Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over het verhogen van de productiviteit in Vlaanderen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik ga proberen het kort te houden, maar het is toch wel een heel belangrijke vraag. De aanleiding hiervan is het jaarverslag van de Nationale Raad voor de Productiviteit (NRP). Ook in het eindrapport van de Vlaamse Brede Heroverweging (VBH) van het luik Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) kwam dat toch wel zeer pertinent aan bod. In beide rapporten wordt er gewezen op het feit dat er een verontrustende – ik zeg het zoals het in het rapport staat – afname van de productiviteit en de productiviteitsgroei is in België en Vlaanderen.
Ik weet dat productiviteit altijd een beetje een theoretisch economisch concept lijkt te zijn, maar eigenlijk is het wel een zeer belangrijke factor in onze economische groei. De productiviteit bepaalt in belangrijke mate onze welvaart. Het is dus ook een van de weinige mogelijkheden die we hebben voor het voeren van een beleid, ook voor het sociale beleid dat we willen. Het is cruciaal om de productiviteit op peil te houden. Als je bijvoorbeeld kijkt naar wat je kunt doen om onze welvaart te vergroten, dan heb je niet zo gek veel mogelijkheden. Je kunt het aantal gewerkte uren vergroten. Daar zijn we vaak over bezig: de tewerkstellingsgraad verhogen, langdurig zieken aanpakken, en dat soort dingen. Dat is vaak het thema van deze commissie. Maar de arbeidsproductiviteit is daarin minstens even belangrijk. Gezien de demografische prognoses van vergrijzing, et cetera, is dit de factor die we het meest op peil moeten houden. Op de tewerkstellingsgraad, daar zit nog wel een rek op, maar die is ook niet oneindig.
Het is verontrustend in deze rapporten te zien dat het niveau van de productiviteit weliswaar nog steeds hoog is, maar de groei al enige tijd sterk vertraagt. Dat wordt nogmaals bevestigd in dit rapport van de Nationale Raad voor de Productiviteit. Het is wel zo dat er in alle regio’s een dalende trend is. Er zijn ook wel een aantal verklaringen voor, maar we moeten daar toch mee aan de slag, gelet ook op de ambities van Vlaanderen om aansluiting te vinden bij de topregio's. Het is dus een belangrijk knipperlicht.
De NRP schuift twee grote strategische assen naar voor om de groei van de productiviteit te versterken. Ten eerste is er nood aan meer bedrijfsdynamiek. Enerzijds is de oprichtingsgraad van nieuwe ondernemingen vrij laag, anderzijds telt België relatief veel zombiebedrijven. Dat zijn bedrijven die weinig toegevoegde economische waarde hebben. Dat moet vooral beter.
Ten tweede pleit de NRP voor investeringen in innovatie en onderzoek en ontwikkeling om de productiviteit sterker te doen toenemen. Dat is iets waar we in Vlaanderen al jarenlang aan werken, maar we moeten natuurlijk wel zien dat die investeringen op peil blijven, net nu ze op een hoog niveau zijn gekomen.
In het rapport van de Vlaamse Brede Heroverweging zien we dezelfde bezorgdheid. De titel van het rapport is zelfs ‘De weg naar een integrale duurzame Vlaamse productiviteitsagenda’. Het eindrapport legt heel erg de nadruk op de pneumatische trend van de productiviteit.
Welke inzichten leidt u af uit het jaarverslag met betrekking tot de evolutie van de Vlaamse productiviteit? Nopen de recente rapporten tot een bijsturing van het huidige beleid van de Vlaamse Regering?
In uitvoering van het regeerakkoord werd een industrieforum opgestart voor een versterking van het industriebeleid. Naast de uitdagingen inzake onder andere digitalisering en verduurzaming, is ook de productiviteitsuitdaging een belangrijke focus van dit industrieforum. Hoe gaat dit forum te werk? Hoe evalueert u dat? Ik zie er eerlijk gezegd nog niet de grote concrete resultaten van. Ik begrijp dat dit natuurlijk wel tijd nodig heeft, maar ik zou graag weten hoe we dit instrument nog kunnen inzetten om de productiviteit te stimuleren.
In de Vlaamse Brede Heroverweging werd er gepleit voor een Vlaamse productiviteitsagenda. Wat is uw visie daarop?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voor het eerst bracht de Nationale Raad voor de Productiviteit de evolutie van de productiviteit in de verschillende regio’s in kaart. Alhoewel Vlaanderen door de jaren iets beter scoort, moeten we jammer genoeg vaststellen dat ook bij ons de economische motor begint te sputteren, onder meer door de hogere grondstofprijzen, hogere energieprijzen enzovoort. Dat is uiteraard spijtig, want het is onze hoge productiviteitsgraad die voor een stuk onze hoge kosten maskeert en zorgt voor onze maatschappelijke en economische welvaart.
Het verhogen van de productiviteit kan niet gebeuren met een vingerknip of slechts één enkele maatregel of een ‘golden bullet’. Er is een totaalpakket nodig, gaande van maatregelen in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en op het vlak van mobiliteit. En jammer genoeg liggen ook niet alle hefbomen hiervoor bij de regio’s.
Minister, hoe evalueert u het rapport? Hoe zult u ervoor zorgen dat de Vlaamse productiviteitsgraad weer opgekrikt wordt?
Minister Crevits heeft het woord.
Zoals vermeld in jullie beider vraagstelling bevestigt dit rapport eerdere analyses die uitgevoerd werden rondom de Vlaamse productiviteit. Sinds de jaren 80 werd Vlaanderen, net als de andere Belgische regio’s, geconfronteerd met een daling van de groei in productiviteit. Dat is een patroon dat we doorheen de gehele eurozone zien, alsook in de ons omliggende landen.
Wanneer we naar de evolutie tussen 2000 en 2020 kijken, kan worden aangestipt dat de terugval van de groei vooral te merken was in de verwerkende nijverheid en de niet-marktdiensten, alhoewel de bijdrage van deze eerste tot de groei van de arbeidsproductiviteit nog steeds substantieel en positief is. De marktdiensten leverden de afgelopen jaren de grootste bijdrage aan de groei van de productiviteit. De daling – daar hebben jullie beiden een punt – is een bedreiging voor de welvaartscreatie en de competitiviteit van onze economie. Het is dus een belangrijke indicator.
Wat gaan we daaraan doen? Hoe gaan we daarmee om? In het rapport worden wat betreft het beleidsdomein EWI twee domeinen voorgesteld om de daling van de productiviteitsgroei tegen te gaan. Het eerste is het verhogen van de bedrijfsdynamiek en het tweede is verder inzetten op innovatie en onderzoek en ontwikkeling (O&O). Een sterke bedrijfsdynamiek zou zorgen voor het verdwijnen van minder productieve en dus oudere ondernemingen, die vervangen worden door nieuwe jongere en meer productieve ondernemingen. Dit zou leiden tot een verhoging van de algemene productiviteit.
Daarom is het belangrijk dat Vlaanderen ondernemerschap blijft aanmoedigen. Er moet wel onderstreept worden dat de drempels om een onderneming op te starten door het schrappen van vestigingsattesten of kennis bedrijfsbeheer nog verlaagd zijn. We hebben dus eigenlijk ingrepen gedaan die die drempels naar beneden halen.
Vlaanderen stimuleert ondernemen volop en zal dit in de toekomst blijven doen. We zien hier ook reeds de resultaten van. Daar waar in 2010 ongeveer 39.000 ondernemingen per jaar opgericht werden, is dit in de periode startend vanaf 2013 gestaag gestegen tot ongeveer 67.000 oprichtingen in 2020, een stijging van ongeveer 72 procent Ook het aantal schrappingen kende een gestage stijging van 29.000 in 2010 tot bijna 38.500 in 2020, een stijging van ongeveer 33 procent. Daaruit kun je niet anders dan afleiden dat de dynamiek zeer fors is toegenomen.
Het tweede domein is dat van innovatie. De Vlaamse O&O-uitgaven zijn de afgelopen jaren steeds blijven toenemen en in 2019 werd de 3 procent O&O-uitgaven ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp) overschreden. Dat is heel goed nieuws. Dit was zowel het resultaat van gestegen uitgaven van de overheid, als door de bedrijven.
De aanbevelingen van de Nationale Raad voor de Productiviteit vermelden het belang van het innovatie-ecosysteem binnen Vlaanderen. Dit vormt een belangrijke leidraad doorheen het Vlaamse innovatiebeleid, waardoor extra wordt ingezet op samenwerking tussen bedrijven, overheid, onderzoeksinstellingen en de bevolking. Dit veruitwendigt zich in de clusterwerking, de uitbouw van netwerken van spin-offs rond de strategische onderzoekscentra (SOC’s), maar ook in citizenscienceprojecten, waarin ik zeer fors geïnteresseerd ben.
Ook procesinnovatie is van groot belang, en dan vooral digitalisering. Dat wordt in het beleid gestimuleerd via de acties rond Industrie 4.0, de beleidsagenda’s van artificiële intelligentie en cybersecurity, de digihubs en de bedrijfsgerichte werking van Flanders Make.
De inspanningen die reeds geleverd werden, zullen we in de toekomst dan ook aanhouden, met blijvende aandacht voor innovatieprojecten bij kleinere spelers, aangezien op dit moment een groot deel van de innovatie-uitgaven nog steeds geconcentreerd zit bij grote, veelal internationale, spelers.
Dan kom ik tot het industrieforum, een beetje een kritische vraag. Het industrieforum, en dan meer bepaald de werkgroep innovatie, is erop gericht om bestaande innovatie-instrumenten te verbeteren en waar nodig aan te passen aan de noden van de industrie. We doen dit om de innovatie-inspanning van bedrijven en andere innovatie-actoren te verhogen én met meer impact in te zetten. Er wordt onder andere verder werk gemaakt van de doorstroming van basisonderzoek naar industriële toepassingen via meer kennis bij de bedrijven van spelregels inzake intellectuele eigendom.
Een gemeenschappelijk aandachtspunt voor industrie en beleid is ook de communicatie over de positieve impact van innovatiesteun. Dit kan ook kmo’s sensibiliseren om stappen te zetten naar meer O&O.
Het is voor mij in ieder geval duidelijk dat het herstel van de groei van productiviteit zeer veel aandacht moet blijven krijgen. Dat moet in de toekomst ook prominenter op de agenda van onze industriefederaties. Ik zie vooral grote kansen via nieuwe digitale toepassingen die verder ingang moeten vinden.
En collega’s, jullie vraag komt eigenlijk op een uitstekend moment, want morgenvroeg om halfnegen vindt een nieuwe sessie van het industrieforum plaats. Ik stel voor dat ik daar ook eventjes de aandacht vestig op jullie bezorgde vraag.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, het is inderdaad een complex en veelzijdig probleem, waarvoor niet zomaar een oplossing voorgelegd kan worden. Het vereist een aanpak op vele vlakken. Ik ben blij dat u in uw antwoord vermeld hebt dat er blijvend ingezet moet worden op O&O, op technologische mogelijkheden en het verleggen van grenzen. Dat blijft uiteraard zeer belangrijk, net zoals levenslang leren en dergelijke.
Ik ga niet geheel akkoord met het gegeven dat de heer Gryffroy naar voren schoof, namelijk dat de hefbomen op Vlaams niveau ons ontbreken. Het kan natuurlijk altijd beter, maar als we kijken naar wat we nu hebben met onderwijs, de arbeidsmarkt, innovatie en wetenschapsbeleid enzovoort, dan liggen daar toch wel de nodige hefbomen om de productiviteitsgroei te doen stijgen.
Het is ook cruciaal om verder in te zetten op internationalisering. We hebben daar twee weken geleden een belangrijk decreet voor goedgekeurd in de plenaire vergadering, namelijk over het aantrekken van buitenlandse ondernemers. Ik denk dat we dat nog verder moeten versterken. De strategie die nu op poten staat om internationaal gereputeerde ondernemers en onderzoekers naar hier te halen, moeten we zeker uitbouwen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. In de projectgroep EWI voor de Vlaamse Brede Heroverweging werd gepleit voor een grootschalige en systemische spending review van de gehele Vlaamse begroting in functie van het detecteren van de Vlaamse uitgaven die een positief effect hebben op de productiviteit. Op die manier moet men komen tot een begroting die meer dan vandaag in functie staat van productiviteit. Dat is een beetje theoretisch. Als je beleidsdomeinen afgaat, dan kan alles in principe in functie van productiviteit staan. Maar ik denk dat wat zij wilden zeggen, is dat je ook moet kijken of bepaalde doelstellingen gehaald worden. Je kunt bijvoorbeeld wel zeggen dat uitgaven in verschillende beleidsdomeinen heel productiviteitsgericht zijn, maar of dat werkelijk gehaald wordt, is natuurlijk nog maar de vraag. Hoe kijkt u naar deze suggestie? Zult u dat eventueel op tafel leggen binnen de Vlaamse Regering om bij de kalender van de aankomende spending reviews de productiviteitsgroei als een van de criteria op te nemen? Dat is geen kritische vraag, voor alle duidelijkheid, maar een constructieve suggestie.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik denk dat de heer Vande Reyde toch nog een beetje in een andere wereld leeft als hij zegt dat we alle tools hebben om onze productiviteit op niveau te krijgen. Uit de discussie die gaande is in het federaal parlement blijkt duidelijk dat de boodschap van minister Crevits niet doorgekomen is. Je ziet dat er toch weer meer middelen gaan naar die regio's die het moeilijker hebben om mensen te activeren, terwijl wij het net moeilijk hebben om de plaatsen in te vullen. Dat is de omgekeerde wereld.
Is productiviteit enkel maar op ons niveau op te lossen? Of is er inderdaad een samenwerking nodig met het federale niveau op het vlak van beleid dat meer responsabiliserend moet kunnen werken?
U sprak over twee elementen die de productiviteit kunnen verhogen. Een daarvan is innovatie, wat duidelijk is. Een tweede element is bedrijfsdynamiek. Hoe vul je concreet bedrijfsdynamiek in?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik zou eigenlijk willen tussenkomen voor een voorstel. Want dergelijke rapporten leveren vooral inzichten op in de diepte, maar niet in hun algemene conclusies. Het algemene niveau van de bespreking waar we via een vraag om uitleg eigenlijk bijna nooit bovenuit kunnen geraken, alleen al vanwege de tijdslimieten, levert zelden iets nieuws op. Dat we te weinig bedrijfsdynamiek hadden en veel geld uitgeven aan innovatie, daar valt niemand van achterover. Maar de specifieke cijfers over industrieën, de verschillen tussen de periode van voor de financiële crisis en erna, de verwachte impact van verschillende relancemaatregelen en dergelijke meer, dat is waaruit we interessante inzichten zouden kunnen verwerven, misschien in interactie met de opstellers van het rapport.
Voorzitter, mijn voorstel zou zijn om misschien eens samen te zitten met de opstellers, en samen met hen in interactie te gaan om dieper te kunnen ingaan op de inhoud van hun rapport. Maar ik laat het over aan uw onmetelijke wijsheid om te oordelen of dit nuttig zou kunnen zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik zal misschien kort en bondig samenvatten, want ik heb goed geluisterd naar alle opmerkingen.
Ten eerste is productiviteit een heel belangrijk item, dat hoog op de agenda moet staan. Sowieso zal er een belangrijke plaats zijn voor ondernemerschap en voor innovatie. Productiviteit, collega Gryffroy, vereist focus op alle, alle bestuursniveaus. Voor de bedrijfsdynamiek hebben we natuurlijk ons contract ondernemerschap. Als het gaat om nieuwe ondernemingen of als we starters willen aanmoedigen, dan is dat net een van de pijlers van dat contract. Wij bieden daar een heel, heel forse ondersteuning. Daar zijn ook al kritische vragen over gekomen, maar ik vind het echt belangrijk dat we dat doen. Hetzelfde geldt voor innovatie bij meer mature ondernemingen; ook bij hen is het van belang om innovatie aan te moedigen. En dat is net ook weer een van de speerpunten van het contract ondernemerschap.
Ik heb begrepen dat er hier ook nog een toelichting gepland staat over de spending reviews, dus ik denk dat dat een relatief interessant topic kan zijn om nog eventjes over te kunnen doorbomen. En dat trekt ons een beetje weg, collega Vanryckeghem, uit de vraag- om-uitlegsfeer, omdat dat toch een iets bredere gedachtewisseling zou kunnen zijn met onze administratie, die ook een aantal suggesties gedaan heeft.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Wel, ik denk dat de spending reviews echt een goed doel zijn om de productiviteitsgroei aan te stippen over alle beleidsdomeinen heen.
Ik wil nog kort repliceren op collega Gryffroy. Uw gehoor staat vandaag niet zo goed afgesteld als gewoonlijk, want ik heb niet gezegd dat we alle tools in huis hebben. Ik heb wel gezegd dat we heel veel tools in huis hebben om toch iets te betekenen. En het zal u misschien verbazen of niet, maar ik heb een paar keer gezegd dat ik er net als u voorstander van ben om meer bevoegdheden naar het Vlaamse niveau te halen. Maar in tegenstelling tot u kijk ik ook wel heel fel naar wat we vandaag al hebben, om daar het maximale uit te halen. Ik denk dat dat soms het verschil is tussen ons beiden in verschillende kwesties.
Collega Gryffroy heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Je moet altijd streven naar meer, collega Vande Reyde. Je mag nooit tevreden zijn met wat je al hebt.
Maar ik wil gewoon afsluiten dat het idee van collega Vanryckeghem, als ik het goed begrepen heb, misschien wel een goed idee is: om met de auteur van dit rapport misschien eens in een soort gedachtewisseling samen te zitten. Want als je dat rapport leest, en je leest vooral de samenvatting, dan kun je inderdaad nog zeggen: wat bedoelen ze daar juist mee? Dus ik zou graag ingaan op het voorstel van collega Vanryckeghem.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.