Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
De Federale Regering heeft haar plannen over de uitbreiding van de zorgcentra na seksueel geweld uit de doeken gedaan. Daaruit blijkt dat de Nederlandstalige slachtoffers uit Brussel en Halle-Vilvoorde in de kou blijven staan. Er komt immers geen zorgcentrum in het UZ Brussel, ook al was dat vragende partij. De Nederlandstalige slachtoffers uit Brussel en omgeving moeten naar het Franstalige Sint-Pietersziekenhuis en zijn dus aangewezen op Franstalige hulp. Nochtans had het UZ Brussel zich wel bereid getoond om een centrum op te richten. Ook Ine Van Wymersch, de procureur des Konings van het parket Halle-Vilvoorde, had graag een zorgcentrum in Jette gezien. Om in het Nederlands geholpen te worden, moeten slachtoffers nu naar het Leuvense rijden na een traumatische ervaring. Ze verliezen daardoor kostbare tijd en dat maakt het voor hen ook praktisch moeilijk. Slachtoffers moeten zich verder verplaatsen en er zouden ook twee parketten bevoegd zijn voor één centrum. Dat maakt de situatie nodeloos complex.
Minister, hoe kunnen we ervoor zorgen dat de Nederlandstalige slachtoffers evenwaardige ondersteuning krijgen? Hebt u hierover overleg gehad met federaal staatssecretaris Schlitz? Wat was het resultaat van dat overleg?
Minister Demir heeft het woord.
Inderdaad, een van de zaken die ik destijds in de evaluatie had opgenomen, was of het aanbod in het Sint-Pietersziekenhuis voldoende was voor Nederlandstalige slachtoffers. Ik vroeg om na te gaan of het nodig was om een extra zorgcentrum op te richten in Jette. De resultaten van die evaluatie kwamen pas in 2019, na mijn termijn als bevoegde staatssecretaris. Uit die evaluatie bleek inderdaad dat Nederlandstalige slachtoffers minder vaak hun weg vonden vanwege de perceptie van het Sint-Pietersziekenhuis als Franstalige instelling. Ik vind het jammer dat deze resultaten niet werden meegenomen in de beslissing rond de locaties van de nieuwe zorgcentra. De opening van een zorgcentrum in Leuven volgend jaar zal niet voldoende zijn. Daarom heb ik staatssecretaris Schlitz aangeschreven met de vraag om maatregelen te nemen om de toegankelijkheid van Nederlandstalige slachtoffers te verhogen en de opening van een zorgcentrum in Jette toch te overwegen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik ben natuurlijk zeer blij dat u de staatssecretaris zult contacteren. Het is echt wel heel jammer dat de resultaten uit de evaluatie niet meegenomen zijn, zeker nu we horen dat het al op voorhand bekend was dat dit voor problemen zou zorgen. Als Vlaams minister had u niet alle hefbomen in handen. Onze fractie vindt dat spijtig, want we zien dat een minister die haar nek uitsteekt om de belangen van de slachtoffers te verdedigen echt wel verschil maakt. Ik denk hierbij aan uw voorstel om Salduz voor slachtoffers uit te werken dat ook op een ‘njet’ is gestoten. Laat ons maar snel Justitie volledig in Vlaamse handen hebben. Tot dan, minister, reken ik erop dat u richting het federale niveau uw volledige gewicht in de schaal legt zodat Nederlandstalige slachtoffers van seksueel geweld dezelfde kwalitatieve hulp krijgen als Franstalige slachtoffers.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, het is cruciaal dat iedereen de kans krijgt een beroep te doen op een zorgcentrum na seksueel geweld. De drempel moet zo laag mogelijk gehouden worden, ongeacht afkomst, gender of zoveel meer. De uitrol van dergelijke centra is noodzakelijk en dient zo snel mogelijk te gebeuren. Recent startte zoals gepland het zorgcentrum na seksueel geweld in Antwerpen. Normaliter zou eind dit jaar nog eenzelfde centrum openen in Leuven, maar de opening werd uitgesteld naar juni 2022.
Minister, u gaf in het verleden aan dat u een groot voorstander bent van een snelle uitrol van deze zorgcentra en dat u ook de hand zou reiken om dat versneld te doen. Vandaar mijn bijkomende vraag: hebt u nog samengezeten over de verdere uitrol van de zorgcentra? Hebben nog andere zorgcentra vertraging opgelopen?
Minister Demir heeft het woord.
Uiteraard, collega’s, zit ik geregeld samen met staatssecretaris Schlitz over wat we vanuit onze Vlaamse bevoegdheden kunnen doen. Denk bijvoorbeeld maar aan de eerstelijnsbijstand. Het blijft natuurlijk wel een bevoegdheid van de federale collega’s. Ik ben vanuit Vlaanderen niet bevoegd om zorgcentra op te richten, maar we hebben bijvoorbeeld lang samengezeten over de juridische bijstand en over onze diensten slachtofferonthaal die in de zorgcentra de slachtoffers beter kunnen begeleiden. We hebben daar een overeenkomst voor gemaakt met de zorgcentra.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Ik dank u nogmaals voor de inspanningen die u op dat vlak doet, minister. Alle slachtoffers zullen u daar dankbaar voor zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.