauffeurs zien hier voor de start van hun dienst en tijdens pauzes wel op toe, maar ze kunnen dat natuurlijk niet om de haverklap controleren. Stickers in alle toestellen helpen de reizigers hieraan te herinneren. Hoewel het dakraam van de bussen vaak openstond en de buschauffeurs vroegen om goed het mondmasker te dragen, voelden de onderzoekers zich toch niet veilig. Hoe meer mensen, hoe groter ook de kans dat daar een besmet persoon tussen zit. Er bestaat dus zeker een besmettingskans als je op drukke momenten het openbaar vervoer neemt.
Minister, hoe staat u tegenover de houding van De Lijn die de verantwoordelijkheid grotendeels bij de gebruikers legt, zoals het nemen van de volgende bus, vroeger vertrekken en dergelijke meer, de door de overheid als veilig gestelde norm van 900 ppm niet onderschrijft en onomwonden stelt dat het pas bij 1200 ppm kritiek wordt? Zijn er verdere gegevens van gemeten CO2-waarden bij onze Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn? Zo ja, wat zijn de resultaten en hoe, waar en wanneer werden of worden ze uitgevoerd?
Niet enkel het openzetten van ramen, ook het gebruik van airconditioning is belangrijk bij een goede luchtkwaliteit. Zijn daarover geldende regels, en hoe zit het met het desbetreffende onderhoud, aangezien De Lijn, zoals we allemaal weten, op gebied van onderhoud eerder aan de slechte kant presteert?
Wordt er bij de aankoop van nieuwe bussen op toegezien dat er een ventilatiesysteem in de bus aanwezig is? Worden de chauffeurs en controleurs voldoende gewezen op ventilatie, en wordt dit voldoende gehandhaafd op de zogenaamde risicolijnen?
Hoe wordt door De Lijn geanticipeerd op de oprukkende omikronvariant, en deelt de minister de aanbeveling van FFP2-maskers? Zullen deze eventueel tegen een gunstig tarief door De Lijn aangeboden worden?
Bent u bereid om de voorgestelde maatregel van de GEMS tot halvering van de maximumcapaciteit in de praktijk toe te passen?
De heer Maertens heeft het woord.
Op mijn beurt een zeer prettig en hopelijk gezond 2022 gewenst aan iedereen, ook aan de medewerkers van het parlement.
De collega heeft daarnet het onderzoekje, de steekproef van de VRT-nieuwsdienst geschetst. Ik zal daar niet meer op terugkeren. De resultaten zijn gekend.
Hoewel de coronacrisis zorgt voor heel wat minder reizigers op bussen en trams van De Lijn, is en blijft het cruciaal om het risico op besmetting op bussen en trams zo laag mogelijk te houden. Minister, u zorgde eerder al voor het inleggen van extra bussen om de spreiding te garanderen, de drukte te spreiden maar ook het besmettingsrisico op de bussen te spreiden. Maar we weten nu ook, en het onderzoek wijst er nog eens op, dat ook ventilatie cruciaal is in het verhaal. De ramen op bussen en trams moeten openstaan en dat ook blijven. De chauffeur zorgt hiervoor bij aanvang van de rit en kan dat tijdens zijn pauze controleren, maar hij kan dat natuurlijk niet de hele rit door doen. Dat is nagenoeg onmogelijk. Dus vind ik wel dat de reiziger daar ook een zeer belangrijke verantwoordelijkheid in heeft.
Minister, in die context wil ik u een aantal vragen stellen. De steekproef waarvan sprake is een initiatief van de VRT-nieuwsdienst. Ik vraag me af of De Lijn zelf ook dergelijke controles uitvoert. Als dat zo is, zijn er dan resultaten van? Zo ja, welke resultaten zijn het? Zo niet, waarom doet De Lijn dat dan niet? Is het mogelijk om dat toch te doen? Is De Lijn van plan om zo'n onderzoekjes of steekproeven wel mogelijk te maken? Ik denk dat dat nuttig kan zijn.
Welke concrete opdrachten krijgen de chauffeurs van De Lijn inzake de ventilatie en het nazicht daarop? Er zijn al het vooraf openzetten en controles tijdens de pauze, maar zijn er andere zaken waar men op moet letten? In welke mate worden die afspraken doorgetrokken en gecommuniceerd naar de onderaannemers en de chauffeurs die daar aan de slag zijn? Dat is immers een zeer belangrijke groep die we niet uit het oog mogen verliezen.
Derde element: de chauffeur kan zoals gesteld niet altijd controleren of de ramen wel open blijven, ook de reiziger heeft hierin een grote verantwoordelijkheid. Op welke manier sensibiliseert De Lijn de reizigers daartoe? Is De Lijn van plan om ter zake een extra tandje bij te steken, zeker na het lezen van de resultaten van de steekproef van de VRT-nieuwsdienst?
Vierde element: het klinkt misschien banaal, ik heb twee linkerhanden, dus aan mij zal het niet liggen, maar is er misschien een eenvoudige technische oplossing om de ramen van bussen en trams permanent open te houden? Zo ja, dan kan dit niet zo heel erg moeilijk zijn en moet dit misschien wel worden uitgevoerd op alle bussen en trams. Dan zijn we van nodeloze discussies af.
Minister, ik heb nogmaals verwezen naar de extra bussen die u een tijd geleden hebt ingelegd om de drukte te spreiden. Hoe evalueert u tot vandaag de inzet van die extra bussen? Zijn er plannen om tijdens de resterende zes maanden van dit schooljaar daarbovenop nog nieuwe extra bussen in te schakelen om de drukte maximaal te spreiden, nu we die resultaten kennen? Het is al een tijdje geleden dat dit nog eens aan bod kwam: in welke mate is de druktebarometer van De Lijn zelf een instrument om te bepalen op welke verbindingen die extra businzet nodig zou kunnen zijn?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de vragen. U weet allemaal dat sinds de aanvang van de pandemie De Lijn allerlei maatregelen neemt om het reizen met bus en tram zo veilig mogelijk te laten verlopen, dit met een aantal maatregelen die continu worden gecommuniceerd en die men ook ziet in de bussen en trams zelf, namelijk de mondmaskers, het afstand houden waar mogelijk maar ook het continu poetsen en ontsmetten van voertuigen. Er wordt ook continu ingezet op ventilatie en verluchting, niet alleen van de toestellen maar uiteraard ook van de gebouwen. Verder is er ook geen verkoop meer in de trams en de bussen zelf. Reizigers moeten allemaal achteraan opstappen. De chauffeurs zitten afgesloten met plasticfolie en er is nog altijd de druktebarometer waarbij de reizigers allemaal het advies krijgen om die te consulteren en indien mogelijk de drukke ritten te vermijden. Dat zijn tal van maatregelen die van bij de aanvang werden gecommuniceerd en die niet alleen gelden voor de bussen die in regie van De Lijn rijden maar uiteraard voor ook die van de pachters.
Sinds het duidelijk is dat verluchting en ventilatie een cruciale verdedigingsstrategie zijn, zet De Lijn maximaal in op het verluchten van voertuigen. Ventileren staat boven verwarmen of koelen van het voertuig. In samenwerking met de constructeurs wordt steeds nagegaan hoe buitenlucht maximaal gebruikt kan worden om de voertuigen te ventileren. Recuperatie van lucht wordt maximaal vermeden.
De heer Maertens heeft het zelf al gezegd: chauffeurs verluchten hun voertuig bijkomend door het openen van de deuren. Dat kunnen ze doen bij aanvang en op het einde van de rit. Maar als tussendoor bepaalde reizigers vinden dat ze te veel tocht hebben en de ramen of luiken sluiten, dan is dat natuurlijk een vervelende zaak. Daarom doe ik ook de oproep aan iedereen om alles open te laten.
Daar waar mogelijk kan er ook maximaal worden ingezet op een bredere spreiding van de reizigers. Daarvoor is de druktebarometer zeker een handige tool. Ook daar wordt gevraagd aan de reizigers om zelf de druktebarometer te raadplegen en wanneer bepaalde ritten veel te druk zijn, eventueel een vroegere of een latere rit te nemen om te komen tot een betere spreiding.
Ik kom tot de metingen. Er wordt in de vragen verwezen naar de steekproef die genomen is door de VRT. Ik kan u meegeven dat De Lijn zelf uiteraard ook een aantal meetcampagnes heeft gedaan, zowel De Lijn zelf als de externe dienst voor preventie op het werk.
Ook Idewe heeft metingen gedaan in verschillende regio’s, op verschillende tijdstippen en in verschillende voertuigtypes. De resultaten zijn zeer divers en de vooropgestelde grens van 900 ppm (deeltjes per miljoen) werd in sommige gevallen voor korte tijd overschreden. De oorzaak hiervan is telkens onvoldoende ventilatie. Vandaar dat De Lijn benadrukt aan de reizigers (via communicatie) en aan de chauffeurs (via interne instructies en communicatie aan de exploitanten) om alle regels rond ventilatie zo consequent mogelijk op te volgen. Ook in 2022 zijn er al metingen ingepland. De metingen worden op regelmatige basis herhaald.
Wat betreft de voertuigen van De Lijn heb ik in mijn antwoord op de vragen om uitleg in de commissie van 9 december 2021 al stilgestaan bij de ventilatiemogelijkheden bij de voertuigen van De Lijn. Op de nieuwere voertuigen is een goed uitgerust ventilatiesysteem aanwezig; bij de oudere voertuigen is het van cruciaal belang om de dakvensters en de klapvensters open te laten. Er is niet meteen een technische oplossing voorhanden om de handmatig bediende ramen van bussen en trams permanent open te houden. Daarvoor reken ik op het gezond verstand van de reizigers. Zij weten intussen ook al wel dat ventilatie een heel belangrijk preventiemiddel is tegen de pandemie.
Wat vind ik van het voorstel van experten om capaciteit te beperken? De Lijn is geen voorstander van een beperking van de maximale capaciteit voor openbaar vervoer omdat dit praktisch erg moeilijk te organiseren of te controleren is. Bovendien doet een dergelijke beperking afbreuk aan de maatschappelijke opdracht van De Lijn en dit kan voor problemen zorgen voor de mobiliteit van mensen die zijn aangewezen op De Lijn voor essentiële verplaatsingen. De Lijn geeft aan dat een beperking van de capaciteit aanleiding kan geven tot een gedrum aan de haltes om als eerste op te kunnen stappen. Dergelijk gedrum is helemaal niet wenselijk in coronatijden. Bovendien vreest De Lijn dat controles aan bepaalde haltes leiden tot verschuivingen naar andere, nabijgelegen haltes. Het is moeilijk om elke halte in heel Vlaanderen continu te controleren. Voorts kunnen in het gedrum incidenten tussen reizigers onderling of tussen reizigers en medewerkers en mogelijk agressiegevallen ontstaan. Overigens is de praktische afdwingbaarheid niet haalbaar, vooral in stedelijk gebied waar aan elke halte mensen willen afstappen of opstappen.
De laatste vraag gaat over het inzetten van extra voertuigen, de zogenaamde versterkingsritten. De versterkingsritten in de piekuren, zeker voor de schoolgaande jeugd, hebben hun nut bewezen, maar sinds oktober van vorig jaar zijn ze stopgezet. Doordat de vaccinatiecampagne op volle toeren draaide, achtte men het niet meer nodig, ook al gezien de enorme meerkosten. Als zou blijken dat dit opnieuw een noodzaak wordt, dan kan dat misschien wel overwogen worden, maar de ruime vaccinatie is een argument om niet opnieuw versterkingsritten in te zetten.
De heer Verheyden heeft het woord.
Het is inderdaad wel zo dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is. Enerzijds is het een verantwoordelijkheid van De Lijn en anderzijds weten ook al de passagiers hoe ze zich moeten gedragen. Er zijn toch wel een aantal opvallende antwoorden waarbij ik even de wenkbrauwen frons. Bijvoorbeeld zegt u dat de versterkingsritten ten behoeve van de schoolgaande jeugd zijn stopgezet wegens de kostprijs. Dat zal wel kloppen. Maar een tweede reden zou zijn dat de vaccinatiecampagne op volle toeren zou draaien. Ondertussen hebben wij toch al gezien dat het aantal besmettingen met de nieuwe omikronvariant de pan uit swingt. Ik denk dat wij weer versterkingsritten of extra capaciteit moeten overwegen precies omdat er nu een veel groter besmettingsrisico is met de nieuwe variant. Wij hebben van de week de cijfers gezien. Het aandeel van het openbaar vervoer in het woon-werkverkeer is gedaald met 5,7 procent. Dat is dus eigenlijk in vrije val. De mensen voelen zich inderdaad niet echt veilig op het openbaar vervoer. Dat is helemaal niet de schuld van de chauffeurs die erop moeten toezien dat de ramen open staan. Maar het is ook de verantwoordelijkheid van De Lijn om ervoor te zorgen dat de mensen zich wel degelijk veilig voelen op het openbaar vervoer. De Lijn moet alles doen om het besmettingsrisico terug te dringen.
Ik heb geen antwoord gekregen over de FFP2-maskers. Ze verschijnen meer en meer in het straatbeeld. Misschien moet ook daarop meer ingezet worden. Over de beperking van de capaciteit moet nagedacht worden, zeker met het risico van de nieuwe variant. Waarom kunnen er geen CO2-meters geïnstalleerd worden in de bussen; in de horeca moet het wel? Dan kan er opgetreden worden wanneer de CO2-concentratie de kritische drempel overschrijdt. Bent u bereid om De Lijn aan te zetten bijkomende maatregelen te nemen, zeker met het huidige besmettingsrisico?
De heer Maertens heeft het woord.
Ik ben het absoluut met u eens, minister: het is een gedeelde verantwoordelijkheid. De Lijn kan haar best doen en haar chauffeurs ook om de accommodatie zo goed mogelijk aan te wenden, maar het is aan de reizigers zelf om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Dat zei ik ook in het begin van mijn tussenkomst.
Wat de extra ritten betreft, ga ik ervan uit dat de druktebarometer goed bekeken wordt door De Lijn zelf. Zo kunnen zij weten waar de drukke lijnen zijn. Ook de chauffeurs kunnen daarover feedback geven aan hun werkgever. Ik kan mij voorstellen dat het op de piekuren soms wel beangstigend kan zijn. Ik begrijp dat het een zoeken is naar een precair evenwicht tussen zo weinig mogelijk risico en de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer. Als wij 100 procent veiligheid willen, moeten wij de bussen niet meer laten rijden. Maar wij moeten de klanten aan de openbaarvervoersmaatschappij kunnen binden.
Ik wil nog even doorgaan op de druktebarometer. Is dat wel een succes? Weten wij bijvoorbeeld hoeveel reizigers dit instrument effectief consulteren? Wij kunnen heel veel doen om de drukte te meten, maar als de reizigers geen gebruik maken van de resultaten heeft die barometer geen zin. Wat doen wij om de druktebarometer te promoten? Ik neem aan dat als je abonnee bent je af en toe de app of de website van De Lijn raadpleegt. Toch meen ik dat we met de vaste klanten nog net iets meer moeten doen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, we hebben het in deze commissie al meermaals over dit onderwerp gehad. Ik denk dat het belangrijk is dat reizigers er zo veel mogelijk op moeten kunnen vertrouwen dat ze op een veilige manier de bus kunnen nemen. Goede ventilatie en luchtkwaliteit zijn daar ontzettend belangrijk in. We hebben in de commissie ook al gezegd – ik denk dat collega Lambrecht er straks ook nog over zal tussenkomen – dat er een probleem was met de software voor het aanzetten van de klimaatregeling, waardoor de dakluiken automatisch sloten. U hebt inderdaad in de commissie van 9 december gezegd dat de problemen opgelost zouden zijn. Van een 1400-tal bussen moest de software aangepast worden. Ondertussen krijgen wij signalen dat dat niet zo zou zijn en dat er dus nog altijd bussen zijn waarvan de dakluiken sluiten als de klimaatregeling wordt aangezet. Hebt u die signalen ook ontvangen? Klopt dat?
Twee, hoe zit het met de klimaatregeling die nog niet is aangepast op bussen van onderaannemers?
Drie, zijn er ook nog altijd bussen zonder klapvensters? Vaak wordt gezegd dat de reizigers klapvensters moeten openzetten, maar wij hebben begrepen dat er ook bussen zijn zonder klapvensters. Hoe zit het daar dan op het vlak van ventilatie?
Wat metingen betreft, hebt u in het verleden altijd gezegd dat er geen stabiele metingen zijn, omdat de deuren voortdurend open en dicht gaan. Ik blijf erop hameren dat die metingen belangrijk zijn. Net als collega Verheyden vind ik het ook belangrijk dat er wel CO2-meters in de bussen komen.
Tot slot is er de druktebarometer. Ik hoor collega Maertens zich afvragen: “Gebruiken reizigers die?” Dat is inderdaad belangrijk, maar de vraag is ook of De Lijn de druktebarometer gebruikt. De Lijn zou dat instrument moeten gebruiken, al dan niet om bijkomende ritten in te zetten.
Als allerlaatste vraag: de scholen zijn ondertussen weer open en dus zal de drukte weer toenemen. Ik denk dat het belangrijk is om continu te monitoren, zodat we zeker op de piekmomenten, indien nodig, versterking kunnen inzetten.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, ik kom even tussen in naam van collega Brouwers, die hier helaas niet aanwezig kon zijn omdat ze nog altijd herstelt van een ongeval. Veel sterkte thuis, Karin, en hopelijk ben je hier snel weer aanwezig om het dossier mee op te pakken.
Mevrouw Brouwers heeft op 9 december de problematiek aangekaart. We zaten toen nog volop met de deltavariant; omikron was nog onderweg, maar woedt vandaag heel hevig. Het ging toen ook over de metingen, zoals vandaag opnieuw. Het was inderdaad, zoals u toen antwoordde, niet zo evident om metingen te doen, zeker omdat bussen vaak stoppen en mensen op- en afstappen. Dat neemt echter niet weg dat je naar een bepaalde context kunt gaan om het toch zo goed mogelijk te organiseren. Een stadsbus stopt als het ware om de halve kilometer en daar is heel veel passage op en af. Daarnaast zitten mensen soms een kwartier of een halfuur op een bus. Daarmee wil ik aangeven dat je naar een wetenschappelijke context kunt gaan om wel naar objectieve resultaten te kunnen gaan om iets te doen ter verbetering van die luchtkwaliteit op de bussen.
Er zijn vandaag bussen – u verwees er al naar – die waarschijnlijk heel goed zijn uitgerust met state-of-the-art mechanische ventilatie, waar het klimaat, al dan niet met geopende vensters, optimaal is. Daarnaast heb je nog oudere bussen zonder mechanische ventilatie. Daar moet geïnvesteerd worden, zoals we vandaag doen in lokalen, in luchtreiniging. Luchtreinigingstoestellen hoeven niet altijd even duur te zijn. Wordt er naast ventilatie ook gekeken naar luchtreinigingstoestellen voor bussen?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, collega’s, eerst en vooral mijn beste wensen.
Er is al veel gezegd, dus ik ga heel kort een eigen punt maken. Ik verwijs ook naar de vergadering van 9 december, waarop u bevestigd hebt dat het softwareprobleem voor de ventilatie opgelost zou zijn. Daarna hebben heel veel buschauffeurs uit West-Vlaanderen mij gecontacteerd dat dat nog helemaal niet zo is. U geeft dat nu ook toe. Ik wil hier toch even benadrukken dat dat niet over weinig bussen gaat. De collega zei dat het gaat over oudere bussen, maar voor Brugge gaat dat al over tien bussen in de binnenstad en veertig rond de stad. Daarmee zitten we aan vijftig bussen die rondrijden zonder ventilatie die naar behoren werkt, in tijden van omikron. In de rest van West-Vlaanderen is het nog erger, want in Brugge hebben we hybridebussen en daar werkt het wel goed. Het is dus wel degelijk een niet te onderschatten probleem. Uiteraard is het een gedeelde verantwoordelijkheid, maar reizigers kunnen er niets aan doen als de ramen niet opengaan om te ventileren. Mijn vraag is eigenlijk of er geen richtlijnen moeten komen om oudere bussen, die dus niet ventileren, niet meer in te zetten in de spits of de drukste momenten. Kan daar geen oplossing voorzien worden om de boel wat te herschikken, zodat de veiligere bussen dan rijden op de drukste momenten?
De heer Keulen heeft het woord.
Goede collega’s, hoe onvolmaakt ook, maar als het over corona of covid gaat, spelen wij in Vlaanderen twee of drie reeksen hoger dan onze buurlanden. Ik heb een zeer goed zicht op Nederland – hier wonen ook 7000 Nederlanders en er is die gedeelde grens. Als het gaat over vaccinatie en mondmaskers, dan scoort Nederland natuurlijk pakken lager. Sommige mensen komen je heel trots zeggen dat ze tweemaal gevaccineerd zijn, sommigen komen ook heel trots zeggen dat ze één keer gevaccineerd zijn. Praten we over de boosterprik, dan kennen ze dat helemaal niet. Een aantal Nederlanders dragen het mondmasker – laten we positief zijn –, maar ze hebben het er toch heel moeilijk mee en we zien dat ook in onze winkelcentra. Met die twee dingen samen, wat Vlaanderen onderscheidt, in de goede zin, van de buurlanden, samen met een stuk luchtcirculatie door constructies in de daken van bussen en in de vensters, denk ik dat je een relatief goed aanbod kunt doen aan onze reizigers, toch in vergelijking met onze buurlanden, hoe onvolmaakt ook.
Elders gebeurt het niet anders. In Nederland rijden er ook geen drie bussen achter elkaar en zijn de bussen ook niet beter. De situatie is vergelijkbaar met die van ons, maar dan met een lagere vaccinatiegraad en heel veel moeilijkheden als het gaat over mondmaskerdracht, wat voor hen eigenlijk uitgesloten is. Dan is dat bij ons toch vrij behoorlijk, zeker als je dat vergelijkt met de scholen. We hebben CO2-meters. Als die signaleren dat de concentratie CO2 te hoog wordt in de lucht, dan geeft men aan de kinderen het signaal om hun jassen aan te doen, gaat de chauffage hoger en gaan de vensters open.
Maar ik keer terug naar de bussen. Ik denk dat we er op dat vlak, ten opzichte van de rest van de wereld, het beste van maken. Beter kan natuurlijk altijd, maar wat de minister ook zei: met de vaccinatie, met de mondmaskers en met een stukje luchtcirculatie – en dan moeten reizigers ook verdragen dat die dakconstructies opengaan –, kun je een veilig openbaar vervoer aanbieden, zeker niet slechter dan in onze buurlanden.
De heer Bex heeft het woord.
Het moet de eerste keer zijn dat ik collega Keulen hier hoor zeggen dat Vlaanderen het op het vlak van bussen beter doet dan Nederland, maar goed, dat is niet de essentie van deze discussie.
Ik wil twee bedenkingen maken, ten eerste over de verantwoordelijkheid van de reizigers. We mogen de verantwoordelijkheid niet al te veel bij de reizigers leggen. Vaak is het zo dat iemand die alleen op de bus zit, of met heel weinig, het raampje zal toeklappen als het tocht. Dan is het niet zo evident, als je nadien met meerdere mensen op die bus zit, om dat raampje weer te gaan openzetten, door een zekere sociale druk; er is in de omgeving altijd wel iemand die het te koud vindt. Die verantwoordelijkheid bij de burgers leggen, dat is een moeilijke zaak. We mogen ons daar niet achter verschuilen.
Twee, ik vind het eerlijk gezegd een beetje pijnlijk dat we twee jaar na de intrede van corona nog altijd geen betere draaiboeken hebben om met deze crisis om te gaan. Dat moet nu toch eindelijk eens een aandachtspunt worden. Als ik de minister hoor zeggen: “Men is van oordeel dat er momenteel ruime vaccinatie is en dat we dus geen extra bussen moeten inleggen”, dan neem ik aan dat u dat in de gaten houdt en beslist, dat u de vinger op dat vlak aan de pols houdt.
In het algemeen ben ik het eens met heel veel opmerkingen die hier gemaakt zijn. Een belangrijke les die we moeten trekken, ook voor de toekomst, is dat als wij ons openbaar vervoer ‘future proof’ willen maken, we moeten zorgen dat die infrastructuur up-to-date is. De problemen doen zich voor met de oudste bussen, met de bussen die niet uitgerust zijn op een moderne manier. Daar zit het probleem. Als wij een performant openbaar vervoer willen, moeten wij ook bussen hebben die beantwoorden aan de normen die daar vandaag aan gesteld worden. En dat is nog altijd een groot verschil met bijvoorbeeld Nederland, waar die vernieuwing al veel verder staat.
Minister Peeters heeft het woord.
Er zijn heel wat bijkomende vragen, collega’s. In tegenstelling tot wat de heer Bex zegt, ben ik wel van oordeel dat het hier een gedeelde verantwoordelijkheid is. Eenieder weet vandaag de dag dat ventilatie echt wel essentieel is. Ventilatie in gebouwen, maar ook ventilatie in tramtoestellen en bussen: iedereen weet dat dat essentieel is. En als men dan toch zegt dat het tocht en men gaat gauw de ramen of het dakluik sluiten, weet men dat dat nefast is voor de gezondheid. Ik deel dus wel de mening van heel wat andere collega's, die zeggen dat het wel degelijk een gedeelde verantwoordelijkheid is en blijft. Ook de reizigers moeten de klapvensters en het dakluik open laten. Men kan niet verwachten dat de chauffeur midden in een rit gaat stoppen om er zelf voor te zorgen dat die geopend worden.
Mevrouw Lambrecht, u zegt dat er vooral in uw regio heel wat oudere bussen zijn waar dat nog niet automatisch werkt. Ik had in eerste instantie van De Lijn begrepen dat men dat probleem grotendeels had opgelost. U zegt dat dat nog niet overal zo blijkt te zijn. Ik neem dat zeker mee en zal dat ook terugkoppelen naar De Lijn, zodat ze er zeker voor zorgen dat er alleszins overal de mogelijkheid is dat die luiken open blijven en dat ze niet automatisch sluiten. Dat zal ik zeker meegeven. En desgevallend moet men bij die voertuigen waar het niet optimaal werkt, zeker in de spitsuren ervoor zorgen dat het dan wel werkt.
Dan kom ik bij het verhaal van de druktebarometer en het verhaal van de bezettingen. We weten vandaag – en dat is inderdaad deze week nog in een of andere enquête tot uiting gekomen – dat de bezettingen bij De Lijn en ook bij de andere openbaarvervoersmaatschappijen nog altijd lager zijn. Dat heeft natuurlijk voor een heel groot stuk te maken met telewerk. Dat heeft ook voor een groot stuk te maken met het feit dat er heel veel uitval is ingevolge corona en tal van besmettingen en/of isolatie. Er is dus veel minder volk op de bussen. Maar als er natuurlijk her en der toch te veel volk zit, is het ten eerste zaak om zo veel mogelijk die druktebarometer te controleren. En als dan blijkt dat er toch nog lijnen structureel overbemand zijn, dan neemt De Lijn, zo is mij toch alleszins verteld, De Lijn die meldingen ook ter harte en gaat ze in de mate van het mogelijke ook bepaalde verschuivingen doen. Dat is ook de opdracht die zij gekregen heeft: zorg ervoor, zeker in de piek, dat daar zeker niet minder bussen worden ingezet, maar dat men eventueel de frequentie of dergelijke kan verhogen. Maar daar waar er dan een pak minder volk op zit, kan men eventueel wel op die manier verschuiven, om er zo voor te zorgen dat er geen overbezetting is.
Er was ook nog een vraag over de FFP2-maskers, van de heer Verheyden. Mijn excuses dat ik dat nog niet in de eerste ronde had gezegd. Op dit ogenblik zijn die nog niet verplicht. Ook de CO2-meter is nog niet verplicht. Alleszins is De Lijn wel gesensibiliseerd om zeker toch minstens voor het eigen personeel wel al te zorgen voor de aankoop van die FFP2-maskers, omdat we her en der ook wel de signalen krijgen dat die nog voor een betere bescherming en beveiliging zorgen.
De druktebarometer is sowieso toegankelijk voor de reizigers. Mijnheer Maertens, ik heb op dit ogenblik niet de recente cijfers van hoe vaak of hoeveel die bevraagd wordt. Ik weet wel dat De Lijn dat zelf ook mee controleert.
U weet dat we bij aanvang een paar keer problemen hadden. Ik denk dat er toen juist regen en een soldenperiode was, toen de druktebarometer nog niet optimaal in werking was. Dan zeggen we natuurlijk duidelijk: als je toch in een soldenperiode wilt gaan shoppen en het is een regendag, neem dan niet de bus of de tram, ook op het moment dat men weet dat er heel veel schoolgaande jeugd en dergelijke is. Dus in die zin blijven we erop hameren dat men de druktebarometer zeker moet controleren. Dat blijft sowieso de boodschap. Los daarvan gebruikt De Lijn zelf uiteraard ook de meldingen en de druktebarometer om te kijken of er her en der moet worden bijgestuurd.
De metingen blijven wel degelijk heel belangrijk. We zullen die ook in 2022 verder laten doen. Enerzijds plant De Lijn zelf opnieuw steekproefsgewijs een aantal metingen. En anderzijds zal ook IDEWE, de externe preventiedienst, zelf ook nog voor metingen zorgen. Dat is wel degelijk belangrijk. Men blijft die ook opvolgen. We weten natuurlijk ook dat dat een steekproef is. Het ene moment zal de meting goed zijn, het andere moment, als een deur even te lang niet is geopend, kan dat natuurlijk iets slechter zijn. Maar men blijft het alleszins nauwgezet opvolgen.
Mijnheer Brouns, u vroeg naar de luchtreinigingen. Men behelpt zich op dit ogenblik. Die luchtreinigingen zijn nu niet verplicht. Men blijft volop inzetten op alle maatregelen die wat dat betreft al gecommuniceerd zijn. En die ventilatie, gewoon de buitenlucht naar binnen laten komen, is en blijft sowieso het belangrijkste.
Tot slot is er het verhaal dat er nog altijd geen draaiboeken zouden zijn, mijnheer Bex. Er is wel degelijk een protocol voor alle openbaarvervoerdiensten, dat ook door de experten binnen de GEMS mee geviseerd is. En die protocollen worden ook wel degelijk gehonoreerd.
Dan zijn er nog de versterkingsritten. In oktober 2021 zaten we met een vaccinatiecampagne die zeer goed verliep. De heer Keulen heeft de vergelijking gemaakt met Nederland. We hadden daar een zeer geslaagde vaccinatiecampagne. Toen is inderdaad de boodschap gegeven, gelet op het feit dat we ook al alle schoolgaande jeugd en dergelijke mee hebben kunnen vaccineren, dat we geen extra versterkingsritten zouden inzetten. Mocht dat straks om welbepaalde redenen toch nodig zijn, en kan de problematiek van druk openbaar vervoer niet opgelost worden door bepaalde ritten te verschuiven of door de frequentie van bepaalde ritten van bussen of trams te vergroten, dan zullen we dat dan moeten bekijken. Op dit ogenblik hebben we die signalen niet. Maar als dat her en der wel gebeurt, geef die meldingen dan het liefst altijd door. Dan kunnen we daar zeker verder mee aan de slag. Dat is ook de boodschap die De Lijn zelf altijd geeft, ook aan schoolgaande jeugd en dergelijke: meld het als er te veel overbezettingen zijn. Neem zelf natuurlijk een deel van de verantwoordelijkheid, maar dan kan desgevallend ook bijgestuurd worden.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoorden. Ik denk dat alle deelnemers aan deze vergadering het erover eens zijn dat het van primordiaal belang is dat reizigers zich op een zo veilig mogelijke manier kunnen verplaatsen. En dat daar voor een stuk een gedeelde verantwoordelijkheid bij hoort, is evident. Maar nogmaals, mijn visie is dat De Lijn de hoofdverantwoordelijke is. De Lijn moet ervoor zorgen dat passagiers zich veilig voelen wanneer ze zich verplaatsen.
U zegt dat u de geldende maatregelen volgt die er nu zijn. Wel, dan denk ik dat u een tandje bij moet durven te steken. Er is voortschrijdend inzicht, bijvoorbeeld rond de FFP2-maskers op het openbaar vervoer. Ik denk dat wij moeten durven te zeggen dat wij het aanraden om op het openbaar vervoer FFP2-maskers te dragen.
Wat betreft de CO2-meters: als dat moet in de horeca, moeten we dat zeker durven te doen op een bus die druk bezet is. Die versterkingsritten, eventueel tijdens de spits – ik denk dat dat het meest logisch is –, moeten we durven in te voeren. Enkel op die manier kunnen we de reizigers een maximaal veiligheidsgevoel geven. Enkel op die manier kunnen we ervoor zorgen dat de CO2-waarden op de bussen beperkt blijven. En enkel op die manier kunnen we ervoor zorgen dat reizigers het openbaar vervoer geen vaarwel gaan zeggen, maar dat ze gebruik blijven maken van dat openbaar vervoer. De Lijn heeft dat ook absoluut nodig.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik denk dat het openbaar vervoer zo coronaveilig mogelijk moet zijn. Dat is de boodschap. Ik ga niet mee in het verhaal van sommigen die eigenlijk vinden dat enkel De Lijn daar de grote verantwoordelijkheid heeft en dat de reiziger zelf veel minder verantwoordelijk moet worden gesteld. Ik ga daar niet in mee. Ik vind echt dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is.
Ik ga ook niet mee in een verhaal waarbij we pretenderen dat met allerlei extra maatregelen het openbaar vervoer nul risico loopt. Dat is onmogelijk. Dat nulrisico is onmogelijk. We zullen ook op het openbaar vervoer moeten leren leven met COVID-19. Dat wil niet zeggen dat we geen inspanningen moeten leveren om het zo veilig mogelijk te maken en niet waakzaam moeten blijven. Dat is belangrijk: waakzaamheid bij De Lijn, bijvoorbeeld via de druktebarometer bekijken waar de lijnen bijzonder druk of soms overbevolkt zijn in de spits en bijvoorbeeld ook luisteren naar de chauffeurs die zelf hun waarnemingen daaromtrent te kennen kunnen geven. Dan is het aan De Lijn om dit op te volgen, om te evalueren en om bij te sturen indien nodig. Minister, wat mij betreft, kan dat ook inhouden dat er extra bussen worden ingezet tijdens de spits op de te drukke lijnen indien dat noodzakelijk is. Ik zou dat zeker openhouden. Laat ons opvolgen, evalueren en bijsturen indien nodig.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.