Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, Telenet en Fluvius hebben een niet-bindende intentieovereenkomst ondertekend met het oog op de realisatie van het ‘datanetwerk van de toekomst’. Het gaat over Fiber to the Home (FTTH), supersnel glasvezel, breedbandinternet in Vlaanderen. Dat netwerk zou open moeten staan voor bedrijven en gezinnen in zowel stedelijke als landelijke gebieden. Ze zullen daarvoor een infrastructuurbedrijf oprichten, NetCo, waarin zowel het bestaande netwerk van Telenet als de toekomstig te ontwikkelen nieuwe glasvezelinfrastructuur zal zitten. NetCo is bovendien open voor verdere samenwerking met andere partijen. Dat is een belangrijk element.
In het Vlaams regeerakkoord werd eerder gesteld dat de uitbouw van een state-of-the-art digitale infrastructuur cruciaal is om van Vlaanderen een innovatieve en digitale topregio te maken. Naast de uitrol van 5G, waarover we het al uitgebreid hebben gehad, ook in deze commissie, is de uitbouw van een vast open en performant glasvezelnetwerk, Fiber to the Home voor gezinnen, en Fiber to the Office (FTTO) voor bedrijven een must.
Minister, tegen deze achtergrond heb ik een aantal vragen over de intentieovereenkomst die werd gesloten.
Wat is de rol van de Vlaamse overheid hierin? Gaat de Vlaamse overheid hier zelf ook in meestappen als partner? Zullen hier publieke middelen in worden geïnvesteerd? Werden hier al afspraken over gemaakt? Ik weet dat het destijds het opzet was van uw voorganger collega Muyters om een heel openaccessmodel uit te bouwen waarin alle operatoren hun netwerk konden leggen, waarin de Vlaamse overheid dan ook mee zou investeren. Dat plan is doorheen de jaren een beetje verlaten. Wat is, gezien deze nieuwe intentieovereenkomst, onze rol daar precies in? Welke afspraken zijn er gemaakt? U weet dat die MOU ... Ik ben even de verklaring van de afkorting vergeten.
Memorandum of understanding (MOU).
Ja. Dank u wel, voorzitter. In tijden van nood kan men altijd rekenen op zijn voorzitter. Die MOU met Telenet en Proximus was door de vorige Vlaamse Regering afgesproken. Wordt die dan nu wat hernieuwd?
En wat zijn dan de reacties hierover van de andere spelers, bijvoorbeeld andere telecomoperatoren, op de markt? Hebben zij de mogelijkheid om mee te participeren, nu deze intentieovereenkomst is gesloten? Hoe verhoudt het openaccessmodel van Telenet en Fluvius zich tot de uitrol van het glasvezelnetwerk door Proximus? Blijven zij daarbuiten staan? Of denkt u dat u die toch nog als partner zult meekrijgen in deze oefening? Zullen ook alle kleinere telecomoperatoren de mogelijkheid hebben om hier deel van uit te maken?
Minister Crevits heeft het woord.
De Vlaamse overheid heeft altijd gesteld dat zij enkel interesse had om mee te investeren in de mate dat het om een uniek en open netwerk gaat. Aangezien Proximus en Telenet hierover tot geen vergelijk zijn gekomen en zeker voor de gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid elk voor een eigen netwerk opteren, is aan deze voorwaarde niet voldaan.
Vlaanderen heeft geen vraag gekregen om te participeren in dit project van Telenet en Fluvius. Een element in deze samenwerking vormt ook het gegeven dat de ex-Infrax-gemeenten nog rechten hebben op de kabels die vandaag gebruikt worden door Telenet.
Ik sluit niet uit dat voor de dunnerbevolkte gebieden op een bepaald ogenblik toch een consortium ontstaat dat een uniek netwerk wil uitbouwen.
Ook Proximus was geïnteresseerd in een samenwerking met Fluvius maar zowel Telenet als Proximus wilde niet gezamenlijk met Fluvius een glasvezelnetwerk tot stand brengen. Op het moment dat Fluvius exclusieve gesprekken is opgestart met Telenet heeft Proximus geopteerd voor een samenwerking met het investeringsfonds EQT in de onderneming Fiberklaar.
De toekomstige uitrol van 5G en de evolutie in de markt waarbij er ook voor telecominfrastructuur gespecialiseerde infrastructuurondernemingen ontstaan, kunnen nieuwe kansen bieden om tot samenwerking met alle spelers te komen. Dit was ook een piste die we hebben ontwikkeld.
We blijven vanuit het Vlaams economisch beleid dit dossier met grote interesse volgen en blijven ook ter beschikking om binnen de gestelde voorwaarden de investeringen in infrastructuur voor vaste of mobiele verbindingen voor zo veel mogelijk Vlamingen te faciliteren.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is me niet helemaal duidelijk of de Vlaamse overheid daar dan zelf extra middelen in zal investeren, of dat die NetCo-oprichting volledig onder Fluvius en Telenet valt.
Ik heb ook nog een aanbeveling. Ik denk dat het opzet van de Vlaamse Regering destijds wel goed was om te gaan voor een soort van openaccessmodel. Helaas is dat in de praktijk moeilijk gebleken en heeft men daar uiteraard de medewerking van alle operatoren voor nodig. Ik denk dat het goed zou zijn, zowel voor deze FTTH- en FTTO-evoluties als voor 5G waarbij we in Vlaanderen denken aan de oprichting van een towering company om een aantal infrastructuurelementen met elkaar te delen, om een strategische visie uiteen te zetten in een nota, gedachtewisseling of wat dan ook. Vlaanderen moet duidelijk stellen hoe het de infrastructuurontwikkeling ziet en wat de rol van de Vlaamse overheid daarin is. Hoe willen wij operatoren aanmoedigen om blijvend te investeren in hun netwerk? Zal dat gebeuren in het model dat wij vandaag kennen waarbij iedere operator dat vrijwel op zich doet, of willen wij operatoren, zoals nu al een beetje het geval is tussen Telenet en Fluvius, aanmoedigen om zichzelf te blijven maar om bepaalde delen van infrastructuur zo veel mogelijk te delen omdat de netwerken daardoor efficiënter worden?
Nu de 5G-veiling zal beginnen en FTTH volop wordt uitgerold, moet Vlaanderen een geüpdatete versie van zijn grotere strategieën maken.
De heer De Roo heeft het woord.
Collega Vande Reyde, ik dank u voor uw vraag. Ik denk dat die wel degelijk van groot belang is. Zeker in tijden waarin we weer volop thuiswerken, is een snelle en optimale verbinding met verschillende netwerken zeer belangrijk. Het is te betreuren dat er tussen die twee grote spelers, Telenet en Proximus, geen gemeenschappelijke grond kan worden gevonden, toch zeker niet in de dichtbevolkte gebieden, waardoor men met extra vaste infrastructuur komt te zitten die daar misschien niet altijd noodzakelijk is.
Wat dunbevolkte gebieden betreft, heeft de minister duidelijk geantwoord dat daar wellicht in de toekomst, omwille van de economische optimalisatie, nog een soort van consortium komt.
Mijn bijkomende vraag aan u, minister, is of u kunt inschatten wat de impact is van een dergelijke samenwerkingsovereenkomst op de snelheid van de uitrol en op de kostprijs voor de uitrol van dat datanetwerk van de toekomst. Zijn daar al simulaties van gebeurd of zijn er al bepaalde cijfers over?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Collega Vande Reyde, op dit ogenblik investeren we niet mee in het project van Fluvius en Telenet. Er is wel, vanuit een bepaalde visie, intens contact geweest. Ook voor 5G houden we de lijnen open. Het is dus zo dat we onze strategie permanent updaten. Maar op dit ogenblik investeren we niet mee.
Collega De Roo, u vroeg naar de impact op de kosten. Wij maken geen deel uit van het consortium en daardoor heb ik natuurlijk ook geen zicht op die kosten. Dat zou veranderen, mochten we er deel van uitmaken, maar dat is op dit moment nog niet het geval.
De vraag om uitleg is afgehandeld.