Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, op 13 oktober heeft Liberty Global, de groep boven Telenet, bekendgemaakt dat het drieduizend zendmasten van Telenet te koop wil aanbieden op de markt, al dan niet aan de hoogste bieder. Het zou gaan over een pakket van 500 à 600 miljoen euro. Dat is ook in het buitenland al op een aantal plaatsen gebeurd. Mijn vragen aan u zijn eigenlijk relatief kort. Beschouwt u dit als kritische infrastructuur voor de Vlaamse economie? Hoe ziet u dat in relatie tot het screeningsmechanisme waarop we nog altijd wachten, om na te gaan of zendmasten zoals deze zouden worden verkocht aan bijvoorbeeld een Chinese staatsmaatschappij?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, een befaamd, u niet helemaal onbekend politicus zei dat we problemen pas moeten oplossen als ze rijzen. Bij mijn weten is er op dit ogenblik nog geen aanwijzing dat de infrastructuur in handen zou komen van landen of bedrijven die onze belangen zouden schaden. Telenet is gestart met een strategische oefening rond de telecommunicatiezendmastactiviteit. Het afstoten van zendmasten is een beweging die we in de bredere Europese telecommarkt zien, zoals u zelf in uw vraagstelling ook al aangaf. Op dit ogenblik werd er nog geen enkele beslissing genomen omtrent een eventuele transactie, in de vorm van een verkoop of iets anders, noch over de eventuele omvang daarvan.
Wat het delen van infrastructuur betreft, zijn er duidelijke federale regels waaraan eigenaars van zendmasten zich moeten houden, onder meer dat bepalingen voor gedeeld gebruik redelijk, proportioneel en niet-discriminerend moeten zijn. Ik wil er bovendien ook de aandacht op vestigen dat, zelfs als Telenet zou beslissen tot een verkoop, de mogelijkheid bestaat dat het enkel de masten verkoopt en niet de antennes, dus wat men in het jargon de passieve onderdelen noemt, veeleer dan de actieve onderdelen die de antennes zijn. Het potentieel strategisch risico is natuurlijk ook daarvan afhankelijk.
Over het screeningsmechanisme voor buitenlandse investeringen zijn de onderhandelingen nog bezig, dus dat laat ik even buiten beschouwing. Ik moet echter wel zeggen dat die de goede richting uitgaan, dat we aan een samenwerkingsakkoord tussen de deelstaten en de federale overheid aan het werken zijn. We hebben er tot nu toe vooral over gewaakt dat eventuele investeringen in een bepaald gewest niet door een ander gewest kunnen worden geblokkeerd, maar bij wijze van spreken enkel door de federale overheid indien er veiligheidsbedreigingen zijn. Maar goed, dat is eigenlijk buiten het perspectief van deze vraag. Ik ben het met u eens dat het screeningsmechanisme te lang op zich laat wachten. We hebben recent echter wel een aantal aanzienlijke stappen vooruit kunnen zetten.
Vergeet ook niet dat er het aanbod is van de Vlaamse Regering om een tower company op te richten met de telecomoperatoren, iets wat ook relevant is in dit kader. Dat behoort dan echter weer tot de bevoegdheden van minister Crevits.
Samengevat: ik begrijp uw bezorgdheid, maar er zijn op dit ogenblik nog geen aanwijzingen dat de infrastructuur van Telenet in verkeerde handen dreigt te vallen. We blijven dat dossier echter natuurlijk van zeer nabij volgen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Een bekend staatsman heeft ooit gezegd: “Gouverner, c’est prévoir.” Ik denk trouwens dat u hem in het verleden ook al hebt geciteerd. Eigenlijk is mijn belangrijkste punt het laatste, namelijk dat ik denk dat het tijd is om te landen met heel dat systeem van het screeningsmechanisme. Dossiers zoals dit tonen immers aan dat het wel degelijk nodig kan zijn. Ik dank u voor uw antwoord.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister-president, u hebt terecht aangehaald dat de Vlaamse overheid ook werk maakt van de 5G tower company. Voor de collega’s die daar misschien nog niet van gehoord hebben: de bedoeling daarvan zou zijn om een aantal infrastructuurelementen, zoals bijvoorbeeld de zendmast, maar misschien ook andere netwerkelementen gezamenlijk te beheren, zodat operatoren daar ook gezamenlijk gebruik van kunnen maken. Ik heb daarover een vraag lopende. Die zal volgende week beantwoord worden door minister Crevits in de commissie Economie. Collega’s die interesse hebben mogen daar zeker bij aansluiten.
Ik heb een vraag, minister-president, maar als u daar niet meteen op kan antwoorden: geen probleem. Morgen zal de 5G-veiling hopelijk beslist zijn. Zal het bredere doel van de Vlaamse Regering op het vlak van telecommunicatie uiteindelijk zijn om een soort van openaccessmodel te maken, waarbij je de infrastructuur gemeenschappelijk maakt voor operatoren, waardoor dat ook qua ruimtelijke ordening meer kan gebundeld worden? Is dat het uiteindelijke doel waar we naartoe willen? Is het misschien nuttig om daarover een soort conceptnota of een strategische visienota te maken, waarin dat duidelijk wordt omschreven? Er zijn twee elementen: er is open access, zowel op de mobiele markt alsook op de markt van het vaste internet, waar Fluvius dat nu bijvoorbeeld in samenwerking met Telenet aan het ontwikkelen is. Mijn suggestie is om de visie daarover misschien te bundelen in een soort van bredere visienota.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dat is een goede suggestie, mijnheer Vande Reyde, maar ik denk dat er in het landschap natuurlijk al veel gebeurd is. Mocht je van een wit blad kunnen vertrekken, dan zou ik zeggen – en u weet dat ik geen grote believer in overheidsbedrijven ben –: laat ons het netwerk zelf door de overheid doen, zoals we dat ook met andere nutsvoorzieningen doen. Dan konden natuurlijk alle privéspelers, en ook de overheid, van dat netwerk gebruik maken. Mochten we van een wit blad vertrekken, dan zou dat inderdaad beter zijn. Maar we vertrekken niet van een wit blad. Er zijn al veel verdelingen gebeurd. Ik weet dat collega Muyters in zijn vorige functie ook veel geprobeerd heeft om daarin iets te bereiken, ook met dezelfde filosofie. Maar de suggestie die u doet, is een goede suggestie. We zullen daarop werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.