Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Er staan heel wat vragen op de agenda. We kunnen het best wat tempo houden om dan ook de laatste vragen met evenveel aandacht te honoreren.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, het is 26 jaar geleden dat Bosnië verscheurd werd door de oorlog. Het was meteen de meest dodelijke uitbraak van geweld in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Recent werden de spanningen tussen de verschillende etnische groepen in het land, de Serviërs, de Bosnische Kroaten en Bosnische moslims of Bosniakken, opnieuw aangescherpt. Deze spanningen zijn namelijk nooit volledig verdwenen na het Verdrag van Dayton in 1995. Het Verdrag van Dayton creëerde een ingewikkelde staatsrechtelijke constructie bestaande uit de Federatie van Bosnië en Herzegovina voor de Bosnische Kroaten en moslims en de deelrepubliek Republika Srpska voor de Bosnische Serviërs. De drie grote etnische groepen hebben ook elk hun eigen president die het presidentschap rouleren. Bovendien is er ook nog een Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap die politici desnoods uit hun ambt kan zetten.
De president van de Servische Bosniërs, Milorad Dodik, heeft een aantal acties ondernomen die het fragiele evenwicht in het land zouden kunnen doen ontsporen. Hij noemde het land een misbaksel en heeft aangekondigd dat hij een groot deel van de bevoegdheden van de overkoepelende overheid wil regionaliseren. Hij pleit ook voor de oprichting van een Bosnisch-Servisch leger.
Rusland en Servië hebben alvast hun steun uitgesproken voor de Bosnische Serviërs. Bosnische moslims hebben al een beroep op Turkije gedaan om zich eveneens uit te spreken in het conflict. Gevreesd wordt dan ook dat de wankele constructie die Bosnië op dit moment is, op het punt staat uit elkaar te vallen. Indien dat op een chaotische wijze zou gebeuren bestaat de kans natuurlijk op hernieuwd geweld. Ook dreigt de regio aan de Europese buitengrenzen ten prooi te vallen aan vreemde mogendheden die strijdige belangen hebben met de onze. Ook Ivor Roberts, voormalig Brits ambassadeur in onder andere Joegoslavië, waarschuwt ervoor dat de Europese Unie al slaapwandelend de Westelijke Balkan dreigt te verliezen.
Wat is uw visie, minister-president, op de oplopende spanningen in Bosnië?
Heeft de Vlaamse Regering contacten met de Bosnische regering of een van de twee deelrepublieken? Zo ja, wat voor contacten en werd er onlangs nog contact opgenomen naar aanleiding van de recente gebeurtenissen?
Kan Vlaanderen op enigerlei wijze bijdragen aan een vredevolle oplossing voor het conflict?
Is de situatie in de regio besproken geweest op het interfederaal overleg?
Hoe staan de handelsrelaties tussen Bosnië en Vlaanderen ervoor? Is er trouwens handelsverkeer van enig belang? Dreigt dat geïmpacteerd te worden bij een eventueel uiteenvallen van het land? Zo ja, op welke manier?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik betreur de spanningen ten zeerste aangezien ze bijdragen tot de instabiliteit in de regio. Ik sluit mij dan ook aan bij de bezorgde reacties die te horen zijn in de kringen van de Verenigde Naties en van de Europese diensten. Ik herinner me de Balkanoorlog op het einde van de vorige eeuw nog goed. Nog geen dertig jaar geleden waren we getuige van een genocide in Europa. Alle betrokkenen dragen een immense verantwoordelijkheid en ik hoop dan ook op een spoedige de-escalatie van de situatie.
De Vlaamse Regering onderhoudt geen structurele samenwerkingsverbanden met Bosnië-Herzegovina. Ook het aantal contacten met de ambassade is beperkt.
Mijn diensten zullen de situatie van nabij blijven opvolgen en de Vlaamse Regering zal elk initiatief steunen dat bijdraagt tot een de-escalatie. U weet dat ik in een dergelijke situatie de kaart van de Europese Unie trek. Dat is, voor alle duidelijkheid, niet om mij weg te steken achter de EU, maar wel om te zorgen dat eventuele inspanningen de nodige impact teweegbrengen. In die zin steun ik ten volle Europees Commissaris Dombrovskis die reeds de bereidheid heeft getoond om de leiders van het land te ondersteunen bij het nemen van stappen tot een de-escalatie, om de dialoog te hervatten en de inhoud van de problemen die de spanningen voeden aan te pakken.
Is er hierover interfederaal overleg geweest? Dat is inderdaad het geval. Het is belangrijk om de betrokkenheid van de EU bij de regio te blijven tonen en al onze hefbomen te gebruiken om te helpen vermijden dat de situatie verder escaleert. De Westelijke Balkan ligt in Europa en het geopolitieke- en veiligheidsbelang voor de EU is dan ook niet te onderkennen.
Dan is er uw vraag over de handelsrelaties. Het is niet mogelijk om accuraat op dergelijke hypothetische vragen te antwoorden. Niemand weet namelijk wat de precieze economische implicaties zouden zijn van een politieke – en in extreme gevallen – militaire actie: het volledig of deels wegvallen van de handel of een status quo.
Bosnië-Herzegovina is een eerder bescheiden afzetmarkt voor Vlaamse bedrijven. Een blik op de cijfers leert ons dat het tijdens de eerste 8 maanden van 2021 onze 105de exportmarkt was. Met een totaal uitvoerbedrag van 53 miljoen euro hadden ze een aandeel van 0,022 procent van de totale uitvoer. Om dat een beetje in perspectief te plaatsen: de Vlaamse uitvoer naar pakweg Polen – onze belangrijkste markt in Centraal- en Oost-Europa – bedraagt 6,3 miljard euro.
De import ligt nog een pak lager en Bosnië-Herzegovina was daarmee onze 119de leverancier. Met een totaal invoerbedrag van 17 miljoen euro hadden ze een aandeel van 0,008 procent van de totale invoer.
Economisch zal dit dus geen grote schokgolven voor Vlaanderen teweegbrengen, maar dit gebeurt natuurlijk in hartje Europa en in die zin verdient het onze volle aandacht.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik zie dat u inderdaad bezorgd bent. Ik herinner me de gruwel van de oorlog in ex-Joegoslavië toen ik daar in 1993 of 1994 met een hulpkonvooi naartoe ben geweest. Enkele maanden geleden heb ik trouwens nog een bezoek gebracht aan Srebrenica dat ons inderdaad confronteert met die gruwel. Ik ben blij dat deze situatie sowieso interfederaal wordt besproken en dat men daar oog voor heeft. Een nieuw conflict in het hartje van Europa kunnen we absoluut missen.
Ik heb begrepen dat Bosnië-Herzegovina economisch niet echt heel belangrijk is. De enige bijkomende vraag die ik u zou willen stellen, minister-president, is of u in de toekomst nog economische of andere bezoeken namens Vlaanderen zult afleggen. Zal Vlaanderen in de toekomst nog initiatieven nemen richting Bosnië-Herzegovina?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega Deckmyn, ik dank u om deze problematiek hier in onze commissie ter sprake te brengen. Ik vrees dat het inderdaad correct is dat er weinig aandacht van de internationale gemeenschap in het algemeen en van Europa in het bijzonder gaat naar de situatie in Bosnië-Herzegovina. Die fragiele vrede en stabiliteit hebben nog nooit zo onder druk staan sinds het Verdrag van Dayton in 1995, en dan vooral door de uitspraak en de handelingen van Milorad Dodik, en dat verontrust ons wel.
Eind oktober werd met moeite het mandaat verlengd van de ruim zeshonderd militairen die daar onder Europese vlag aanwezig zijn. Rusland heeft geprobeerd dat tegen te houden in de VN-Veiligheidsraad. Er beweegt dus wel wat op internationaal vlak. Het is vooral de aanpak van Dodik die voor heel veel verdeeldheid zorgt. De VS hebben in het verlengde daarvan aangekondigd dat zij een inreisverbod hebben opgelegd voor het ondermijnen van het Daytonverdrag. De Europese Unie heeft nog geen dergelijke stappen gezet met een inreisverbod of andere sancties getroffen ten aanzien van Dodik. Minister-president, bent u eventueel bereid om bij de Europese Unie te pleiten voor dergelijke sancties tegen Dodik?
Balkan-experten wijzen er ook op dat de EU zelf voor een stuk verantwoordelijk is voor de onrust daar, en dan met name door de uitzichtloosheid van het toetredingstraject tot de Europese Unie. Voor heel wat landen in de regio die deel uitmaakten van het voormalige Joegoslavië zou dit bijdragen tot de onvrede en de etnische spanningen daar. Moet niet dringend werk worden gemaakt van een realistisch maar duidelijk tijdspad voor de toetreding van landen uit de Westelijke Balkan tot de Europese Unie?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Collega Deckmyn, ik dank u om deze problematiek aan de orde te stellen in deze commissie.
Inpikkend op wat de heer Van de Wauwer zei, denk ik dat het regeerakkoord van deze Vlaamse Regering duidelijk is wat die toetreding betreft: zolang de EU haar interne problemen en haar interne markt niet op orde heeft, is een uitbreiding niet aan de orde. Maar ik schat ook wel het geostrategisch belang in van de regio, niet alleen op het vlak van ligging maar ook als toegangspoort tot Europa vanuit het Midden-Oosten. Daarnaast neemt de invloed van Rusland, Turkije en China op de westelijke Balkan toe, wat in de toekomst problematisch kan worden.
Ik ben akkoord dat de toekomst van de Westelijke Balkan in de EU ligt. Wanneer we een vredevolle toekomst willen voor de regio in onze achtertuin, moeten we dat durven inzien en moeten we die inderdaad voorbereiden. Het zou dan ook niet slecht zijn indien Vlaanderen hier probeert voorop te lopen. We kijken naar het noorden met onze Vlaamse Regering maar misschien moeten we ook net iets meer kijken naar die Westelijke Balkan. Minister-president, misschien moeten we nagaan of daar geen specifieke Vlaamse strategie voor moet worden uitgewerkt.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er zijn geen economische bezoeken gepland en ik ben niet van plan om initiatieven ter zake te nemen gezien het beperkt economisch belang van die regio voor Vlaanderen.
Er wordt gevraagd of ik mijn strategie niet moet aanpassen. Op het moment dat een strategie wordt uitgewerkt, duiken in de hele wereld telkens nieuwe dingen op. In onze strategie richt Vlaanderen zich naar het noorden. We zijn daar nog maar net mee begonnen en hebben dus nog werk genoeg om deze verder uit te bouwen. Ik wil niet voortdurend van strategie veranderen.
Nog maar een paar weken geleden heb ik aan de administratie gevraagd om een bedenking op papier te zetten over hoe we ons moeten verhouden tegenover de oostelijke grens van de EU. Dit is nog maar een eerste benadering, het is dus niet de bedoeling om daar een strategie voor uit te werken. We moeten onze actiemiddelen doseren.
Mijnheer Van de Wauwer, wanneer men daar nauwelijks economische belangen heeft, is het gemakkelijk om te zeggen dat daar economische sancties moeten worden getroffen. In die zin kijk ik een beetje naar wat de teneur in Europa op dat vlak is bij landen die daar wel belangrijke handelsrelaties hebben. Dit is iets dat we op Europees niveau moeten aanpakken maar wanneer men daar zelf geen of weinig handelsbelangen heeft, is het gemakkelijk gezegd dat er sancties moeten komen. Ik weet dan ook niet of dit veel impact heeft. Het zijn de mensen die het dichtst bij die landen staan die daar de teneur moeten aangeven.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat de Daytonakkoorden van 1995 helaas zwaar onder druk komen te staan. Er zitten eigenlijk ook weeffouten in die akkoorden, die zelfs tot klachten hebben geleid in Den Haag. Ik hoop dan ook dat Europa zal proberen deze situatie zoveel mogelijk te ontmijnen. Net als collega Nachtergaele hoop ik dat Vlaanderen zich hiertoe kan engageren. Uiteraard heb ik het niet over een verandering van strategie van Scandinavië richting de Westelijke Balkan, het ging louter en alleen over een engagement om mee te zoeken naar een oplossing voor de regio.
De vraag om uitleg is afgehandeld.