Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de aanwezigheid van PFAS in organisch-biologische afvalstoffen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Door een toegenomen kennis over perfluoroctaansulfonaat (PFOS) en poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) worden er steeds meer onderzoeken uitgevoerd naar de vervuiling van de omgeving van sites waar PFOS of PFAS werd geproduceerd of gebruikt. Zo werd bijvoorbeeld een te hoge concentratie van PFOS vastgesteld in natuurbeheerafval, waardoor dit niet meer gecomposteerd kan worden.
Door de verhoogde aandacht voor PFOS en PFAS zou het wel eens kunnen zijn dat er meer afval opduikt waar verhoogde waarden inzitten.
Minister, waar kunnen particulieren, verenigingen, organisaties en bedrijven in Vlaanderen terecht met afval waarvan ze weten of gemeten hebben dat dit verhoogde concentraties van PFOS of PFAS bevat? Op welke manier worden zij gestimuleerd om dit afval correct te verwerken of te laten verwerken? Verschilt de aanpak rond PFOS en PFAS van andere chemische verbindingen? Welke beleidsmaatregelen wilt u nemen en binnen welke tijdspanne? Op welke manier zult u hierover communiceren?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik maak ineens het sprongetje dat de minister daarnet ook heeft gemaakt, zijnde dat onze circulaire economie bijzondere opportuniteiten levert in Vlaanderen en dat wij daar echt wel een issue van moeten maken dat deze Vlaamse Regering dat effectief wil. Ik wil ook even stilstaan bij de impact die de eventuele aanwezigheid van PFAS op een aantal stromen heeft, onder andere in het organisch-biologisch afval. Het organisch-biologisch afval dat afkomstig is uit de voedingsindustrie mogen wij in het kader van circulair materialengebruik niet zomaar verbranden. Dat is zeer terecht, zoals ik daarnet aangaf. Als we daar op een andere manier mee kunnen omgaan, onder andere via verwerking, is dat de eerste prioriteit. Volgens verschillende bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) is immers een stort- en verbrandingsverbod opgelegd voor deze specifieke afvalstromen.
Uiteraard moeten deze afvalstromen veilig zijn voor hergebruik. We merken dat op het terrein momenteel de aanwezigheid van PFAS wordt vastgesteld en dat er vragen worden gesteld over hoe daarmee moet worden omgegaan. Zo zou de afdeling Handhaving deze afvalstromen momenteel weren of willen weren zodra er PFAS gedetecteerd wordt. Ik spreek dan effectief over ‘gedetecteerd’. Minimale concentraties zouden voor hen voldoende zijn om het effectief te weren uit de materialenkringloop.
Dat zorgt voor verwarring op het terrein, bij de materiaalverwerkers, aangezien PFAS onder andere onder een niet-genormeerde parameter vallen. Ik heb daar in het verleden ook al naar verwezen, minister. Enerzijds wordt er nu vanuit handhaving gesteld dat het, omdat het niet genormeerd is, een volledige ‘nihil’ is. Er mag dus niets aanwezig zijn. Anderzijds weten en beseffen we dat PFAS vandaag wel in diverse producten gebruikt worden. In het verleden hadden we niet de wetenschap dat dat ook in stoffen en producten aanwezig kon zijn, maar vandaag zou men op het terrein net specifiek op die niet-genormeerde parameter gaan meten en dus op het terrein een aantal knelpunten vaststellen of een aantal stromen willen weren bij de verwerking.
Dat zorgt dus voor problemen op het terrein, minister, vandaar dat ik u daar ook een aantal vragen over wil stellen. Bent u zich bewust van de systematische controle die nu blijkbaar recent ingezet is en waarvan ik bij navraag verneem dat ze specifiek ook in de provincie Antwerpen wordt gedaan, namelijk de systematische controle op PFAS in organisch-biologische afvalstromen? Was u betrokken bij het plan om die controles nu systematisch te gaan uitvoeren?
Op basis van welke bepalingen van het Materialendecreet en het VLAREMA-besluit worden er analyses gedaan op niet-genormeerde parameters? Op basis van welke bepalingen wordt hergebruik verboden nadat aangetoond werd dat niet-genormeerde parameters, die zelfs net de detectielimiet bereiken, aanwezig zijn?
Acht de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) het gebruik van deze organisch-biologische afvalstromen nog steeds opportuun, dan wel problematisch? Hoe moet daarmee omgegaan worden? Lijkt het u aangewezen om een eventueel tijdelijk normenkader op te nemen in het VLAREMA-besluit voor PFAS, voor deze specifieke grondstofstromen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de gekoppelde vragen. Ik zal proberen op alle vragen ook nauwkeurig te antwoorden. Net zoals met andere afvalstoffen kan iedereen hiermee terecht bij een erkende ophaler. Die ophalers moeten weten waar ze met de diverse afvalstoffen terechtkunnen voor verwerking.
Natuurbeheerresten met verhoogde concentraties PFAS kunnen niet worden afgevoerd naar compostering, om te vermijden dat verontreiniging wordt verspreid. De enige andere optie bij afvoer is verbranding in een daartoe vergunde verbrandingsinstallatie. Waterzuiveringsslib met verhoogde concentraties kan bij voorkeur worden verbrand in een wervelbedoven, bijvoorbeeld bij Sleco of Stora, of in een cementoven.
In een aantal gevallen kan met PFOS of PFAS verontreinigde grond worden gereinigd. Er zijn diverse grondreinigingsinstallaties in Vlaanderen die dat kunnen verwerken. Niet-reinigbare grond met verhoogde concentraties kan worden gestort op een stortplaats. Afvalstoffen met zeer hoge concentraties aan PFAS kunnen worden afgevoerd naar de draaitrommeloven van Indaver.
Met vragen over de verwerking van afval met verhoogde concentraties van PFOS en PFAS kan men ook steeds terecht bij de OVAM.
Er is geen specifieke verwerkingsstimulans voor verwerking van PFAS-houdend afval. Voor afvalstoffen van bodemsanering en/of voor niet-reinigbare verontreinigde grond waarvoor het storten ervan de best beschikbare techniek is, wordt het storten gefaciliteerd met een vrijstelling van de milieuheffing, maar die is niet specifiek voor PFAS-houdende stoffen.
Het lijkt momenteel ook niet nodig daar een specifieke stimulans voor te voorzien. Het is echter wel belangrijk dat men met een erkend inzamelaar werkt. Erkende inzamelaars zijn namelijk sowieso verplicht om te werken met verwerkers die vergund zijn voor de verwerking van specifieke afvalstoffen, moeten de nodige registers invullen en moeten ook werken volgens een kwaliteitsborgingssysteem.
Op dit moment verschilt de aanpak rond PFOS/PFAS niet van die van andere zorgwekkende stoffen.
De OVAM is bezig met de uitwerking van een project rond zorgwekkende stoffen, waaronder PFAS. Volgend jaar zullen gerichte analyses uitgevoerd worden in afvalstromen met verhoogde kans op aanwezigheid van deze zorgwekkende stoffen. De resultaten kunnen gebruikt worden om, indien nodig, duidelijke richtlijnen uit te vaardigen voor het omgaan met deze afvalstoffen en om VLAREMA aan te passen.
Op welke manier zal ik hierover communiceren? Dit project zal worden opgenomen in het geactualiseerde PFAS-actieplan. Het aangepaste plan zal geconsulteerd kunnen worden op de website van het actieplan. De resultaten van deze actie zullen ook aan de betrokken sectoren gecommuniceerd worden. Indien er specifieke maatregelen nodig zijn voor de producenten of de verwerkers van PFAS-afvalstoffen, dan zal daarover op voorhand met hen afgestemd worden.
Collega Rombouts, de afdeling Handhaving van het Departement Omgeving voert monsternames uit bij klasse 1-bedrijven die bodemverbeterende middelen of meststoffen produceren en laat die onder andere op PFAS analyseren. Ze neemt monsters van zowel de organisch-biologische afvalstromen als van de compost.
De afdeling Handhaving van het Departement Omgeving heeft als onafhankelijke administratie mij niet betrokken bij het plan om deze controles uit te voeren, maar heeft me natuurlijk wel op de hoogte gebracht van haar aanpak. De analyse op de niet-genormeerde parameters wordt gedaan op basis van artikel 2.3.1.1 van VLAREMA. Wanneer de omgevingsinspectie een niet-genormeerde parameter vaststelt in een afvalstroom die bestemd is als grondstof, dan pleegt ze hierover overleg met de OVAM om te beslissen of deze afvalstoffen zonder risico’s gebruikt kunnen worden voor de voorziene toepassing.
Wat de derde vraag betreft: op basis van de huidige beschikbare analyses worden vooral achtergrondconcentraties aan PFAS vastgesteld. Het is momenteel dan ook te vroeg om van een problematische situatie te spreken. Verder onderzoek naar de aanwezigheid van PFAS in organisch-biologisch afval is noodzakelijk. De OVAM plant in 2022 een brede meetcampagne op de aanwezigheid van PFAS in afvalstromen. Afvalstoffen die als bodemverbeteraar worden toegepast, zitten in de scope van deze meetcampagne.
Wat uw vierde vraag betreft: ik vind het zeker aangewezen om zowel voor de betrokken bedrijven als voor de afdeling Handhaving een houvast te bieden wanneer ze geconfronteerd worden met aanwezigheid van PFAS in organisch en biologisch afval. De OVAM heeft in mei 2020 aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) de opdracht gegeven om een normenkader voor PFAS in bodemverbeteraars op te maken. Om deze opdracht verder te finaliseren zijn data over de achtergrondconcentraties van PFAS in het grondwater noodzakelijk. Hiervoor zijn ook meetcampagnes ingepland door de Vlaamse Milieumaatschappij en de OVAM. Deze data zullen in de eerst helft van 2022 aangeleverd worden. De resultaten van de OVAM-meetcampagne op de afvalstoffen kunnen gebruikt worden om de normvoorstellen van VITO af te toetsen om de beleidsmatige en de maatschappelijke impact van het normvoorstel zo goed mogelijk te kunnen inschatten. In afwachting van de finalisering van de VITO-studie werkte de OVAM ook een voorstel tot tijdelijk toetsingskader uit. Hierover is er eerstdaags overleg met de betrokken sectoren gepland.
Collega’s, mijn excuses, het is heel technisch. Ik heb het antwoord van de administratie gewoon voorgelezen.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Het is van groot belang dat al wie te maken heeft met PFOS-afval of PFAS-afval of afvalstromen waar die stoffen in zitten, op een voldoende manier bewust is van het feit dat men dat juist moet verwerken. U hebt verwezen naar de erkende verwerkers en erkende ophalers die daar een belangrijke rol in zullen spelen. Ik ben ook tevreden dat u hebt verwezen naar de OVAM, die een aanspreekpunt kan zijn voor vragen. Dat zijn goede stappen. Door het project rond zorgwekkende stoffen kunnen we ook op basis van een aantal cijfers een aantal conclusies trekken in de loop van volgend jaar.
Nu, het is natuurlijk zo dat iedereen die in aanraking komt met dergelijk afval, ook wel aankijkt tegen een serieuze meerprijs voor de correcte verwerking van dat afval, terwijl de verantwoordelijkheid voor de vervuiling niet perse bij diegene ligt die het afval moet gaan verwerken.
Minister, mijn bijkomende vraag is dus: is er ook een soort meldpunt, of misschien een inventarisatie, dus zijn er mogelijkheden opdat wie in aanraking komt met bijvoorbeeld vervuiling door PFOS die aan een bepaald bedrijf kan worden gelinkt, de meerkosten die hij daardoor heeft, op dat bedrijf kan verhalen dat verantwoordelijk is voor de vervuiling? Worden er initiatieven genomen om ook dat op poten te zetten?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. U stelt dat het nog te vroeg is om van een problematische situatie te spreken. De vraag is natuurlijk: wanneer spreken we van een problematische situatie? Ik moet vaststellen dat er vandaag bedrijven zijn die plots worden geconfronteerd met controles en metingen op niet-genormeerde parameters. Dat stelt hen daadwerkelijk wel voor problemen, in die zin dat de handhaving er vandaag van uitgaat dat, als het een niet-genormeerde parameter is, er 0,00 van bepaalde stoffen in mag zitten, specifiek ook voor PFAS. U had het daarnet over producten met verhoogde waarden of met zeer hoge concentraties. De vraag rijst dan natuurlijk: wat zijn die verhoogde waarden, wat zijn die hoge concentraties? Kunt u daar ook daadwerkelijk specifieke cijfers op kleven? Dat is immers natuurlijk de rechtszekerheid die mensen nodig hebben om op een bepaald moment te kunnen beoordelen of er een probleem is en op welke manier de stoffen ook moeten worden afgevoerd.
In die zin ben ik wel blij dat u in het antwoord op de vierde vraag stelde dat u het ermee eens bent dat er rechtszekerheid moet komen en dat er dus het best een normenkader wordt opgesteld. Ik begrijp dat u aan een tijdelijk toetsingskader denkt en dat de OVAM dat voorbereidt. Kunt u ons daar meer toelichting over geven? Ik weet dat we waarden hebben wat de bodem en het vrij gebruik van de bodem betreft, namelijk de 3 en de 8 microgram die naar voren zijn gekomen, maar specifiek inzake afvalstoffen hebben wij eigenlijk nog niets. Kijkend naar de ons omringende landen zie ik dat Duitsland voor biogasinstallaties en biologische verwerking met een norm van 100 microgram werkt. Kunt u ons duiding geven in dezen? Hoe en waar moeten we ons daarin situeren? Ik begrijp dat u nog overleg plant. Kunt u daar ook wat meer over zeggen? Welke timing zult u concreet hanteren? Ik vraag u dat concreet omdat ik, zoals ik in het begin aangaf, vandaag op het terrein moet vaststellen dat er daarover discussies zijn, dat bedrijven in wachtposities worden geplaatst, dat bedrijven worden geconfronteerd met bepaalde uitslagen.
Ik kom daarmee tot mijn laatste vraag. Er is hier sprake van biologische verwerkers. Dat gaat over inputstromen. In se zijn zij zelf daar zelfs ook niet verantwoordelijk voor. Dat zijn ontvangende stromen, en we hopen inderdaad eigenlijk dat we dat op een zo goed mogelijke manier kunnen verwerken. Dan kom ik tot hen die de ontvangende stroom hebben geproduceerd. Ik weet niet in welke mate er op basis van de metingen die nu naar voren komen, ook actie wordt ondernomen ten overstaan van de leveranciers van die inputstromen. Welke acties worden ter zake ondernomen, en wordt daarbij nagegaan op welke manier eventuele PFAS-concentraties zouden kunnen worden verlaagd? Met andere woorden: wordt heel die keten in beeld gebracht? Is dat iets waaraan wordt gewerkt, of niet?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de vraagstelling. Minister, we zitten wat PFAS betreft natuurlijk in een fase waarin we wekelijks nog heel veel nieuwe informatie te weten komen, maar ik vroeg mij af of er ondertussen al een zicht is op de omvang, op de mate waarin dit door de collega’s aangehaalde probleem momenteel rijst. Is de omvang dermate dat er een systematische aanpak moet worden uitgewerkt, zoals we die bijvoorbeeld met betrekking tot asbest hebben, met het weghalen van asbest uit bijvoorbeeld bouwconstructies en het verzamelen, transporteren en nadien verwerken ervan? Ik vroeg mij af op welke manier er dan het best te werk wordt gegaan wat het testen, ophalen en verwerken van het mogelijke afval betreft.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, in Denemarken bestaat er een verbod op het gebruik van PFAS in voedselverpakkingen. De reden is dat verschillende composteerbare verpakkingen een PFAS-coating zouden hebben. Via de compost komen de verpakkingen dan op het land terecht, waar ze de omgeving belasten en via allerlei wegen in de voedselketen terechtkomen. Hebt u zicht op deze problematiek in Vlaanderen? Kunt u vanuit uw bevoegdheid deze besmetting met PFAS in compost door voedselverpakkingen voorkomen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat de vraagstellers heel blij zijn dat er eindelijk actie is rond alles wat met PFOS en PFAS te maken heeft. Ik ben altijd heel blij dat jullie daar samen over tussenkomen. Zo kunnen jullie zien dat we niet stilzitten en dat we volle bak het actieplan dat vorig jaar door de regering werd goedgekeurd, aan het uitvoeren zijn.
Mijnheer De Roo, voor vervuiling met PFOS kan men terecht op de website over PFAS. Dat is een zeer uitgebreide website, waar onze diensten continu updates geven.
Mevrouw Rombouts, uw vraag is zeer terecht. Ik heb begrepen dat als Handhaving dergelijke parameters vaststelt, zij daarvoor advies vraagt aan de OVAM. Die geeft dan ook gericht advies aan Handhaving. Daarvoor hanteert de OVAM momenteel vanuit het voorzorgsbeginsel de waarden voor vrij gebruik van bodem. Ik heb daarnet gezegd dat er zeer binnenkort, nu vrijdag, overleg is met de betrokken sectoren. Zo kunnen we ook rekening houden met hun kennis en inzicht. Er worden acties ondernomen bij de leveranciers van de stromen.
Collega Perdaens, er is, zoals vermeld, momenteel enkel een fragmentarisch zicht op de effectieve aanwezigheid van PFAS in organische afvalstoffen. Er is eerst een beter zicht nodig op de problematiek, alvorens verdere stappen te nemen en eventueel een systematische aanpak te doen. We zijn daarmee bezig, conform het actieplan.
Mevrouw Schauvliege, voor uw vraag moet ik navraag doen bij mijn administratie. Ik ken er het antwoord niet op. Ik zal dat eens moeten checken.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende antwoorden. Het is van groot belang dat we afvalstromen waarin PFOS en PFAS zitten, op een correcte manier kunnen verwerken. Vanuit Vlaanderen hanteren we het de-vervuiler-betaaltprincipe. Ik hoop dan ook dat er mogelijkheden komen waardoor particuliere verenigingen maar ook bedrijven die met een problematiek van afval met PFAS en PFOS te maken hebben en waar ze zelf niet de vervuiler zijn, de meerkost die daartegenover staat, kunnen verhalen op de vervuiler, en dat we dat vanuit Vlaanderen kunnen ondersteunen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, het is duidelijk dat iedereen in deze commissie zo veilig en zo verstandig mogelijk wenst om te gaan met eventuele vervuilingen, onder andere met PFAS en PFOS. Er is inderdaad een actieplan opgemaakt. Het is belangrijk dat het stap voor stap en op een correcte chronologische manier kan worden gevolgd, willen we in de maatschappij niet tot problematische situaties komen.
Minister, ik hoor dat er momenteel vanuit de OVAM wordt gesuggereerd om in dezen de norm van vrij gebruik van bodem te gebruiken. Ik ga ervan uit dat er in overleg wordt gegaan en dat dit gemeenschappelijk wordt bekeken en gedaan. Maar de resultaten die ik tot hiertoe heb vernomen, zitten daar wel boven. Dat wil zeggen dat we mogelijk heel wat materialen en kringlopen zullen lamleggen. In die zin is mijn bezorgdheid echt wel dat we moeten bekijken wat de situatie is en hoe we kunnen verhinderen dat we een volledige kringloopmaatschappij, waar we toch allemaal voor zijn, volledig lamleggen omdat net die bedrijven die toevallig een controle krijgen en blijkbaar toevallig allemaal in de provincie Antwerpen liggen, nu de dupe zullen worden, omdat we nog niet klaar zijn met een definitieve regel of normering daaromtrent. Ik hoop dat dat niet het geval zal zijn.
Er zijn nog heel wat biologische verwerkers die vandaag nog niet door Handhaving bezocht zijn, maar waar ik eveneens bezorgd over ben als we zien welke normen of eventuele resultaten daar naar boven zouden komen.
Minister, u hebt aangegeven dat u nog in overleg gaat met de sector, en dat is heel positief. Ik hoop inderdaad dat er goed in overleg wordt gegaan, maar dat er eveneens een zo goed mogelijk beeld van de hele biologische sector in kaart wordt gebracht, om te zien hoe we hier vermijden dat we de hele keten platleggen. Want ik denk dat we daar ook weer geen winsten bij halen. We moeten stappen vooruitzetten, maar wel in de correcte volgorde, denk ik. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.