Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over scheuren in huizen
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, mijn vraag gaat eigenlijk over een concrete situatie in Zuid-Limburg, maar ruimer ook over deze problematiek op andere plaatsen in Vlaanderen. De waterwinning in Rukkelingen-Loon – in Heers dus –, uitgebaat door de Watergroep, staat in voor een groot gedeelte van de drinkwatervoorziening van een deel van Zuid-Limburg. Ik bespaar u de details. Het komt er eigenlijk op neer dat de inwoners uit de omgeving menen ernstige hinder te ondervinden als gevolg van de waterwinning: scheuren in de woningen, verzakkingen, het brongebied in het Hornebos ligt volledig droog, het moerasgebied is verdwenen, bomen vallen om et cetera.
Het heeft vorige week de media gehaald, want het is inderdaad een acuut probleem.
De link tussen de schade en de waterwinning is volgens de bewoners, hun adviseurs en advocaten duidelijk: de getroffen huizen staan allemaal in de zone waar de waterwinning van De Watergroep wordt uitgebaat. Volgens De Watergroep daarentegen is er helemaal geen verband tussen de schade aan de woningen in de omgeving en de grote hoeveelheden grondwater die dagelijks worden opgepompt. De Watergroep voert aan dat ze daar al jaren die activiteiten uitvoeren. Nochtans heeft de grote watervloed in juli aangetoond dat de beken daar droog stonden terwijl de omgeving wel te kampen had met wateroverlast.
Daarom hebben een aantal bewoners ondertussen gerechtelijke stappen ondernomen tegen De Watergroep. Ik heb u daarover trouwens schriftelijk al enkele technische vragen gesteld, waarop u geantwoord hebt, waarvoor dank. De bewoners vragen nu dat er een onafhankelijke deskundige wordt aangesteld om de oorzaak van de barsten en scheuren te achterhalen.
In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 18 september zei u dat u geen weet hebt van andere locaties. Mijn vraag was namelijk ook of er nog andere locaties zijn met gelijkaardige schadegevallen in Vlaanderen, waar ook waterwinning gebeurt. Dan zou eventueel een vergelijking gemaakt kunnen worden en nagegaan kunnen worden of het geen groter probleem is, dat zich niet alleen lokaal in Heers voordoet. Dan zou er misschien een beroep gedaan kunnen worden op een of andere schadevergoeding.
Ik heb hierover de volgende vragen, minister.
Zult u zelf initiatieven nemen om de problematiek van grondverzakkingen en uitdroging in de omgeving van de waterwinning in Rukkelingen-Loon in kaart te brengen? Overweegt u om zelf een deskundige aan te stellen om de oorzaak van de schade aan de woningen te achterhalen?
Erkent u dat er een meer algemeen probleem is in Vlaanderen van schade door grondwaterwinning voor drinkwaterproductie? Bent u eventueel bereid om vanuit uw bevoegdheden de impact van zeer grote waterwinningen op de omgeving in kaart te brengen?
Volgens De Watergroep is de toenemende droogte door klimaatverandering een mogelijke oorzaak van de verzakkingen en de schade aan de woningen, eerder dan de waterwinning zelf. Deelt u dat standpunt? In welke mate worden de effecten van de klimaatverandering en de toenemende droogte op waterwinning onderzocht? Worden de effecten van klimaatverandering en verdroging meegenomen in de beoordeling of evaluatie van waterwinningen? Kan het toegelaten debiet van een waterwinning worden beperkt wegens de effecten van klimaatverandering?
In tegenstelling tot Wallonië zou België geen specifieke regeling hebben om schadelijders te vergoeden voor de schade veroorzaakt door grootschalige waterwinning voor drinkwaterproductie. Welke opties ziet u momenteel voor de getroffen eigenaars om een schadevergoeding te verkrijgen, behalve een procedure aanspannen bij de rechtbank? Bent u eventueel bereid een specifieke vergoedingsregeling, bijvoorbeeld in de vorm van een schadefonds, uit te werken?
Wat denkt u in dat verband van de federale wet die zou dateren van 1977, waarin wel een schadevergoeding wordt voorzien? Blijkbaar werd die wet niet meegenomen bij het regionaliseren van heel de problematiek. Als dat gebeurd was, zouden die mensen vandaag een beroep kunnen doen op die regeling, die vroeger federaal was. Het ging over een “voorschottenfonds voor schadeloosstelling voor schade veroorzaakt door pompen en winnen van grondwater”. De wettelijke basis is de wet van 10 januari 1977, maar blijkbaar is die niet overgenomen bij de overheveling naar Vlaanderen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
De vraag werd al voor een stuk geduid. De berichten over scheuren in huizen blijven ons bereiken. Die waren de aanleiding tot mijn vraag, in opvolging van een eerder debat hierover in deze commissie.
Een Pano-reportage in maart van dit jaar bracht de gevolgen in beeld van de uitdrogende klei- en leemgronden waardoor barsten in huizen ontstaan. Sommigen huizen bleken onherstelbaar beschadigd en moeten zelfs afgebroken worden. De afgelopen week hoorden we de noodkreten van inwoners uit Heers die geconfronteerd worden met scheuren in hun huizen. Zij wijten dit probleem aan het oppompen van grondwater door De Watergroep.
De slachtoffers uit Heers hebben een zaak gestart voor de burgerlijke rechtbank, maar die zou pas behandeld worden in maart 2022. Ondertussen zien ze toe hoe de barsten in hun huis zich verder uitbreiden. Het fenomeen neemt de laatste jaren sterk toe in andere regio’s, zoals de streek rond Kortrijk, Ieper en de Vlaamse Ardennen.
In de commissievergadering van 23 maart kwamen naar aanleiding van de Pano-reportage van 10 maart een heel aantal vragen aan bod rond deze thematiek, specifiek gelinkt aan de scheuren in huizen. Gezien de aanhoudende problematiek had ik u daarom graag de volgende vragen gesteld.
Het feit dat in Heers, maar ook in andere regio’s, woningen uit het niets lijken te barsten, zou ons toch vragen moeten doen stellen bij de diverse mogelijke oorzaken. Liggen natuurlijke fenomenen en/of menselijke ingrepen aan de basis daarvan? Welke studies bevestigen of ontkrachten dat? Wie onderzoekt of er een oorzakelijk verband is tussen de scheuren aan woningen specifiek in Heers en de lokale drinkwaterwinning? Die vraag stel ik om een beter beeld te kunnen krijgen van de mogelijke oorzaken en hoe die aan elkaar gelinkt worden.
Hoe wordt het grondwaterpeil in de omgeving van waterwinningsgebieden en de impact ervan op de omgeving gemonitord? Ik ga ervan uit dat dat gemonitord wordt, maar als dat niet zo is, dan hoor ik het ook graag. En wat zeggen deze resultaten?
Mijn laatste vraag is een stukje achterhaald. We zijn bezorgd over de mate waarin mensen die hiermee geconfronteerd worden, een beroep kunnen doen op de verzekering. U had aangegeven dat u in overleg zou gaan met federaal staatssecretaris Eva De Bleeker, andere overheden en de verzekeringssector om te kijken op welke manier deze problematiek onder de brandpolis zou kunnen vallen. Ondertussen is in het federaal parlement een interpretatieve wet goedgekeurd waarbij wordt gesteld dat verdroging ook onder natuurrampen valt, met terugwerkende kracht tot 2005. De droogteproblematiek wordt dus als natuurramp geïnterpreteerd en zou dus gedekt moeten zijn door de brandverzekering. Vindt u dit voldoende sluitend, minister, of niet? Welke andere initiatieven acht u eventueel nog nodig?
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Vandenhove, het klopt dat een aantal omwonenden van een drinkwaterwinning in Heers een zaak hebben aangespannen bij de rechtbank tegen De Watergroep. Het al dan niet aanstellen van een gerechtsdeskundige in het kader van deze procedure valt onder de bevoegdheid van de rechter, maar ik denk dat het in dergelijke zaken wel vaak gebeurt dat men een deskundige aanstelt.
De te verwachten impact van zo’n grondwaterwinning wordt onderzocht in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag. Voor grotere projecten zoals drinkwaterwinningen gebeurt dat in een projectmilieueffectrapport (project-MER) of in een MER-ontheffing.
In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) loopt een studie om de impact van klimaatverandering op de grondwaterstanden in Vlaanderen te onderzoeken. De studie wordt afgerond in het voorjaar van 2022. Zodra beschikbaar, kunnen en zullen de resultaten worden meegenomen bij de beoordeling van nieuwe of te hervergunnen grondwaterwinningen. Op locaties waar het grondwaterpeil verder daalt dan zich historisch reeds voorgedaan heeft, kunnen in zettingsgevoelige gronden bijkomende zettingen optreden. Door in vergunningen voorwaarden op te nemen over de maximale daling van het grondwaterpeil kunnen de effecten van klimaatverandering ondervangen worden. Dat is de bedoeling van de oefening die de VMM op dit moment doet.
Verzekeringen en schadevergoedingssystemen zijn een federale materie. Ik zal contact opnemen met het kabinet-De Bleeker om te kijken of zij een mogelijkheid ziet om schade uit grondwaterwinningen te laten ressorteren onder bijvoorbeeld de professionele aansprakelijkheidsverzekering van de exploitant van de grondwaterwinninginstallatie of de brandpolis van de schadelijder, met een eventueel regresrecht in hoofde van de verzekeringsmaatschappijen. Dat ga ik met haar bekijken.
Het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) legt de exploitant van elke grondwaterwinning van meer dan 30.000 kubieke meter per jaar een maandelijkse monitoringsverplichting op. Het aantal meetpunten is afhankelijk van de grootte van de winning. Daarnaast heeft de VMM natuurlijk ook eigen meetnetten verspreid over heel Vlaanderen die de evolutie opvolgen. Het is niet mogelijk om tijdens de commissievergadering over al deze metingen een uitspraak te gaan doen. Dat is onbegonnen werk; ik hoop dat jullie dat ook begrijpen. De resultaten van deze metingen worden zoals gezegd grondig geanalyseerd in het kader van hervergunningsdossiers. Zoals gezegd, geven deze cijfers een indicatie, maar spelen er meerdere factoren.
Wat aanpassingen aan de brandpolis betreft, verwijs ik ernaar dat verzekeringen federale materie zijn. Op 21 oktober 2021 heeft de Kamer onder impuls van Anneleen Van Bossuyt een interpretatieve wet aangenomen op grond waarvan droogteschade onder de brandpolis valt en geacht wordt altijd onder de brandpolis te hebben gevallen. Mijn kabinet heeft in zijn contacten met de Federale Regering deze oplossing overigens ook altijd verdedigd. Voor vragen inzake de uitvoering van deze federale interpretatieve wet verwijs ik naar mijn bevoegde collega, staatssecretaris De Bleeker.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw dubbel antwoord. Het is goed dat de VMM de plaatsen in kaart gaat brengen voor heel Vlaanderen. Dat moet het begin zijn van de oefening om deze problematiek structureel in kaart te brengen, vooraleer er naar een structurele oplossing gezocht kan worden.
Twee, het is ook goed dat er concreet met de federale overheid contact zal worden opgenomen in functie van de vrij recente beslissing inzake de aanpassing van de wet.
Als bijkomende vraag zou ik wel concreet willen vragen hoe u mijn verwijzing naar de wet van 1977 interpreteert. Bij de overgang van die bevoegdheid naar Vlaanderen is dat niet overgenomen, dat fonds. Is dat bewust gebeurd of per ongeluk? Indien dat fonds op dit ogenblik nog had bestaan, dan was het probleem van die mensen nu voor een stuk opgelost. Ik begrijp wel dat u voorzichtig bent met antwoorden op dit concrete gegeven, vooral omdat er nu ook een zaak is bij de rechtbank. Maar als die wet uit ’77 was meegenomen, dan was het probleem nu voor een groot stuk opgelost.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord en voor de opvolging van de oproep naar verder onderzoek. U stelt duidelijk dat er vandaag nog een aantal extra onderzoeken moeten gebeuren, dus dat is iets wat we de komende weken en maanden zeker graag mee opvolgen.
Wat de regelgeving en de brandverzekering betreft, heb ik net ook verwezen naar het federale niveau en die interpretatiewet, dus ik besluit daaruit dat u ook vindt dat dat sluitend is en dat droogteschade ook onder die noemer ‘natuurramp’ valt of zal vallen en dat dat ook altijd zo geweest is. Wat betreft de mogelijkheid om grondwaterwinning specifiek op te nemen, ben ik benieuwd naar verdere gesprekken daarover. Ik ben ook benieuwd naar de suggestie van collega Vandenhove, maar daar ga ik momenteel geen verdere uitspraken over doen.
Waar ik wel even bij wil stilstaan, is dat u ook stelt dat er eigenlijk al altijd een verplichting is geweest ten aanzien van grote grondwaterwinningen om een eigen meetnet op te zetten. De resultaten daarvan worden permanent doorgegeven aan de overheid, of daar ga ik toch van uit. Daarnaast is er het eigen meetnet van de VMM om die zaken in het oog te houden. Ik ga ervan uit dat u niet bij elke meting kunt stilstaan, maar een algemene conclusie daarvan zou er toch moeten kunnen zijn. Zijn er in het verleden aanwijzingen geweest dat er problemen zijn geweest met de grondwaterspiegel, specifiek in de regio van die grondwaterwinningen? Kunt u daar nog iets meer duidelijkheid rond geven?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega Vandenhove. Ik zal aan de administratie vragen om te onderzoeken of we dat fonds hiervoor kunnen inzetten. Ik heb geen informatie op dit moment hoe dat komt en hoe dat gelopen is met die wet uit ’77. Ik zal me daarover informeren.
Ik zal de info uit het meetnet ook delen met de commissie. Ik ben daar inderdaad niet op ingegaan, omdat dat veel te ruim is, maar ik zal de info opvragen en meegeven.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voor mij is het oké. Dank u.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voor mij ook. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.