Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, het thema van de wolf beroert Limburg en specifiek Noord-Limburg al enkele jaren. Sinds de terugkeer worden er heel veel inspanningen gedaan om dat harmonieuze samenleven van mens en dier mogelijk te maken.
De voorbije weken en maanden hebben we vastgesteld dat dat een zeer grote uitdaging is en dat het ook wel vaak werd onderschat. Een aantal maatregelen in het Protocol Probleemsituatie Wolf zijn vaak niet afdoende. De wolf blijft dus doden of verwonden.
Dan gaat natuurlijk vanuit de samenleving, de professionele en de hobbydierenhouders, de stem steeds luider klinken naar oplossingen. Want dat is belangrijk. Uit een recente bevraging in de regio blijkt ook dat 80 procent zegt dat we met veel meer afdoende oplossingen moeten komen om een geloofwaardig wolvenbeleid te voeren. Maar het zijn oplossingen die wel vreedzaam moeten zijn, dat is ook belangrijk om te benadrukken.
Als je dan naar de wetenschappers luistert, en ook naar het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), of het internationaal expertenpanel dat zich vorige week in de regio over de problematiek heeft gebogen, komt steevast naar voren dat afrastering heel belangrijk is. Dat is een negatieve conditionering ten aanzien van die wolf. Het afrasteren met een wolfproof omheining met stroom brengt de wolf op andere ideeën.
Dan is het natuurlijk belangrijk om in eerste instantie te gaan kijken waar dat nodig is. Want het zou nodig en wenselijk zijn bij grootvee – paarden, koeien –, maar in eerste instantie ook zoveel mogelijk bij schapen. We weten intussen dat we nog een hele weg te gaan hebben qua aantal schapenweiden dat wolfproof omheind is. Er zijn heel wat middelen vrijgemaakt om dat tempo op te voeren, 200 hectare per jaar. Maar als we dan zien dat er nog heel wat hectares te gaan zijn, dan zal dat nog vele jaren duren. En dan is de vraag wat we in de tussentijd gaan doen.
In de tussentijd zijn er schapenhouders die niet bij de pakken blijven zitten. Zo kennen we het verhaal van schapenhouder Schouteden, die toch wel een belangrijke spreekbuis is. Die heeft dan het aanbod gekregen om met kuddebewakingshonden te werken, omdat je heel wat publiek domein – in casu militair domein – niet tijdens het herderen kunt afrasteren. Je afrastering kan niet mee opschuiven, als het ware. Die kuddebewakingshonden waren dus welgekomen. Uit een eerste evaluatie blijkt dat die toch wel effectief ingezet kunnen worden.
Maar nu blijkt dat, ondanks het feit dat er heel wat inspanningen gebeurd zijn de voorbije weken om de kosten die gepaard gaan met de bescherming van vee zo veel mogelijk te dekken, dit soort van beschermingsmiddelen – de inzet van kuddebewakingshonden – nog niet gefinancierd wordt door de Vlaamse overheid.
Minister, wat is uw visie op het inzetten van kuddebewakingshonden voor de bescherming van vee?
Kan dat eventueel een oplossing zijn voor deze problematiek? Want het is natuurlijk onwenselijk om alles te gaan afrasteren.
Is die maatregel al besproken op het wolvenplatform? Wat is de visie van de experten hierover?
Bent u bereid deze preventieve maatregel financieel te ondersteunen, indien mogelijk, vanuit de Vlaamse Regering?
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt voor de interessante vraag. In het buitenland worden kuddebewakingshonden vaak met succes ingezet in rurale gebieden om grote geherderde kuddes te beschermen. De omstandigheden in Vlaanderen zijn niet zo goed vergelijkbaar, omdat we in Vlaanderen vooral kleinschalige percelen hebben en een intensieve veehouderij.
Experten uit het buitenland stellen wel dat kuddebewakingshonden effectief zijn als het aantal kuddebewakingshonden die een kudde beschermen minstens gelijk is aan het aantal wolven binnen een roedel. Als dit niet zo is, adviseren de experten om ze in te zetten als bijkomende maatregel naast de wolfproof rasters. Zo ontstaan drie wolfwerende buffers rond de kudde. Ten eerste is er de geur van de kuddebewakingshonden in de ruime omgeving, ten tweede de wolfproof omheining en ten derde de kuddebewakingshonden zelf, die na het doordringen van de eerste twee wolfwerende buffers in confrontatie kunnen gaan met de wolf. Het lijkt er dus op dat kuddebewakingshonden alleen geen antwoord zullen kunnen bieden op alle mogelijke probleemsituaties met wolven in Vlaanderen. Maar dat was natuurlijk ook niet de teneur van uw vraag.
Wat uw derde en vierde vraag betreft, is dat punt inderdaad besproken tijdens het wolvenplatform. Hieruit bleek dat er toch nog wat vragen zijn over de concrete mogelijkheden van de inzet van kuddebewakingshonden in Vlaanderen. We bekijken dat nu verder binnen het wolvenplatform. U weet dat dat door het ANB wordt voorgezeten. Ik vind wel dat, als uit het advies zou blijken dat onder bepaalde omstandigheden het inzetten van kuddebewakingshonden nuttig zou kunnen zijn, we dat zeker als mogelijkheid moeten bekijken in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).
In het huidige GLB is het betoelagen van kuddehonden als niet-productieve investering onmogelijk. Het is dus misschien het moment om eens te bekijken of dat zou kunnen binnen het nieuwe GLB of niet. We wachten echter ook nog op het aanvullend advies dat moet worden gegeven.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. De vraag wordt inderdaad gesteld vanuit de overtuiging dat we alle mogelijke middelen moeten inzetten om te komen tot vreedzame oplossingen. Dat wil ik ook wel benadrukken. Dat is ook wel de teneur in de regio. We stellen vandaag echter vast dat dit niet afdoende is. We stellen inderdaad vast dat slechts 10 procent van de schapenweides omheind zou zijn. Dat betekent dus dat de wolf nog 90 procent kans heeft om andere schapen te nemen, maar intussen verschuift hij toch ook al richting groter vee. Vandaar ook de oproep, en dat leeft lokaal heel, heel sterk, om zonder taboes naar de problematiek te kijken en alle mogelijke beschermingsmiddelen in te zetten. U wijst er terecht op dat kuddebewakingshonden natuurlijk kunnen worden ingezet in functie van het hoeden, maar niet noodzakelijk in de kleinere afgebakende gebieden. Desalniettemin is het een element in de aanpak om te komen tot een meer performant en geloofwaardig wolvenbeleid, want dat is toch wel absoluut nodig. Als dat dus enigszins kan worden meegenomen in de evaluatie van het GLB, dan wil ik zeker de oproep doen om ook daartegenover dan de nodige middelen te stellen, als preventieve maatregel ter bescherming van vee.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik vind het positief dat u de roedelsituatie aangeeft. Onze fractie heeft al regelmatig benadrukt dat het probleem ligt bij het feit dat er een roedel is. We zien dat die roedel nu bestaat uit tien exemplaren. Dat is een aanzienlijke overmacht.
Ik kan er wel achter staan dat er met honden wordt gewerkt. Dat is absoluut een mogelijkheid. Die honden zijn daar ook op getraind. Ze kunnen een duidelijk afweermiddel zijn. Als Vlaanderen dat echter propageert, als u dat vanuit uw departement gaat propageren, dan vragen wij toch ten minste dat dit voor 100 procent wordt gecompenseerd. We aanvaarden dat de wolf opnieuw in ons midden is. De politiek heeft dat zo bedongen. Dan moet men er echter ook voor zorgen dat de oplossingen daarvoor voor 100 procent worden gecompenseerd.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, de situatie in dit dossier wordt sowieso verder opgevolgd. Ik neem jullie opmerkingen dus mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.