Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Interpellatie over de aanbevelingen van de SERV voor bijkomend klimaatbeleid
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, ik had nooit verwacht dat ik tijdens deze legislatuur nog een vraag om uitleg over kilometerheffing voor personenwagens zou stellen aan de minister van Leefmilieu. Uw collega en partijgenoot, minister Weyts, heeft in zijn hoedanigheid van minister van Mobiliteit in de vorige legislatuur zijn departement de opdracht gegeven om een voorbereidende studie over een Vlaamse gebiedsdekkende kilometerheffing voor personenwagens uit te dokteren. Een tijdje voor de verkiezingen van 2019 heeft hij dat met veel bombarie aangekondigd, misschien omdat hij dacht dat de klimaatmarsen van Anuna en Greta electoraal ook iets betekenden.
De bevolking heeft heel kwaad gereageerd op de plannen. Ook onze partij is toen met een campagne op het gaspedaal gaan staan en de heer De Wever heeft toen het rempedaal van de regering moeten induwen zodat minister Weyts op tijd een bocht kon maken door te zeggen: de kilometerheffing voor personenwagens is afgevoerd en zal er in deze en ook in de volgende – de huidige dus – legislatuur niet komen.
Minister, ook in het regeerakkoord heb ik niets teruggevonden over een kilometerheffing voor personenwagens. U hebt er tot nu toe ook nog met geen woord over gerept.
Niet zonder enige verwondering lees ik in een MORA-advies (Mobiliteitsraad van Vlaanderen) van 14 oktober 2021 ter gelegenheid van uw adviesvraag over bijkomende klimaatmaatregelen in het kader van het ‘Fit for 55’-voorstel van de Europese Commissie, dat de Mobiliteitsraad plots opnieuw komt aandraven met het idee van de invoering van een kilometerheffing voor alle voertuigen, een heffing die volgens deze raad bovendien het best niet alleen in Vlaanderen, maar over het volledige Belgische grondgebied zou worden uitgerold.
In de commissie Mobiliteit van 7 oktober jongstleden stelde minister Peeters, bevoegd voor Mobiliteit, dat er op dit ogenblik geen consensus is binnen de Vlaamse Regering over de invoering van een Vlaamse slimme kilometerheffing. De voornoemde minister stelde verder heel duidelijk dat het, bij gebrek aan overeenstemming tussen de drie gewesten en ingevolge nog onvoldoende verder onderzoek, het voor haar niet realistisch kan zijn om voor 2024, of met andere woorden nog tijdens deze legislatuur, een Vlaamse kilometerheffing in te voeren.
Minister, de Vlaamse burgers hebben wat de mogelijke invoering van een kilometerheffing betreft, recht op duidelijkheid van deze Vlaamse Regering. Hoe reageert u vanuit uw bevoegdheden inzake klimaat op dit gevraagde advies van de Mobiliteitsraad over de invoering van de kilometerheffing? Wat is uw standpunt over de invoering van de Vlaamse kilometerheffing voor alle voertuigen? Kan de kilometerheffing nog steeds als definitief begraven worden beschouwd, zoals we allemaal dachten? Hoe staat u ten opzichte van de recente MORA-eis om zo snel mogelijk een maatschappelijk debat op te starten teneinde een draagvlak te creëren voor het alsnog invoeren van deze Vlaamse kilometerheffing?
De heer Steenwegen heeft het woord.
We staan aan de vooravond van de 26e Klimaatconferentie (COP) in Glasgow. We kunnen er niet naast kijken. We worden overrompeld met allerlei programma’s. Een hele week debatten over ‘de Grote Shift’ georganiseerd door De Standaard en het programma van Jill Peeters ‘Wat houdt ons tegen’ vragen om onze aandacht. Alle rapporten herhalen hoe het er aan toegaat, hoe we ervoor staan en hoe moeilijk het is om onze engagementen te halen. Deze week was er nog een rapport van de Europese Commissie waarin wordt gesteld dat België twee van de drie doelen voor 2020 niet haalt, maar ook andere landen hebben het er moeilijk mee. Anderzijds is er bijvoorbeeld het engagement van Australië dat zich nu toch inschrijft in het akkoord van Parijs. Dat is dan weer een positieve zaak, hoewel het verhaal dat eraan gekoppeld was niet direct overtuigt. Laat ons hopen dat het debat over klimaat levendig blijft, ook na Glasgow, want het is belangrijk genoeg.
Nu, in de aanloop naar het Vlaams energie- en klimaatplan zoals dat is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, zijn er indertijd diverse adviezen uitgebracht door uw strategische adviesraden zoals de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Minaraad, maar ook bijvoorbeeld door het Opvolgpanel Klimaat dat door de vorige Vlaamse Regering zelf is geïnstalleerd. Spijtig genoeg werd met die adviezen niets gedaan. Integendeel, het gros van de aanbevelingen hebt u naast u neergelegd. Maatregelen voorzien door de vorige Vlaamse Regering werden gewoon geschrapt om opportunistische redenen. Het verhaal van collega Claes illustreert het. Door de stickercampagne van het Vlaams Belang was een kilometerheffing ineens niet meer aan de orde. Het kon toen niet meer wegens geen draagvlak.
Minister, u weigert ook om ambitieuze doelstellingen uit te spreken tot vandaag. Uw mantra is ‘het is makkelijk om hoge doelen uit te spreken’. Veel moeilijker is het om de maatregelen te nemen, op het terrein actie te ondernemen en te zorgen dat de voorziene maatregelen ook worden geïmplementeerd. Wat dat aspect in uw Vlaams Energie- en Klimaatplan betreft, minister, hebt u een eerste rapportering gekregen van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). We hebben ook zelf een analyse gemaakt. Het spijt me, maar ook daar gaat het niet goed. Het loopt fout met de uitvoering. Heel wat maatregelen worden niet of te laat opgestart. Te weinig maatregelen krijgen uitvoering. Sommige worden geschrapt, voor andere is er helemaal geen budget. Intussen loopt de tijd verder.
Minister, het goede nieuws is dat u blijkbaar begint te beseffen dat uw klimaatbeleid totaal niet in staat is om de doelstelling van 35 procent te halen, laat staan de verhoogde doelstelling van 47 procent voor België, zoals dat nu door Europa wordt gevraagd. En dus hebt u een aantal adviezen gevraagd – alweer – en tevens uw collega’s uitgenodigd om voorstellen te doen om het tot vandaag falende beleid bij te sturen. Vrijdag zou de Vlaamse Regering hopelijk en eindelijk het roer omgooien. De regering kan zich daarbij zeker laten inspireren door en werk maken van de uitgebrachte adviezen die de SERV, maar ook de Minaraad en de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) deden. Hun adviezen en hun voorstellen lopen sterk gelijk met elkaar. Ze hebben er hard aan gewerkt om nogmaals heel duidelijk aan te geven dat we nood hebben aan een duidelijk, gefocust en ambitieus klimaatbeleid. Ik wil wat verder ingaan op het advies van de SERV.
De SERV haalt in haar advies over bijkomend klimaatbeleid aan dat we met het huidige plan de doelstellingen van Europa niet zullen halen. Dat is geen verrassing. Europa vraagt dat België 47 procent minder broeikasgassen zou uitstoten. Er moeten snel en dringend nieuwe bijkomende maatregelen genomen worden. Omdat het extra klimaatbeleid stilaan erg dringend wordt, zal het zaak zijn om te focussen.
Collega's, we schorsen even de vergadering wegens internetproblemen. (De vergadering wordt gedurende zeventien minuten geschorst.)
Collega's, nu de internetproblemen opgelost zijn, geef ik opnieuw het woord aan de heer Steenwegen.
Voorzitter, ik was net aanbeland bij de SERV, die een advies heeft uitgebracht waarover ik het wil hebben. De SERV vraagt echt om op een aantal grote maatregelenpakketten te focussen en spreekt over kleppermaatregelen.
De Groenfractie dringt al lang aan op bijkomende steun voor warmtepompen. We steunen enthousiast de idee van een heuse golf aan nieuwe warmtepompen. Ze werken op omgevingswarmte, een hernieuwbare bron, en kunnen snel veel broeikasgasemissies reduceren. Ze zijn breed toepasbaar en energie-efficiënter dan klassieke ketels. Op hun beurt kunnen ze isolatie en renovatie triggeren. Ze worden beschouwd als de meest kostenefficiënte wijze om de emissies te reduceren.
De huidige ambities in het Vlaams Energie- en Klimaatplan zouden het aandeel van het aantal warmtepompen tegen 2030 van 2 procent naar 5 procent brengen. De kostenoptimale scenario’s voorzien in een aandeel van 35 tot 40 procent van de verwarming van woningen.
De SERV wijst erop dat dit enkel kan indien elektriciteit goedkoper wordt. Ons voorstel om bepaalde kosten uit de elektriciteitsfactuur te halen, is niet aanvaard, maar we zullen dit blijven verdedigen. Voor de SERV is er ook nood aan een taxshift. Ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat groene stroom beduidend goedkoper moet worden en dat er meer lasten op de fossiele brandstoffen moeten worden gelegd.
De SERV heeft aangegeven dat we aan het huidig ritme van de woningrenovaties in Vlaanderen onmogelijk de klimaatdoelstellingen kunnen halen. Ook dat is een prioriteit. Het is ook een sociale prioriteit, want de isolatie van woningen is de beste manier om de energiekost voor de kwetsbaarste gezinnen te verlagen. Volgens het advies van de SERV is de helft van de Vlaamse gezinnen niet in staat om te investeren in het energiezuinig maken van de eigen woning. Er is dringend nood aan een nieuw beleid en Groen heeft altijd de keuze verdedigd om de woningrenovatie bij een overdracht verplicht te maken. De vorige Vlaamse Regering had dit voorzien, maar de huidige Vlaamse Regering is daar, spijtig genoeg, weer op teruggekomen. De SERV heeft er nogmaals op gewezen dat die verplichting nodig is, want het bestaande instrumentarium slaagt er niet voldoende in de renovatiesnelheid op het vereiste niveau te brengen. Om de kwetsbaarste gezinnen te helpen, is een rollend fonds nodig dat energie-investeringen kan prefinancieren.
Samen met die substantiële ondersteuning is een voldoende groot aanbod aan sociale woningen een van de noodzakelijke randvoorwaarden voor verregaande emissiereducties in woningen. In dat verband vraagt de SERV om het bindend sociaal objectief, dat bepaalt hoeveel sociale woningen een gemeente mag of moet aanbieden, te verhogen. Dat is een discussiepunt dat we al in andere commissies en tijdens plenaire vergaderingen hebben aangehaald.
Een volgende klimaatklepper die de SERV aanhaalt, is de omslag naar de elektrische mobiliteit. Ook op dit vlak moet de Vlaamse Regering haar huiswerk opnieuw maken. Volgens de SERV is het zeker mogelijk om tegen 2030 een miljoen elektrische wagens in Vlaanderen te laten rijden. Nu is een half miljoen van die wagens voorzien, maar volgens de SERV is die doelstelling in het Vlaams Energie- en Klimaatplan door de evoluties van de markt nu al achterhaald. Elektrische auto’s worden almaar goedkoper en het is de verwachting dat ze in 2025 goedkoper dan auto’s op fossiele brandstof zullen zijn. Die elektrische wagens betekenen ook ambitieuze doelen voor de netbeheerders en de andere infrastructuurbeheerders om hun net- en laadinfrastructuur tijdig aan te passen.
Ten slotte pleit de SERV ervoor om de autofiscaliteit aan te passen en voor alle voertuigen een slimme kilometerheffing in te voeren. Dit moet het aantal gereden kilometers verminderen. Het vermindert ook de files en hun maatschappelijke kosten. Wat de Vlaamse autofiscaliteit betreft, is de SERV heel duidelijk. Enkel de volledig elektrische wagens verdienen een stimulans. De rest, inclusief de stimulansen voor hybride wagens, dreigt de omslag naar de elektrificatie te vertragen.
Men verwijst daarbij trouwens naar het federale niveau, waar ook alleen zero-emissiebedrijfswagens nog fiscaal aftrekbaar zullen zijn.
Voor Groen dient een kilometerheffing natuurlijk ook gepaard te gaan met een taxshift. We schrappen de bestaande verkeersbelastingen en vervangen ze door een beprijzing van het aantal gereden kilometers. Voor vele mensen zal dat een besparing betekenen, voor anderen zou dat een meerkost kunnen betekenen, waarmee men toch de files en de spitsperiodes blijft opzoeken.
Minister, die voorstellen komen niet van ons, niet van de oppositie, maar ze komen nogmaals van de SERV. En als u kijkt naar het advies dat zij hebben gegeven bij de opmaak van het Vlaamse Energie- en Klimaatplan, dan zult u zien dat die adviezen gelijkaardig zijn. Men bouwt daar gewoon op verder. Men blijft ervan overtuigd dat wat men toen heeft aangebracht, nog altijd geldig is en dat het meer dan ooit nodig is om dat advies nu ook om te zetten in concreet beleid. Het zijn de werkgevers en de werknemers die dit vragen.
En zoals ik reeds zei, kreeg u gelijkaardige adviezen van de Minaraad, van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen en ook van uw eigen opvolgpanel Klimaat. Al die adviesorganen wijzen op een aantal heel belangrijke sectoren waarin vooruitgang kan worden geboekt, mits het inzetten van de juiste instrumenten.
In het verleden wilde u er niet op ingaan, vandaag hoop ik dat u en de hele Vlaamse Regering wél oren zult hebben naar wat er wordt voorgesteld. In het antwoord op de vorige vraag, minister, hebt u heel sterk het belang van het draagvlak benadrukt. Wel, hier hebt u een draagvlak. Iedereen die bezig is met de problematiek is ervan overtuigd dat dit de noodzakelijke maatregelen zijn. Iedereen vraagt dat we ons qua klimaat inschrijven in de nieuwe groene groeistrategie van de Europese Commissie. Werkgevers, werknemers, heel wat middenveldorganisaties en ook heel veel burgers vragen dat we eindelijk van die rem afgaan en vooruitgang boeken.
Minister, zal de Vlaamse Regering haar klimaatbeleid nu ondubbelzinnig afstemmen op de nieuwe Europese klimaatambities, de Europese Green Deal en het programma Fit for 55? Zal het Vlaamse Energie- en Klimaatplan in die zin effectief worden aangepast? Wilt u deze extra maatregelen op de COP26 (Conferentie van de Partijen) presenteren?
Zal de Vlaamse Regering op haar ministerraad rond klimaat de ‘kleppermaatregelen’ van de SERV ernstig overwegen?
Zal de Vlaamse Regering werk maken van de uitrol van warmtepompen en er via een taxshift voor zorgen dat elektrificatie goedkoper wordt?
Kiest de Vlaamse Regering voor een versterking van haar beleid rond sociale energierenovaties van woningen en zal men alsnog de renovatieverplichting bij overdracht van woningen invoeren?
Zal de Vlaamse Regering haar ambitie in verband met het aantal elektrische wagens en de daartoe benodigde laadpalen optrekken? Zal de regering deze legislatuur een slimme kilometerheffing voor personenwagens in de steigers zetten?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor jullie vragen. Ik heb inderdaad adviezen opgevraagd van verschillende instanties, niet alleen van de SERV, maar ook van het Klimaatpanel, de Minaraad, de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) en de Vlaamse Jeugdraad. Ik heb dat gedaan in mijn functie als coördinerend minister. Ik ben niet de Klimaatminister, want anders zou het natuurlijk heel gemakkelijk zijn om alle maatregelen te nemen. Ik hoop dat de collega’s die heel bezorgd zijn rond de thematiek ook elke individuele minister ondervragen in hun bevoegdheden. Want ik kan jullie meegeven dat ik binnen mijn bevoegdheid maatregelen op tafel zal leggen. Dat zijn we ook aan het bespreken in een interkabinettenwerkgroep (IKW). Ik zal binnen mijn bevoegdheden alles doen wat mogelijk is om goed te kijken naar die adviezen – dat hebben we uiteraard al gedaan – en om te bekijken hoe we, als het gaat over renovaties, daar toch wat meer stappen kunnen zetten. Zeker wat overheidsgebouwen betreft, staat er in bepaalde adviezen dat we veel meer moeten kunnen doen, door een voorbeeld te stellen.
Ik heb de verplichte renovatie ingevoerd in de tertiaire sector. Voor de gewone woningbouw hebben we verschillende soorten stimulerende maatregelen. Ik heb gezegd dat ik dat zal evalueren en dat ik maatregelen op tafel zal leggen wat mijn bevoegdheden betreft.
Ik zal ook maatregelen op tafel leggen wat mijn bevoegdheden betreft, en ik hoop natuurlijk dat elke individuele minister dat ook doet. Ik kan veel doen, maar ik kan wel niet toveren. Dat kunnen jullie van mij niet verwachten.
Collega Steenwegen, u bent natuurlijk vergeten dat er nog maatregelen uit de adviezen op tafel werden gelegd, onder andere de reductie van de veestapel en het verbreden van de energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s) met inspanningen rond emissiereductie. Daarover kan ik zeggen dat we samen zitten met de sector en dat ik tegen de sector heb gezegd dat de lat nog te laag ligt en dat we veel meer moeten kunnen doen. We gaan daar nog meer inspanningen voor doen.
Vandaag kan ik nog niet vooruitlopen op alle vragen die hier zijn gesteld. Dat zou ook heel vreemd zijn, want de ministerraad over het klimaat is volgende vrijdag. Het is de bedoeling van zo'n ministerraad over het klimaat dat we verstandige en goede maatregelen nemen, en dat we ons niet te zeer vastpinnen op de doelstellingen. Iedereen is overtuigd over wat we moeten doen, maar dat is natuurlijk de frustratie van alle klimaatbetogers. Ze zeggen: heel veel blabla en veel doelstellingen, maar heel weinig concrete maatregelen.
Ik ga het andersom doen, ik ga eerst kijken welke bijkomende maatregelen we moeten nemen. In de adviezen staan er heel veel verschillende suggesties. Als men zegt dat er een massale uitrol moet zijn van warmtepompen, dan moet je wel eerst beginnen met het renoveren van de woningen. Anders heeft het geen zin om een warmtepomp te installeren. Daarvoor heb je ook een taxshift nodig.
Collega Steenwegen, misschien hebt u daar een andere suggestie over, maar mijn experten zeggen dat dat geen zin heeft, dat je eerst de focus moet leggen op renoveren. Als je huis niet gerenoveerd is, heeft het geen zin om een warmtepomp te installeren. De warmtepompen moeten natuurlijk ook samengaan met de prijsverhouding van vandaag. Fossiele brandstoffen worden vandaag nog enorm gesubsidieerd. Ik heb geprobeerd om voor aardgas een aantal zaken te verschuiven en ik ben daar nog mee bezig. Als ik zie dat de federale overheid voor mazout nog miljarden euro's subsidieert, dan wordt het wel heel moeilijk om tegen de mensen te zeggen dat ze allemaal een warmtepomp moeten installeren. Neen, je zult eerst een aantal zaken moeten doen zoals de prijsverhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen rechttrekken.
Voor elektrische wagens kijken we ook naar de laadinfrastructuur. Er zijn ook heel wat vragen gesteld over het invoeren van de kilometerheffing. Ik ga daar niet op vooruitlopen, dat zou ook niet verstandig zijn. De klimaatministerraad is volgende vrijdag. Ik weet niet of we daar dan zullen uit geraken, we hebben ook nog de herfstvakantie.
Het is duidelijk, er zijn heel veel maatregelen en dat is goed. Nu is het aan de voltallige regering om de juiste keuzes te maken en om de broeikasreductie in te zetten. Zoals jullie weten heeft Vlaanderen sinds 2005 maar 5 procent gereduceerd. Op die manier gaan we er echt niet komen. In de coronaperiode was er een broeikasreductie van 1 procent. Dat is onvoldoende, dat is veel te weinig.
Wat de maatregelen betreft die al in het klimaatplan stonden, die zijn nu pas voor het eerste jaar opgestart. Daarvan heb ik begrepen dat de helft beslist en in uitvoering is. Het plan is voor tien jaar, dus kunt u van mij moeilijk verwachten dat dat allemaal al loopt. U zei dat bepaalde maatregelen weggelaten zijn. Ik zou wel eens willen weten welke dat zijn, want dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Als coördinerend minister is het mijn wens overmorgen de juiste beslissingen in verband met die uitstoot te kunnen nemen. Ik hoop die maatregelen tijdens de COP26 te kunnen voorstellen. Ik ga niet als er niets uit de bus komt, want dan heb ik daar geen rol te spelen. Daar wil ik duidelijk over zijn. Ik wacht af wat uit de ministerraad komt en vervolgens zal ik zien wat ik namens de Vlaamse overheid tijdens de COP26 kan vertellen. Dat is voor essentieel en anders ga ik niet. Daar wil ik expliciet over zijn.
Een ander punt dat me van het hart moet, is dat me soms wordt verweten dat ik een beetje te precies ben. Ik wil absoluut maatregelen nemen en ik zal vanuit mijn bevoegdheden maatregelen op tafel leggen. Niemand hoeft schrik te hebben. Ik zal dat doen. Natuurlijk zal elke minister dat ook moeten doen. Zo kunnen we misschien tot een effectief pakket komen.
Ik wil er wel op wijzen dat met betrekking tot, bijvoorbeeld, de uitfasering van stookolie al een beslissing is genomen. In Wallonië is daar nog niets aan gedaan. Als het om de burden sharing gaat, vind ik het verbazingwekkend te horen dat er een reductie met 47 procent moet komen, maar dat ik geen antwoord krijg op de vraag hoe dat zal gebeuren. Ik vind het heel moeilijk en ik zou de fetisj van die doelstelling willen verlaten. We moeten weten waar we ongeveer naartoe moeten gaan, maar ik zou van alle ministers die aan de burden sharing werken, willen horen welke maatregelen ze zullen nemen. Voor hoeveel elektrische wagens zullen zij tegen 2030 zorgen? Hoe zit het met de stookolie? In Wallonië zijn stookolie en andere fossiele brandstoffen meer aanwezig, maar is nog geen enkel initiatief genomen. De federale overheid heeft gigantische doelstellingen, maar neemt weinig maatregelen.
Ik hoop vooral dat we de juiste maatregelen nemen. Het is goed dat het om veel maatregelen gaat. Om die reden ben ik in mijn advisering heel breed gegaan. Ik hoop echter dat we de juiste maatregelen kunnen nemen. Ik zal van mijn kant voorstellen op tafel leggen waarvan ik vind dat ze nodig zijn. Ik heb de andere Vlaamse ministers al voor de zomervakantie gevraagd om ook maatregelen te nemen. Niemand moet van mij verwachten dat ik de doelstellingen laat stijgen zonder dat daar maatregelen tegenover staan. Dat zal ik niet doen.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, u hebt geen enkele van mijn vragen over de kilometerheffing beantwoord. U hebt de MORA om een advies gevraagd. U hebt een advies gekregen waarin heel duidelijk wordt gesteld dat de MORA voorstander van een kilometerheffing is. De MORA wil dat de Vlaamse Regering die heffing invoert. Ik stel u een vraag en u weigert te antwoorden. Misschien moet ik het als een heel simpele vraag herformuleren. Als het van u afhangt, komt die kilometerheffing voor gewone wagens er wel of niet?
Mijnheer Steenwegen, ik wil ook op u reageren. In uw interpellatie hebt u gesteld dat energie goedkoper moet worden. Dat is waar. Wij willen dat ook, maar elke manier om energie op te wekken die Groen voorstelt, kost meer grondstoffen, meer infrastructuur, meer arbeidskrachten of vaak een combinatie van die drie kosten. Dat is volgens mij niet de manier om energie goedkoper te maken.
Minister, mijn vraagt blijft evenwel wat u zult doen. Zult u al dan niet een kilometerheffing invoeren?
De heer Steenwegen heeft het woord.
Minister, dit is het meest onzinnige antwoord dat ik in lange tijd heb gehoord. U bent in de Vlaamse Regering de coördinerende minister. U hebt de taak gekregen om te coördineren. U doet dat niet. U hebt daarbuiten blijkbaar veel kracht om iedereen te schofferen en op zijn verantwoordelijkheden te wijzen, maar als u er in uw regering voor moet zorgen dat er met betrekking tot het klimaat iets gebeurt, geeft u niet thuis. U hebt gezegd dat u voor uw eigen bezorgdheden zult zorgen, maar dat de anderen ook voor hun eigen bevoegdheden moeten zorgen. Dat klopt natuurlijk.
Maar er is wel een plan opgemaakt waarbij u en uw collega's duidelijk hebben aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is. En u, minister, u bent coördinerend minister. Dus u moet ervoor zorgen dat die collega's dat ook doen.
En nu komt u hier zeggen: ‘Ik zal wel zien.’ U hebt niet alleen adviezen gevraagd, u hebt uw collega's inderdaad ook gevraagd naar bijkomende maatregelen. Maar uit uw antwoord begrijp ik dat er niet zoveel uit die vraag is gekomen. Want u zegt: ‘Ik zal nog zien. Maar als mijn collega's met niets komen, dan ga ik niet naar Glasgow.’ En: ‘Mijn collega's moeten dat doen. Ik zorg voor mijzelf, de anderen moeten voor hun eigen bevoegdheden zorgen.’
U hebt alle antwoorden van uw collega's, want die moesten op 15 oktober binnen zijn, zo hebt u verklaard. U weet dus wat de voorstellen van uw collega's zijn. Ik maak uit uw antwoord op dat dat niet veel voorstelt, dat er heel weinig ambitie en enthousiasme is om de verantwoordelijkheden op te nemen. En ik heb daarnet verwezen naar de eerste rapportage van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) en ik nodig u uit om er eens naar te kijken. U zult zien – en ik zie – welke departementen of beleidsdomeinen wél bereid zijn om minstens al een rapportage te maken die op iets trekt en welke er eigenlijk gewoon laten aanvoelen dat het hen niets interesseert. Kijk maar naar de fiches. Daar zult u dat heel goed zien. Sommige departementen antwoorden amper. Ze zeggen: ‘Voilà, die maatregel is dat.’ En wat is er gebeurd? Niets. En hop, voor budget wordt er niets voorzien.
Wij hebben zelf ook een analyse gemaakt, minister. En ik moet u zeggen dat het heel moeilijk is in dat energieplan. Het is al heel moeilijk om te zien wat er eigenlijk bezig moet zijn. Die maatregelen zijn vaak totaal onduidelijk. Je weet niet wanneer ze moeten opstarten, wanneer ze iets moeten opleveren. Ze zijn niet specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden (SMART) geformuleerd. We hebben zelf gepoogd om, in alle maatregelen, te bekijken welke maatregelen in 2021 al bezig zouden moeten zijn. We hebben er 120 gehaald uit die ruim 300. Voor die maatregelen waren wij er, op basis van de tekst en de beschrijving, van overtuigd dat er iets zou moeten zijn gebeurd. En voor meer dan de helft is het nog niet gestart, loopt men enorm achter of verklaart men dat men het eigenlijk niet meer ziet zitten of dat er geen budget voor wordt voorzien. Ik ben enorm ontgoocheld in uw antwoord op dat vlak. Ik herhaal: ga zelf eens kijken in uw plan. Men slaagt er momenteel niet in en ik zie bij uw collega's weinig bereidheid om verder te gaan.
Wat de doelstelling betreft, heb ik het al gezegd. U wilt zich niet engageren voor de doelstelling, want dat vindt u gemakkelijk. Maar het gaat over die maatregelen. En op het vlak van die maatregelen lukt het dus niet. Deze Vlaamse Regering slaagt er niet in haar eigen zwakke plan uitgevoerd te krijgen, met een lage doelstelling, die u wél wilde realiseren. Iedereen zei dat de maatregelen die in het plan staan niet eens in staat zullen zijn om die doelstellingen te realiseren. En nu voert u die maatregelen nog niet eens uit.
Minister, eigenlijk is dit echt een ongelooflijk ontgoochelend antwoord. U hebt ook gezegd: ‘Nee, we zullen niet doen wat de SERV vraagt. We gaan dat niet doen.’ De maatregelen die men voorstelt, zijn nochtans heel duidelijk.
Minister, ik wil nog even terugkomen op de vraag of u nu bereid bent om in te gaan op die hogere doelstellingen van Europa, want u hebt daar niet op geantwoord. U hebt gezegd: ‘Nee, ik ga daar niet op in.’ Eigenlijk is het dát. Maar ik vraag mij toch wel af hoe dat nu ligt binnen uw regering.
We hebben vorige week plenair in het parlement ook een resolutie goedgekeurd, in alle parlementen trouwens. Ik wil een paar elementen uit die resolutie aanhalen. Want ik ga er toch van uit dat u als minister en als regering ingaat op wat het parlement u opdraagt.
U moet niet met uw ogen draaien. Dat is wel het parlementair recht. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Nee, maar u moet daarvoor niet naar de COP gaan, minister. Ik vind het respectvol dat u zegt: ‘Als ik daar niets kan doen, blijf ik thuis.’ Dat kan ik wel appreciëren. Maar u moet uw beleid voeren, of u nu naar de COP gaat of niet. We weten dat die COP maar een soort van momentopname is. Maar ondertussen moet er worden gewerkt.
Wat staat er in de resolutie? Die vraagt om naar aanleiding van de COP – maar het gaat natuurlijk niet alleen over de COP – ten eerste: “(...) het principe van ‘science-based policy’ actief uit te dragen, wetenschappelijk onderbouwde beleidsmaatregelen te nemen en specifiek de rol van de rapporten van het IPCCC en het IPBES als essentiële beleidsondersteunende documenten te benadrukken”.
Met andere woorden, minister, deze resolutie roept u op om uw beleid af te stemmen op wat wetenschappelijk wordt aangegeven door de Verenigde Naties via verschillende comités.
Die science-based policy gaat nog veel verder dan die 55 procent, die vraagt nog meer. Die zegt dat het niet mogelijk is om bij 1,5 graden te blijven als we alleen 55 procent halen tegen 2030. Die gaat dus nog verder.
Mag ik vragen om stilaan af te ronden? U bent over uw tijd gegaan.
Ten tweede, de resolutie wil steun uitspreken voor de Europese ambitie om tegen 2050 te evolueren naar een klimaatneutrale Europese samenleving. Ze zegt ook dat men voor de min 55 procent die de Europese Unie heeft goedgekeurd, actief het engagement moet aangaan en bijkomende maatregelen moet nemen om de opgelegde doelstelling te realiseren.
Minister, bent u bereid om zich als Vlaamse Regering in te schrijven in de doelstelling zoals opgelegd door Europa? Bent u ook bereid daar de nodige maatregelen voor te nemen in overeenstemming met alle adviesraden die daarover een advies hebben bezorgd?
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij de opmerkingen van collega Steenwegen. Als lid van de commissie Mobiliteit wil ik toch benadrukken dat we morgen de minister van Mobiliteit zullen ondervragen over de vele maatregelen die nodig zijn op het vlak van mobiliteit om de doelstellingen te halen. Ik wil u wel een specifieke vraag stellen.
De minister van Mobiliteit heeft gezegd dat de slimme kilometerheffing een systeem is waar we de komende jaren naartoe moeten evolueren. Het zal niet voor 2024 zijn, maar wel voor de volgende legislatuur. Een andere meerderheidspartner, CD&V, heeft gisteren haar klimaatplan bekendgemaakt en zegt ook dat het heel belangrijk is om met een slimme kilometerheffing te komen.
Minister, wanneer de Vlaamse Regering overmorgen spreekt over een klimaatplan, dan blijft vooral de vraag wat het standpunt is van de N-VA over die slimme kilometerheffing. Het is belangrijk dat ook u en uw partij zich daarover helder uitspreken, zodat we weten wie dit voorstel, waar toch alle adviezen van de OESO tot de MORA tot de SERV om vragen, genegen is en mee wil realiseren. Ik sluit me dan ook aan bij de vraag van collega Claes om u daar duidelijk over uit te spreken.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ik was nogal geprikkeld door uw antwoord, maar dat zou niet moeten verrassen. Het komt in wezen altijd op hetzelfde neer: we doen al veel en er is binnen de regering geen zin om nog veel meer te doen en voor de rest mag de wereld vergaan; het maakt op zich niet zoveel uit, onze enige zorg is dat wat we zelf hebben beslist, we zullen doen en daar stopt het.
Minister, gezien de alsmaar duidelijker bewijzen van de impact die klimaatverandering vandaag heeft, kunt u zich er daarmee niet van afmaken. Dat is misschien politiek handig op de zeer korte termijn, maar het gaat niet om het formuleren van stoere doelstellingen en kijken of u die meer haalt dan anderen, het gaat erom een impact te hebben.
De vraag is of deze Vlaamse Regering de ambitie heeft om enige impact te hebben op het klimaatbeleid en of ze de ambitie heeft om daar alle mogelijke instrumenten voor in te zetten. In die zin zijn suggesties zoals die van de SERV bijzonder welkom, want ze zijn een heel duidelijke piste van wat er mogelijk is, wat het zou kosten en wat het rendement is. Het minste wat een regering kan doen, is goed argumenteren waarom ze sommige dingen niet doet. Ik blijf het jammer vinden dat deze regering in het huidige wereldwijde klimaat van bezorgdheid voor klimaatverandering, zich ervan afmaakt met een aantal in wezen administratieve argumenten over cijfers.
Het gaat hierom: neemt men dit ernstig, wenst men iets te doen en wenst men alle goedmenende initiatieven en suggesties ernstig te bekijken, zeker wanneer die komen vanuit een instelling als de SERV die zowel werkgevers als werknemers vertegenwoordigt en een hoop expertise bundelt? Dit verdient iets meer ernst in uw antwoord dan wat ik vandaag vanuit de Vlaamse Regering hoor.
Ik vind dat jammer en ik wil u ertoe oproepen om dat op een serieuzere manier te doen. Want uw antwoord is er een van pure politieke redenering en die fase zijn we ondertussen eigenlijk al ruimschoots voorbij. Zelfs bij een aantal van uw coalitiepartners hoor ik dat, minstens in de gazet. En als blijkt dat ze geen voorstellen voor beleid hebben, dan is het aan u om dat op tafel te leggen en aan te klagen dat ze u niet willen helpen. En dan hoor ik het graag.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Ik ben coördinerend minister. Ik heb verschillende voorstellen, die ik al heb voorgelegd op interkabinettenwerkgroep (IKW’s) en ook nog zal voorleggen, ook al gaat het misschien over de bevoegdheid van een andere minister.
Maar het is natuurlijk wel een collectieve beslissing. Dat wil ik benadrukken. Ik ben niet de minister die zegt: “Ik ken de oplossingen voor het klimaatprobleem. Alleen weet ik niet hoe ik daarna nog herkozen raak.” Dat heb ík hier niet gezegd. Dat is een uitspraak van collega Tobback van 2007. Ik zeg wel dat ik weet wat het probleem is en dat ik ook weet wat klimaatverandering kan betekenen. Heel concreet betekent dat: droogte, overstromingen. Het is ook al heel concreet geworden. We werken aan een versterking van het klimaatadaptatieplan. Ik hoop dat we daarmee kunnen landen.
Maar ik hoop dat ik er heel duidelijk over ben dat we ook het klimaatprobleem moeten oplossen, dat we ook moeten gaan naar die broeikasreductie, en liefst zoveel mogelijk, met de juiste maatregelen. Maar dat betekent ook wel dat we collectief .... En ik hoop dat we dat vrijdag kunnen. Ik kan er nu niet op vooruitlopen. Ik heb als coördinerend minister op verschillende domeinen voorstellen gedaan. Je kunt een aantal voorstellen gefaseerd invoeren. Ik heb in de krant een heel klimaatplan gelezen van CD&V met 23 maatregelen. Ik heb de dag zelf gevraagd of ik dat klimaatplan kon inkijken en wat die 23 maatregelen zijn, omdat we die misschien ook kunnen hanteren in dit hele verhaal. Ik heb ze nog niet ontvangen en hoop dat ik ze binnenkort zal hebben. Maar zo gaan we natuurlijk niet vooruit.
Ik hoop – dat is althans mijn bedoeling – de komende dagen en dagen voorafgaand aan de COP het klimaatplan verder te kunnen versterken met goede en juiste maatregelen. Het is goed, collega Stijn Bex, dat u het morgen in de commissie Mobiliteit ook nog eens aanhaalt.
Maar we zijn er nog niet. Er zullen extra maatregelen moeten worden genomen, als we op zijn minst al die 35 - procentdoelstelling willen behalen. De komende weken en dagen zal dat duidelijk moeten worden en zullen we knopen moeten doorhakken. We zullen uiteraard alle voorstellen ernstig bekijken, collega Tobback. Hopelijk zullen we daarna maatregelen kunnen nemen. Want nogmaals, aan het tempo dat we op dit moment volgen, 1 procent per jaar, betekent dat dat we tegen 2030 op 10 procent zullen eindigen. Dit gaat niet. Dat geef ik ook toe. We zullen extra maatregelen moeten nemen. Ik kan ze nu natuurlijk niet op tafel leggen. Ik kan me nu ook niet uitspreken voor of tegen die maatregelen. Dat maakt het allemaal veel moeilijker. Maar ik denk dat de wil er is, bij verschillende collega's en verschillende coalitiepartners, om met dit dossier voldoende ambitieus te zijn en tegelijk het te realiseren en te concretiseren.
Collega, ik zal het voortgangsrapport nog eens goed bekijken. Ik zie ook wel wat er in een aantal fiches staat en dat het nog niet in opstart is. We zullen bekijken waar we misschien wat strenger moeten zijn. Het is nog maar een jaar in opstart, maar dat neemt niet weg dat we het goed moeten vasthouden en in gesprek moeten treden met de collega's wanneer het nodig is. Als er in de fiches bij bepaalde maatregelen bijvoorbeeld staat ‘geen informatie beschikbaar’, dan is dat op zich al heel raar. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Dat zal ik nog wat sterker moeten opvolgen.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, u hebt opnieuw op geen enkele manier mijn vragen over de kilometerheffing beantwoord. Als slotrepliek kan ik enkel oproepen om niet mee te gaan in die kilometerheffing. Er was geen draagvlak voor, er is geen draagvlak voor en er zal binnenkort ook geen draagvlak voor zijn. De mensen die nu in de file staan, zullen dat in de toekomst ook moeten doen. Ze staan tegen hun zin in de file, maar ze hebben geen andere keuze, want er wordt toch niet in alternatieven als het openbaar vervoer geïnvesteerd. U en de verschillende adviesraden die de kilometerheffing zogezegd aanraden, weten dat ook. Ze weten goed genoeg dat dit niets met het klimaat te maken heeft. Dat is het excuus. De echte reden is het uitoefenen van controle, het sturen van mensen, het vergroten van de greep van de overheid en de grote bedrijven op de maatschappij en het verder inperken van de keuzevrijheid. Het Vlaams Belang gaat daar nooit mee akkoord.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Minister, er zit enige incoherentie in uw verhaal. Enerzijds geeft u steeds toe dat we er met de huidige maatregelen niet komen. Het gaat veel te traag en we zullen er tegen 2030 nooit komen. U hebt het over 1 procent. Dat wordt dan 10 procent, maar het gaat dan nog om een coronajaar. Anderzijds geven al uw adviesraden gelijkaardige adviezen om op te schalen en sterkere maatregelen in werking te laten gaan, maar u past daarvoor. Ik vind dat incoherent.
Ik heb u al geholpen, want ik heb de andere ministers van de Vlaamse Regering al vragen om uitleg over de uitvoering van het Vlaams Energie- en Klimaatplan gesteld. Ik weet dan ook goed wat het enthousiasme is. Vaak krijg ik nietszeggende antwoorden die vooral laten aanvoelen dat het niet vooruitgaat. Ik stel vast dat de Vlaamse Regering een probleem heeft. Ik hoop dat de Vlaamse Regering orde op zaken kan stellen en er overmorgen in slaagt een aantal bijkomende maatregelen goed te keuren. Indien dat niet mogelijk zou zijn, hebt u naar de week nadien verwezen.
Ik had deze interpellatie oorspronkelijk tot de minister-president willen richten. Vermits hij in Dubai is, gaat dat nu niet, maar indien u als coördinerend minister duidelijk niet de instrumenten of de power hebt om het Vlaams Energie- en Klimaatplan op gang te trekken en te versterken, zullen we ons uiteindelijk toch tot hem moeten richten. We wachten vol spanning op de resultaten en ik hoop u in Glasgow te ontmoeten, want dat zou betekenen dat vooruitgang is geboekt en dat een aantal belangrijke maatregelen zijn goedgekeurd. Indien dat niet het geval is, hoop ik u in Glasgow niet te zien en zullen we in deze commissie de degens blijven kruisen.
De vraag om uitleg en de interpellatie zijn afgehandeld.