Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, assistentiehonden zijn van onmiskenbare waarde in het leven van personen met een beperking. Ze maken een wereld van verschil qua zelfredzaamheid en zelfstandigheid.
De afgelopen jaren zijn er belangrijke stappen gezet om assistentiehonden meer beschikbaar te maken. Een belangrijke stap was de uitbreiding van de refertelijst van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) op 1 december 2017. Voordien stonden enkel de geleidehonden voor blinden op de refertelijst en waarvoor een tegemoetkoming kan worden gevraagd. Deze werd uitgebreid met hoorhonden voor mensen met een auditieve beperking en hulphonden voor personen met een motorische beperking.
Intussen heb ik schriftelijke vragen gesteld ter zake en vernomen dat er een gestage stijging is van de aanvragen voor zowel blindengeleidehonden, hoorhonden als hulphonden.
Daarnaast zijn er nog assistentiehonden, die bijvoorbeeld worden ingezet als autismehond of epilepsiehond. Maar een aanvraag daarvoor moet gedaan worden bij de bijzondere bijstandscommissie.
Hoe dan ook is er eigenlijk wel consensus over de meerwaarde van die assistentiehonden in het leven van mensen met een handicap. Maar we zien wel dat er steeds meer mensen zijn die ervan uitgaan dat een dergelijke hond voor hen een grote meerwaarde zou zijn, dat een dergelijke hond voor hen ook echt een plaats kan verwerven als hulpmiddel. Ik heb het bijvoorbeeld over een aantal medische aandoeningen zoals de diabeteshond. Er zijn dieren opgeleid in de mogelijkheid om heel snel een gevaarlijk dalende bloedsuikerspiegel te detecteren. Maar ook bij aandoeningen zoals depressie, angststoornissen of posttraumatische stressstoornissen kunnen assistentiehonden absoluut een meerwaarde bieden. Zij kunnen een volgende aanval voorkomen doordat zij sneller dan het baasje zelf bijvoorbeeld een stijgend stressniveau kunnen detecteren en daarop inspelen.
Het gaat hier niet over mensen die een erkenning hebben als persoon met een handicap. Dat valt dus buiten de bevoegdheid van het VAPH. De kans dat zo’n aanvraag bij de bijzondere bijstandscommissie goedgekeurd wordt, is natuurlijk wel klein.
Minister, ik weet natuurlijk dat het ook van groot belang is om mee in overweging te nemen wat de kostprijs is van de opleiding van die assistentiehonden, aangezien dat heel sterk kan verschillen naargelang de aandoening waarvoor ze ingezet worden. Momenteel maakt het VAPH geen onderscheid in de financiële tegemoetkoming naargelang het type aandoening waarvoor de hond wordt ingezet.
Ik heb over dit thema een aantal vragen, minister.
Bent u van mening dat het goed zou zijn mocht er ook buiten de context van handicap – met handicap bedoel ik een erkenning door het VAPH en dus in aanmerking komend voor terugbetaling – meer kunnen worden ingezet op assistentiehonden?
Indien er zou worden ingezet op een bredere inzetbaarheid van assistentiehonden, is een differentiatie in de tegemoetkoming, om de redenen die ik zojuist uitgelegd heb, volgens u dan een goed idee?
Is het volgens u nuttig om de inzetbaarheid van assistentiehonden voor verschillende medische en psychologische aandoeningen op een wetenschappelijk onderbouwde manier in kaart te brengen? Ik focus mij hier vaak op weliswaar echte en gedeelde verhalen van mensen, maar niet op specifieke studies daaromtrent.
Hebt u zicht op de opleidingen die er nu bestaan in Vlaanderen voor assistentiehonden die niet op de refertelijst van het VAPH staan? Welke zijn dat en zijn die dan ook allemaal officieel erkend?
Indien mensen zonder erkende handicap een tegemoetkoming willen krijgen voor de aankoop van een assistentiehond, moet dit volgens u dan het best via de bijzondere bijstandscommissie gebeuren of is het op termijn misschien beter om dat elders onder te brengen?
Minister Beke heeft het woord.
Ik deel de mening dat het inzetten van goed opgeleide assistentiehonden de autonomie en de zelfredzaamheid van personen met een ernstige medische aandoening of een psychopathologie kan verhogen.
De noden waaraan de assistentiehonden moeten beantwoorden, kunnen verschillen van gebruiker tot gebruiker. Vandaag wordt een assistentiehond opgeleid om voor meerdere personen met een handicap inzetbaar te zijn. De tegemoetkoming kan in functie van de participatiekansen die de hond oplevert, gedifferentieerd worden.
Indien de meerwaarde op een wetenschappelijk onderbouwde manier in kaart wordt gebracht, kan de adequate inzetbaarheid van deze assistentiehonden bekeken worden.
Alle opleidingen voor assistentiehonden staan op de refertelijst van het VAPH. Informatie over de opleidingen van geattesteerde assistentiehonden door gemachtigde assistentiehondenscholen in Vlaanderen vindt u op de website van de cel machtiging assistentiehondenscholen, www.celma.be.
Een tegemoetkoming vanuit het VAPH kan enkel toegekend worden aan personen die voldoen aan de voorwaarden tot erkenning van het VAPH. Personen zonder erkende handicap kunnen geen beroep doen op een tegemoetkoming van het VAPH en dus ook niet van de bijzondere bijstandscommissie van het VAPH. Het is aangewezen om dit niet via het VAPH te laten verlopen.
– Koen DaniĆ«ls treedt als voorzitter op.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik heb van u begrepen dat er blijkbaar wel al een differentiatie in de tegemoetkoming bestaat. Ik ga uw antwoord goed nalezen, want ik heb niet alles exact verstaan.
Wat ik belangrijk vind om te weten is dat u inderdaad stelt dat je een tegemoetkoming krijgt als je een erkenning hebt. En als je geen erkenning hebt is er geen tegemoetkoming.
Mijn vraag is nu hoe we omgaan met die groter wordende groep van mensen die met een beperking of een handicap heel duidelijk aangeven dat hun zelfredzaamheid, hun autonomie, het niet noodzakelijk moeten rekenen op andere mensen, zou verbeteren mochten zij gebruik kunnen maken van een opgeleide hulphond in de verschillende opleidingen die er zijn. Denk aan een blindengeleidehond, een autismehond, medische aandoeningen. Kunnen we die mensen een stuk tegemoetkomen?
Zij komen waarschijnlijk niet in aanmerking voor een erkenning bij het VAPH, maar zij hebben natuurlijk wel een beperking die een grote impact heeft op verschillende levensdomeinen. Ik ben aan het zoeken naar een manier waarop we daar toch voor een stuk aan kunnen tegemoetkomen. Want we zien vandaag dat die dieren echt wel een verschil maken. Maar die erkenning is zwart-wit: ofwel heb je een erkenning en gaat de hele refertelijst open, en heb je ook heel wat andere voordelen. Ofwel heb je geen erkenning, en dan blijft dat zo’n zwart-witte situatie. Ik zoek daar naar een oplossing om te kijken hoe we daar eventueel via hondenopleidingscentra of wat dan ook aan tegemoet kunnen komen. Hoe ziet u dat?
– Stefaan Sintobin treedt als voorzitter op.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik ben ook een groot voorstander van assistentiehonden. Dat kan inderdaad een wereld van verschil maken voor vele mensen. Het is vaak een grote hulp, en vaak wordt ook stress weggenomen. Het is ook prikkelverlagend, en men moet bijvoorbeeld minder gesprekken voeren met psychologen. We weten dus echt wel dat assistentiehonden enorm belangrijk zijn.
Collega Jans heeft ook al aangehaald dat er nu gelukkig al meer types van assistentiehonden op de refertelijst staan. Want ook dat is een belangrijk item: het moet op de refertelijst staan. En hier ben ik weer, ik heb het al verschillende keren aangehaald: de autismehond staat nog steeds niet op de refertelijst. Ik denk dat we al in 2016 – collega Jans was daar ook bij – aan een resolutie hebben gewerkt om ook de autismehond daarop te krijgen, want voor die mensen is dat echt wel een zeer belangrijk iets. We zien vooral in Nederland, waar ze daar veel mee werken, dat dat een zeer positief effect heeft.
Ik heb daar verschillende schriftelijke vragen over gesteld, en ook in juni is dat hier nog in de commissie geweest. U zegt dat er nog geen concrete aanvragen zijn geweest voor autismehonden via de Bijzondere Bijstandscommissie. Maar een onderzoek naar de effectiviteit van een dergelijke assistentiehond kan wel onderzocht worden aan de hand van een aantal concrete dossiers. U zou toen ook nog navraag doen bij de Cel Machtiging Assistentiehonden. Ik heb de laatste tijd toevallig toch verschillende mailtjes gekregen van mensen die een aanvraag hebben gedaan voor een autismehond, maar die worden steeds geweigerd. Zij gaan dan ook naar de Heroverwegingscommissie, maar ook daar worden zij geweigerd.
En dan heb ik toch wel de volgende vragen. Waarom worden zij altijd geweigerd, en waarom kan een autismehond nu toch eindelijk niet eens op die refertelijst worden gezet? Zult u effectief een onderzoek opstarten naar de activiteiten van die autismehonden? U hebt op een schriftelijke vraag van juni, dacht ik, en op een vraag om uitleg van juli, geantwoord dat u contact zou opnemen met de Cel Machtiging Assistentiehonden, en dat u contact zou opnemen met de permanente werkgroep hulpmiddelen. Ik wilde vragen of u dat ondertussen effectief hebt gedaan. Wat was daar het resultaat van? Ik kan de meerwaarde van zo’n autismehond niet genoeg onderstrepen, want het is echt zeer belangrijk. We vragen dat nu al sinds 2016, dus dat is toch al heel wat jaren. Ik zou toch echt heel graag hebben dat dat zo snel mogelijk op de refertelijst van het VAPH komt.
Minister, u hebt me daarnet verrast want ik wist niet dat u ook korte antwoorden hebt.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we moeten de vragen bekijken in het kader van het vernieuwd hulpmiddelenbeleid. We moeten daarvoor ook afstemmen met een aantal actoren. We zijn ook aan het kijken naar een betere interactie tussen het agentschap Zorg en Gezondheid, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en ook de Vlaamse sociale bescherming (VSB). Wat op de refertelijst komt, wordt besproken met de werkgroep Hulpmiddelen binnen het VAPH. We zullen de redenen voor de weigeringen nogmaals navragen bij het VAPH.
De vraag om uitleg is afgehandeld.