Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Streamingplatformen als Netflix, Streamz, Disney+ en dergelijke worden almaar populairder bij de Vlamingen. De coronacrisis heeft daar zeker toe bijgedragen, we hebben massaal media gebruikt. Het kijkgedrag van de Vlaming wijzigt razendsnel, dat blijkt onder andere uit de jaarlijkse Digimeter. Bovendien genieten steeds meer buitenlandse kijkers van onze Vlaamse producties, nu Netflix zijn aanbod heeft uitgebreid. De Vlaamse producties zitten dus in de lift. Daar kunnen we alleen maar verheugd over zijn. De verspreiding ervan wordt groter dankzij die streamingplatformen.
Maar deze – op zich positieve – evolutie betekent niet altijd rozengeur en maneschijn voor de acteurs en de andere artiesten die meewerken aan deze producties. Het businessmodel achter de streamingplatformen leidt ertoe dat een acteur niets meer verdient aan een productie wanneer die succes boekt op een streamingplatform. In de praktijk betekent dat dat, of een film of serie nu duizend, honderdduizend of een miljoen keer wordt gestreamd, daar voor de acteurs geen enkele meerinkomsten tegenover staan. Hun loon blijft in alle gevallen hetzelfde.
Kortom, de mensen op de set – die eigenlijk ook het succes maken van een film of een reeks – delen niet in het succes van die streamingplatformen.
Daar willen de Vlaamse acteurs nu paal en perk aan stellen. Op 12 oktober hebben zij een actie gelanceerd met de hashtag #fairpayvoorartiesten, onder de noemer van PlayRight, om een eerlijke vergoeding te krijgen voor hun werk. Ik besef ook dat dit in eerste instantie een federale materie is, maar ik denk dat we voor Vlaanderen toch ook wel een rol kunnen spelen.
Daarom heb ik de volgende vragen voor u, minister-president.
Wat is uw appreciatie van het heersende businessmodel van streamingplatformen, waarbij blijkt dat acteurs niet mee kunnen delen in het succes van een productie?
Wat kunt u, vanuit de Vlaamse Regering, eraan doen om ervoor te zorgen dat acteurs een eerlijk loon kunnen krijgen voor hun werk?
Hebt u in uw eigen digitaliseringsoperatie van het relanceplan Vlaamse Veerkracht aandacht voor deze problematiek?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Segers, wat betreft mijn appreciatie van het heersende businessmodel: de bezorgdheid die u uit, is een bezorgdheid die ik steun. Acteurs, maar evenzeer regisseurs, scenaristen enzovoort, moeten mee kunnen delen in het succes van iets dat dankzij hun artistieke of creatieve talent kan bestaan. Dat is echter complexe materie waar meerdere actoren verantwoordelijk zijn.
Hiervoor moet u zeker ook mijn federale collega bevoegd voor economie aanspreken. Zijn diensten zijn momenteel bezig met de omzetting van EU-richtlijn 2019/790 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt waar dit ook aan bod komt. Ik verwijs naar hoofdstuk 3 van de richtlijn over de billijke vergoeding van auteurs en uitvoerende kunstenaars in exploitatiecontracten. Artikel 18 gaat over het beginsel van passende en evenredige vergoeding. Het eerste lid bepaalt: “De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer auteurs en uitvoerende kunstenaars hun uitsluitende rechten voor de exploitatie van hun werken of andere materialen in licentie geven of overdragen, zij gerechtigd zijn een passende en evenredige vergoeding te ontvangen”. In het tweede lid van hetzelfde artikel staat: “Bij de omzetting van het in lid 1 bedoelde beginsel in het nationale recht zijn de lidstaten vrij om verschillende mechanismen te gebruiken en houden zij rekening met het beginsel van contractuele vrijheid en een billijk evenwicht tussen rechten en belangen”.
Ik heb hiervoor ook het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) gecontacteerd. In de nieuwe beheersovereenkomst zal ik daar ook aandacht aan schenken. Het VAF zal in de nieuwe overeenkomsten een clausule opnemen over het laten naleven van het Sociaal Charter en het feit dat men 'fair pay' moet nastreven. Ik besef dat dit natuurlijk beperkt is tot de producties waaraan het VAF deelneemt – subsidies toekent – en bovendien is het controleaspect daar zeer moeilijk. Het gaat dus over een beperkt aantal producties in een veel groter geheel. Maar het VAF speelt daar wel een voorbeeldrol, denk ik.
Wat plannen we zelf te doen? Een eerlijk loon voor acteurs is voor mij al sinds mijn benoeming als minister van Cultuur een belangrijk thema. Net als andere uitvoerende of creërende kunstenaars vormen zij niet minder dan de hoeksteen van ons kunstenlandschap. Dat heb ik zo ook aangegeven in mijn Strategische Visienota op 1 april 2020. Deze nota betekende daarmee de start van een traject ter opwaardering van de positie van acteurs en kunstenaars in het algemeen, met name wat betreft de aandacht voor een correcte vergoeding van kunstenaars. Dat engagement van mijn kant werd nog dit jaar geoperationaliseerd binnen het hernieuwde Kunstendecreet en het bijhorende uitvoeringsbesluit. Ook in het afgesloten VIA 3-akkoord werd er bijkomende aandacht besteed aan een betere werkomgeving voor de werknemers in de kunstensector, met specifieke aandacht voor de situatie van de flexwerkers.
Het statuut van de kunstenaar – dat weet u – is federale materie, maar niettemin maken we ons als Vlaamse Gemeenschap sterk om binnen onze bevoegdheden middelen aan te wenden om de positie van de kunstenaar te verstevigen. Concreet worden in het Kunstendecreet zowel aanvragen voor kunstenprojecten als aanvragen voor werkingssubsidies van kunstenorganisaties beoordeeld op de aandacht voor een correcte vergoeding van kunstenaars en de toepassing van fair practices. Hierover wil ik trouwens nog meedelen dat de appreciatie en invulling van de ‘fair pay’- en ‘fair practice’-principes tot stand gekomen zijn na een traject in nauwe samenspraak met de sector, wat zorgt voor een breed draagvlak. De principes worden momenteel gedeeld en gepromoot via de website www.juistisjuist.be.
De correcte vergoeding van de kunstenaars als beoordelingscriterium zal bijdragen aan de toepassing en verspreiding van fair practices en fair pay in de sector in het algemeen. En wat acteurs betreft, zal dit effect hopelijk niet beperkt blijven tot de activiteiten die vallen onder het Kunstendecreet, maar bij uitbreiding ook een effect ressorteren in de hele kunstensector – zowel de gesubsidieerde als de niet-gesubsidieerde – en naar activiteiten binnen het filmbedrijf toe.
Uiteraard is het traject voor een correcte vergoeding van de acteur en de kunstenaar in het algemeen niet afgerond met de operationalisering van het Kunstendecreet. Zoals de afgelopen jaren gebleken is, zal het noodzakelijk blijven om als beleidsmakers en als sector de vinger aan de pols te houden. Van mijn kant ligt dat binnen mijn engagement.
In het relanceplan Vlaamse Veerkracht heb ik daar aandacht voor, met dien verstande dat we extra middelen toegekend hebben aan het VAF.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank, minister-president, voor uw toch wel bemoedigende antwoord. Ik ben zeer verheugd dat u er echt van uitgaat – en we delen dat hier ook kamerbreed – dat acteurs en artistieke werkers de hoeksteen vormen van ons kunstenlandschap, ons cultuurlandschap, maar ook van de creatieve economie. Het is dus niet alleen cultureel maar ook economisch belangrijk. Als we die levendig willen houden, dan moeten we ervoor zorgen dat mensen correct vergoed worden.
Het is zeer goed dat in het Kunstendecreet ook die aandacht bestaat voor fair pay en fair practice. Ik ben ook verheugd te horen dat u in de aanloop naar de nieuwe beheersovereenkomst met het Vlaams Audiovisueel Fonds aandacht zal besteden aan het naleven van het sociaal charter met betrekking tot fair practice en fair pay. Dat gaat inderdaad niet, zoals u zegt, over alle producties, maar het betreft toch al een substantieel aantal.
Over het relanceplan zegt u dat u extra middelen gegeven heeft aan het VAF. Ook dat is een goede zaak.
Met betrekking tot het omzetten van de auteursrechtenrichtlijn vanuit Europa meen ik dat het afronden nakend is. We zijn er al vrij laat mee, maar die omzetting moet gewoon gebeuren. Ik denk dat het heel belangrijk is als je kijkt naar de vraag van PlayRight. Zij vragen eigenlijk om te zoeken naar een manier om die eerlijke vergoeding collectief te onderhandelen en afdwingbaar te maken. Als het onze bedoeling is om de positie van de kunstenaar te versterken, is het ook belangrijk om dat te doen in relatie tot die platformen.
Mijn vraagt is enerzijds: staat u ook op die lijn? Vindt u ook dat we moeten zoeken naar een collectieve manier om daarover te onderhandelen en dat afdwingbaar te maken? Anderzijds is Netflix een belangrijke speler, maar we hebben natuurlijk ook Streamz, een volledig Vlaams bedrijf. Ik denk dat een duwtje in de rug van u naar die platformen Streamz, Netflix en Disney, zeker kan helpen om hen daar alert voor te maken. Bent u bereid om het gesprek daarover met hen aan te gaan?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik zit op dezelfde lijn omdat in zo’n zaken en als je tegen zo’n molochen op moet, de sector zich moet verenigen en dat samen doen. Als iedere individuele kunstenaar met Netflix rond de tafel moet gaan zitten, gaan we nog wat te zien krijgen. Ik wil gerust ook met die streamingplatformen de dialoog opnemen. U zult begrijpen dat het met Streamz wel wat eenvoudiger zal zijn dan met Netflix. Maar laat ons daarmee beginnen. Ik wil dat gerust opnemen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel voor uw bemoedigende antwoord. Het is met Streamz iets makkelijker, maar ook Netflix staat hiervoor open. Ze hebben voor Nederland en België een public affairs manager aangenomen waarmee ik al een gesprek had. Die persoon zal zeker openstaan om met u dat gesprek aan te gaan.
Ten slotte, ik kijk er heel hard naar uit. En ik denk dat we vanuit de partijen in de Federale Regering ook mee aan de kar zullen trekken om ervoor te zorgen dat de omzetting van de Europese richtlijn gebeurt op een manier die een echte steun kan betekenen voor onze uitvoerende artiesten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.