Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de controlemaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, de schrijnende toestanden binnen het gebied van de sociale woningen zijn jammer genoeg niet op één hand te tellen. Een nieuw voorbeeld vinden we nu bij WoonAnker Waas. De sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) WoonAnker Waas is bezig met een grote renovatiecampagne van 1800 woningen, iets wat uiteraard broodnodig was. Er vallen echter enorm veel vraagtekens te zetten bij de manier waarop er wordt gerenoveerd. Er komen verschillende getuigenissen binnen bij onze partij, in mijn eigen mailbox, maar ook in de media. Sommige mensen hoeven ter compensatie een halve maand huur niet te betalen, anderen krijgen dat dan weer niet. Sommigen krijgen bijvoorbeeld een gratis dampkap, anderen dan weer niet. Nog andere sociale huurders zien hun zelf betaalde materialen op de schroothoop gegooid worden en vernietigd worden. Deze mensen hebben vaak niet de financiële mogelijkheid om hun zuur betaalde materialen zelf uit te breken en ze later te hergebruiken.
Nog frappanter is een voorbeeld uit mijn geboortegemeente Stekene. Daar heeft een man die een jaar gewoond heeft in een woning die onbewoonbaar was zonder dat er iets werd gedaan, de melding gekregen dat hij uit zijn huis wordt gezet. Nochtans staat er aan de overkant van het huis een woning leeg, maar ze hebben geweigerd om die aan hem te geven omdat hij zou geklaagd hebben over zijn eigen woning. Op 28 december is het zover: dan wordt die man koudweg dakloos. Nochtans zou het gemeentebestuur getracht hebben om te bemiddelen met de directeur van de SHM, maar die blijft weigeren om dat gezin te herhuisvesten. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat renovatie nooit de aanzet kan zijn om mensen dakloos te maken. Die zaken zijn trouwens ook aangeklaagd in de media door een partijgenoot van u, minister, die ik hier in de commissie zie opduiken.
Uit het laatste visitatierapport, dat dateert van 14 februari 2021, blijkt dat vooral de woningen die vroeger behoorden tot het patrimonium van de Gewestelijke Maatschappij voor Volkswoningen (GMVW) in slechte toestand waren en zware renovatiewerken behoefden. GMVW was vooral actief in Temse, Stekene en Nieuwkerken-Waas. In dat rapport staat ook dat indien het niet mogelijk is om renovatiewerken uit te voeren met bewoningsmogelijkheid, er voldoende woningen beschikbaar moeten zijn om bewoners te kunnen herhuisvesten. De visitatiecommissie leidde uit gesprekken met actoren en bewoners af dat de uitvoering van die werken soms moeizaam verloopt. Dit lijkt ondertussen totaal nog niet verbeterd te zijn, integendeel.
In de aanbevelingen van de visitatiecommissie blijkt dat er nood was aan het ontwikkelen van een visie op langere termijn voor grotere onderhoudswerken en renovatiewerken voor een periode van minstens vijf jaar. Er werd toen een aanbeveling gegeven om meer mogelijkheden te creëren om samen met bewoners op zoek te gaan naar oplossingen voor vragen of problemen die zij zelf aankaarten. Ook die aanbeveling blijkt niet echt opgevolgd te worden, zelfs al had de visitatiecommissie het volste vertrouwen dat de SHM met de aanbevelingen aan de slag zou gaan om haar werking te verbeteren. In een plan van aanpak van maart van dit jaar gaf de directeur nog aan dat COVID-19 roet in het eten had gegooid, zoals overal in onze maatschappij denk ik, om die participatie te verbeteren, maar dat er in de komende maanden aan zou worden gewerkt. We zijn nu negen maanden later en het tegendeel blijkt waar te zijn. Ondanks dat heeft de SHM een goede beoordeling gekregen van de visitatiecommissie.
Minister, u had aangegeven in uw schrijven aan de SHM naar aanleiding van de visitatie dat er geen maatregelen nodig waren vanuit de Vlaamse overheid naar de SHM. Dat is natuurlijk pijnlijk als u ziet wat er vandaag aan het gebeuren is.
Minister, in welke mate was u al op de hoogte van de problemen bij de SHM in kwestie? Zult u eventuele stappen ondernemen in deze zaak, die trouwens ook bij uw kabinet is aangeklaagd zoals ik verneem? Zo ja, welke stappen neemt u daarin? Krijgt u nog meldingen van andere SHM’s in Vlaanderen met dezelfde problematiek? Op welke manier wordt daar gevolg aan gegeven?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, dank u voor de vragen. Ik ga u een gebundeld antwoord op de drie vragen geven.
Ik kan bevestigen dat wij kennis hebben genomen van bepaalde klachten die betrekking hebben op de aanpak van sommige renovatiewerken van de SHM WoonAnker Waas. We hebben verschillende mails gekregen en ook collega Daniëls heeft dat aangekaart.
Laat mij toe om eerst de manier toe te lichten waarop met klachten moet worden omgegaan volgens het Bestuursdecreet. Zittende huurders die een klacht hebben met betrekking tot de werking van een sociale huisvestingsmaatschappij, moeten die in eerste instantie richten tot de SHM zelf. Als hun klacht niet of niet afdoende beantwoord wordt, kunnen zij in tweede instantie bij de Vlaamse Ombudsdienst terecht. Bij ernstige en systematische inbreuken kan ook de toezichthouder worden aangesproken.
Omdat het niet de bedoeling kan zijn dat ik mij een mening ga vormen over elke individuele klacht, ben ik in eerste instantie nagegaan in hoeverre de wat u ‘vele klachten’ noemt, zich ook in de praktijk hebben voorgedaan. Uit het bemiddelingsboek van de Vlaamse Ombudsman blijkt dat de betrokken SHM in 2020 zeventien klachten ontving, waarvan er vijftien ontvankelijk waren en allemaal werden opgelost. Als ik die vijftien individuele klachten overloop, blijken twee ervan over woningkwaliteit te gaan, maar de SHM heeft in die twee gevallen wel een oplossing aangereikt waarmee de huurder tevreden was. Veel meer kan ik daar niet over zeggen. Uiteraard zal de administratie, en meer specifiek de afdeling Toezicht, de aanpak van renovaties door WoonAnker Waas van nabij opvolgen.
Ik wil de SHM ook oproepen om in overleg te blijven gaan met huurders met klachten en daarvoor constructief naar oplossingen te zoeken. Tegelijk roep ik de betrokken huurders expliciet op om gebruik te maken van de klachtenprocedure die is voorzien.
Mijnheer Brusselmans, wij krijgen geregeld van die dingen binnen. Mensen sturen een mail als er iets is. Het is niet altijd even eenvoudig om een oordeel te vormen van wie nu gelijk heeft en wie niet. U kent dat. Dat zijn soms een beetje onenigheden of ruzies die er zijn. We proberen daar altijd wat in te helpen en te bemiddelen, in de zin dat we aangeven wat eventueel een oplossing kan zijn. Maar we spelen ook geen rechter.
Ik heb hier nog veel meer van het antwoord. Ik wil het wel geven, maar het is een beetje lastig om daar op die manier op in te gaan, want dat is natuurlijk het verweer dat je van één kant krijgt, met heel wat uitleg over waarom bepaalde zaken gelopen zijn en waarom er iets misgelopen is. Ik wil daar dus eerst vooraf de bedenking bij maken, voorzitter, dat het natuurlijk een eenzijdig verhaal is. Dat kan ook niet anders. Als er echt sprake is van een stelselmatige fout, dan kunnen en moeten we ingrijpen, maar dat is misschien niet altijd het geval. Maar dat is moeilijk uit te maken.
Ik ga u het verdere antwoord geven. Navraag bij de toezichthouder leert mij dat zij in de afgelopen twee jaren één klacht hebben ontvangen met betrekking tot de woningkwaliteit van een woning van WoonAnker Waas. De combinatie van die klacht en een krantenartikel in het najaar van 2020 heeft ertoe geleid dat de toezichthouder zich heeft vergewist van de situatie in een aantal panden en van de aanpak van de renovatie van het patrimonium door de SHM. Daaruit bleek dat de principiële keuze van de SHM om de renovatiewerken uit te voeren terwijl de bewoners in de woning blijven wonen, in het belang van de sociale huurders zelf was genomen, aangezien een andere aanpak met verhuisbewegingen gepaard zou gaan, waardoor de renovatiewerken over veel langere tijd gespreid zouden moeten worden.
Dat neemt niet weg dat de SHM erkent dat er hinder gepaard gaat met renovatiewerken terwijl de woning nog bewoond wordt. Dat is evident. De SHM heeft daarover, binnen de mogelijkheden die de coronamaatregelen toelieten, de betrokken huurders zo goed mogelijk geïnformeerd aan de hand van informatiebundels. In de praktijk verlopen de renovaties gegroepeerd per acht à tien woningen en bleek, vooral in het begin, dat de werken minder vlot verliepen dan gepland, wat opnieuw ten dele te maken had met de coronapandemie.
Zo stelt de SHM dat er bijvoorbeeld leveringsproblemen voor bepaalde materialen en toestellen opdoken, waardoor is voorgevallen dat badkamers en toiletten waren uitgebroken, maar de nieuwe toestellen niet direct leverbaar waren. Daarop is aan de aannemer opgelegd dat geen toestellen uitgebroken mogen worden als de nieuwe niet op de werf aanwezig zijn. Binnen het dossier was ook voorzien om noodsanitair te plaatsen in de vorm van containers, maar ook dat was omwille van de coronamaatregelen praktisch niet haalbaar.
De SHM erkent dus ook dat de hinder voor sommige huurders groter is dan zijzelf had ingeschat, maar vraagt begrip voor bijzondere omstandigheden en doet daarbij zelf ook bijkomende inspanningen. Zo stelt de SHM dat ze de helft van de huur terugbetaalt per begonnen maand waarin de renovatiewerken voor de binnenwerken lopende zijn.
Omdat een van de woningen opgenomen was in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, werd ook de Vlaamse Wooninspectie ingeschakeld. Vooraleer de Vlaamse Wooninspectie tot vaststellingen kon overgaan, had WoonAnker Waas als verhuurder intussen zelf stappen ondernomen om de verhuring stop te zetten en het betrokken huurcontract werd door de vrederechter verbroken. Ik wil er u op wijzen dat het feit dat de vrederechter is tussengekomen, niet op verzoek van de huurder is gebeurd en dat de uitspraak van de vrederechter minstens nuanceert dat enkel de SHM schuld zou treffen.
U verwijst in uw vraag ook naar het visitatierapport van 14 februari 2021 en u stelt terecht dat de visitatiecommissie uit de gesprekken met actoren en bewoners afleidde dat de uitvoering van de werking soms moeizaam verloopt. In tegenstelling tot wat u beweert in uw vraag, had de visitatiecommissie het echter niet over de grote renovatiewerken in de Bloemenwijk, maar over de herstellings- en onderhoudswerken naar aanleiding van technische meldingen of problemen. In dat verband kon de visitatiecommissie ook vaststellen dat de SHM erkende dat dit aspect van de werking een tijdlang minder vlot liep.
Tegelijk had de SHM ten tijde van de visitatie al maatregelen genomen, waaronder de aanwerving van een medewerker die specifiek werd ingezet voor de optimalisering van de planning en de communicatie daarover met de huurders. Over de specifieke problemen bij de aanpak van de renovatie van de Bloemenwijk heeft de visitatiecommissie geen opmerkingen gemaakt, behalve in positieve zin.
Uit het feit dat de SHM voor de meeste aspecten van haar werking een goede beoordeling heeft gekregen, kan ik enkel afleiden dat onafhankelijke experts van mening zijn dat de SHM op die aspecten aan de vereisten voldoet. Om tot een oordeel te komen, gaan die experts overigens niet alleen in gesprek met de SHM zelf, maar betrekken ze heel expliciet ook andere woonactoren en sociale huurders. Daarbij moet gezegd dat de visitatiecommissie nooit individuele casussen gaat beoordelen, maar steeds het ruimere operationele en strategische kader van de SHM. De focus ligt dus niet op individuele gevallen, maar op een doordachte en systematische aanpak van de opdrachten en uitdagingen waarmee SHM’s worden geconfronteerd en op het resultaat dat die aanpak oplevert. Dat resultaat is uitgedrukt in vereisten per operationele doelstelling. Die vereisten zijn geformuleerd in functie van de sociale dienstverlening die van de SHM wordt verwacht ten aanzien van haar klanten, gecombineerd met een gezonde en op een efficiënte manier geleide huisvestingsmaatschappij.
Uit de evaluatie van de visitatiecommissie blijkt dat de SHM op veertien van de zeventien doelstellingen prestaties levert die minstens voldoen aan de vereisten, en op twee van de doelstellingen duidelijk betere prestaties. Dat neemt niet weg dat er geen verbeterpunten zouden zijn bij de maatschappij. Die liggen op het vlak van prijsbewust bouwen, het betrekken van bewonersgroepen bij sociale huurprojecten en wijkbeheer en het meten van de tevredenheid van klanten. Wat die laatste twee verbeterpunten betreft, stel ik overigens vast dat de bewuste Bloemenwijk vermeld staat bij de beoordeling van deze prestaties, maar niet als voorbeeld van wat fout loopt bij de SHM, maar wel als voorbeeld van de inspanningen die de SHM wel al heeft geleverd op die doelstellingen.
De maatschappij erkent de verbeterpunten die de visitatiecommissie heeft gedetecteerd. Op de aanbeveling van de visitatiecommissie aan de SHM om een visie op langere termijn te ontwikkelen voor grotere onderhoudswerken en de renovatie- en vervangingsbouwplanning, heeft de SHM in haar reactie op het visitatierapport aangegeven dat ze daarop zal inspelen en een tienjarenplan zal opmaken. De visitatiecommissie heeft daarnaast inderdaad aanbevolen om meer mogelijkheden te creëren om samen met bewoners op zoek te gaan naar oplossingen voor vragen of problemen die zij zelf aankaarten. Die doelstelling blijkt zowat de moeilijkst te behalen doelstelling te zijn voor de SHM’s in Vlaanderen en dat heeft vooral te maken met het feit dat daarvoor heel veel inspanningen gedurende lange tijd nodig zijn en dat daarvoor geen standaardaanpak mogelijk is.
In de praktijk stel ik vast dat SHM’s maximaal proberen te leren van elkaar en ook experimenteren, maar dat er geen wonder- of standaardoplossing bestaat. Het gaat erover dat de SHM hier aandacht voor heeft en verschillende trajecten uitzet om tot resultaten te komen. Dat is dus vooral ‘trial and error’ en blijven proberen contact te maken en te houden met de klanten. Uit de reactie van de SHM blijkt in elk geval de wil om daarmee aan de slag te gaan.
U zegt dat de aanbevelingen van de visitatiecommissie niet opgevolgd worden door de SHM, maar ik heb daarvoor eigenlijk geen indicaties. Integendeel, uit alle informatie waarover ik beschik, blijkt dat de SHM inspanningen levert om aan de vereisten te voldoen en tegelijk in dialoog met de betrokken huurders naar werkbare oplossingen zoekt.
Op basis van het aantal klachten waarvan ik kennis heb genomen, op basis van de klachten die bij de toezichthouder zijn binnengekomen en behandeld en op basis van de uitgebreide gemotiveerde beoordeling van de prestaties van de SHM door onafhankelijke experts, heb ik momenteel onvoldoende aanwijzingen dat er zich een structureel probleem voordoet in de aanpak van de SHM met betrekking tot de renovatiewerken. Deze laatste paragraaf is zo’n beetje de samenvatting.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik begrijp uw uitgangspunt, als u zegt dat u zich baseert op het aantal klachten dat bij de verschillende instanties binnenkomt. Maar we moeten ook goed beseffen dat niet iedereen de weg daarnaartoe vindt, hoe laagdrempelig men dat ook probeert te maken. Ik spreek uit eigen ervaring. Ik loop daar vaak rond. Ik ga daar vaak op bezoek bij mensen. De schrijnende toestanden van WoonAnker Waas zijn echt niet meer op twee handen te tellen.
U zegt dat u afleidt dat ze wel inspanningen leveren aangaande de aanbevelingen die de visitatiecommissie heeft gedaan, zeker met betrekking tot dialoog, maar dat is totaal het geval niet. Men weigert daar meestal om in dialoog te gaan. Sommige huurders moeten al zeer ver gaan – de pers erbij betrekken enzovoort – om toch nog een gesprek te kunnen krijgen. Dat lijkt mij absoluut geen goed voorbeeld van een dialoog opbouwen met huurders.
Wat ik persoonlijk probeer te doen, is om al die gedupeerden, al die huurders die met bepaalde schadegevallen of in een prangende situatie zitten, aan te raden om toch altijd zeker klacht te blijven indienen om zo de procedures op te starten zodat het op tafel kan komen. Maar vandaag is dat nog niet het geval of toch nog niet in die mate dat u denkt te moeten ingrijpen, maar de situatie is natuurlijk wel wat ze is.
Ik gaf u het voorbeeld van een man die op 28 december dakloos zal worden. Daar kunnen wij als politici toch niet zomaar naar kijken en ons verstoppen achter ‘ik heb geen aanwijzingen dat het meer gebeurt’. Er schort wel degelijk iets.
Ik zou u opnieuw willen vragen om op zijn minst met de SHM nog eens aan tafel te zitten en hen duidelijk te maken wat belangrijk is. Dat is dialoog, maar ook voorzien – zoals het voorbeeld dat u hebt aangehaald – dat wanneer men iets wil vervangen, zeker sanitair, de nieuwe dingen al geleverd zijn. Men steekt zich dan weg achter corona waardoor het niet mogelijk was om containers te plaatsen. Beeldt u zichzelf in dat u woont in een huis waar er plots geen sanitair meer is. Ik denk dat ik er geen tekeningetje bij moet maken dat dat niet de meest aangename situatie is. Ik merk steeds meer flauwe excuses daar. Daarom wil ik u nog eens vragen om met hen rond de tafel te zitten en de puntjes op de i te zetten.
De heer Daniëls heeft het woord.
Het dossier ligt mij nauw aan het hart door Meerdonk en Sint-Pauwels. Ik heb het al gebracht op de gemeenteraad van Sint-Gillis-Waas in 2019, 2020 en ook nog eens vorige maand. Zoals de minister zegt, wordt er verbouwd terwijl er in de woningen wordt gewoond. Het is heel belangrijk dat die renovaties gebeuren, bijvoorbeeld op het vlak van kwaliteit, energie en dergelijke meer. Dat is absoluut nodig.
Ik ben zelf rechtstreeks in dialoog gegaan met WoonAnker Waas en bewoners, bij wie ik zelf ben gaan kijken. Ik geef een concreet voorbeeld. Er gebeuren energetische renovaties, maar de wind en de bladeren waaien gewoon onder de deuren door en dakvensters blijven lekken. Het is pijnlijk om te zien. In Meerdonk zijn er mensen die meer dan twee maanden gekampeerd hebben in hun garage omdat de keuken werd uitgebroken, maar waar de nieuwe keuken die geplaatst moest worden, niet geleverd was.
Dan komen we natuurlijk bij werfplanning, en daar wil ik wel even op ingaan. Ik heb dat ook aan WoonAnker Waas meegegeven. Als ze dergelijke renovaties doen, moeten ze in hun bestek laten opnemen dat de kwaliteit van wonen als de renovatie doorgaat met bewoning, bewaard en bewaakt moet blijven. WoonAnker Waas zei me dat ze niet anders kunnen omdat ze alleen offertes en bestekken hebben gemaakt op basis van prijs. Ze zeggen dat ze niet anders kunnen omdat ze decretaal enkel moeten kijken naar de prijs en niets anders mogen opnemen. Volgens mij klopt dat niet, maar ik luister graag naar uw antwoord, minister.
Voor zulke zaken moet men kwaliteitseisen opnemen, niet op uitvoering maar wel op het vlak van bijvoorbeeld kansen op bewoonbaarheid. Minister, ik wil u vragen om kritisch te kijken naar de repliek die u hebt gekregen van WoonAnker Waas. U zegt zelf dat het van één kant komt en dat de klachten van de mensen van de andere kant komen. Maar we moeten WoonAnker Waas er toch op wijzen dat ze ook kwaliteitseisen moeten opnemen om te kunnen blijven wonen in de woning. Als dat om een of andere reden niet kan, bijvoorbeeld door corona of materiaal, dan moet men een sanitaire keet voorzien per woning of een kitchenette of whatever. Dat moet ook iets degelijk zijn en geen gammel Bricokeukentje dat men dan in de garage zet en waar de mensen het dan maar mee moeten doen. Dat lijkt me geen goede zaak.
WoonAnker Waas zal vierhonderd woningen hebben en er staan nog meer dan tweehonderd renovaties op de planning. Ik denk dat ze intern iemand moeten aanstellen die ook technisch onderlegd is, om de aannemer erop te wijzen wat goed is en wat niet goed is en om dit verder op te volgen.
Minister, ik vraag u om dit kritisch te blijven opvolgen. Ik zal aan de mensen blijven zeggen dat ze klacht moeten indienen via de gekende kanalen.
Ik wil erop wijzen dat het in onze commissie niet de bedoeling kan zijn om in te gaan op één of enkele dossiers. Als het deel uitmaakt van een globale problematiek, kan het wel worden aangekaart. De minister heeft daar ook naar verwezen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Het is inderdaad een heel specifiek geval, mijnheer Brusselmans. Wees maar zeker dat als we dergelijke dingen binnenkrijgen, we dat ook wel opvolgen. Ik heb willen aangeven dat wat ik nu gaf als antwoord, een eenzijdig verhaal is met informatie die wij moeten inwinnen vooraleer we kunnen oordelen wat er aan de hand is, laat staan dat we iets kunnen doen.
Mijnheer Daniëls, uw vraag gaat puur over de wetgeving openbare aanbestedingen. Het is niet zo dat je alleen maar op prijs beoordeelt. Het is perfect mogelijk om in het bestek op te nemen dat je prijs-kwaliteit wilt. De wetgeving overheidsopdrachten laat toe om de prijs-kwaliteitsverhouding als gunningscriterium op te nemen. Er zijn ook andere criteria die verband houden met de opdracht en er staan zelfs voorbeelden van opgesomd. Dat kan gaan over de organisatie, zelfs personeelskwalificaties, ervaring van het personeel, de precieze uitvoering van de opdracht enzovoort. Zelfs klantenservice en technische bijstand kunnen betrokken worden in de openbare aanbesteding.
Ik weet dat heel goed omdat het ook bij onroerend erfgoed zeer belangrijk is, want je wilt niet de eerste de beste aan heel delicate materialen laten werken. Het moet iemand zijn die de juiste kwalificaties heeft. Dat kan allemaal perfect worden opgenomen. Ook op het vlak van organisatie, bijvoorbeeld als gebouwen gebruikt worden, moeten ze de juiste toegang hebben. Kijk maar naar de renovatie van stationsgebouwen. Dat staat daar altijd in. De procedure en de aanpak van de werf worden daarin wel degelijk opgenomen. Bij Oosterweel bijvoorbeeld zijn er minderhindermaatregelen opgenomen. Het is dus wel degelijk perfect mogelijk om dat te doen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ik verneem van de heer Daniëls dat WoonAnker Waas zegt alleen een bestek te hebben op basis van de kosten. De minister zegt dat dit niet klopt en dat het ook anders kan. Ik stel dus alleen maar vast dat ze zich opnieuw gedragen als een duiveltje in een wijwatervat en dat er grote problemen zijn. Ik stel voor dat de minister hen schriftelijk laat weten dat het bestek wel anders kan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.