Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, naar aanleiding van het rapport van Vias, dat hier al een aantal keren ter sprake is gekomen, hadden we in september in deze commissie een discussie over het stijgend aantal verkeersslachtoffers. Er kwamen verschillende maatregelen aan bod, maar een ervan was toch bijzonder. U verwees naar een school in Lanaken waar u op bezoek was, en waar de school in samenwerking met de transportsector de kinderen in een intense les bijbracht wat de dode hoek juist betekent voor hun veiligheid in de nabijheid van vrachtwagens.
Veel scholen zetten in op bewustmaking van het gevaar van de dode hoek in het verkeer. Voor veel kinderen blijft de dode hoek echter moeilijk te begrijpen, tot ze uiteindelijk in een vrachtwagen zitten en zien dat ze effectief niet zichtbaar zijn voor de chauffeur. Terecht wordt hier dus veel op ingezet en dat blijft ook in de toekomst nodig. Toch is het niet zo dat alleen de scholen aandacht hebben voor deze problematiek. Zo zie ik steeds meer vrachtwagens rijden met duidelijke roodgele stickers en de opdruk ‘angles morts’. Ze vallen direct op en zijn een goed signaal voor de zwakke weggebruikers.
Die stickers zijn sinds 1 januari 2021 verplicht in Frankrijk. Ze moeten andere weggebruikers duidelijk maken dat er een gevaar is. Deze verplichting geldt voor alle voertuigen boven 3,5 ton. De dodehoekstickers dienen zowel op de zijkanten als op de achterkant van het voertuig aangebracht te worden. Belangrijk is dat de verplichting ook geldt voor voertuigen met een niet-Frans kenteken, wat maakt dat we deze stickers ook steeds meer zien opduiken op onze wegen. Vandaag zie je al heel wat Belgische vrachtwagens met een dergelijke sticker rondrijden, want zodra je over de grens komt, heb je deze sticker nodig.
Het moet gezegd: ik vind dit een duidelijk en zichtbaar symbool. Daarom had ik graag geweten wat u van deze stickers vindt, minister. Bent u van plan een gelijkaardig initiatief uit te rollen in Vlaanderen?
Welke extra maatregelen zult u nemen voor de aanpak van het gevaar van de dode hoek bij vrachtwagens?
Minister Peeters heeft het woord.
Inderdaad, die speciale dodehoekstickers worden in Frankrijk verplicht voor alle voertuigen boven 3,5 ton. Nu, ik denk dat het beter zou zijn dat we voor de verplichting daarvan een Europese aanpak hebben, een homogene regeling. Want als we straks iedereen in de eigen taal stickers laten lanceren, dan komt dat niet alles ten goede. Straks gaat men ook nog verlangen dat, wanneer men door Duits gebied rijdt, men dan een Duitstalige sticker moet hebben, en in Nederland of Vlaanderen een Nederlandstalige sticker. Ik denk dat dat allemaal heel complex zou worden, en op den duur zouden onze vrachtwagens, die veel internationaal rijden, een massa stickers op hun vrachtwagen hebben. In die zin lijkt het mij niet zo’n goede zaak om dat vanuit één land te verplichten, die stickers. Ik denk wel dat er een meer homogene regeling uitgewerkt zou moeten worden.
Anderzijds is alles wat mensen alert maakt over de dode hoek een goede zaak. Ik ben inderdaad in Lanaken een bezoek gaan brengen bij een transportbedrijf – ik geloof dat het Gobo was – en ik moet zeggen dat het heel lovenswaardig was hoe men de kinderen van de lagere school erop attendeert dat een vrachtwagen je helemaal niet kan zien wanneer men specifiek in die dode hoek zit. Dus ik denk dat het heel goed is dat we daar qua educatie volop op inzetten. En dat is ook wat in ons Verkeersveiligheidsplan effectief is opgenomen.
We willen sowieso het aantal dodehoekongevallen verminderen, ten eerste door specifieke maatregelen: prioriteit geven aan conflictvrije en slimme lichtenregeling, maar ook de uitbreiding van het aantal gevleugelde zebrapaden, omdat dat de verkeersveiligheid en de dodehoekproblematiek ten goede komt. Daarnaast hebben we ook een overkoepelende maatregel voorzien in ons Verkeersveiligheidsplan rond de dode hoek, waarbij verkeerseducatie heel belangrijk is: we geven lessen rond de gevaren van de dode hoek. Dat zijn zowel lessen bij de derde graad in het onderwijs als lessen bij en samen met de transportsector, ook in het kader van de nascholing vakbekwaamheid. Ook het correct afstellen is uiteraard belangrijk. We hebben op verschillende locaties van die afstelplaatsen voor spiegels. En onder andere via de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK) en de verdere uitrol van de Safe 2.0-plannen wordt een analyse uitgevoerd met een aantal lokale experts en actoren, om te bekijken hoe men kan inzetten op educatie en sensibilisering rond dodehoekongevallen.
Ten slotte kan ik andermaal verwijzen naar het verhaal van Mobiliteit Innovatief Aanpakken (MIA), onze bestuurlijke aanpak, dat ook gisteren aan bod kwam. Daarbij willen we proactief inzetten op meer verkeersveiligheid, gevaarlijke situaties proactief detecteren en daar dan onmiddellijk op inzetten om de verkeersveiligheidsmaatregelen te verhogen, door die conflictvrije lichtregeling en het slimmer afstellen van de lichten.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat we hier in deze commissie allemaal wel beseffen dat u al verschillende maatregelen hebt genomen en nog zult nemen om die dodehoekongevallen zo veel mogelijk te vermijden. U spreekt over gevleugelde zebrapaden, educatie, afstelplaatsen, enzovoort. Maar ik kan het toch niet laten om te zeggen dat ik een klein beetje ontgoocheld ben met uw antwoord. We moeten niet altijd de grote middelen inzetten om bepaalde ongevallen te voorkomen, en een sticker op een vrachtwagen is eigenlijk iets wat een minimum aan budget vraagt.
U zegt dat het beter is dat er een Europese aanpak is, en ik volg u daarin. Maar ik heb u bijvoorbeeld niet horen zeggen dat u dat zult aankaarten met uw Europese collega’s. En als we moeten wachten op een Europese beslissing, dan vrees ik een beetje dat dat nog ettelijke jaren kan duren. Frankrijk heeft die beslissing alleen genomen, dus misschien is er toch wel een mogelijkheid om binnen Vlaanderen, binnen België, toch wel een initiatief te nemen om de transportsector, die vrachtwagens, die bedrijven ertoe aan te zetten om gewoon een sticker te kleven op een bepaald deel van de vrachtwagen om toch die dode hoek heel goed aan te tonen voor de fietser.
Ik zou toch nog eens een oproep willen doen, minister, om dat nog eens te bekijken, en dan zeker op Europees niveau; daar ben ik het honderd procent mee eens. Maar misschien kunnen we toch vroeger actie ondernemen. Als we het leven kunnen redden van een kind op een fiets door een heel simpele sticker op een vrachtwagen te kleven, dan mogen we dat zeker niet nalaten. Dus ik vraag nog eens met aandrang of u dit nog eens wilt bekijken, minister.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Bedankt aan collega Fournier om dit onderwerp nog eens aan bod te laten komen. Want vijftig dodehoekongevallen per jaar, waarvan 25 procent met dodelijke afloop, dat moet absoluut onze blijvende aandacht krijgen in deze commissie. Minister, het u welbekende ‘Transporteffect & Chauffeursnieuws’ heeft recent een enquête gedaan, en een van de vragen was welke oplossing men ziet voor de dode hoek. Die enquête kan vrij representatief genoemd worden, aangezien er toch 3800 antwoorden zijn gekomen op die vraag. 39 procent vond voorlichting op school het allerbelangrijkst, 35 procent was voorstander van een camerasysteem, 23 procent voor een geluidssignaal binnen en buiten de cabine, en slechts 3 procent vond de sticker een meerwaarde.
En ook wij zien geen meerwaarde in een verplichte uitrol van de sticker in Vlaanderen, en zijn vooral ook voorstander van dat homogene verhaal waar u het daarnet over had. Die maatregel is trouwens ook heel plots gekomen, zonder dat daarvoor overleg is geweest met de andere landen van de Europese Unie. U haalde het zelf al aan: wat als straks elke Europese lidstaat dit soort regels gaat invoeren voor buitenlandse trucks? Dan zijn de wagens straks volgeplakt met allerlei waarschuwingen in verschillende talen.
De enquête bevestigt wel dat die verkeerseducatie superbelangrijk is. Ik juich dan ook alle initiatieven toe die recentelijk in alle scholen zijn genomen, ook in mijn stad Kortrijk, om samen met die transportsector leerlingen op een heel ervaringsgerichte manier bij te brengen wat een dode hoek is en wat de gevaren zijn.
Mijn bijkomende vraag is of er ondertussen ook al overleg geweest is met het kabinet van Onderwijs en het Departement Onderwijs en Vorming. Want de verantwoordelijkheid van een dodehoekongeval mag niet alleen bij de chauffeurs gelegd worden, het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Daarom vinden we het ook superbelangrijk dat zo'n opleiding verplicht wordt opgenomen in het leerproject.
Tenslotte was meer dan de helft voorstander van technologische en rij-ondersteunende hulpmiddelen, namelijk een camerasysteem en geluidssignalen. En ook vandaag zijn daar heel wat verschillende projecten over gelanceerd. Straks worden nieuwe veiligheidstechnologieën ook verplicht voor nieuwe vrachtwagens. Maar ik vroeg mij af of u concretere voorstellen hebt om ook oudere vrachtwagens vanaf begin 2022 aan de nieuwe regelgeving onderhevig te maken, minister.
Ik rond af, voorzitter. Minister, u gaf in maart al aan dat dat aan bod was gekomen op het overleg met de mobiliteitsministers. U sprak toen ook van een federaal verkeersveiligheidscongres waar al die technische aspecten, die specifieke regelgeving ook aan bod zouden komen. Ik heb het even opgezocht, en dat congres komt er wellicht niet meer dit jaar maar vermoedelijk begin volgend jaar. En dan zijn we weer een jaar verder.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, over opportuniteit zal er niet geredetwist worden. Ik bedoel daarmee dat de frequentie waarmee zwakke weggebruikers nog altijd het slachtoffer worden van een dodehoekongeval veel te hoog is. Ik zou eigenlijk voorstellen, minister, om de twee tegen elkaar te schuiven. U doet eerst een Europese poging, en u ziet wat dat uiteindelijk geeft aan resultaat. Want dodehoekongevallen zijn uiteindelijk niet het monopolie van de Vlaamse en bij uitbreiding Belgische wegen, helaas. Frankrijk heeft daar inderdaad een spoor getrokken. Als u zou vaststellen dat dat een verhaal wordt van sint-juttemis, van de Griekse kalenden, dan kunt u inderdaad misschien autonoom initiatieven nemen. Maar misschien kunt u dat eerst eens proberen op Europees niveau. Want zeker voor onze regio, die bij uitstek een transitregio is, is het toch goed om over het muurtje te kijken, en te proberen om internationaal de krachten te bundelen.
Ten tweede, wat het initiatief in Lanaken betreft: dat bestaat meer dan twintig jaar. Aan de basis liggen Rode Kruis Lanaken, een heel bloeiende afdeling, en de transport- en logistieke firma GOBO. Ze doen dat ook altijd gratis en voor niets, en ze stellen daarvoor vrachtwagens en chauffeurs ter beschikking. En alle derde en vijfde leerjaren van het lager onderwijs doen daaraan mee, om eigenlijk in de praktijk, zoals collega Ryheul dat zegt, ervaringsgericht te leren hoe je moet omgaan met die risico's. Wat betekent dat en hoe kun je ongevallen vermijden? Dat is voor de scholen, voor de betrokken families en eigenlijk ook voor het Rode Kruis en voor de firma een label van ‘To be a good citizen’. De gemeente faciliteert dat. Het is eigenlijk iets wat we graag delen met de andere Vlaamse steden en gemeenten.
De heer Bex heeft het woord.
Ik denk, collega’s, dat we met betrekking tot deze problematiek eerst en vooral structurele maatregelen nodig hebben: een vrachtroutenetwerk, venstertijden, de bediening van steden die geen zware vrachtwagens vergt. Daarnaast moet je ook investeren in een vergevingsgezinde infrastructuur. Maar we moeten toch ook, minister, elk mogelijk hulpmiddel dat beschikbaar is effectief gebruiken. We hadden het daarnet over de ervaring van collega’s op de autosnelweg wanneer er een file wordt gevormd, maar mijn ervaring als fietser in het verkeer is dat het ook effectief helpt dat je door een sticker attent wordt gemaakt op het gevaar. Je komt dat regelmatig tegen en daardoor word je je regelmatig bewust van de dodehoekproblematiek. Dat is veel efficiënter dan kinderen in het derde of vijfde leerjaar dat eenmalig te laten meemaken. Het is iets waaraan je voortdurend herinnerd moet worden. Het verhuist naar achter in je hoofd, terwijl het iets is waar je je voortdurend bewust moet van zijn als je met een vrachtwagen naast je geconfronteerd wordt. Daarom, minister, wil ik u, zoals collega Fournier en collega Keulen, oproepen om dit te omarmen.
Ik ben wel, collega Keulen, een voorstander om het snel te doen, om voorop te lopen en om niet te wachten op Europa. We kunnen een poging ondernemen, maar als we zien dat het te lang gaat duren, laat ons dan vooruit gaan. Het is uiteindelijk niet zo ingewikkeld. Laat op een sticker een goed vormgevingsbedrijf los. Misschien kunnen we met Vlaanderen iets maken wat sowieso voor heel Europa kan dienen en waar je geen taal voor nodig hebt, maar puur met beeld kunt spreken. Wij kunnen dat, minister. We moeten ambitieuzer zijn. Dit gaat over mensenlevens. Het is een te gemakkelijke oplossing – of een deel van de oplossing – om ze te laten liggen. Ik zou zeggen: ga daar enthousiast voor, smijt u.
Minister Lydia Peeters heeft het woord.
Dank, collega’s, voor de bijkomende vragen en bedenkingen. Ik ga de bal terugkaatsen, mijnheer Bex. We zien ook hier in Vlaanderen de sticker met ‘angle mort attention’. Die sticker kent u. Ik nodig u uit om daar creatief mee om te gaan en er een Vlaamstalige versie van te maken of alleszins een versie zonder woorden.
Ik ben geen creativo …
Ik heb recent ook een burgervraag gekregen van iemand die niet waardeerde dat er een Franse tekst op die sticker staat.
We zullen een voorstel doen om de taalwetgeving te veranderen.
Kortom, dit om aan te tonen hoe gevoelig het kan liggen bij een aantal mensen. Ik zal in het midden laten wie deze vraag heeft ingediend. Daarom zei ik daarnet ook dat het geen goede zaak zou zijn als we straks in alle talen verplicht stickers op die vrachtwagens gaan plakken. Dan dreigt het doel gemist te worden. Dat is nog altijd: zo weinig mogelijk dodehoekongevallen. Daartoe worden inderdaad een heel aantal lovenswaardige initiatieven genomen zoals door het transportbedrijf in Lanaken, maar ook tal van andere dingen. Ik kreeg recent ook van Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV) de vraag om nog meer in te zetten op het contact tussen onderwijs en vrachtwagenbedrijven om op een laagdrempelige manier, aan de hand van een filmpje, maar ook door praktijkervaring, jongeren bewust te maken van wat zo’n dodehoekongeval kan betekenen. Er zijn ook alle andere maatregelen die we genomen hebben.
Bijkomend wil ik nog zeggen dat wij een bevraging rond die stickers gedaan hebben bij de transportsector naar aanleiding van het initiatief van Frankrijk. Men was daar niet zo enthousiast over het verplichte initiatief van Frankrijk. Men had daar wel wat bedenkingen bij.
Ik wil zeker dit initiatief voorleggen aan een aantal Europese collega’s om te zien of we niet uniform een regeling kunnen uitwerken die, gelet op de logistieke draaischijf die Vlaanderen is, voor eenieder duidelijk is. Alles wat bijdraagt aan een verhoogde verkeersveiligheid moeten we ter harte nemen. Toekomstgericht is de verplichting van de waarschuwingssystemen voor nieuwe voertuigen die in verkeer worden gesteld vanaf 2022 en vanaf 2024 ook voor bestaande voertuigen, sowieso een goede zaak.
Dat is niet om daar alleen mee de vrachtwagenchauffeurs te viseren, ook de andere weggebruikers moeten uiteraard zich ervan bewust zijn dat ze potentieel in de gevarenhoek zitten van de vrachtwagens.
Kortom, we nemen heel wat initiatieven en ik zal het zeker ook voorleggen aan een aantal Europese collega’s om te kijken of we niet een soort uniform initiatief kunnen voorstellen om een antwoord te kunnen bieden op de protectionistische houding van welbepaalde landen. We zullen zien hoe het verder loopt.
Collega’s, ontwerpen voor de sticker mogen altijd naar de commissiesecretaris worden doorgestuurd, zodat we volgende week misschien een wedstrijd kunnen houden en het beste ontwerp kunnen selecteren.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik wil de minister bedanken voor de bevestiging dat ze dit Europees zal aankaarten, want dat had ze in eerste instantie niet gedaan. Wij van onze kant zullen dit zeker nog eens melden aan onze Europese collega’s. Hopelijk komt er een uniforme sticker.
De vraag om uitleg is afgehandeld.