Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
De vorige beheersovereenkomst met De Lijn werd afgesloten voor de periode 2017-2020. In juni 2020 kondigde u een uitstel met een jaar aan vanwege het vertrek van de toenmalige directeur-generaal en de lopende benchmarkstudie. Die benchmark is intussen uitgevoerd en de nieuwe directeur-generaal is bijna een jaar bezig. Ik was verbaasd bij de bespreking van de begroting te vernemen dat de huidige beheersovereenkomst voor de tweede keer stilzwijgend zou worden verlengd. Nochtans was er een duidelijke timing vooropgesteld: tegen de zomer van 2021 komen tot een ontwerpversie, goedkeuring door het managementcomité en de raad van bestuur in augustus 2021 en finale goedkeuring door de Vlaamse Regering eind 2021. Dat is het tweede jaar op rij dat de vernieuwing van deze belangrijke beheersovereenkomst uitgesteld wordt. Dat is zeker geen teken van goed bestuur. Het heeft ook grote gevolgen voor ons openbaar vervoer en voor onze samenwerking met De Lijn. Alle ingrediënten komen daarvoor op dit ogenblik samen: uitstel voor onbepaalde tijd van basisbereikbaarheid, een beheersovereenkomst die niet rond geraakt, en doelstellingen rond vergroening die niet gehaald worden. Om dat te illustreren, citeer ik graag wat u op 17 juni 2021 in deze commissie zei op vragen rond de financiering van de vergroening: "Er zijn pps-constructies, het kan via een decretale verankering, het kan via een deconsolidatie, het kan gewoon via een reguliere lening. Die verschillende scenario’s zijn vandaag nog niet afgeklopt. Dat hangt ook samen met het sluiten van de beheersovereenkomst of het dienstencontract dat we voor de komende tien jaar met De Lijn gaan sluiten."
Ik heb daarover volgende vragen. Waarom hebt u hier zo laattijdig over gecommuniceerd? Hoe reageert De Lijn op deze beslissing? Wat is de precieze reden dat de timing, die reeds met een jaar werd uitgesteld, niet werd gehaald? Welk voorbereidend werk was reeds gebeurd en wat heeft gemaakt dat men dit niet tot een goed einde heeft kunnen brengen? Wat is de nieuwe timing voor het afsluiten van de volgende beheersovereenkomst? Wat is het gevolg van een stilzwijgende verlenging van de beheersovereenkomst met De Lijn? Zijn er gevolgen voor de beslissing die reeds werd genomen om De Lijn als interne operator aan te duiden voor het kern- en aanvullend net voor de volgende tien jaar? Wat is het gevolg voor de operationele werking van De Lijn van dit uitstel? Ik denk bijvoorbeeld aan het vernieuwingsplan 'Visie 2030' dat dit jaar door De Lijn werd gelanceerd en waarin heel wat maatregelen staan die moeten worden uitgewerkt in de beheersovereenkomst.
Wat is het gevolg voor de verdere financiering van de vergroening van De Lijn? Kunnen er plannen worden gemaakt en beslissingen worden genomen over toekomstige aankopen zonder solide financieringsbasis, die moet worden vastgelegd in een beheersovereenkomst? Hoe wilt u de aanbevelingen uit de benchmarkstudie omzetten in maatregelen zonder het afsluiten van een beheersovereenkomst? Verliezen we hiermee een jaar tijd?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik heb er het verslag van twee weken geleden bij genomen van de bespreking van de beleids- en begrotingstoelichting (BBT). Al uw vragen zijn daar eigenlijk al beantwoord. Daarom zal mijn antwoord vandaag beknopt zijn. Ik heb geen extra informatie.
Ik heb toen gesteld dat we moeten wachten op de afwerking van de benchmark. Die benchmark is vorig jaar uitgevoerd.
Die benchmark is vorig jaar gevoerd. In navolging daarvan is dan eind vorig jaar De Lijn aangeduid als interne operator voor de komende tien jaar. Er zal dan ook een nieuw openbaardienstencontract in plaats van de bestaande beheersovereenkomst moeten worden opgemaakt. Ik heb twee weken geleden ook al gezegd dat dat er nog niet is en dat heeft heel veel te maken met covid. We hebben het toen ook gehad over de kostendekkingsgraad, wat ook als pijnpunt naar boven kwam in de benchmarkstudie. We weten heel duidelijk dat door covid, door het feit dat er veel minder reizigers zijn en er anderzijds veel meer kosten zijn op het vlak van hygiëne en tal van andere covidmaatregelen, de kostendekkingsgraad vandaag een pak lager ligt dan normaal. Nu schommelt die rond 13 à 14 procent, daar waar die in het verleden eerder over de 22 procent zat. Dat zijn allemaal argumenten die er mee voor zorgen dat we nog geen openbaardienstencontract hebben. Er is de financiële situatie, het enorme tekort dat De Lijn heeft opgelopen door covid met daartegenover veel meer uitgaven. En uiteraard is er ook nog de verdere vergroening.
Ik kan u wel meegeven dat mijn administratie sowieso regelmatig met de vervoersmaatschappij De Lijn samenzit om dat openbaardienstencontract verder te operationaliseren. We hebben zeer recent ook groen licht gekregen over het covidtekort voor 2021. Dat is misschien wel nieuw ten aanzien van een tweetal weken geleden. Het is nu alleszins de bedoeling dat De Lijn verder het financiële plan uitrolt en in samenspraak met de administratie zo snel mogelijk tot een ontwerp van openbaardienstencontract komt, waarin beide partijen zich kunnen vinden, dat ondertekend kan worden en waarmee we dan verder aan de slag gaan.
Tot slot wil ik herhalen dat ook in 2017, zijnde ruim een jaar later dan initieel gepland, de beheersovereenkomst is afgesloten. Ook daar zat men niet volledig in de tijdsplanning. Ik wil daarmee maar aangeven dat men bij een dergelijke overeenkomst niet over één nacht ijs kan gaan. Destijds was er geen sprake van covid. Dat is nu een heel belangrijke reden waarom er vertraging is.
Ik wil u tot slot nog graag meegeven dat het openbaardienstencontract alleszins noodzakelijk is om concrete afspraken te maken, om concrete engagementen aan te gaan namens beide partijen. Ik hoop dat we zo snel mogelijk, en alleszins ergens begin 2022, tot een finale tekst van een openbaardienstencontract kunnen komen, waarbij rekening wordt gehouden met de resolutie die door het Vlaams Parlement is goedgekeurd.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, het klopt inderdaad dat u bij de toelichting twee weken geleden hebt verwezen naar de impact van corona op de kostendekking. Ik zal dat zeker niet ontkennen. Ik weet ook nog dat u hebt gezegd dat er een resolutie van de meerderheid is waarin een aantal doelstellingen omtrent kostendekking vooropgesteld worden, maar dat het niet realistisch is om die nu zo op te nemen.
Dat neemt niet weg dat er toch nog heel wat andere vragen onbeantwoord blijven. Wat is de reactie van De Lijn op het uitstel voor het tweede jaar op rij? Als ik het goed heb begrepen, wilt u het uitstel beperken tot maximaal begin 2022. Dat is al iets.
Ik denk dat er ook heel wat gevolgen zijn, want dat openbaredienstcontract is toch zeer belangrijk. Daar zijn we het toch allemaal over eens. Hier wordt nu, voor het tweede jaar op rij, gezegd dat we het dan maar stilzwijgend verlengen wegens onvoorziene omstandigheden. Ik weet niet of dat de enige reden is waarom het nu verlengd wordt. Ik kan me ook niet voorstellen, minister, dat er nog geen ontwerp geweest is. Ik hoor u zeggen dat u hoopt dat De Lijn met een ontwerp komt. Ik kan me niet voorstellen dat er geen voorbereidend werk gedaan is en dat er geen ontwerp is.
Ik blijf toch nog met heel wat vragen zitten over de gevolgen. Als ik u goed begrijp, wilde u het maar met enkele maanden uitstellen. Ik hoop dat het uitstel inderdaad beperkt zal blijven.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, u hebt inderdaad al een aantal elementen van antwoord gegeven tijdens de bespreking die we daar twee weken geleden over gehad hebben. Maar dat neemt niet weg dat de vragen van collega Robeyns zeer terecht zijn. Het is vooral opvallend dat dat dienstencontract er nog niet is en dat er zelfs nog geen ontwerp zou zijn, als we vandaag uw antwoord horen.
U zei – en dat is dan wel een positief element – dat er een akkoord gevonden is inzake de covidimpact in 2021. Kunt u uitleggen over hoeveel middelen het dan gaat? Zal de volledige som die De Lijn daarvoor vroeg, gecompenseerd worden? Wat was dan precies dat bedrag?
U weet dat wij een zeer koele minnaar zijn –als er al van minnaar gesproken kan worden – van uw houding ten aanzien van De Lijn. Er is het decreet basisbereikbaarheid, waarvan De Lijn nog altijd niet weet wanneer het in voege zal treden. Misschien heeft dat wel meer te maken met het uitblijven van dat dienstencontract. U zegt dat dat er begin volgend jaar komt. Ik kijk daar alleszins naar uit. Het zou me toch wel verbazen dat er, zelfs in de moeilijke covidomstandigheden, toch niet een aantal hernieuwde afspraken gemaakt kunnen worden. We kijken dus uit naar die tekst en we kijken ernaar uit om die hier te bespreken.
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik zeg niet dat de vragen onterecht zijn, absoluut niet. Het zijn terechte vragen. Maar ik heb al die vragen eigenlijk al beantwoord bij de BBT. Het is uiteraard belangrijk dat we een openbaredienstcontract hebben. De twee contractanten hebben daarover ook al heel intens vergaderd. Men moet natuurlijk de krachtlijnen uittekenen. Maar ik herhaal wat ik twee weken geleden en daarstraks ook al gezegd heb: de situatie vandaag zorgt ervoor dat het heel moeilijk is om bijvoorbeeld elk element dat is opgenomen in de resolutie ook op te nemen in dat openbaredienstcontract.
Ik geef opnieuw het voorbeeld van de kostendekkingsgraad. Zowel in ons regeerakkoord als in de resolutie als in de benchmark staat dat die kostendekkingsgraad in principe omhoog zou gaan. Wel, zeg mij hoe we dat zouden kunnen doen, zowel vanuit het Departement Mobiliteit en Openbare Werken als vanuit De Lijn. Hoe kun je dat vandaag bereiken als je zit met een covidcrisis, met het feit dat er een bezettingsgraad is van 50 procent en met het feit dat er heel veel extra kosten zijn? Het is dan niet evident om die kostendekkingsgraad zonder meer omhoog te krikken. Kortom, het scenario vandaag is dat we wegens die hele covidcrisis in een heel moeilijk parcours zitten voor alle openbarevervoersmaatschappijen. Daaromtrent een nieuw openbaredienstcontract sluiten dat voor de komende tien jaar moet gelden, is op dit ogenblik – en ik denk dat jullie dat volkomen begrijpen – een heel moeilijk verhaal.
Iedereen is dus vragende partij voor een stabiel kader. Er is al heel wat overleg gepland. We hebben ook gezegd dat we de situatie nemen zoals ze is en dat we toch een openbaredienstcontract, en het liefst zo snel mogelijk, zullen afronden. We willen toekomstgericht, sowieso inzake investeringen maar ook inzake de tevredenheid van de klanten en dergelijke, een en ander kunnen vastleggen in een soort van kritieke prestatie-indicatoren (KPI) en dergelijke. Maar ik herhaal dat de impact van die covidcrisis op De Lijn immens is.
Op de vraag hoeveel er effectief wordt bijgepast, is er binnen de Vlaamse Regering zeer recent een consensus ontstaan dat we het covidtekort 2020-2021 ten laste nemen. 2021 is nog niet volledig om, dat zal allemaal in kaart moeten worden gebracht. Toen het tekort voor 2020 was vastgelegd, kwam er ook een volledige afrekening op grond waarvan de bijpassing dan gebeurt.
Ik hoop samen met jullie dat ik ergens, het liefst in het eerste kwartaal van 2021, zonder dat ik me daar nu wil op vastpinnen, zo snel mogelijk een overeenkomst heb waar de partijen zich kunnen in vinden, en die dan afgesloten kan worden.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik zeg niet dat uw opmerkingen niet waar zijn, minister, over die kostendekking. Natuurlijk zal de kostendekking over een paar weken nog altijd hetzelfde zijn. Spijtig genoeg zal het aantal reizigers niet toegenomen zijn, vrees ik, in het eerste kwartaal van 2022. Er zijn een aantal belangrijke zaken zoals het vernieuwingsplan van De Lijn, de financiering van de vergunning, de aanbevelingen van de benchmark die opgenomen moeten worden. Ik hoop dat we daar snel een ontwerp van kunnen zien. Misschien zou het goed zijn, voorzitter, dat we in het eerste kwartaal De Lijn nog eens uitnodigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.