Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Zoals jullie allemaal weten is er een bloedonderzoek gebeurd bij de omwonenden van de 3M-fabriek in Zwijndrecht waar indrukwekkende resultaten uit voortgekomen zijn. 90 procent van de omwonenden had teveel PFOS in het bloed. Bij 59 procent van de omwonenden zijn de waarden zo hoog dat ze mogelijk ook gezondheidsrisico’s inhouden op lange termijn. Slechts 9 procent van de deelnemers zijn echt waardenveilig. De overige 32 procent zit er ergens tussenin. Gemiddeld gezien waren de waarden hoger bij wie dichter bij de fabriek woont.
Naar aanleiding van deze resultaten hebben we op woensdag 27 oktober 2021 in het parlement beslist om alle omwonenden in een straal van 5 kilometer de kans te geven om hun bloed te laten analyseren. Dat zijn 70.000 mensen en dat is een heel goede zaak. Daardoor kunnen we een beeld krijgen van de uitgebreidheid van die vervuiling van de 3M-fabriek. Iedereen heeft ook het recht om te weten of er gezondheidsrisico’s bestaan voor de personen in kwestie.
Ik heb wel een vraag bij de straal van 5 kilometer. Dat is een redelijk arbitraire grens. Ik vraag me af of er een evidentie voor is om zich tot 5 kilometer te beperken en niet verder te gaan. Door die grens bijvoorbeeld worden de inwoners van Antwerpen afgesneden.
Naar het voorbeeld van Umicore in Hoboken wordt de capaciteit van de medisch milieukundigen van de Logo’s versterkt, zodat de bewoners van Zwijndrecht en Linkeroever daar terecht kunnen voor vragen en concreet advies over de vervuiling. Ik heb een praktijk in Hoboken en daar kunnen mensen ook bij een milieukundige terecht voor vragen over hun waarden, over de waarden van hun kinderen wat betreft lood rond de Umicorefabriek. Ook dat is een goede zaak, vooral ook dat de kosten op 3M verhaald zullen worden.
Ik heb enkele vragen bij de aankondiging van het onderzoek. Uit gezondheidsonderzoek blijkt dat er hoge PFOS-waarden gevonden worden bij personen die via hun beroep, via hobby of opleiding in contact komen met bodemdeeltjes. Dat betekent dus ook dat de mensen die er werken en in contact komen met de bodem risico’s lopen. Ook voor de kinderen die daar spelen zijn er gezondheidsrisico’s. Het lijkt me dan ook logisch dat het bloed van deze kinderen en mensen getest zou moeten worden. Bovendien spreken we nu over de 3M-site en de omwonenden. Maar we weten dat er verschillende hotspots van PFAS zijn in Vlaanderen. In 2018 heeft de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) in kaart gebracht dat er heel wat andere sites zijn waar er PFAS-vervuiling is. Ze hebben toen metingen gedaan en in 66 procent van de metingen bleek dat de dosis PFAS in de bodem groter was dan 10 microgram per kilogram.
Mevrouw Vandecasteele, u praat over andere zaken dan diegene die in uw ingediende vraag staan. U spreekt over andere locaties in Vlaanderen terwijl uw vraag gaat over de 3M-site in Zwijndrecht. Ik zou willen vragen dat u zich enigszins aan uw ingediende vraag houdt.
Ik blijf absoluut bij mijn ingediende vraag.
Er wordt nu een onderzoek gedaan rond de 3M-fabriek. Ik wil meegeven dat er heel wat andere plaatsen zijn in Vlaanderen waar er best ook een onderzoek zou gebeuren bij de omwonenden op plaatsen waar er meer PFAS in de grond te vinden is. Dat is een logische vraag die zich hier stelt, collega.
Ik wil alleen nog meegeven dat er toen, in 2018, ook waarden werden gevonden in de Dender, ver weg van de 3M-fabriek in Zwijndrecht. Het probleem is dus wijd verspreid. Vandaar de vraag of het wel zinvol is om ons enkel tot de 3M-fabriek in Zwijndrecht te beperken.
Minister, ik heb de volgende concrete vragen voor u. Welke groep komt in aanmerking voor een test? Behoren daar, in tegenstelling tot bij het eerste onderzoek, ook de kinderen onder 12 jaar en mensen die binnen deze perimeter werken toe? Overweegt u ook om testen rond andere PFAS-hotspots mogelijk te maken? Op welke termijn zullen deze mensen zich kunnen laten testen, en hoe wilt u dit praktisch organiseren? Hoe zult u de resolutie die door het parlement werd goedgekeurd, in de praktijk brengen? Welke middelen zullen worden vrijgemaakt voor het ondersteunen van omwonenden en werknemers, en op welke termijn? Hoe zal de medische opvolging worden geconcretiseerd? Wie zal het gezondheidsonderzoek uitvoeren en tegen wanneer kunnen we de resultaten daarvan verwachten? Welke initiatieven zult u ondernemen om de volledige kostprijs van al deze maatregelen op 3M te verhalen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ten aanzien van de 3M-site te Zwijndrecht trekken we een cirkel van vijf kilometer. Iedereen die binnen deze zone woont ten westen van de Schelde, komt in aanmerking. Hiertoe behoren ook de kinderen onder 12 jaar. De hotspot rond Zwijndrecht omvat een vervuiling in alle bekende milieumedia: grondwater, bodem, voeding, lucht ... Het HBM-fase 2-onderzoek (humane biomonitoring) zal de volledige bron-effectketen in beeld brengen, zodat we over een update van een gedetailleerd toxicokinetisch model kunnen beschikken die zal toelaten op basis van enkel milieumetingen ook uitspraken te doen op andere hotspotlocaties. Ik overweeg daarom op dit moment geen testen rond andere hotspots. Het Departement Omgeving trekt dit HBM-fase 2-onderzoek. Zorg en Gezondheid werkt hieraan mee.
Het organiseren van voldoende capaciteit en een vlotte logistieke keten is een grote uitdaging. De organisatie van de testen zal enkele maanden in beslag nemen. Deze oefening omvat staalname, analyse, transport, interpretatie, statistiek, communicatie ... Het is zeer waarschijnlijk dat we hiervoor ook Europese partners zullen moeten aanspreken. De basis voor een goede organisatie is aanwezig in het huidige bevolkingsonderzoek met achthonderd stalen, en we hebben de nodige contacten binnen het HBM4EU-platform. Ik schat dat dit onderzoek in zijn totaliteit twee à drie jaar in beslag zal nemen. De komende maanden zullen we bekijken hoe we een gefaseerde aanpak kunnen uitwerken, bijvoorbeeld door eerst in te zetten op de kwetsbare bevolking en/of op de zones die het dichtst bij de 3M-site gelegen zijn. Om een en ander te versnellen of te vereenvoudigen denken we er ook aan om, indien wetenschappelijk mogelijk, gelijktijdig met de eerste staalnames de techniek van de PFAS-analyse op bloed via een vingerprik te valideren. Dat zou de staalnames vergemakkelijken, en het zou ook een minder invasieve staalnameprocedure betekenen voor de mensen, in het bijzonder voor de kinderen die zich zouden willen laten testen.
Uiteraard betekent een totale doorlooptijd van twee à drie jaar niet dat men zo lang zal moeten wachten op zijn persoonlijk resultaat. Gezien de ervaring die we hebben gehad met het zonet afgeronde bevolkingsonderzoek bij achthonderd mensen, kunnen we op persoonsniveau voortschrijdend de analyses communiceren. De groepsresultaten zullen wel wat op zich laten wachten, mogelijk met tussentijdse rapporten, indien het onderzoeksdesign dat toelaat.
De resolutie waarnaar u verwees, omvat acht punten. Ik overloop ze even. Met betrekking tot de capaciteit van de bloedonderzoeken en een opschaling in een brede omgeving rond de 3M-site heb ik u net het antwoord gegeven. We zullen trachten een koppeling te maken van de meetwaarden en de milieugegevens met de elektronische medische dossiers van de huisartsen. Daarvoor rekenen we op de inzet van het INTEGO-netwerk van het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de KU Leuven, waarmee we in de voorgaande jaren de techniek hebben ontwikkeld om milieudata te koppelen met elektronische medische dossiers op adresniveau. De middelen voor dit deel van het onderzoek zijn voorhanden. Er wordt dit jaar nog een meerjarige samenwerkingsovereenkomst met het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Deze overeenkomst zal projectmatig worden uitgebreid voor PFAS.
De website PFAS-Vlaanderen van opdrachthouder Karl Vrancken is een belangrijk informatiekanaal. De medisch milieukundigen (MMK’s) van de Logo’s ondersteunen mee de input voor deze website, en communicatie naar de bevolking in samenwerking met de lokale overheid. De deelnemers van het bevolkingsonderzoek hebben de mogelijkheid om een individueel consult aan te vragen bij één van onze milieu-artsen, of een medisch milieukundige.
Zoals bekend heeft het agentschap Zorg & Gezondheid in samenwerking met de afdeling Omgevingshandhaving een veiligheidsmaatregel ingesteld ten aanzien van 3M.
Het is mijn intentie om de onkosten van onder andere de bloedonderzoeken en de extra MMK-ondersteuning te verhalen bij 3M.
Het gedetailleerd informatieverzoek ten aanzien van 3M werd meegenomen in de aanmaning en de hierop volgende veiligheidsmaatregel.
Op 6 oktober 2021 heeft België, op voorzet van de Vlaamse overheid, op de vergadering van de Europese ministers van Leefmilieu aangedrongen op onder andere een meer verregaand PFAS-verbod. Dit signaal is duidelijk opgepikt en verstevigt de initiatieven die hierrond op vraag van de commissie al liepen bij het European Chemicals Agency (ECHA).
Samen met de uitbreiding van het bevolkingsonderzoek PFAS in de omgeving van de 3M-site werd ook beslist om de capaciteit van de MMK’s van de Logo’s te versterken in deze omgeving.
Voor de medische opvolging van de personen die zich zorgen maken over hun algemene gezondheid reken ik op ons goed uitgebouwd zorgsysteem. PFAS is hierin een extra risicofactor die met de huisarts kan besproken worden bij behandeling van onderliggende aandoeningen. Het onderzoek naar de gezondheidskundige eindpunten van PFAS zal op groepsniveau meegenomen worden in het initiatief met het INTEGO-netwerk dat ik zonet aanhaalde. Ik zie momenteel nog niet tegen wanneer we hier resultaten kunnen verwachten. Eerst dient de wetenschappelijk-technische mogelijkheid tot onderzoek te worden nagegaan.
Het is, zoals ik al aangaf in mijn antwoord op punt 5 van de resolutie, mijn intentie om de onkosten van de bloedonderzoeken en de extra MMK-ondersteuning te verhalen bij 3M. Het mechanisme dat we daarvoor inzetten wordt afgestemd met de mogelijkheden uit de milieuwetgeving bij mijn collega Demir en de mogelijkheden die binnen het preventiedecreet ter beschikking zijn, zoals bepaald door artikel 54 paragraaf 3.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik ben zeer blij te horen dat ook de kinderen, de mensen onder de 12 jaar, zullen onderzocht worden. Ik begrijp dat de techniek van PFAS-analyse op bloed via een vingerprik gemakkelijker is dan een gewone bloedanalyse.
Ik heb nog enkele concrete vragen na uw antwoord. U hebt niet gesproken over de mensen die actief zijn in de regio binnen vijf kilometer rond de 3M-fabriek maar daar niet wonen. Dat gaat bijvoorbeeld over werknemers en over mensen die daar een hobby zoals een tuintje hebben. Kunnen zij ook een aanvraag doen voor een bloedonderzoek?
Voorts besluit u nogal snel geen onderzoek te doen bij de andere hotspots in Vlaanderen waar wij ook zien dat er een verhoogde vervuiling is van PFOS in de grond. Waarom worden daar geen initiatieven genomen? Nu zijn alle ogen op de 3M-fabriek gericht, maar als wij vandaag al weet hebben van hoge concentraties PFAS op andere plaatsen in Vlaanderen lijkt het mij wel aangewezen het voorzorgsprincipe toe te passen en daar ook onderzoek te verrichten. Minstens moet men bekijken waar er nog onderzoek zou moeten gebeuren.
Dan heb ik nog een vraag over de timing. Ik vraag een bevestiging. Als ik het goed begrijp gaan er nu enkele maanden overgaan om bij de 70.000 mensen een staalname te doen, dat in een statistiek te verwerken en daarover te communiceren. Maar ik versta niet goed het verschil met het onderzoek van de globale gezondheidsschade dat 2 tot 3 jaar zou duren. Wat zal er nu precies binnen enkele maanden bekend zijn en welk onderzoek zal een doorlooptijd hebben van 2 tot 3 jaar?
U spreekt over de versterking van de MMK’s. Vanaf welke exacte datum zal er daartoe extra financiering gaan naar de Logo’s?
Een laatste vraag: zal er ook een anamnesegesprek plaatsvinden bij dat bloedonderzoek? Komen er ook vragen naar de medische geschiedenis, zoals naar kankers enzovoort, naast de koppeling met de INTEGO-databank?
De heer Anaf heeft het woord.
Ik heb nog twee bijkomende vragen, ook naar aanleiding van de hoorzitting die we maandag hebben gehad in de onderzoekscommissie PFAS-PFOS met het agentschap Zorg en Gezondheid. Dat ging vooral over het verleden, maar de vraag werd gesteld … Je hebt de cirkel van vijf kilometer rond 3M in Zwijndrecht, maar er wordt in de communicatie ook gesproken over ‘en ten westen van de Schelde’. Ik heb maandag de vraag ook gesteld aan de mensen van het agentschap en ik heb daar niet meteen een bevredigend antwoord op gekregen. Daarom leg ik ze vandaag ook nog eens aan u voor. De verspreiding via de lucht zal zich niet laten tegenhouden door de Schelde. Ik stel de vraag nogmaals aan u en ik hoop dat u erop antwoordt: wat is de reden van die bepaling? Daar kan een goede reden voor zijn, maar ik heb die voorlopig nog niet gevonden.
Als kinderen effectief in het onderzoek worden meegenomen in het onderzoek, is dat voor mij een heel goede zaak, maar ook wel een beetje een verrassing. Want ook daar is maandag over gediscussieerd geweest in de onderzoekscommissie. Ik kijk even naar de voorzitter, de heer Daniëls, die daar ook aanwezig was. Ik heb het antwoord van het agentschap toen opgeschreven want ik vond dat heel bijzonder, namelijk dat het kinderen niet zal testen want uit onderzoek is geweten dat kinderen meer blootgesteld worden. Hun waarden moeten dus niet worden gemeten want ze komen sowieso vaker in aanraking met die grond. Als de ouders veel PFAS in hun bloed hebben, zal dat bij de kinderen ook het geval zijn. Maandag werd gezegd dat kinderen niet zullen worden getest omdat het niet nodig is en u zegt nu dat het wel zal gebeuren. Is dat nog aangepast naar aanleiding van onze vragen op maandag? Is er maandag maar iets gezegd of zegt u nu maar iets? Dat is een puur informatieve vraag om ervoor te zorgen dat er daarover geen misverstanden blijven bestaan. Het zou een goede zaak zijn als de kinderen ook getest kunnen worden, maar ik hoor graag van u hoe het nu juist zit.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
De collega’s hebben de belangrijkste vragen al gesteld. Ik wil graag het antwoord horen op die verschillende vragen, maar er toch ook even gebruik van maken om de vraag van collega Vandecasteele over het breder uitzoomen op die problematiek in Vlaanderen, om proactief aan de slag te gaan en eventueel bloedafnames en -onderzoek op andere plaatsen te doen, niet zomaar weg te schuiven en te zeggen dat dat momenteel niet aan de orde is. Het verleden leert net dat een proactieve en voorzichtigheidsaanpak vanuit het Vlaamse niveau cruciaal is. In die zin stel ik de vraag op welke elementen u zich baseert om te zeggen dat dat momenteel niet aan de orde is. Ik vind dat een opvallende uitspraak. Dat kan natuurlijk zo zijn, maar ik zou die uitspraak graag meer onderbouwd zien dan alleen te stellen dat we later zullen zien of er iets opduikt. Dan bestaat het risico dat een aantal zaken zich herhaalt.
Ik sluit nog even aan bij deze vraag. Minister, de mensen in de omgeving van 3M, waar ze ook wonen, moeten snel duidelijkheid krijgen. Kunnen ze een aanvraag indienen? Waar moeten ze dat doen? Het is belangrijk hoe die locatie wordt bepaald.
Verder heb ik er zelf voor gepleit bij de actuele vraag en ook in het verleden dat mensen die lang in Zwijndrecht hebben gewoond en vandaag niet meer in de perimeter van vijf kilometer wonen maar ergens anders, zich ook kunnen laten testen. Stel dat je een jaar in die perimeter woont, dan kun je je laten testen. Stel dat je er dertig jaar hebt gewoond en er nu buiten woont, dan zou je je niet kunnen laten testen. We moeten erover nadenken hoe we die groep kunnen meenemen.
De werknemers van 3M zijn voor mij een belangrijke groep en daar hebben we op dit moment weinig zicht op. Als 3M beweert dat die tot tien keer meer PFAS in hun bloed hebben, dan zijn de medische gegevens van die mensen cruciaal en moeten we die proberen mee te nemen in het onderzoek.
Een laatste oproep die ik wil herhalen, want er was afgelopen maandag wat onduidelijkheid over, is dat het omgekeerde onderzoek zinvol is, namelijk in de medische dossiers van mensen die in de omgeving wonen en die een bepaalde kanker hebben ontwikkeld of een bepaalde medische aandoening die in verband met PFAS kan worden gebracht, kijken om bij die mensen bloed af te nemen. Op die manier kun je de omgekeerde zoektocht doen en staven of er al dan niet een meer rechtstreekse impact op de volksgezondheid is door PFAS in het bloed.
Ik denk dat het voor de mensen een geruststelling kan zijn indien zou blijken dat die er niet is. En indien zou blijken dat die er wel is, dan moet er verder onderzoek komen en dan hebben we ook een stevig argument naar 3M toe, dat tot op heden zegt dat er geen verband is.
Minister, dat zijn een aantal bijkomende vragen, ook naar aanleiding van de vergadering van afgelopen maandag.
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, toen ik met dit voorstel naar de Vlaamse Regering ben gegaan – en we hadden daar de woensdag voordien al over gesproken in de plenaire vergadering – heb ik gezegd dat dit een bijzonder massieve operatie zou zijn. U mag dat toch niet onderschatten. We hebben nu achthonderd bloedstalen onderzocht. Dat heeft maanden werk gevraagd van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Dat heeft enorm veel werk en energie gevraagd. Er is dag en nacht gewerkt om tot deze resultaten te komen.
Nu gaat het over een veelvoud daarvan. Daarom ook heb ik gezegd dat de totale doorlooptijd op dit moment wordt geschat op twee à drie jaar, vooraleer we het gehele onderzoek zouden hebben afgerond. We bekijken, zelfs buiten onze landsgrenzen, hoe we capaciteit kunnen genereren om dat onderzoek te doen. Dat is dus niet iets dat je zomaar even doet en dan nog op zeventien andere plaatsen doet. In eerste instantie is er, gezien de urgentie van 3M, gezegd dat we dit nu zullen doen. Dat zal veel tijd, mankracht en capaciteit van labo’s in beslag nemen. Laten we daar eerlijk over zijn. Ik wek hier niet graag de indruk dat we binnen dit en een paar maanden al die resultaten volledig afgerond zullen hebben, want dat zal niet het geval zijn. Het vraagt tijd om dat te kunnen doen. En zoals ik in mijn antwoord heb gezegd, zullen we daar waarschijnlijk Europese partners voor moeten aanspreken. Dat is één.
Twee, ik heb bij de aankondiging van dat onderzoek ook gezegd dat we de min 12-jarigen mee in de scope willen nemen, maar dat we moeten kijken naar minder invasieve methoden. De vingerprik kan ons daarbij helpen. Maar ook daar komt het erop aan te zien of we daarvoor de capaciteit kunnen hebben. Dat is dus geen politieke kwestie wat mij betreft, maar een technische: kunnen we dat?
Drie, de maatregelen die we hebben genomen, zijn op bevolkingsniveau genomen. Want over de vraag ‘wat als je nu verhoogde PFOS-waarden in het bloed hebt?’ zijn twee elementen aan te halen. Ten eerste, wat zijn dan de generieke maatregelen die we moeten nemen? Dat is wat we onmiddellijk na het bekendmaken van de resultaten die ik heb gekregen, hebben gedaan: het bevestigen en versterken van de zogenaamde no-regretmaatregelen. En ten tweede, moet dat worden bekeken – en dat stond ook in het antwoord dat ik daarnet naar voren heb gebracht – met uw huisarts, om na te gaan wat dat nu precies betekent op individueel niveau. Heb ik al onderliggende aandoeningen? Zijn er al bepaalde elementen? Kunnen daar correlaties worden gelegd? Enzovoort. Dat lijkt mij een belangrijk element.
Vier, we zullen de link met de gezondheidsklachten verder opnemen tijdens het humaan biomonitoringsonderzoek. Dat is dus nog een ander onderzoek dan het gewone bloedstalenonderzoek. Al die puzzelstukjes zullen we moeten samenleggen.
Het onderzoek van de werknemers wordt normaal gezien verder opgevolgd door de bedrijfsgeneeskundige diensten.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik blijf nog met heel wat vragen zitten, maar ik dank u alvast voor de antwoorden die u hebt gegeven. Het is logisch en heel belangrijk dat de omwonenden die vandaag terecht ongerust zijn over de resultaten van die achthonderd stalen, daar snel klaarheid over krijgen. We zijn het verschuldigd aan die bewoners dat we niet talmen en alles in het werk stellen om dat te doen. Ik vraag mij dan ook af waar de technische capaciteit precies ontbreekt. Gaat dat over de capaciteit van de labo's? Gaat dat over de capaciteit voor de staalafnames? Dat is mij niet heel erg duidelijk, maar u kunt geen antwoord meer geven. Het is echt belangrijk dat die omwonenden daar snel informatie over hebben, net omdat de resultaten die nu bekend zijn zo verontrustend zijn.
Ik vind het ook wel jammer. U hebt nu gezegd dat ook de kinderen getest zullen worden, maar ik heb meermaals gevraagd, minister, om ook de werknemers die op andere bedrijven werken rond de 3M-fabriek in Zwijndrecht, te testen, of mensen die daar hobby’s hebben en er wekelijks komen. Ook bij hen is de bezorgdheid terecht over de waarden van PFAS in hun bloed. Ook zij zouden moeten aanspraak kunnen maken op een controle. Ik had ook nog graag geweten vanaf wanneer concreet de Logo’s de milieukundigen kunnen versterken. Dat is ook nog niet zo duidelijk. Ik hoop dat we daar in de heel nabije toekomst meer duidelijkheid over krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.