Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Begin juli lanceerde federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet een grote burgerbevraging over mobiliteit. Via een daarvoor gelanceerde website werd een online enquête georganiseerd om ideeën rond verkeersveiligheid te sprokkelen. Burgers konden hun mening kwijt over thema’s als alcohol achter het stuur, doorrijden bij rood licht, werkstraffen in plaats van boetes, enzovoort. De conclusies van de bevraging moeten dienen om een eerste federaal verkeersveiligheidsplan vorm te geven.
De naam van het initiatief luidt All for zero, een verwijzing naar de Vision Zero, nul dodelijke slachtoffers in het verkeer tegen 2050, die ook de Vlaamse Regering in haar regeerakkoord heeft ingeschreven. De bevraging liep eind september af.
Minister, werd u door uw federale collega betrokken bij deze burgerbevraging?
Hebt u al resultaten van de bevraging ontvangen? Zijn er resultaten bij die voor het beleid op Vlaams niveau interessant zouden kunnen zijn?
Wordt u betrokken bij het opstellen van het federaal verkeersveiligheidsplan? Welke input zult u daarbij geven?
Ziet u mogelijke synergieën tussen het Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen 2021-2025 en het federaal verkeersveiligheidsplan van minister Gilkinet?
Minister Peeters heeft het woord.
Werd ik betrokken bij de burgerbevraging? Daar kan ik inderdaad bevestigend op antwoorden. Ook mijn andere gewestelijke collega’s en ons kabinet zijn door minister Gilkinet betrokken bij het overleg dat voorafging aan de lancering van het platform all-for-zero.be en de daaropvolgende publieksbevraging en burgerpanels, alsook de voorbereiding van de komende Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid, die op 23 november zal plaatsvinden.
De resultaten van de bevraging hebben wij in een soort samengevatte vorm gekregen als onderdeel van het ontwerp van het federaal verkeersveiligheidsplan. Gezien het opzet van de bevraging hebben die resultaten veeleer betrekking op alle aspecten die tot de federale bevoegdheid behoren.
Worden wij betrokken bij het federaal verkeersveiligheidsplan van de federale overheid? De gewesten zijn daarbij betrokken. In die zin verloopt dat voornamelijk via onze vaste deelname aan de Federale Commissie voor Verkeersveiligheid. Reeds in het kader van de opmaak van een nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid door de federale ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in 2021 hebben wij vanuit Vlaanderen input kunnen leveren over een aantal voor ons prioritaire aandachtspunten en doelgroepen binnen het verkeersveiligheidsbeleid langs Vlaamse zijde.
Wat uw vierde vraag – de synergieën – betreft, wordt op dit ogenblik afgestemd tussen de gewesten en de federale overheid op welke manier er synergie mogelijk is tussen enerzijds de drie gewestelijke verkeersveiligheidsplannen, zoals het Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen 2021-2025, dat in de zomer is afgeklopt, en anderzijds het federaal verkeersveiligheidsplan van minister Gilkinet. Elke partner in deze afstemming tracht vanuit de eigen bevoegdheden bij te dragen tot meer verkeersveiligheid, wat absoluut noodzakelijk is. Er wordt tevens onderzocht op welke manier er intenser samengewerkt kan worden, al dan niet in de vorm van een interfederaal plan, of dat al dan niet mogelijk is. Dat is op dit ogenblik in onderzoek, en daar zullen we later nog op terugkomen. Alleszins verloopt die samenwerking op dit ogenblik heel goed en kijken we sowieso uit naar die staten-generaal in november 2021.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb geen specifieke bijkomende vragen meer. Ik dank u, minister, voor uw antwoord.
Ik denk dat het wel belangrijk is dat jullie een heel goede samenwerking hebben omdat er inderdaad wel een prioriteit is voor ons allen. Is men nu Vlaming, Brusselaar, Waal of Belg, de verkeersveiligheid is prioriteit. Dus die samenwerking is ook prioriteit om het aantal verkeersdoden zo minimaal mogelijk te houden.
De resultaten waarvan u sprak: u hebt een samenvattende nota. Ik weet niet of wij deze kunnen hebben. Ik veronderstel dat er sowieso enkele linken zullen zijn naar het Vlaamse niveau. Het zou misschien wel interessant zijn, voorzitter, minister, als wij al de resultaten van die enquête of die samenvattende nota ook kunnen krijgen. Wij kijken evengoed uit naar de staten-generaal van november. Ik ga ervan uit dat er daar ook nog bijkomende vragen gesteld kunnen worden.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, het gaat nu over verkeersveiligheid. Een tweetal weken geleden hebben we het hier gehad over een federaal actieplan Be Cyclist om de mensen meer op de fiets te krijgen. Mijn vraag is gewoon of u weet hebt van nog federale actieplannen die in opmaak zouden zijn en waar Vlaanderen bij betrokken zou worden.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik denk dat er zowel bij u als bij uw federale collega een grote wil is om werk te maken van verkeersveiligheid, en om dat ook te doen in een geest van samenwerking: elkaar geen vliegen afvangen, maar kijken waar de noden liggen, en zorgen in die moeilijke bevoegdheidsverdeling, die het soms toch wel is, dat de dingen gebeuren die moeten gebeuren. Hier in het parlement zijn daar ook al vaak vragen over gesteld met kleine suggesties links en rechts. Ik vroeg mij af of u die suggesties op een of andere manier ook groepeert om te zorgen dat u die ook meeneemt, op tafel legt en effectief probeert te zorgen dat die dingen ook gerealiseerd geraken. Dat is toch belangrijk, om te vermijden dat we na die conferentie nog met bijkomende vragen moeten blijven aandraven. Het moment is daar. Er zijn twee ministers van goede wil. Dus neem alstublieft al die dingen mee om ervoor te zorgen dat er ook effectief vooruitgang geboekt wordt op het terrein.
De heer Verheyden heeft het woord.
Gisteren hebben wij in de plenaire vergadering het ontwerp van decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur goedgekeurd. Zijn er elementen uit dat decreet die u kunt meenemen en die eventueel geïntegreerd kunnen worden in dat federaal verkeersveiligheidsplan, of staat dat daar volkomen los van?
Minister Peeters heeft het woord.
Misschien eerst de vraag van mevrouw Fournier: op dit ogenblik gaat dat over een voorontwerp. Dat moet nog gefinetuned worden. Zodra we het plan dat afgeklopt is, ter beschikking hebben, zal dat zeker ook onmiddellijk hier ter beschikking gesteld kunnen worden van het Vlaams Parlement. Maar op dit ogenblik gaat het nog over een voorontwerp. Ik neem aan dat men dat nog niet volop in circulatie laat gaan omdat het nog maar een voorontwerp is.
Mevrouw Moors, wat het actieplan van de federale overheid betreft: Be Cyclist is inderdaad het laatste actieplan dat we gekregen hebben. Daarnaast zijn er natuurlijk ook andere, ik denk maar aan die spoorvisie waar minister Gilkinet recent mee naar buiten gekomen is, maar dat gaat dan minder over verkeersveiligheid. Be Cyclist is inderdaad een actieplan rond fietsen dat ook recent naar buiten gekomen is.
Mijnheer Bex, uiteraard nemen we alle goede suggesties – met de nadruk op goede – graag mee richting de Staten-Generaal Verkeersveiligheid. Uiteraard is voor ons de leidraad ons eigen verkeersveiligheidsplan, waarbij we heel wat concrete maatregelen hebben opgenomen om een kentering te krijgen in onze verkeersveiligheidsstatistieken. Dat is sowieso onze leidraad. We kijken alleszins uit naar die interfederale samenwerking en naar die staten-generaal. Door samen te werken, zullen we veel meer bereiken dan dat iedereen alleen op zijn eiland blijft.
Mijnheer Verheyden, wat het ontwerp van decreet betreft dat gisteren goedgekeurd is: dat was specifiek de omzetting van de Europese richtlijn. Dat heeft dus niet rechtstreeks betrekking op het verkeersveiligheidsplan dat straks van de federale tafel zal komen. Dat heeft louter en alleen met die Europese richtlijn te maken en de verkeersveiligheid op onze belangrijke verkeersassen, waarbij we ons aligneren op het Europese beleid.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb misschien nog een korte vraag – ik weet dat we geen vragen meer kunnen stellen – maar misschien aan u, voorzitter, als we het nu toch over een plan en dergelijke hebben en over het aantal verkeersdoden. We hebben vanmorgen allemaal in de krant kunnen lezen over het aantal zwarte punten die u in West-Vlaanderen verminderd hebt, maar dat er over het algemeen in Vlaanderen toch een x-aantal bij gekomen zijn. Misschien is het mogelijk, voorzitter, om die nota ook aan het parlement te bezorgen. We hebben het allemaal in de krant kunnen lezen, maar het zou misschien ook interessant zijn om dit aan de commissieleden te bezorgen in het kader van All for zero.
Absoluut. Er zijn over dit thema ook al vragen ingediend voor de volgende vergadering. Het komt volgende week ongetwijfeld ook nog aan bod.
De vraag om uitleg is afgehandeld.