Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

De heer Tommelein heeft het woord.

Minister, eind vorig jaar werd het postbrexitakkoord gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Er werd in bepaald dat Europese vissers kunnen blijven werken in sommige Britse wateren als ze een vergunning hebben. Daarbij moeten ze kunnen aantonen dat ze er eerder al hebben gevist.

In antwoord op de parlementaire vragen in de commissie Visserij van 20 oktober 2021 bleek dat vijf Belgische vissersvaartuigen nog steeds wachtende waren op hun vislicentie voor de Britse twaalfmijlszone.

In een artikel in de Krant van West-Vlaanderen – minister, u leest dat ook, net als mevrouw Coudyser en de voorzitter en ik, en nog een paar anderen – van 2 december 2021 blijkt alvast hoe desastreus de gevolgen zijn voor deze getroffen vissers. De vissers moeten namelijk in coronatijden zoeken naar alternatieven, maar die blijken onder meer door de hoge brandstofprijzen allesbehalve evident te zijn.

In de Krant van West-Vlaanderen liet u ook optekenen dat er voor drie van de vijf hangende aanvragen reeds in het voorjaar gedetailleerde motiveringen werden ingediend. Voor de twee overige zou momenteel worden gewacht op het antwoord van de drie lopende motiveringen. Binnenkort zou er ook nog een zesde licentieaanvraag worden overgemaakt van een ander schip dat in 2018 voor de Britse kust is gezonken.

Minister, wat is de huidige stand van zaken in de discussie rond de toegang tot de Britse wateren voor onze Belgische vissers? Welke initiatieven werden al genomen om tot een oplossing te komen? Hebt u acties gepland om voor de resterende vijf dossiers een licentie te bekomen? Worden er inmiddels bijkomende acties overwogen vanuit de Europese Unie? Zo ja, welke?

Minister Hilde Crevits heeft het woord.

De toegang tot de Britse zes- tot twaalfmijlszone werd voor zeventien vaartuigen bekomen kort na de Brexit. Voor zes andere bleef de vergunning uit. De voorwaarde voor een vergunning is dat het vaartuig voldoende activiteit in Britse wateren kan bewijzen voor vier opeenvolgende jaren tussen 2012 en 2016.

Over de diverse dossiers is er altijd uitvoerig overleg geweest met de betrokken diensten van de Europese Commissie. Begin vorige week haalde ik de problematiek van de licenties nog eens aan op de Europese visserijraad, waarbij we alle dossiers een voor een ten gronde hebben besproken, en met resultaat. Want ik heb goed nieuws, collega Tommelein. We hebben een vislicentie bekomen voor Lady Fortuna. Het gaat hier om de Oostende 34. De Lady Fortuna is het vervangend vaartuig voor de Oostende 13 Morgenster, die in 2018 is vergaan. De boot is vergaan, er is een nieuwe boot gekomen en Lady Fortuna heeft geluk want dit is op de valreep geregeld geraakt.

Voor één vaartuig kon de vergunning eerder al worden bekomen na rechtstreeks overleg met het Verenigd Koninkrijk en de Europese Commissie. Hier wordt het overlijden van de schipper aanvaard als overmacht. Sorry, collega, maar dat zou er nog maar aan mankeren. Ik ben er op de laatste vergadering een beetje kwaad voor geworden dat men soms zo grof doet om dingen niet te aanvaarden. Je kunt er niets aan doen dat je overlijdt, je kunt er niets aan doen dat je boot vergaat.

Maar er is nog een probleem. Voor een derde vaartuig werd voldoende aanwezigheid in de referentieperiode erkend, doch het vaartuig voldeed op dat ogenblik om technische redenen niet aan de voorwaarden. Dat is dus nog een probleem. De combinatie van de grootte van het vaartuig met de gebruikte vistechniek is verboden binnen de twaalfmijlszone. Dit vaartuig zou het recht op activiteiten wel mogen uitoefenen als het een andere vistechniek installeert of als het wordt vervangen door een korter vaartuig. Er zijn op dit ogenblik nog drie dossiers waarvoor ik op een vergunning blijf aandringen.

De acties dan. Ik heb zonet de acties vermeld die tot resultaten leidden. Voor een van de overblijvende vaartuigen kan een vergunning enkel worden bekomen als de reder bijkomende informatie aanlevert over activiteiten tijdens de referentieperiode. Hier wordt nu op gewacht. Voor de twee overige vaartuigen wordt overmacht ingeroepen, zoals oplopen van schade, brand, langdurige periode nodig voor herstel. Elke week wordt door mijn medewerkers overlegd met de Europese Commissie om tot een oplossing te komen.

Zoals ik al aanhaalde, hebben we het probleem ook ten gronde besproken op de visserijraad. Daar kon ik bekomen dat er binnen Europa een juridische toetsing ten opzichte van het brexitakkoord zal komen voor de dossiers die net uit de boot vallen, om in de terminologie te blijven. Ik kreeg opnieuw het persoonlijk engagement van de Europese commissaris om te blijven onderhandelen met het Verenigd Koninkrijk over onze specifieke dossiers.

Het gaat, maar het is net geen processie van Echternach. We geraken stelselmatig een beetje vooruit.

De heer Tommelein heeft het woord.

Minister, dank u wel voor het antwoord.