Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Warnez heeft het woord.
Als we burgers bij het beleid, ook het lokale beleid, willen betrekken, is het belangrijk dat we hun inzage geven in de bestuursdocumenten. Men zegt soms dat inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraak zonder uitzicht. Dat geldt ook voor de besluitvorming van onze lokale besturen zelf. Het is belangrijk om burgers inzage te geven in de beslissingen die bestuursorganen van plan zijn om te nemen.
Gent, Antwerpen, Hasselt en Leuven maken hun ontwerpbesluiten vooraf aan de gemeenteraad openbaar. Op die manier weten burgers welke mogelijke beslissingen eraan komen. Andere steden en gemeenten doen dat niet. Dat is vrij normaal, want er bestaat in Vlaanderen geen decretale verplichting om ontwerpbesluiten voorafgaand aan een bestuursorgaan bekend te maken.
Doordat die ontwerpbesluiten niet systematisch openbaar worden gemaakt, moet een inwoner in de meeste gevallen zelf om de ontwerpbesluiten vragen. Op basis van artikel 22 van het decreet Lokaal Bestuur en het Bestuursdecreet kan een inwoner de openbaarheid vragen van een bestuursdocument. Je moet dat zien in de volgende tijdslijn: acht dagen voor de gemeenteraadszitting worden de agendapunten openbaar gemaakt, dan weet een inwoner wat er aan bod zal komen op die gemeenteraad en of hij of zij om de openbaarheid kan verzoeken. Daarna heeft de gemeente twintig dagen tijd, volgens de huidige decreetgeving, om daarop te antwoorden, dus tot na de gemeenteraad zelf. Natuurlijk kunnen we vertrouwen op de goodwill en het verantwoordelijkheidsgevoel van de gemeenten, maar de vraag is natuurlijk of dat overal voldoende is. In het antwoord op mijn schriftelijke vraag begin dit jaar gaf u alvast aan geen problemen uit de praktijk te kennen.
Een recent onderzoek van Apache leert ons dat die problemen er in elk geval zijn in Franstalig België. Slechts 13 procent van de Franstalige lokale besturen publiceert zijn ontwerpbesluiten vooraf en 73 procent weigert de openbaarmaking achteraf. Een aantal vragen van burgers die ik zelf heb ontvangen, geven aan dat er ook in Vlaanderen dergelijke problemen bestaan.
In het Waals Parlement is recent een voorstel van decreet ingediend betreffende de actieve openbaarheid van lokale besturen. Momenteel spreekt de Raad van State zich daarover uit in een advies. Met dit decreet wil Wallonië inzetten op een systematische, elektronische toegang van ontwerpbesluiten en hun toelichtingen om de transparantie, de lokale democratie en de actieve openbaarheid in lokale besturen te laten toenemen. Dit voorstel vereist dat lokale besturen hun ontwerpbesluiten en bijhorende toelichtingen vijf dagen voor de zitting openbaar maken op hun website.
Ik geloof oprecht dat die actieve openbaarheid en een geïnformeerde burger de sleutel kunnen zijn voor de lokale democratie. Net om die reden moet Vlaanderen openbaarheid systematisch waarborgen, zodat burgers de stukken daadwerkelijk kunnen inkijken voor de zitting plaatsvindt en zonder dat ze afhankelijk zijn van de behulpzaamheid van de gemeenten. Dit kan ook leiden tot een groter draagvlak voor beleidsbeslissingen, wat het vertrouwen in de lokale besturen kan versterken.
Minister, acht u het zinvol om hierover, na de vaststellingen in Wallonië, ook in Vlaanderen onderzoek te doen? Acht u een dergelijke garantie waarbij ontwerpbesluiten van de gemeenteraad of andere bestuursorganen vooraf naar de burger worden ontsloten, naar voorbeeld van Wallonië, ook zinvol voor de Vlaamse lokale besturen?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Warnez, ik dank u voor uw vraag.
Toegang tot overheidsinformatie is een belangrijk burgerrecht. Het is zelfs grondwettelijk verankerd. Ik vind het persoonlijk ook zeker nuttig dat burgers ontwerpbesluiten kunnen inkijken voor aanvang van de gemeenteraad.
Ik heb kennisgenomen van het voorstel van decreet dat op 20 oktober 2021 in het Waals Parlement werd ingediend en van het artikel in Le Soir over dit voorstel. Momenteel ligt dit decreet bij een aantal instanties voor advies.
Om concreet te antwoorden op uw vragen, verwijs ik in eerste instantie naar mijn antwoord op uw eerdere schriftelijke vraag van 21 januari 2021: ik heb op dit moment geen weet van problemen in de Vlaamse bestuurspraktijk hieromtrent.
De bepalingen van het Bestuursdecreet en het decreet over het lokaal bestuur bieden mijns inziens voldoende waarborgen opdat burgers ontwerpbesluiten kunnen inkijken wanneer zij dat wensen.
Gemeenten kunnen uiteraard wel verder gaan in hun actieve openbaarheid dan wat strikt wettelijk is voorgeschreven. Conform hun lokale autonomie kunnen ze dit nader regelen in hun huishoudelijke reglementen. We zien dat een aantal grotere steden en gemeenten die sowieso vooruit zijn op het vlak van digitalisering en digitale communicatie, daarin al verder zijn gegaan en ook ontwerpbesluiten die voor openbaarmaking vatbaar zijn, actief openbaar maken, voorafgaand aan de gemeenteraad. In Leuven en Gent is dit bijvoorbeeld het geval, maar ook in mijn eigen stad, Mechelen, doen we dit.
Dit is een goede evolutie, waar ik zeker achter sta. Ik heb vertrouwen in het verantwoordelijkheidsgevoel van de lokale besturen bij de toepassing van de bepalingen van het Bestuursdecreet. Een decretale verplichting tot het openbaar maken van ontwerpbesluiten en de daarbij horende toelichting is daarom op dit ogenblik volgens mij niet aan de orde.
Voorlopig blijf ik bij mijn besluit dat er geen probleem is in Vlaanderen, dat de actieve en passieve openbaarheid zoals momenteel wettelijk geregeld, voldoende tegemoetkomen aan de verzuchtingen van de burgers op dat vlak. Ik houd de optie wel open en kijk met belangstelling uit naar het verdere verloop van het decretaal initiatief dat de leden van het Waals Parlement hebben genomen en naar het debat dat daarover nog zal volgen in dat parlement.
U vraagt of ik het zinvol acht daar onderzoek naar te doen. Zoals u weet, heb ik een groep parlementsleden, over de partijgrenzen heen, uitgenodigd om concrete voorstellen ter versterking van de gemeenteraad uit te werken. Wat tijdens deze werkgroep ook aan bod zal komen, is de toegankelijkheid tot gemeentelijke documenten. We zullen dit aspect dus ook onder de loep nemen en bediscussiëren, niet enkel vanuit het standpunt van gemeenteraadsleden, maar ook vanuit dat van burgers.
Het liefst worden burgers ook al vroeger betrokken in de besluitvorming dan op het moment waarop het ontwerpbesluit wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Burgerbetrokkenheid is zeer belangrijk, en dat is ook de reden waarom ik in het Labo lokale burgerparticipatie daarover initiatieven wil ontwikkelen.
Dat waren enkele elementen van antwoord. Eerst en vooral moeten we geïnteresseerd kijken naar wat er in Wallonië gebeurt. Er is op dit moment een evolutie gaande in Vlaanderen. We moeten die met een open geest bekijken en opvolgen in de werkgroep die we hebben opgericht, we moeten luisteren en nagaan of er extra zaken moeten gebeuren. We moeten vooral ook voor ogen houden dat burgerparticipatie vroeger begint dan het moment waarop een ontwerp van besluit wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. We hebben het Labo lokale burgerparticipatie om ons daarbij te helpen.
De heer Warnez heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat het altijd goed is om te leren van de buren in het zuiden van ons land. Ik zie collega Van Miert lachen.
Ik kijk ook uit naar de werkgroep die tot stand komt en naar het Labo lokale burgerparticipatie. Ik hoop dat dat een element is dat daarin meegenomen wordt. Misschien kunt u intussen de lokale besturen erop wijzen dat die mogelijkheid – en geen verplichting – er is.
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, ik heb het artikel ook doorgenomen. Gelukkig stonden we in Vlaanderen op dat gebied al iets verder dan Wallonië. We kunnen niet op alle gebieden van Wallonië leren, mijnheer Warnez, daarom moest ik even lachen.
Minister, ik volg u in uw antwoord. U hebt al meermaals gezegd dat er hier eigenlijk weinig tot geen klachten of problemen zijn. We moeten er dus ook niet meer van maken dan het is. Ik denk dat de meeste gemeenten en steden dat al op een goede manier doen. Zo wordt bij ons alles eerst in een commissie naar voren gebracht, waarin de burgers zich vrij kunnen aansluiten en vrij vragen kunnen stellen. Wij zijn ook vertegenwoordigers van het volk. Als burgers dossiers willen inzien, moeten wij hun dat mogelijk maken. Daarvoor zijn wij verkozen in die gemeenteraad. Ik ben helemaal voor burgerparticipatie. Ik denk ook dat we binnen dat labo waarover u het had, nog een aantal goede dingen kunnen doen op het vlak van openheid en duidelijkheid voor de burgers. Er zijn nog een aantal stappen te zetten. Maar langs de andere kant blijf ik er altijd over waken dat we ons democratisch systeem in stand houden. Wij worden verkozen door die burgers. Zij hebben voor iemand gekozen. Het is normaal dat, als zij dossiers willen inzien, daarover willen praten, er informatie over willen, zij zich tot hun politieke vertegenwoordigers wenden. Daarvoor bestaat de gemeenteraad met de gemeenteraadsleden.
Ik rond af, voorzitter. Ik denk niet dat we het probleem groter moeten maken dan het is, maar dat we wel binnen dat Labo lokale burgerparticipatie moeten bekijken hoe we nog beter gelinkt kunnen notuleren. We hebben het daar al eens over gehad. We moeten verder werken aan dat platform waarop besluiten gemakkelijker en opener te vinden zijn voor de burger.
Minister Somers heeft het woord.
Ik ben van nature geneigd om te zeggen: we gaan die mogelijkheid nog eens onder de aandacht brengen van de verschillende lokale besturen. Maar ik stel voor, mijnheer Warnez, dat we eerst het pakket van maatregelen die we hopelijk in die werkgroep kunnen samenbrengen, in ogenschouw nemen. Dan kunnen we bekijken of er daarna een communicatie moet volgen. Ik zou liever even wachten wat die werkgroep oplevert. Op basis daarvan kunnen we bekijken of er nog een extra communicatie nodig is. Maar ik houd dat zeker in het achterhoofd.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik heb daar alle begrip voor, minister.
Collega Van Miert, ik geloof persoonlijk ook heel sterk in de representatieve democratie. Ik geloof ook dat er een reden is waarom mensen voor een bepaald gemeenteraadslid kiezen. Ik denk wel dat het voorafgaandelijk bekendmaken van die besluiten net het contact van de burger met een gemeenteraadslid kan versterken. Want het gemeenteraadslid beslist daar later over. Als de burger op voorhand weet waarover dat gemeenteraadslid zal beslissen, is er op zijn minst al iets om over te spreken. Vandaag is er dikwijls niets, behalve de titel van het agendapunt. Daarom geloof ik in dit systeem.
Ik dank u voor uw antwoord, minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.