Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Roo heeft het woord.
In het kader van het PFOS-dossier en de vervuiling gaan Vlaanderen en Nederland samenwerken. We hebben het in de pers gelezen, we hebben het vorige week in de commissievergadering gehoord. We hebben het daarnet ook van u gehoord.
Elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid gaan Vlaanderen en Nederland Zeeland intensiever ondersteunen, zodat zij de vragen van hun inwoners zo goed mogelijk kunnen beantwoorden en de bezorgdheid zo veel mogelijk kunnen wegnemen. Dat stond in een mededeling na een constructief gesprek tussen u en de Nederlandse minister van Infrastructuur en Waterstaat Barbara Visser.
U geeft onder andere ook aan dat er wordt samengewerkt om de PFAS-emissie in de Westerschelde maximaal terug te dringen en de mensen goed te informeren. Nederland zal Vlaanderen bij het versterken van zijn PFAS-actieplan ondersteunen met de ervaring die is opgedaan rond Chemours in Dordrecht. Nederland en Vlaanderen slaan ook de handen in elkaar om te komen tot een Europees verbod op het gebruik van PFAS voor alle niet-essentiële toepassingen in producten. We hebben het daar vorige week ook over gehad.
Daarnaast zullen experts uit Vlaanderen en Nederland op 20 oktober – morgen dus – bij de technische briefing in de Provinciale Staten van Zeeland een toelichting geven en vragen beantwoorden. Onder meer de PFAS-opdrachthouder van de Vlaamse Regering, Karl Vrancken, zal de duurzame aanpak toelichten.
Ook is afgesproken om via de bestaande Internationale Scheldecommissie en de door Zeeland opgerichte ad hoc/tijdelijke werkgroep PFAS grensoverschrijdende aspecten informatie uit te wisselen en kennis en expertise met elkaar te delen.
Minister, hoe zal de samenwerking precies verlopen? Welke personen of instanties zullen bij de samenwerking betrokken worden?
Welke data, ervaringen, inzichten zullen precies uitgewisseld worden?
Worden er specifieke opdrachten met betrekking tot de Schelde uitgevoerd? Zo ja, welke?
Zal er op regelmatige tijdstippen gecommuniceerd worden over de samenwerking en de resultaten van die samenwerking? Via welke kanalen zal de communicatie gebeuren? Blijven wij als parlement ook op de hoogte?
Minister Demir heeft het woord.
In de eerste plaats blijft de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) bestaan als belangrijkste structuur voor de informatie-uitwisseling en beleidsbeslissingen rond de Schelde.
De delegatieleiders van de Internationale Scheldecommissie komen in december samen. De PFAS-problematiek staat dan ook op de agenda. Pas daarna kan ik meer info geven over de voorstellen die door de verschillende delegaties worden ondersteund. Vanuit Nederlandse zijde was er alvast vraag om naar het voorbeeld van de Rijncommissie verdere afspraken te maken, de waterkwaliteit te verbeteren en de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen in het water terug te dringen. De Internationale Scheldecommissie lijkt mij inderdaad een goed forum om het gesprek daarover aan te gaan.
Daarnaast is er nu ook een ad hoc/tijdelijke werkgroep PFAS grensoverschrijdende aspecten opgericht naar aanleiding van de PFAS-problematiek in de Westerschelde die reeds een eerste maal samenkwam. Deze werkgroep is een tijdelijke overlegstructuur waarin specifiek informatie rond de PFAS-problematiek in de Schelde wordt uitgewisseld tussen de betrokken partijen. De werkgroep wordt voorgezeten door Rijkswaterstaat. De deelnemende partijen zijn: Provincie Zeeland, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, de Zeeuwse Milieufederatie (ZMf), de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland, de PFAS-opdrachthouder van de Vlaamse Regering, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de provincie Antwerpen.
Morgen, op 20 oktober, geven de opdrachthouder Karl Vrancken en de provincie Antwerpen een toelichting over de PFAS-problematiek in Vlaanderen op de Provinciale Staten van Zeeland. Deze toelichting bestaat uit uitleg over de lopende acties in Vlaanderen, een toelichting over het rapport van september van de opdrachthouder en de actualiteit met betrekking tot vergunningen van de provincie Antwerpen.
Verdere communicatie over de samenwerking zal gebeuren door de opdrachtgever of mijn kabinet.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Het is zeer goed dat er samenwerking is tussen Vlaanderen en Nederland. We spreken dezelfde taal, dus dat haalt een aantal barrières weg. We grenzen ook aan elkaar. En met de Schelde en de Westerschelde zijn we natuurlijk ook letterlijk geconnecteerd door het PFOS-dossier. Ik hoop vooral dat we veel kunnen leren uit de Nederlandse aanpak met het grote voorgaande dossier in Dordrecht.
Ik wil u gewoon nog een bezorgdheid meegeven, minister. We hebben binnen Europa al zeker anderhalf jaar de tijd nodig om tot een soort aanbeveling te komen rond de uitfasering van PFAS en het verbod op het gebruik van niet-essentiële PFAS, maar in de samenwerking rond de Schelde en de eventuele toename van PFOS of PFAS in de Schelde moeten we zeker voldoende snelheid kunnen nemen. Het is natuurlijk zo dat de Internationale Scheldecommissie een lange en goede traditie heeft van onder andere Scheldeverdragen, die ze op lange termijn uitvoeren, maar ik hoop dat de verschillende uitwisselingen er ook toe leiden dat er voldoende vaart wordt gezet achter het dossier en dat er voldoende snel kan worden gewerkt en dat dat geen werk van lange termijn hoeft te zijn. Ik hoop dat u die bezorgdheid ook kunt meenemen. Voor de rest heb ik geen bijkomende vragen op dit moment. Die komen dan later wel.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Een goede samenwerking en informatiedeling met de mensen in Nederland zijn inderdaad cruciaal. Ik trap ook een open deur in als ik zeg hoe belangrijk de communicatie richting de omwonenden is. Mensen binnen de verschillende risicozones moeten goed geïnformeerd zijn.
Minister, we hebben in Vlaanderen de website waarnaar verwezen kan worden en waar iedereen terecht kan voor accurate informatie over de verschillende risicozones in heel Vlaanderen. Mijn vraag is of er nog verder proactief wordt ingezet. Ik moest immers helaas vaststellen dat in Mechelen de update over de drie verschillende risicozones een addendum was in een commissie waar het eigenlijk over mondiaal beleid ging en dat staande de vergadering de betrokken schepen eventjes een update ging geven over drie verschillende risicozones in Mechelen en wat het betekende voor die omwonenden. Dat is een heel spijtig voorval.
Ik vroeg me dus af of er nog begeleiding en communicatie voorzien wordt richting de lokale overheden om dit soort zaken, waar mensen toch echt wel wakker van liggen, te voorkomen. De website is het eerste punt van contact en van informatie, maar is er voor mensen die de weg daarnaartoe niet vinden, voor bezorgde inwoners, nog iets anders voorhanden?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, we hebben hier in het Vlaams Parlement al een klacht binnengekregen van de gemeente Reimerswaal, die ook aan de Westerschelde ligt, maar we moeten ons erover bezinnen dat ook de verontreiniging vanuit Nederland reëel is. Ook zij hebben een PFAS-PFOS-verontreiniging. We nemen aan dat er met de getijden ook zo’n verontreiniging naar ons toekomt.
Beschikt u op dit moment reeds over de impactgegevens van die Nederlandse verontreinigingsbronnen op de kwaliteit van het Scheldewater? Zo ja, hoe ziet dat Nederlandse verontreinigingsbeeld eruit? In welke mate wordt Vlaanderen in het bijzonder door de getijdenwerking, waarbij PFOS-PFAS-verontreiniging vanuit Nederland wordt opgestuwd bij hoogtij, getroffen door die Nederlandse bronnen? Is de Nederlandse ambtsgenoot ook op de hoogte van haar verantwoordelijkheid in dezen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, het is heel belangrijk dat we de verstandhouding met onze noorderburen goed houden. We willen natuurlijk niet in een conflictsituatie komen rond dit thema. Dat is ook een van de redenen geweest waarom ik naar Nederland ben gegaan, om daar ook tekst en uitleg te geven. De gedeputeerde van Zeeland is ook naar hier geweest. Er zijn ook gesprekken geweest met de deputatie in Antwerpen. Dat is van groot belang. Het is ook heel goed dat Karl Vrancken morgen die toelichting geeft.
De Internationale Scheldecommissie komt inderdaad een paar keer per jaar samen, vandaar die tijdelijke werkgroep om informatie snel uit te wisselen. Als daar nog bijkomende vragen zijn tot lokale toelichting, dan worden die ook altijd gecapteerd door Karl Vrancken. We blijven dus inzetten op die actieve communicatie waar nodig. Men weet dat intussen ook.
Collega Pieters, ik heb geen gegevens over de verontreiniging vanuit Nederland. Ik zal gebruikmaken van de informatie-uitwisselingsstructuren die er zijn, om de informatie op te vragen.
De heer De Roo heeft het woord.
Bedankt voor uw bijkomende reactie, minister. Het dossier moet zeker verder opgevolgd worden tussen Vlaanderen en Nederland, met goede informatie-uitwisseling, om de koe bij de hoorns te vatten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.