Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ronse heeft het woord.
Het PWA-systeem (plaatselijk werkgelegenheidsagentschap) is heel grondig hervormd, naar wijk-werken, sinds 1 januari 2018. Dat heeft ook een impact gehad op alle structuren en vzw’s die werden uitgebouwd om dat PWA-verhaal te organiseren. Sinds januari 2018 heeft de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) de controlebevoegdheid op al die verplichtingen van die vzw’s overgedragen aan VDAB, maar door de invoering van het wijk-werken moesten al die vzw’s de PWA-opdracht schrappen in het maatschappelijk doel en overgaan tot vereffening en ontbinding. Het is de algemene vergadering van die vzw’s die daarover een beslissing moet nemen. Daar horen ook een aantal verplichtingen bij, zoals het aantonen van 25 procent opleidingen, correcte boekhoudkundige registraties en zo.
Ontbinding en vereffening van de vzw’s zijn slechts mogelijk als VDAB aangeeft dat alle verplichtingen zijn nagekomen. Ik stelde daarover een aantal schriftelijke vragen, namelijk vraag 700 van 19 juni 2020 en vraag 883 van 18 juni 2021. Daaruit blijkt dat er toen nog altijd 37 vzw’s niet in orde waren en dat er aan 110 vzw’s een herinnering werd gestuurd om bijkomende info over te maken. VDAB zou ook een laatste oproep doen aan de lokale besturen, opdat de bestuurders van die vzw’s die verplichtingen zouden nakomen.
Minister, wat zijn de scenario’s indien ze die verplichtingen niet nakomen? Hoe kunnen we hen daaromtrent dan inlichten? Welke mogelijke stappen komen er als er geen gehoor wordt gegeven aan de oproep van VDAB? Wat is echt de uiterste deadline om die dossiers af te sluiten? Mijn laatste vraag is misschien de meest interessante: wat gebeurt er met die middelen? Ik heb zelf al een aantal e-mails doorgekregen van voorzitters van die vzw’s, moet ik zeggen. Dan spreek ik over anderhalf jaar tot twee jaar terug. Daarin stelden ze dat ze zich zouden moeten ontbinden, maar dat hun vzw’tje de reserves nog zou kunnen opdoen aan die en die doelen. Mocht men nog suggesties hebben, dan kon men die doorsturen, zeiden ze. Dat zijn wel publieke middelen. Er moet ter zake toch een of andere visie of ambitie zijn. Dat mag niet zomaar de lucht in gaan.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, dank u wel. Tegen 1 december van dit jaar willen we dat alle voormalige PWA-vzw’s ofwel hun maatschappelijk doel hebben aangepast, ofwel zijn overgegaan tot vereffening en ontbinding. Dat is een streefdatum. Dat is geen vaste wettelijke datum.
Voor ze daartoe kunnen overgaan, gaat VDAB inderdaad na of de PWA-vzw’s aan twee verplichtingen hebben voldaan die in het koninklijk besluit (KB) werden opgenomen. Ten eerste gaat VDAB na of de PWA-vzw jaarlijks minstens een vierde van haar inkomsten uit chequeverkoop heeft besteed aan opleidings- of inschakelingsinitiatieven. Ten tweede gaat VDAB na of de PWA-vzw de jaarlijkse balansen en resultatenrekeningen heeft gepubliceerd in de balanscentrale van de RVA. De PWA-vzw’s werden hieromtrent al verscheidene keren per brief geïnformeerd. VDAB heeft de PWA-vzw’s ook geïnformeerd over de diverse mogelijke scenario’s voor de toekomst van de PWA-vzw en welke stappen daarvoor moeten worden gezet. In samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zijn er sinds december van vorig jaar ook sensibiliseringsacties opgezet. Aangezien verscheidene PWA-vzw’s nog altijd hun situatie in orde moeten brengen, is deze recente bijkomende actie ook aangewezen. Via de communicatiekanalen van de VVSG breng ik dat ook verder onder de aandacht.
Daarnaast zal VDAB deze maand een brief sturen naar de colleges van burgemeester en schepenen van de lokale besturen die nog niet in orde zijn met de twee verplichtingen die ik vermeldde. Daarin zal VDAB erop aandringen om aan de bestuurders van de PWA-vzw’s te vragen om de ontbrekende stukken in te dienen dan wel de openstaande schuld bij VDAB te vereffenen. VDAB zal dit jaar ook regelmatig een herinnering sturen naar de colleges en de PWA-vzw’s wier dossier nog niet op een correcte manier is afgehandeld. Ik hoor trouwens van VDAB dat er in sommige gevallen wel geldige redenen zijn waarom bepaalde dossiers niet volledig zijn afgesloten, bijvoorbeeld als er rechtszaken hangende zijn, waardoor men de vzw niet kan ontbinden. In die gevallen zal het mogelijkerwijs niet haalbaar zijn om die streefdatum te halen. Na 1 december zal VDAB zelf voor PWA-vzw’s die niet in orde zijn, bekijken of er is voldaan aan de verplichting om 25 procent van het budget te besteden aan opleidings- of inschakelingsinitiatieven. Als dat niet het geval is, zal VDAB beslag kunnen leggen op de middelen van de betreffende PWA-vzw’s. Bestuurders kunnen, zoals jullie weten, hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld. Als de PWA-vzw haar statuten niet aanpast en toch blijft bestaan, zal er waarschijnlijk sprake zijn van een slapende vzw. Bestuurders van vzw’s die administratief niet in orde zijn, kunnen daarvoor ook een geldboete krijgen van de FOD Financiën. Er is dus nog veel werk aan de winkel.
Uw laatste vraag gaat over de middelen. Als de PWA-vzw blijft bestaan als vzw die inzet op lokale werkgelegenheidsinitiatieven, blijven de middelen binnen de vzw. Ze kunnen dan worden ingezet om de nieuwe activiteiten te financieren. Als de PWA-vzw beslist om over te gaan tot ontbinding, worden de middelen eerst gebruikt om eventuele openstaande schulden te vereffenen. Als er dan nog middelen over zijn, moet de PWA-vzw dat batig saldo bestemmen zoals vastgelegd in haar statuten. De statuten kunnen enkel bepalen dat het batig saldo wordt overgemaakt aan een gelijkaardig plaatselijk werkgelegenheidsinitiatief. Collega’s, de middelen blijven dus in elk geval bestemd voor het versterken van de lokale werkgelegenheid.
Mijn excuses, want het is een beetje een technisch antwoord, vind ik zelf. De vragen waren echter ook behoorlijk technisch.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, excuses hoeven niet. De informatie was zeer interessant. Meer nog, ik heb zelfs nog een technische vraag. Het zou interessant zijn als we na deze commissievergadering via e-mail of zo nog een overzichtje zouden kunnen krijgen over de hoeveelheid middelen waarover het gaat die daarin zitten. Zo kunnen we een inschatting maken van het potentieel om lokaal werkgelegenheidsbeleid te steunen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, ik zal bekijken of dat mogelijk is, en zo mogelijk zullen we dat wel sturen. Oké?
De vraag om uitleg is afgehandeld.