Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, u weet dat de studieruimten mij na aan het hart liggen, omdat ik er echt in geloof dat studenten een veilige plaats moeten hebben om te studeren en omdat niet iedereen dat thuis heeft. Daarom heb ik al een paar keer opgeroepen om dit mogelijk te maken in deze coronacrisis. U hebt dan ook, samen met minister Weyts en minister Dalle, op 3 december 2020 een omzendbrief verstuurd om de mogelijkheid te creëren voor de lokale besturen om stille studieruimtes veilig te organiseren. Daarin zitten een aantal voorwaarden vervat.
Het aantal coronabesmettingen heeft ondertussen een hoge vlucht genomen. Er werden opnieuw strengere maatregelen uitgevaardigd. De blokperiode komt er nu aan en studenten moeten weer goed en veilig kunnen studeren. Daarom heb ik vorige week een vraag ingediend om dit opnieuw mogelijk te maken. U bent daar al op ingegaan, wat ik heel fijn vind.
Ik stel toch nog even mijn vragen, minister.
Blijft de omzendbrief van 3 december 2020 omtrent de leerplekken en de gedeelde infrastructuur nog van toepassing?
Blijven dezelfde voorwaarden van toepassing of dient u bijsturingen te doen, gezien de gewijzigde virologische situatie? Zo ja, welke aanpassingen zijn nodig en wat zullen hiervan de gevolgen zijn?
Kunt u communiceren naar de lokale besturen om hen te informeren dat de mogelijkheid om studieruimten te organiseren behouden blijft, zodat studenten de nodige kansen krijgen?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Warnez, uw vraag blijft inderdaad relevant en belangrijk. December en januari zijn traditioneel belangrijke maanden voor scholieren en studenten. De coronaperiode is extra stressvol. Sommigen hebben inderdaad niet de nodige faciliteiten om thuis te studeren. Een deel van de oplossing bestaat uit veilige en stille studeerplekken.
Het inrichten van studieruimtes door lokale besturen is hier ook naar aanleiding van de vorige examenperiodes besproken, meer bepaald in de commissievergaderingen van 2 juni 2020, 1 december 2020 en 30 maart 2021. We hebben daarover al verschillende keren van gedachten gewisseld.
De omzendbrief betreffende onder andere de organisatie van stille studeerplekken in tijden van COVID-19 kent geen einddatum en is dus nog steeds van toepassing. De huidige situatie is in zekere zin vergelijkbaar met de periode van december vorig jaar, toen de omzendbrief is uitgevaardigd. We werden toen ook geconfronteerd met een toestand van verhoogde alertheid. Het is uiteraard belangrijk om steeds te kijken naar de actuele situatie. De omzendbrief is getoetst aan het recente wettelijke kader en de nu geldende maatregelen, en doorstaat die toets. Er zijn dus geen bijsturingen nodig.
Of en hoe gemeenten stille studeerplekken organiseren, behoort tot de lokale autonomie. Er staan hiervoor tips en aanbevelingen op de website van Bataljong. Ik heb er alle vertrouwen in dat lokale besturen nu opnieuw hun verantwoordelijkheid zullen nemen. Ik merk trouwens – samen met u, waarschijnlijk – dat veel besturen maar ook onderwijsinstellingen nu al aan de slag zijn om op basis van de omzendbrief veilige studeerplekken te voorzien.
Concluderend: de omzendbrief blijft van toepassing. De lokale besturen werden daarover al geïnformeerd, het laatst via de CCVO-nieuwsbrief (Coördinatie- en Crisiscentrum van de Vlaamse overheid) van 1 april 2021, en hebben die omzendbrief correct toegepast. Maar het lijkt inderdaad opportuun om de lokale besturen nogmaals te wijzen op de mogelijkheden en de voorwaarden om stille studeerplekken te organiseren. Ik heb dan ook, in samenspraak met u, mijnheer Warnez, het CCVO de opdracht gegeven om deze boodschap zo snel mogelijk aan de lokale besturen te bezorgen. Dat is normaal al gisterenavond gebeurd. Ik wil u daarom danken voor deze terechte en nuttige vraag.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, ik wil u danken voor de fijne samenwerking en de lokale besturen oproepen om die studieplekken ook te organiseren.
Minister, ook namens de N-VA-fractie en de heer Daniëls, die deze materie op de voet opvolgt, wil ik zeggen dat wij deze oproep alleen maar kunnen onderschrijven. Het is aan de lokale besturen om de noodwendigheden ter plaatse na te gaan en gepast te handelen.
Minister Somers heeft het woord.
Ik dank u voor uw constructieve tussenkomst, mijnheer Van Dijck. Ik dank de heer Warnez nogmaals voor zijn vraagstelling en initiatief.
De vraag om uitleg is afgehandeld.