Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de Dag van de Wetenschap 2021
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, op 27 november 2021 werd de vierde wetenschapsbarometer gelanceerd. Sinds 2018 legt die vragen met betrekking tot wetenschap en techniek voor aan de algemene Vlaamse bevolking, werkgevers, leerkrachten, ouders en leerlingen.
Het huidige beleidsplan Wetenschapscommunicatie ziet het versterken van het draagvlak voor wetenschap en innovatie als een belangrijk fundament voor wetenschappelijk onderzoek.
Goed nieuws, want de bevraging toont nog steeds een duidelijk draagvlak van 68 procent aan bij de Vlaming voor ondersteuning van wetenschap door de overheid. Het draagvlak ligt zelfs nog hoger bij werkgevers en leerkrachten.
De wetenschapsbarometer brengt ook enkele werkpunten met zich mee. Ik heb het document even doorgenomen en heb er een achttal opgelijst. Een: de neiging om informatie na te kijken op juistheid is alweer significant gedaald. Twee: er is een opvallend slechtere visie op Science, Technology, Engineering and Mathematics (STEM) bij leerlingen van het secundair onderwijs in vergelijking met leerlingen van het basisonderwijs. Drie: ondanks een hoge aangegeven interesse voor wetenschap is er minder zin in participatie. Vier: televisie blijft een belangrijk kanaal voor de consumptie van wetenschap. Programma’s op het internet scoren minder dan op tv. Vijf: de Vlaming plaatst meer vraagtekens bij wetenschappers, vooral op het vlak van communicatie en begrijpbaarheid. Zes: de omarming van technologische vernieuwingen ligt lager dan het belang en de interesse ervan. Zeven: werkgevers geven vaker aan dat ze wel zouden willen deelnemen aan een discussie of gesprek met wetenschappers. Acht: werkgevers geven ook vaker aan dat ze wel eens graag mee zouden willen beslissen over onderzoeksonderwerpen.
Ik had graag van u een antwoord gekregen op een aantal vragen, minister.
Welke conclusies trekt u uit de laatste meting van de wetenschapsbarometer?
Op welke manier zult u tegemoetkomen aan de hierboven geformuleerde werkpunten op het vlak van wetenschapscommunicatie?
Op welke manier bent u in overleg met werkgevers over de conclusies die op hen betrekking hebben?
Op welke manier gaat u in overleg met de andere leden van de Vlaamse Regering over deze resultaten, bijvoorbeeld met de minister van Onderwijs?
Hoe gaat u aan de slag met de resultaten van de wetenschapsbarometer in het nieuwe beleidsplan Wetenschapscommunicatie?
Ik ga verder met mijn vraag om uitleg over de Dag van de Wetenschap. Door de coronamaatregelen moest de Dag van de Wetenschap onlangs helaas volledig digitaal plaatsvinden. In de laatste fysieke edities waren er meer dan duizend activiteiten in Vlaanderen en ook online. Ondanks de last minute noodzakelijke bijsturing werden er dit jaar online toch meer dan vijftig live activiteiten en vijfhonderd activiteiten op aanvraag aangeboden aan de deelnemers.
Opnieuw hebben universiteiten, scholen, hogescholen, bedrijven, onderzoeksinstellingen en musea samengewerkt aan een breed aanbod, met ondersteuning van Vlaanderen. De centrale vraag was: ‘Kan jij je nog een leven zonder wetenschap voorstellen?’ Die kon op verschillende manieren aan bod komen.
Ook daarover heb ik een aantal vragen, minister.
Wat was het bereik van de Dag van de Wetenschap 2021? Hoeveel deelnemers waren er aan de online evenementen? Hoeveel geïnteresseerden werden bereikt via sociale media in aanloop naar het evenement?
Kunt u vooruitblikken op de plannen van Dag van de Wetenschap 2022? Is het opnieuw de bedoeling om een fysiek evenement te organiseren in combinatie met een online aanbod?
Op welke manier wordt het online-aanbod ook tijdens de rest van het jaar ontsloten en gepromoot om de interesse voor wetenschap en/of het gebruik in bijvoorbeeld onderwijs te stimuleren?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, collega De Roo. Uit de cijfers van de Wetenschapsbarometer blijkt dat zowat zeven op de tien Vlamingen vertrouwen hebben in de wetenschap. Dat vertrouwen is dus stabiel gebleven, ondanks de crisis. De helft van de Vlamingen zegt vertrouwen te hebben in wat wetenschappers vertellen. Daar zien we zelfs een lichte stijging tegenover vorig jaar.
Acht op de tien erkent ook het belang van wetenschap en onderzoek. Zelfs als het geen direct praktisch nut heeft, blijft ongeveer drie kwart het belangrijk vinden. Ook zegt drie kwart van de Vlamingen het nut van wetenschap te zien in het dagelijkse leven. Volgens een op de drie is de impact groter door de coronacrisis.
Ondanks de aanhoudende crisis en moeilijke tijden, blijft de Vlaming dus het belang van wetenschap erkennen en erin vertrouwen.
De wetenschapsbarometer brengt over het algemeen een positieve boodschap, maar legt ook enkele, zij het kleinere, werkpunten bloot. Het vertrouwen in wat wetenschappers vertellen, kende zoals gezegd een lichte stijging tegenover vorig jaar: de helft van de Vlamingen geeft aan dat je hen kunt vertrouwen, terwijl dat percentage vorig jaar 7 procent lager lag. Maar het percentage blijft duidelijk lager liggen dan het algemene vertrouwen in wetenschap. Een mogelijke verklaring is – zoals altijd – de communicatie. Hoewel driekwart vindt dat wetenschappers tijdens de coronacrisis professioneel overkomen, vindt de helft van de Vlamingen dat onze wetenschappers begrijpelijker en eenduidiger zouden kunnen communiceren. Ze zouden dat ook over de politici kunnen zeggen, natuurlijk. Vooral 55-plussers vinden dat wetenschappers te weinig inspanningen doen om begrijpelijk over te komen.
Dit alles toont het belang aan van de meer dan 10 miljoen euro die we jaarlijks in wetenschapscommunicatie investeren. We slagen er goed in om wetenschap tot in de huiskamer te brengen bij jong en oud.
Om de perceptie dat wetenschappers niet voldoende communiceren tegen te gaan, wil ik meer aandacht besteden aan wetenschapscommunicatie. Zo ondersteun ik SciMingo, dat in 2020 een wetenschapscommunicatieacademie heeft gelanceerd voor enthousiaste onderzoekers die willen leren hoe hun onderzoek met het publiek te delen.
Ik kan ook met trots melden dat een van onze partners die we via het wetenschapscommunicatiebeleid ondersteunen, de Universiteit van Vlaanderen, vorige week de Belgian Podcast Award gewonnen heeft. Het publiek en de vakjury verkozen hen tot de nummer 1 podcast van België in de categorie Science & Tech. Met maar liefst meer dan 360.000 downloads in november bereikt de Universiteit van Vlaanderen een enorm aantal trouwe luisteraars en inspireert ze hen met audiocolleges van Vlaamse topwetenschappers.
Wat het overleg met de werkgevers betreft, lijken de resultaten van de barometer me een uitnodiging voor de actoren wetenschapscommunicatie om actief bedrijfsleiders op te zoeken om zo’n gesprek te faciliteren. Daarvoor bestaan vandaag al heel wat interessante werkvormen, zoals wetenschapscafés.
Hoe gaan we in overleg? Samen met mijn collega bevoegd voor Onderwijs zet ik in op een hogere instroom in STEM-opleidingen en -loopbanen, op STEM-specialisten en op het algemeen versterken van STEM-competenties in de samenleving: de STEM-geletterdheid. Ik heb daar al een heel uitgebreide vraag over beantwoord een van de voorbije weken.
Hoe ga ik aan de slag met de wetenschapsbarometer? Het nieuwe beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2021-2030 zal binnenkort gefinaliseerd worden in afstemming met de STEM-agenda. Ik weet dat u allen op hete kolen zit, zeker collega De Roo, maar ik denk ook collega Sleurs. Er zal verder gebouwd worden op het beleidsplan wetenschapscommunicatie 2015-2020, maar ik wil ook nieuwe accenten leggen door het maatschappelijk debat over wetenschappelijke uitdagingen en evoluties te faciliteren en nog meer te stimuleren.
Ik geef in het kort enkele krachtlijnen. Ik wil meer afstemming met onder andere het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO) om wetenschappers op een bevattelijke manier over hun onderzoek te laten communiceren. De wetenschapscommunicatieacademie van SciMingo kan hiertoe bijdragen. Ook het project Wetenschapsjournalistiek van Journalismfund.eu en Eos Wetenschap spelen hierin een belangrijke rol. Er zullen ook bijkomende inspanningen gedaan worden om de mensen te betrekken bij ‘Citizen Science’-projecten. Een voorbeeld hiervan is het amai!-project, waarover ik het eerder al had. De winnaars worden trouwens binnenkort bekendgemaakt.
Morgen ga ik naar de Vlaamse Regering met de vraag om voor het amai!-project een nieuwe cyclus te voorzien. Amai, amai, dat is goed! Het is mijn ambitie om met deze cyclus nog meer Vlamingen te overtuigen om deel te nemen aan onze burgerjury.
Dan kom ik tot uw vragen over de Dag van de Wetenschap, collega De Roo. We hebben bijna 32.000, meer bepaald 31.994, mensen bereikt. Dat waren allemaal deelnemers aan de online evenementen, want we hebben op het laatste moment, op 18 november om precies te zijn, beslist om de plaatsbezoeken te annuleren en enkel online te werken. Het doecentrum Technopolis, de coördinator van de Dag van de Wetenschap, heeft een intensieve mediacampagne uitgewerkt, die dan op het laatste moment nog aangepast moest worden. Maar ik denk dat het goed gelopen is.
Collega De Roo, na afloop van de Dag van de Wetenschap hebben we beslist om het online aanbod heel het jaar door toegankelijk te houden en regelmatig te promoten en dat blijkt heel succesvol te zijn. Er waren doorheen het jaar 163.771 deelnemers. Het totale aantal deelnemers zal dus nog oplopen, want ook het komende jaar blijven de meeste activiteiten, met uitzondering van de livestreams, nog beschikbaar op het onlineplatform.
Ik hoop dat we in 2022 opnieuw een Dag van de Wetenschap met plaatsbezoeken kunnen aanbieden, maar ik denk dat het wijs is om daarnaast ook een online aanbod te behouden. Los van de coronamaatregelen kunnen we met een online aanbod heel wat mensen bereiken die niet fysiek kunnen deelnemen. En zo kunnen mensen ook doorheen het jaar de initiatieven herbekijken.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, het is terecht dat de 50 procent van de Vlamingen die u noemt, hamert op de wetenschapscommunicatie. U hebt er al heel wat acties voor ondernomen, maar het blijft belangrijk dat wetenschappers effectief tot in de huiskamer, tot bij de werkgever of tot bij het onderwijs kunnen komen en daar op een heel begrijpbare manier kunnen uitleggen waarmee ze bezig zijn, wat ze onderzoeken en op welke manier dat onderzoek kan worden bijgestuurd of geoptimaliseerd. In die zin ben ik blij met de acties die u daarrond onderneemt.
Ik zie nog wel extra potentie in kanalen zoals de Dag van de Wetenschap en dat verder in de markt te blijven zetten. Zoiets geraakt na enkele dagen of maanden niet gedateerd. Het is dan ook zeer goed dat het aanbod van de Dag van de Wetenschap online blijft staan zodat men met die sessies aan de slag kan gaan. Het is heel belangrijk om blijvend te communiceren dat dat aanbod er is. We zien in de cijfers van de wetenschapsbarometer dat online content rond wetenschap minder populair is dan televisie, terwijl er omtrent wetenschap online zeer veel ter beschikking is. Soms ontbreekt het aan overzicht of input om de informatie tot bij de eindgebruiker, de consument, de leerling, de werkgever en de werknemer te krijgen. Ik wil dan ook een oproep doen om het aanbod dat er is communicatief te ondersteunen en dat draagt dan ook weer bij tot de wetenschapscommunicatie.
Ik heb nog een bijkomende vraag over de wetenschapsbarometer in combinatie met het nieuwe beleidsplan. Blijft die ook bestaan in het nieuwe beleidsplan rond wetenschapscommunicatie?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega De Roo, ja. De goede dingen behouden we, dus die barometer blijft absoluut bestaan.
Mijnheer De Roo, u bent gelukkig?
Ik ben gelukkig. We konden deze vragen om uitleg niet beter afsluiten dan op deze manier.
Een ontroerend moment in deze commissievergadering.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.