Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, ondertussen iets meer dan een jaar geleden, in september 2020, lanceerde u samen met Cultuurconnect het ‘e-lendingplatform’ cloudLibrary. We lezen op de website van Cultuurconnect dat er in de zomer van 2021 een uitgebreide gebruikersbevraging zou worden uitgevoerd. Ik heb u vorig jaar naar aanleiding van de lancering al wat bedenkingen overgemaakt in een vraag om uitleg, meer bepaald over de onduidelijkheid en het gebrek aan transparantie over de vergoedingen die auteurs ontvangen voor het digitaal uitlenen van hun werken. Om het toch nog even te schetsen, Cultuurconnect had onderhandeld met Standaard Boekhandel, die daar dan verder mee aan de slag ging. Dan moest Standaard Boekhandel echter met elke uitgever apart verder onderhandelen, en de uitgever met de auteurs. Dat is dus een getrapt systeem, dat voor een stukje binnen het commerciële valt en waarop wij heel weinig zicht hebben. Het is absoluut ondoorzichtig. Ik heb dat toen ook al gezegd. U hebt toen echter ook al gezegd dat u met Cultuurconnect en de Vlaamse Auteursvereniging (VAV) in gesprek zou gaan, zodat de auteurs – de laatsten in de rij, maar wel diegenen die de boeken schrijven, zonder auteurs kunnen we ook niet lezen – “hun rechtmatige deel van de koek” zouden ontvangen.
Wij vernemen nu dat VAV ondanks aandringen nog altijd geen zicht heeft op de opbouw van de betaalde vergoeding per digitale ontlening en het aandeel daarin voor de auteur. In de auteursafrekeningen voor 2020 die de auteurs ontvingen, ontbraken de nodige details om de vergoeding voor e-uitleningen juist te kunnen aflezen en controleren. VAV heeft dan eigen berekeningen gemaakt, op basis van partiële details van een schema met de leveringsvoorwaarden tussen Standaard Boekhandel en cloudLibrary. Dat is onder alle voorbehoud. Ik zal al die cijfertjes hier niet noemen, maar het komt er eigenlijk op neer dat dat een zeer disparaat beeld geeft. Die vergoeding per uitlening van een e-boek zou op den duur schommelen, naargelang het aantal uitleningen, tussen 0,9 eurocent en 9,8 eurocent. Voor een papieren exemplaar ontvangt een auteur sowieso 2 eurocent. Dat is duidelijk, en duidelijk ook veel te weinig, maar goed, dat is een andere discussie, die we ook al hebben gehad.
In Nederland is de situatie anders. Daar krijgen de auteurs per uitlening van een papieren exemplaar een vergoeding van 11 à 14 eurocent. Voor ‘e-lending’ werd in Nederland 3 miljoen euro extra vrijgemaakt in 2020, voor in totaal 20,8 miljoen uitleningen van e-boeken. Voor een auteur zou dat een extra vergoeding per uitlening van 7,2 eurocent geven. In datzelfde jaar werden 13,8 miljoen e-boeken verkocht. Deze uitleen- en verkoopcijfers bevestigen marktgegevens uit Duitsland die aantonen dat ruime faciliteiten voor uitlenen van e-boeken de verkoop van zowel e-boeken als papieren boeken doen dalen.
Overigens gelden de Nederlandse extra leenvergoedingen voor e-boeken enkel voor titels uitgegeven bij een Nederlandse uitgever. Een Vlaams auteur bij een Vlaamse uitgever valt dus uit de boot.
Ik heb daarover de volgende vragen.
Wat zijn de bevindingen van die bevraging van afgelopen zomer van de gebruikers van cloudLibrary?
Wie werd precies bevraagd? Waren dat enkel de ‘gebruikers/ontleners’ of ook de auteurs wier werken worden ontleend? Wat waren dan de vragen en bedenkingen van de auteurs bij dit project?
Heeft Cultuurconnect die evaluatie besproken met het Boekenoverleg en/of de VAV? Zo ja, welke afspraken werden er gemaakt over bijsturingen aan dit project?
Hoe evalueert u dit project zelf, minister-president, na een jaar? Welke bijsturingen voorziet u eventueel, onder andere met betrekking tot de billijke vergoeding van de auteurs voor het digitaal ontlenen van hun werk?
In antwoord op mijn eerdere vragen beloofde u om contact op te nemen met federaal minister Dermagne om de leenvergoeding voor papieren boeken te verhogen. Heeft dat overleg reeds plaatsgevonden? Wat is dan het resultaat met betrekking tot de verhoging van de leenvergoeding?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, het is nog te vroeg om de algemene evaluatie en analyse van de resultaten van de gebruikersbevraging te kunnen delen. Cultuurconnect is volop bezig met de verwerking ervan. Eind deze maand zal Cultuurconnect de resultaten voorstellen aan mijn kabinet en aan de administratie.
Cultuurconnect heeft inderdaad enkel de eindgebruikers van het e-boekenplatform bevraagd. Bijgevolg heb ik geen informatie over de vragen en bedenkingen van de auteurs.
Werd deze evaluatie al besproken met het Boekenoverleg? In november 2021 wordt een overleg met de Groep Algemene Uitgevers en de Vlaamse Auteursvereniging georganiseerd. Na dit overleg zal Cultuurconnect een toelichting op het Boekenoverleg inplannen.
Hoe evalueer ik dit project? Ik wil eerst het overleg met Cultuurconnect eind deze maand afwachten, vooraleer ik me uitspreek over die evaluatie.
Wat het overleg over de leenvergoeding betreft: ik heb dit onderwerp terloops ter sprake gebracht op de Interministeriële Conferentie Cultuur (IMC), toen we het over het leenrecht bij de amateurkunsten hadden. Daar is echter niet verder op doorgegaan.
Als het gaat over een verhoging van de leenvergoeding tot het Europese gemiddelde, begrijp ik de wens van de auteurs. De volgende vraag is dan natuurlijk wie dat moet betalen. Dat is ofwel de Vlaamse overheid, ofwel de lokale besturen, bevoegd voor bibliotheken, ofwel de bibliotheekbezoeker. Er zijn maar drie mogelijkheden. Ik denk dat bij geen van die drie groepen momenteel de middelen voorhanden zijn.
Alleszins zal ik mijn administratie de opdracht geven om dit complexe dossier verder voor te bereiden zodat we de juiste beleidskeuzes kunnen maken. We zullen die evaluatie op korte termijn kunnen bekijken, bespreken en daar conclusies uit trekken.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, ik ben dus een beetje te vroeg met mijn vraag, dat is duidelijk. Maar u hebt ondertussen al wel een antwoord gegeven op een schriftelijke vraag van collega Vandromme, waarin het vooral over de cijfers ging, bijvoorbeeld over het aantal bibliotheken dat er ondertussen aan deelneemt.
Wij vragen ons af of het bereik wel voldoende is. Het aantal bibliotheken dat meedoet, is wel gestegen, maar een op de drie neemt nog altijd niet deel, als we die cijfers juist interpreteren. Ook zou slechts 3,4 procent van het aantal volwassen Vlaamse bibliotheekgebruikers gebruikmaken van e-lending. Dat cijfer zou toch nog wat moeten stijgen. Maar dat is een evaluatie die ik zelf maak. Ik vraag me af of we echt van een succes kunnen spreken. Het is het begin, het moet nog groeien. We gaan dat zeker niet afschrijven nog voor het goed en wel gelanceerd is.
Ik hoop toch dat er wat meer doorzichtigheid kan komen over die vergoedingen. Als we zien dat die groei van e-lending de verkoop van zowel e-boeken als papieren boeken doet dalen, dan moeten er toch wel wat alarmbellen afgaan. Onze auteurs moeten toch op een goede manier betaald worden voor die e-lending.
Ik heb hierover de volgende vraag. Hoe reageert u zelf op die discriminatie dat de extra vergoeding voor e-uitleningen die in Nederland wordt betaald – waar wij natuurlijk niets over te zeggen hebben – enkel geldt voor boeken uitgegeven bij Nederlandse uitgevers en dus niet voor Vlaamse auteurs die worden uitgegeven bij Vlaamse uitgeverijen maar wel worden uitgeleend in Nederland? Ik denk dat u dat toch eens zou moeten bekijken, samen met uw Nederlandse collega. We zouden toch moeten bekijken hoe we die zaken wat meer kunnen stroomlijnen.
Ik besef dat momenteel niet zomaar de middelen klaarliggen om de leenvergoeding – of het nu op papier of digitaal is – te gaan verhogen, maar het zou wel interessant zijn om daar misschien een planning in te steken, een fasering, waarin de zaken geleidelijk aan op een beter niveau kunnen komen. Ik weet niet of u al overleg hebt gepleegd met uw federale collega, maar ik neem aan dat u misschien gaat wachten … u hebt dat gezegd? Excuseer, dat heb ik dan gemist. Mijn excuses. Maar dat verhaal van Nederland, dat moeten we toch ook eens nader bekijken, denk ik, voor onze Vlaamse auteurs die daar worden uitgeleend.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Wat dat Nederlandse verhaal betreft: ik zal dat meenemen naar de Taalunie, om het daar met de collega te bespreken. Maar misschien moeten we toch wachten tot er een nieuwe regering is in Nederland, want ik denk dat mevrouw van Engelshoven op dit moment nog weinig engagement kan nemen. Maar zodra er een nieuwe Nederlandse regering is, zal ik dat punt meenemen. Het lijkt mij dat we zoiets inderdaad voor het Nederlandse taalgebied moeten kunnen regelen. Dat lijkt me een materie voor de Taalunie te zijn.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ja, er zijn dus nog landen waar de regeringsvorming wat langer duurt dan men zou mogen verwachten. Ik besefte het even niet, maar er is inderdaad nog geen nieuwe minister van Cultuur in Nederland, dus het is het beste daarop te wachten. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.