Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, collega’s, in september werd al de discussie gevoerd over bepaalde stageplekken die, voor leerlingen uit het secundair onderwijs en voor studenten uit het hoger onderwijs in zorgopleidingen, vroegen naar het Corona Safe Ticket (CST) waarmee ze konden aantonen dat ze gevaccineerd of covidnegatief getest waren. Stageplekken mochten niet vragen naar de vaccinatiestatus van leerlingen, maar af en toe gebeurde het wel. Verschillende scholen wisten toen niet goed hoe ze daarop moesten reageren, minister. U herhaalde toen dat dit zeker niet mocht en u beloofde de organisatoren van stageplekken eraan te herinneren dat ze niet mogen vragen naar de vaccinatiestatus van leerlingen.
Ondertussen zijn we drie maanden verder, en is het CST binnen de zorg alsook in de brede maatschappij schering en inslag geworden. Daar bovenop komt nu ook nog de verplichting tot vaccinatie voor het zorgpersoneel, die opgelegd wordt door de Federale Regering. Concreet komt er een overgangsperiode van 1 januari, of misschien iets later, tot 1 april. Wie in die periode in de zorgsector niet gevaccineerd is, zal elke 72 uur een coronatest moeten ondergaan. Werknemers die dat weigeren, zullen op tijdelijke werkloosheid gezet worden. Werknemers die op 1 april nog niet gevaccineerd zijn, zullen hun arbeidsovereenkomst automatisch verbroken zien en meteen terugvallen op een volledige werkloosheidsuitkering.
De vraag speelt nu bij veel leerlingen en studenten wat dat nu voor hen concreet allemaal betekent.
Voor ons moet er een onderscheid gemaakt worden tussen stagiairs uit het secundair onderwijs en deze uit het hoger onderwijs. Binnen het secundair onderwijs geldt de leerplicht tot 18 jaar. Dat betekent dat, indien ze voor een zorgopleiding kozen binnen het reguliere onderwijs, ze naar school moeten gaan en dus in veel gevallen ook stage moeten lopen. De leerplichtwet is ook niet los te zien van het leerrecht, dat in diverse internationale verdragen ingeschreven is, zoals het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Op dit moment vrezen heel wat niet gevaccineerde leerlingen dat ze door de school gedwongen zullen worden om van studierichting te veranderen of dat ze bij het niet kunnen vervolledigen of zelfs het niet vinden van een stageplek, een onvoldoende en dus een C-attest zullen krijgen. Nochtans was er op het moment van de keuze van hun richting bij het begin van het schooljaar nog geen sprake van een verplichte vaccinatie.
In het hoger onderwijs geldt de leerplicht niet. Een student schrijft zich als volwassene in voor een bepaalde studierichting aan een hogeronderwijsinstelling, waarmee hij of zij een contract aangaat. Maar die inschrijving is hier ook gebeurd onder de voorwaarden en virologische situatie zoals ze in september was, toen er nog geen sprake was van een verplichte vaccinatie in de zorg. Men kan dus in deze gevallen moeilijk spreken van een vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde toestemming bij het aangaan van het inschrijvingscontract. In dezen speelt ook nog eens extra het financiële plaatje. Indien niet gevaccineerde studenten die thans in het derde of vierde jaar zitten, niet kunnen afstuderen door deze maatregel, dan hebben ze ook alle voorgaande jaren voor niets gestudeerd en geïnvesteerd in hun studies.
Minister, welke gevolgen heeft dit besluit van de Federale Regering voor leerplichtige stagiairs in zorgrichtingen in het secundair onderwijs? Wat gebeurt er met leerlingen die zich, om eender welke reden, niet willen of kunnen laten vaccineren? Indien er voor hen geen uitzondering komt, moeten zij dan van studierichting veranderen? Kan een school aan zulke leerlingen wegens het niet kunnen afleggen van de stage, een C-attest geven?
Op het moment van de keuze van hun richting bij het begin van het schooljaar was er nog geen sprake van een verplichte vaccinatie. Indien al voor het ingaan van de verplichting een stagecontract werd aangegaan, kan dat dan in het licht van deze maatregel van de federale overheid zomaar eenzijdig worden opgezegd? In hoeverre is een uitsluiting van niet gevaccineerde leerplichtige leerlingen in dezen dan geen schending van het leerrecht?
Welke gevolgen heeft dit besluit van de Federale Regering voor stagiairs in zorgrichtingen in het hoger onderwijs? Wat gebeurt er met studenten die zich, om eender welke reden, niet willen of kunnen laten vaccineren?
Studenten zijn bij het begin van het academiejaar een contract aangegaan met hun hogeronderwijsinstelling, op het moment dat er van deze verplichting nog geen sprake was. In hoeverre is een dergelijke wijziging geen eenzijdige wijziging van dat contract waarbij er vanwege de student geen sprake is van vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde toestemming?
Kunnen niet gevaccineerde studenten die mogelijks door deze maatregel hun studies niet kunnen afmaken, hun inschrijvingskosten verhalen op de overheid of hun desbetreffende hogeronderwijsinstelling?
Minister Weyts heeft het woord.
U weet natuurlijk dat de vragen die u stelt zich vooral richten tot de penhouder die zich op het federale niveau bevindt, en meer bepaald de federale collega bevoegd voor Volksgezondheid.
Wanneer ingevoerd, heeft de verplichting natuurlijk wel een ruimere impact, dus ook op het onderwijs. Maar we hebben vooralsnog geen zicht gekregen op de inhoud van het besluit. Ik kan dus ook niet met zekerheid uitspraken doen over de wijze waarop de stagiairs in dezen geraakt worden.
In afwachting van de regelgeving heeft mijn administratie wel al de impact bekeken van een eventuele verplichting voor stagiairs. Die blijkt niet te verschillen van andere verplichte vaccinaties in de zorgsector, zoals bijvoorbeeld voor hepatitis B. Indien de verplichting ook van toepassing zou zijn op deze stagiairs, dienen ze daaraan ook te voldoen ongeacht het feit dat die vaccinatie bij aanvang van de opleiding niet in de toelatingsvoorwaarden was opgenomen.
Trouwens, de problematiek is nog ruimer. Het gaat ook over het volwassenenonderwijs. Dit alles geldt dus zowel voor het secundair onderwijs, het hoger onderwijs als het volwassenenonderwijs. Wanneer een leerling, student of cursist de vaccinatie weigert, voldoet die niet aan de voorwaarden van een stageplaats en kan de stage daar dus ook niet doorgaan. De betrokkene dient dan op zoek te gaan naar een andere stageplaats, maar de kans is reëel dat dan ook elders geen stageplaats wordt gevonden. En wanneer dat het geval is, en de lerende behaalt de competenties niet op een andere wijze, dan heeft dat inderdaad implicaties voor de slaagkansen. Maar ik zeg dus ook dat de betrokkene de competenties dan niet behaalt op een andere wijze.
Als het dan gaat over het hoger onderwijs, bepaalt de Codex Hoger Onderwijs daarnaast ook dat een opleidingsprogramma in overeenstemming moet zijn met de wettelijke bepalingen, gekoppeld aan het beroep. Voor de studenten in het hoger onderwijs zou het dus via die bepaling duidelijk kunnen worden dat een vaccinatie een voorwaarde kan zijn voor bepaalde opleidingen.
Ik heb geen zicht op eventuele overgangsbepalingen binnen dat kader of uitzonderingen voor medewerkers die om medische redenen geen vaccin toegediend kunnen krijgen, maar ik veronderstel dat daar ook wel in zal worden voorzien.
Uw laatste vraag ging over het eventueel terugstorten van inschrijvings- of studiegelden door een hogeronderwijsinstelling, of in dit geval dan ook van een centrum voor volwassenenonderwijs. Ik kan u meegeven dat het verhalen op een overheid niet mogelijk is. Of een onderwijsinstelling zelf het initiatief neemt om bijvoorbeeld studiegelden of inschrijvingsgelden terug te betalen, valt natuurlijk onder de autonomie en de eigen verantwoordelijkheid van de instelling.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Met deze vragen wil ik uiteraard straks geen discussie starten over het nut van de verplichte vaccinatie in de zorg. Je kunt daar voor of tegen zijn, maar als er eenmaal een beslissing is, dan is die beslissing er. Mij gaat het er hier om dat de leerrechten van leerlingen en studenten die al waren ingeschreven, niet worden geschonden en dat er toch enige rechtszekerheid wordt geboden. Er is daar toch heel wat onduidelijkheid over.
Het is alleszins bijzonder jammer dat geëngageerde leerlingen en studenten zouden afhaken voor de zorg vanwege die vaccinatieplicht. Er zijn daar al handen tekort. Er werd in die mensen toch al heel wat geïnvesteerd. Er zijn nu ondertussen ook al laatstejaarsstudenten die stoppen, omdat ze in de praktijk inderdaad geen stageplaats krijgen, waardoor ze uiteindelijk hun diploma niet zullen halen. Die zijn we dus kwijt, als daar geen oplossing voor komt. Nochtans lijkt een diploma halen, mij nog altijd veel beter dan geen diploma, zeker zo vlak voor de finish, omdat het voor hen dan onmogelijk wordt gemaakt. De samenleving verliest hier meerdere keren. Ze verliest de investering van belastinggeld in die opleiding, maar ook toekomstige verpleegkundigen.
Wat als bijvoorbeeld leerplichtige jongeren of hun ouders naar het Grondwettelijk Hof stappen vanwege de schending van hun leerrechten, omdat ze hun opleiding niet kunnen afwerken en dus hun diploma niet kunnen halen? Wat als zij bijvoorbeeld een schadevergoeding eisen? Verwacht u dat zoiets kan en zal gebeuren? Hebt u daaromtrent overleg gehad met uw federale collega-minister Vandenbroucke? Of bent u van plan om dat binnenkort alsnog te doen?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, dit is een terechte vraag om duidelijkheid te verschaffen. Maar zoals de minister zegt, zit die duidelijkheid niet bij ons. Het is inderdaad de minister van Volksgezondheid die hier een knoop moet doorhakken en regelgevende initiatieven moet nemen inzake die verplichting en al dan niet, als hij dat nodig acht, overgangsmaatregelen inschrijven voor mensen die nog in opleiding zitten, met een verschil tussen mensen die al in de sector werken en die niet in de sector werken. We zullen dan wel zien in welke richting de bevoegde minister van Volksgezondheid dat draait of keert.
Ik denk dat we daar allemaal op wachten.
Het fundamentele debat gaat over al of niet vaccineren. In de beroepen in de gezondheidszorg moet het debat met de studenten wetenschappelijk en inhoudelijk worden gevoerd om uit te leggen waarom dat van belang is voor henzelf, maar ook voor de mensen voor wie ze werken. Als je in de zorg gaat werken, wil je voor mensen zorgen. Het laatste wat je wil, is mensen ongezond maken.
Dat zijn debatten die in hogescholen en in de betreffende opleidingen aan bod kunnen komen, met de nodige deskundigheid en de nodige wetenschappelijke evidentie en onderbouwing. Het is inderdaad wachten of en, zo ja, wanneer die beslissing er komt en wat de uitvoeringsmodaliteiten ervan zijn. Dan moeten we bekijken wat daarvan de impact is op Vlaanderen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ben nogal uitvoerig ingegaan op het hoger onderwijs. De impact op de leerplicht in het secundair onderwijs, daarover heb ik het niet gehad. Maar dat is eenvoudig, als een stage niet kan doorgaan, dan is dat wel een gewettigde afwezigheid. Dat heeft dus geen impact, ook niet als het gaat over het behalen van een diploma.
Scholen zijn natuurlijk autonoom in de evaluatie. Dat kunnen ze vanzelfsprekend ook laten meespelen. Zij bepalen hoe ze het onderwijs organiseren en evalueren, gebaseerd op het doelenkader. Ook daar is er geen impact. We kijken uit naar het concrete voorstel en het concrete besluit.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik hoop alleszins dat er heel snel duidelijkheid zal worden verschaft. Het lijkt mij ook niet het goede moment om zorgopleidingen op deze manier minder aantrekkelijk te maken voor toekomstige studenten. Alle hulp in de zorg is zeker en vast meer dan welkom.
De vraag om uitleg is afgehandeld.