Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik wil eerst even vermelden dat mijn vraag was ingediend op 30 november, dus het is misschien niet meer zo actueel. Maar aangezien we nog altijd volop in die vierde golf zitten, wilde ik die vraag in verband met de uitgestelde zorg toch nog stellen.
Meer dan een op de vier personen met een chronische aandoening heeft te maken met uitgestelde zorg. Op dinsdag 30 november lanceerde het Vlaams Patiëntenplatform een persbericht naar aanleiding van een bevraging die zij hebben gedaan. 27 procent van de zorg voor personen met een chronische aandoening in het ziekenhuis wordt of werd uitgesteld, en 25 procent in de eerstelijnszorg.
Het opvallendste is dat deze keer de zorg aanzienlijk vaker werd uitgesteld door de zorgverlener, dit in tegenstelling tot vorig jaar. Dat is een trend die ons toch wel zorgen moet baren, want hierdoor voelen patiënten met een chronische aandoening zich vaak op de tweede plaats gezet. Ook stellen mensen zelf hun zorg uit omdat ze bang zijn om naar het ziekenhuis te moeten gaan. Het Vlaams Patiëntenplatform wil erop hameren dat er correcte info verspreid moet worden, zodat iedereen weet dat zorg nog steeds op een veilige manier kan plaatsvinden. Ondanks het feit dat de zorg zwaar onder druk staat en dat sommige ziekenhuizen te kampen hebben met een tekort aan bedden en personeel, is het nog altijd onze taak en de taak van de ziekenhuizen om zo goed als mogelijk de zorg voor chronische patiënten te laten plaatsvinden, en vooral de informatie correct te voeren.
Minister, kan er duidelijk gecommuniceerd worden over de opnames die nu plaatsvinden en de gevolgen ervan, om zo mensen toch aan te zetten om zich te laten vaccineren en de maatregelen verder op te volgen, en anderzijds mensen met chronische aandoeningen perspectief te geven op behandeling?
Minister Beke heeft het woord.
De federale en de Vlaamse overheid informeren de bevolking over het belang van vaccinatie en de mogelijke gevolgen van het zich niet laten vaccineren. Dat gebeurt onder andere via overheidscommunicatie maar ook via de rapporten van Sciensano. Ook de ziekenhuizen en individuele burgers die de impact van COVID-19 aan den lijve hebben ondervonden, doen oproepen aan de bevolking om zich te laten vaccineren.
Die oproepen dragen er ongetwijfeld toe bij dat mensen zich laten vaccineren. Dat blijkt ook uit de cijfers. In de vaccineerbare bevolking ouder dan 12 jaar heeft Vlaanderen momenteel een vaccinatiegraad bereikt van 91 procent. Slechts 0,24 procent van de mensen die uitgenodigd worden voor een boosterprik, weigert die uitnodiging. Het percentage no-shows voor de boosterprik, dat wil zeggen mensen die niet weigeren, maar die niet komen opdagen, bedraagt slechts 7 procent. De vaccinatiebereidheid van de Vlaming blijft dus nog altijd zeer hoog.
Het agentschap Zorg en Gezondheid werkt momenteel aan een update van de website www.laatjevaccineren.be en zal ook cijfers toevoegen over de impact van vaccinatie op ziekenhuis- en intensievezorgopnames, gebaseerd op de rapporten van Sciensano. Daarnaast bereidt het agentschap ook een communicatiecampagne voor om de bevolking te wijzen op het belang van de boostervaccins en de vaccinatie van de 5- tot 11-jarigen.
Uitstel van zorg moeten we uiteraard zo veel mogelijk vermijden. De ziekenhuizen waren bij de start van de vierde golf nog bezig met het inhalen van uitgestelde zorg uit de vorige coronagolven. Ze hebben op dit ogenblik bovendien te kampen met een aanzienlijke personeelsuitval, die ook een impact heeft op het aanbod aan zorg. Daardoor zijn er zowel op de dienst intensieve zorg als op andere hospitalisatiediensten bedden gesloten, omdat men niet altijd meer de noodzakelijke personele omkadering kan garanderen.
In de richtlijnen die vanuit het HTSC-comité (Hospital & Transport Surge Capacity) werden bezorgd aan de ziekenhuizen, wordt steeds benadrukt dat alle dringende en noodzakelijke zorg moet worden voortgezet. Dat comité volgt de situatie in de ziekenhuizen ook tijdens de huidige golf nog dagelijks op.
Ook tijdens de voorbije golven werd vastgesteld dat patiënten soms zelf de zorg uitstelden. Met de mediacampagnes hebben de overheden er daarom bij de bevolking steeds op aangedrongen om de noodzakelijke zorg niet uit te stellen vanwege de coronacrisis, maar met hun zorgvraag naar hun zorgverstrekker te gaan. Die zorgverstrekker kan immers het best beoordelen welke zorg eventueel nog wat kan wachten of wanneer een ingreep toch beter niet wordt uitgesteld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We halen heel goede cijfers wat onze vaccinatiegraad betreft en de boosterprik doet ook zijn werk. Dat zien we ook in alle vaccinatiecentra die vandaag volop die boosterprik aan het geven zijn. Het is goed dat die cijfers ook zullen worden gepubliceerd, zoals u aangeeft. Mensen vragen daar soms naar. De publicatie van de cijfers geeft een geruststelling om te zien dat vaccineren werkt.
Ik begrijp uiteraard ook dat de ziekenhuizen te kampen hebben met personeelstekort. Dat mogen we zeker niet onderschatten. Het gaat erom dat we ervoor moeten zorgen dat mensen die vandaag een kankerdiagnose krijgen of die nood hebben aan een behandeling, nog altijd terechtkunnen in de ziekenhuizen en dat hun behandeling kan worden gegarandeerd. Dat maakte de mensen de voorbije weken toch wel ongerust, en ze waren ook bang om zelf terug naar het ziekenhuis te gaan en om ook besmet te worden, wetende dat er daar heel wat mensen met een besmetting liggen. De communicatie vanuit de ziekenhuizen is heel belangrijk en we moeten ervoor zorgen dat die op een geruststellende manier gebeurt. Ik hoor daar de afgelopen weken verschillende berichten over. Sommige ziekenhuizen maken mensen nog meer ongerust en vragen om niet te komen, andere ziekenhuizen pakken dat wel goed aan. Ik hoop dat we daar uniform over kunnen zijn en dat we in de komende weken de mensen die een behandeling nodig hebben, kunnen helpen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Wat betreft de communicatie over de uitgestelde zorg trekken we vaccinatieweigeraars niet over de streep omdat sommigen niet geloven dat de diensten vol liggen of zelfs zeggen dat het coronavirus niet bestaat of maar een gewoon griepje is.
Dus jammer genoeg gaan we het daarmee niet redden. Maar ik denk dat u volledig gelijk hebt, minister, als u zegt dat er vooral handen te kort zijn. Je kunt namelijk extra bedden creëren zoveel je wilt, maar je moet mensen hebben die naast die bedden staan. Jammer genoeg kunnen we artsen en verpleegkundigen nog steeds niet klonen. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Creëer gewoon extra infrastructuur.’ Mocht het allemaal zo simpel zijn, dan was het probleem al lang opgelost en moest er geen zorg worden uitgesteld.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik kan beamen wat de collega en de minister zeggen: met bedden alleen wordt er geen zorg geleverd.
Maar ik wilde een bijkomende vraag stellen, minister, in verband met het onderzoek en het voorstel van de Onafhankelijke Ziekenfondsen in september over een mogelijk pandemieplan in geval van uitgestelde zorg. Ondertussen werd daarvan een analyse gemaakt door de Audit Ziekenhuizen. Mijn vraag is of u weet hebt van de resultaten van die bevraging. Zijn de ziekenhuizen zelf vragende partij om in geval van uitgestelde zorg een soort pandemieplan, een soort actieplan te voorzien? Werd er al een beslissing genomen over de noodzakelijkheid van zo’n specifiek plan in geval van uitgestelde zorg wegens een pandemie?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat alles samenhangt. Het verminderen van de uitstel van zorg impliceert het verminderen van de druk op de intensieve zorg. Dat is natuurlijk de kern. Om dat te kunnen doen, moet de viruscirculatie verminderen. Dat is wat door de verschillende Overlegcomités beslist is. We zien daar ook de resultaten van. Ik denk dat we ondertussen bijna 35 procent minder besmettingen hebben dan twee weken geleden, in Vlaanderen toch. Je ziet dus dat dat wel zijn effect heeft.
Collega Sleurs, ik beschik niet over de resultaten van de bevraging bij de ziekenhuizen. Dat is in principe federale materie, maar ik wil daar wel eens naar vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.