Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Op 14 oktober 2021 verscheen in de media dat de welzijns- en zorgvoorzieningen tot 27 miljoen euro kunnen besparen op energie. Ze kunnen dat doen door energiezuinigere gebouwen te bekomen na een energiescan. Er zijn 1.640 gebouwen door zo’n scan opgenomen.
Die energiescans worden sinds 2017 uitgevoerd en het blijkt dat de voorzieningen jaarlijks 111.000 ton minder CO2 zouden kunnen uitstoten en de sector daardoor 27,4 miljoen euro per jaar kan besparen op energie.
Het artikel vermeldt ook dat de afspraak was dat de voorzieningen die zich gratis lieten scannen, alle energiemaatregelen troffen die zichzelf binnen de vijf jaar terugverdienen. Voor andere - duurdere - maatregelen konden ze subsidies aanvragen bij het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Bijna een derde van de gescande voorzieningen deed dat en kreeg een subsidie.
Het VIPA becijferde dat alle maatregelen die werden doorgevoerd of gesubsidieerd, samen goed zijn voor een werkelijke CO2-reductie van meer dan 28.700 ton per jaar en een jaarlijkse daling van de energiefactuur met meer dan 7,2 miljoen euro. Veertien procent van de voorzieningen ging in op een gratis energiescan.
Mijn vragen voor u, minister, zijn de volgende. U gaf in een reactie op dat artikel aan dat de bespaarde middelen naar zorgmiddelen voor personen met een zorgnood zouden kunnen gaan. Hoe ziet u dat concreet? Op welke manier kunnen de middelen die bespaard worden op energie, terugvloeien naar de gebruikers? Hebt u een concreet zicht op het aantal middelen dat terug naar de mensen zou gaan?
In het artikel staat te lezen dat het een afspraak was dat de voorzieningen die zich gratis lieten scannen de nodige energiemaatregelen moesten treffen. Veertien procent van de voorzieningen zou ingegaan zijn op zo’n gratis energiescan, waardoor de energiefactuur met 7,2 miljoen euro is gedaald. Zijn de woon- en leefkosten van de bewoners in de voorzieningen ook gedaald? Kunnen ze dat vaststellen omdat de energiefactuur in het algemeen is gedaald?
Welke maatregelen wilt u nemen om voorzieningen aan te moedigen een energiescan te laten nemen?
Minister Beke heeft het woord.
Door gerichte investeringen kunnen heel wat energiekosten inderdaad uitgespaard worden. De bespaarde middelen kunnen door een voorziening gebruikt worden voor andere uitgaven die de zorgverlening rechtstreeks of onrechtstreeks ten goede komen. Maar het is evident dat alles ook in een ruimere context bekeken moet worden. Bij de energiebesparende maatregelen mag namelijk niet uit het oog verloren worden dat die extra investeringsuitgaven ook basisfinanciering en -investeringen vereisen.
Als er eigen middelen worden gebruikt, moet er mogelijk voor andere projecten worden geleend. De middelen die extra beschikbaar komen uit besparingen zijn dus na aftrek van de financieringskost. Vervolgens zullen zij in de generieke middelen van de entiteit terechtkomen ter ondersteuning van het algemene beleid of als reserve voor toekomstige projecten.
Door de energiebesparing ontstaat er een opportuniteit om binnen de voorziening middelen anders te alloceren. Op welke manier dat ten goede komt van de gebruiker, hangt af van de beslissingen die de voorziening neemt. Dat kan onder verschillende vormen, dus bijvoorbeeld ook onrechtstreeks en op langere termijn via betere kwalitatieve infrastructuur, een lagere gebruikersbijdrage voor onderhoud enzovoort.
Aanvullend wil ik verduidelijken dat nergens in het regelgevend kader gestipuleerd staat dat de voorziening de middelen die ze uitspaart door een lagere energiefactuur rechtstreeks moet verrekenen ten gunste van de gebruiker. De gerealiseerde besparingen door de energiemaatregelen zullen de gebruiker ten goede komen doordat de voorziening ruimte krijgt de middelen anders in te zetten of te investeren.
De aanmoediging is natuurlijk dat de energiescan gratis is. Daaraan is wel de verplichting verbonden om alle maatregelen die zich terugverdienen binnen vijf jaar zonder betoelaging uit te voeren. Het VIPA werkt in zijn aanpak nauw samen met het Vlaams Energiebedrijf, maar ook met de sectororganisaties. Deze laatste krijgen overigens jaarlijks een beperkte toelage, net omdat ze de opdracht hebben gekregen om hun leden actief te sensibiliseren. Ze moeten daarover jaarlijks een verslag indienen bij het VIPA.
– Koen DaniĆ«ls treedt als voorzitter op.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de verduidelijking. Het is nu inderdaad duidelijk waar die middelen zaten. Ik kon niet meteen aan de hand van uw reactie op het artikel uitmaken hoe we kunnen besparen en hoe dit dan toch rechtstreeks naar de mensen gaat, maar u hebt dat nu verduidelijkt. Het is natuurlijk ook maar een krantenartikel waar een quote wordt uitgenomen. Nu is het duidelijk. Ik heb dan ook geen verdere vragen meer.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ook vanuit onze fractie zijn we ervan overtuigd dat de energiescans een zeer goede, duurzame maatregel zijn om de zorgvoorzieningen te ondersteunen. Zowel de heer Bothuyne als ikzelf hebben daar al een aantal schriftelijke vragen over gesteld. Mijn meest recente schriftelijke vraag dateert van 17 mei en toen bleek dat nog maar 13 procent van de voorzieningen een energiescan had uitgevoerd en nog maar 5 procent klimaatsubsidies had gekregen. Ik ben blij om te vernemen dat het aantal al is gestegen. Voorzieningen bereiken en informeren over de mogelijkheden inzake klimaatsubsidies is een heel belangrijke zaak, zeker in deze tijden waarin de energiefactuur de pan uit swingt.
Minister, als we nog meer zorginstellingen willen bereiken, is het misschien goed om een extra communicatie- of sensibiliseringsactie op poten te zetten om wie nog geen energiescan heeft laten uitvoeren eraan te herinneren om dat alsnog zeker en vast te doen omdat het een zeer positieve maatregel is.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
De oproep van mevrouw De Rudder is zeer belangrijk. We hebben nu 14 procent bereikt. Als we zien dat we zoveel kunnen besparen, dan kunnen er nog heel wat bij komen. Een bijkomende oproep is dan ook van harte welkom.
De vraag om uitleg is afgehandeld.