Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over iets wat ons al langer bezighoudt en dat belangrijk is in de cruciale ketenbenadering naar en van en in en rond onze havens, met een belangrijke rol voor de loodsen.
Recent hebben we het even spannend zien worden, toen de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) plannen voorstelde om de loodsplicht op kleine schepen in te perken. Daarover was in dergelijke mate commotie bij een aantal loodsenbonden in Vlaanderen, dat er werd gedreigd met een algemene staking wat de grotere schepen betreft. Het voorstel werd dan van de agenda gehaald en gelukkig hebben we kunnen doorwerken.
Het kent natuurlijk een hele voorgeschiedenis, dat heb ik al gezegd. Begin 2019 werd een akkoord … (het geluid van Annick De Ridder valt weg) … ook nog en nadien in het regeerakkoord een aantal zaken werden hernomen. De Vlaamse Regering stelt “een structurele oplossing” uit te werken “voor het verzekeren van de continuïteit van de dienstverlening in het kader van de toegankelijkheid van de Vlaamse havens.” Dat is uiteraard heel belangrijk. “Samen met de loodsen worden de voorwaarden onderzocht waaronder de Dienst Afzonderlijk Beheer Loodswezen kan evolueren naar een bedrijfsstructuur in eigen beheer van die loodsen.” Dat spreekt voor zich.
Aangezien een goede ketenwerking van uitzonderlijk groot belang is voor het draaiende houden van onze havens en dus ook voor onze economie, heb ik de volgende vragen.
Kunt u meer toelichting verschaffen over het voornemen uit het Vlaamse regeerakkoord omtrent het uitwerken van een structurele oplossing voor bovenstaande problematiek? Binnen welke tijdspanne verwacht u die oplossing?
De gewestelijk havencommissaris Jan Blomme heeft de opdracht gekregen om verkennende gesprekken te voeren met alle stakeholders. Kunt u zijn bevindingen meer toelichten?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, mevrouw De Ridder.
U hebt het al gezegd: de heer Jan Blomme, de gewestelijke havencommissaris, heeft al een aantal gesprekken gevoerd. We hebben hem eind 2020 de opdracht gegeven om verder te bemiddelen in de diverse loodsendossiers. Hij doet dat uiteraard ook.
Hij heeft in dit verband op 30 april 2021 een rapport opgeleverd met een beschrijving van een aantal problematieken bij het Loodswezen. In deze opdracht werd ook expliciet gevraagd om een aantal elementen aan te dragen, welke zouden moeten resulteren in een langetermijnplan voor het Loodswezen.
Als logisch vervolg op deze opdracht wordt nu op korte termijn een werkgroep met loodsenvertegenwoordigers samengesteld, met als doel een blauwdruk voor dit langetermijnplan verder uit te werken. De uitdaging daarbij is om de chronische onrust uit de organisatie te halen.
Bijgevolg kan de bredere doelstelling worden omschreven als: een inrichting en werking van het Loodswezen die geloofwaardig is voor klanten, loodsen en overheid, met andere woorden performantie én sociale rust. Dat is de bredere doelstelling van de opdracht waar we verder aan werken.
In het kader van deze gesprekken werd door de gewestelijke havencommissaris al heel wat informatie in kaart gebracht. Er werd beslist om een internationale benchmark te laten uitvoeren met betrekking tot het Loodswezen, om zo meer objectieve informatie te verkrijgen voorafgaand aan eventuele hervormingen van de organisatie als dusdanig. Vervolgens is een offertevraag opgemaakt, in nauw overleg met zowel de vakbonden en de beroepsverenigingen als de havenbedrijven. Nadien is deze offertevraag in de markt gezet. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) doet daarbij een beroep op een bestaand raamcontract, en zal hierin nu worden bijgestaan door Deloitte Consulting. Op dinsdag 19 oktober vond de eerste startvergadering plaats. De resultaten hiervan worden in het voorjaar van 2022 opgeleverd.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
De timing die u meegaf van de startvergadering, de offertevraag en de keuze voor Deloitte, dat gaat over die internationale benchmark? Heb ik dat goed? (Opmerkingen)
Ja? Oké. Ik denk dat dat een belangrijk gegeven is om dingen ook wat te objectiveren. Vaak is er onrust die wat wederzijds wordt gevoeld. Het is ook een divers landschap, zoals u al hebt kunnen ondervinden, waar we vaak wat wederzijdse steekvlamreacties krijgen, wat het er ook niet gemakkelijker op maakt. Men ziet vaak enkel kleine facetten, dus ik denk dat het een goede zaak is om alles eens internationaal te benchmarken. Ik kijk samen met u uit naar de uitslag daarvan.
Die werkgroep die die blauwdruk moet uitwerken, komt die ook parallel samen? Heb ik dat goed? Of wacht die op de internationale bevindingen die nog tot stand moeten komen?
Was dat uw bijkomende vraag, mevrouw De Ridder?
Ja, mijn intonatie ging op het eind toch mooi naar boven?
Het was me niet helemaal duidelijk, mijn excuses. Het is al laat.
Mevrouw De Ridder, we hebben inderdaad al meermaals onrust mogen ervaren binnen het Loodswezen. Wat uw specifieke bijkomende vraag betreft: het is inderdaad zo dat we op dit ogenblik volop inzetten op die internationale benchmark. We worden daarin bijgestaan door Deloitte Consulting. Op 19 oktober vond de startvergadering plaats en we verwachten de resultaten, zoals ik al zei, ergens in het voorjaar, eind maart ongeveer, al is het wat delicaat om daar echt al een datum op te plakken. Maar dat is de blauwdruk waar we samen met die werkgroepen op zullen inzetten. Met de kennis die we vergaren uit de internationale benchmark zullen we dan aan de slag gaan voor het langetermijnplan voor het Loodswezen. Die benchmark kan ons leren hoe het loodswezen in andere landen georganiseerd wordt.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Bedankt voor de duidelijke timing. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we dit oppakken en dat u hiermee aan de slag gaat in heel die ketenbenadering. Om de economische harten die havens toch zijn, te laten kloppen en draaien, spelen die loodsen een heel belangrijke rol. Het is ook heel belangrijk dat er op een performante manier gewerkt kan worden zonder dat er te pas en te onpas onrust is. Het is heel belangrijk om werk te maken van zo’n hervorming of langetermijnvisie. Het is goed dat u dat nu objectiveert door er een internationale benchmark op los te laten. Dank u voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.