Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik heb inderdaad een vraag aan u over de ondertekening van het asbestprotocol voor sociale huisvesting. Ik heb een soortgelijke vraag gesteld aan minister Beke over hetzelfde thema, maar dan in de welzijnssector. Het gaat om een soortgelijke problematiek, meer bepaald het uitstel van de ondertekening van die protocollen terwijl dat in andere sectoren zoals landbouw en scholen wel is gebeurd. Ik neem aan dat er een zekere sequentie zit in die protocollen, en ik zou dus graag weten waar dit uitstel vandaan komt.
De Vlaamse Regering keurde in juli 2018 het Actieplan Asbestafbouw goed. Dit plan moet Vlaanderen uiterlijk tegen 2040 asbestveilig maken en bevat een aantal doelstellingen: alle asbestcementen toepassingen rondom gebouwen verwijderen tegen 2034, alle eenvoudig te bereiken, niet-hechtgebonden asbesttoepassingen verwijderen tegen 2034 en alle andere eenvoudig te bereiken asbesttoepassingen in slechte staat verwijderen tegen 2040. Het plan is wat het is, maar mijn fractie vindt dat die doelstellingen te ver in de tijd liggen. We kunnen toch moeilijk zeggen dat Vlaanderen pas tegen 2040 asbestveilig moet zijn? Die discussie moeten we vandaag niet per se openen maar ik geef het toch even mee voor het verslag en voor de duidelijkheid.
Met Cluster 1 - Renovatie gebouwenpatrimonium van het relanceplan Vlaamse Veerkracht zet Vlaanderen in op de energetische renovatie van residentiële en niet-residentiële gebouwen, voorafgegaan door een asbestverwijdering. Een van de twaalf projecten in deze cluster is de ondertekening en operationalisering van asbestprotocollen voor de sectoren zorgvoorzieningen, scholen, landbouw en sociale huisvesting. Samen met de ondertekening van deze protocollen wordt er een ondersteuningskader met ontzorging, cofinanciering en subsidiëring aangeboden.
Het sectorprotocol scholen werd al geruime tijd geleden ondertekend en afgelopen zomer werd ook het asbestprotocol voor landbouw ondertekend door de voogdijministers. Uit de voortgangsrapportering september 2021 blijkt dat de asbestprotocollen voor de sectoren zorgvoorzieningen en sociale huisvesting nog niet werden ondertekend en dat ze de status ‘vertraging’ hebben gekregen. In de eerste rapportering over de voortgang van de relanceprojecten in april 2021 kreeg de ondertekening van deze protocollen nog de status ‘op schema’.
Een sectorprotocol wordt ondertekend door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), de voogdijministers en de sectorvertegenwoordiging. Uit de voortgangsrapportering blijkt dat de ondertekening van het protocol voor de sector sociale huisvesting vertraging heeft opgelopen.
Minister, wat is de oorzaak van deze vertraging voor de ondertekening van het sectorprotocol sociale huisvesting?
Is er al een ontwerp van sectorprotocol?
Gaat de OVAM akkoord met het ontwerp van dit protocol?
Gaat de sectorvertegenwoordiging akkoord met het ontwerp van dit protocol?
Werden de nodige inspanningen gedaan om het ondersteuningskader uit te rollen?
Wat is de vooropgestelde timing om dit protocol te ondertekenen?
Minister Diependaele heeft het woord.
De OVAM besloot om het asbestafbouwplan met de vier sectorprotocollen op te nemen in het procedureel kader van de relancemiddelen Vlaamse Veerkracht. Dat kader stond in januari 2021 niet onmiddellijk op punt waardoor de beoogde timing op zich al vertraging opliep. Daarnaast werd geopteerd om te werken met een gefaseerde aanpak binnen dit project waarbij in een eerste fase de middelen werden vrijgemaakt voor snel operationaliseerbare sectorprotocollen landbouw en scholen. Voor deze projecten zijn de onderhandelingen ook volledig rond.
Het sectorprotocol sociale huisvesting focust op asbestinventarisatie waarbij de sociale huisvestingssector tegen 2029 streeft naar zo veel mogelijk asbestveilige wooneenheden. Hiervoor is al een sectorale consensus bereikt.
Momenteel is de sociale huisvestingssector onderhevig aan een ruime renovatiegolf met als doel het patrimonium zo goed mogelijk energetisch performant te maken.
Daar waar verouderd patrimonium gerenoveerd wordt, komen ook oude asbestmaterialen vrij. Na doorgedreven renovatie zal daardoor al gauw een actualisatie kunnen volgen van de bestaande asbestinventaris naar een Vlaams asbestattest met vermelding ‘asbestveilig’.
Het asbestafbouwbeleid bevindt zich momenteel in volle expansie en opschaling en zet de beschikbare tijd en personeelscapaciteit maximaal in op actuele prioriteiten en noden. Het verkrijgen van een asbestattest met vermelding asbestveilig is maar mogelijk na de lancering van het asbestattest in de loop van 2022. Daarom werd ervoor gekozen dit in een tweede fase van het project Vlaamse Veerkracht 005 mee te nemen.
Wat uw tweede vraag over het ontwerp van sectorprotocol betreft. Ja, er is al een ontwerpprotocol Asbest Sociale Huisvesting voorbereid en besproken.
Uw derde vraag dan. De OVAM is vanuit haar opdracht binnen het Actieplan Asbestafbouw initiatiefnemer voor verschillende protocolontwerpen en heeft het ontwerp zelf voorbereid.
Uw vierde vraag. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH) gingen al akkoord met de laatste werkversie.
Uw vijfde vraag. De VMSW en de sector verkenden en onderhandelden samen met de OVAM de verschillende mogelijkheden voor een ondersteuningskader.
Uw laatste vraag. De vooropgestelde timing is om tegen de jaarwisseling het protocol te ondertekenen. We werken er dus wel degelijk hard aan door.
De heer Danen heeft het woord.
Ik begreep dat het ook voor de zorginstellingen tegen de jaarwisseling zou zijn om dit te ondertekenen.
Ik heb nog drie korte bijkomende vragen, minister. Ik ben al een tijdje bezig met de problematiek. Ik heb ook de asbestprotocollen rond de scholen van heel nabij opgevolgd. Ik zou u willen vragen om misschien ook te leren van een aantal van hun leerpunten en van de dingen waar zij op gestoten zijn. Nu, wat ik daar bijvoorbeeld heb gemerkt, is dat ze eerst hebben geprobeerd een en ander goed in kaart te brengen. Ik weet niet of dat bij de sociale huisvesting al gebeurd is. In principe moeten er inventarissen zijn, maar bij de scholen hebben we gezien dat veel scholen ofwel geen inventaris hadden ofwel een foute inventaris hadden. Het geeft natuurlijk veel risico’s als je met een foute inventaris vertrekt. Dan ga je misschien handelingen stellen die misschien nog risicovoller zijn dan wat je zou doen mocht er geen geweest zijn. U begrijpt wat ik wil zeggen. Ik zou u echt willen vragen om dat goed in kaart te brengen. Dat zou natuurlijk niet mogen leiden tot al te grote vertragingen. Dat stel ik helemaal niet voor. Maar een goede inventaris is net zoals een goed plan. Als je iets bouwt, is het cruciaal, maar dat geldt ook voor de afbouw. Ik neem aan dat dit in het protocol ook aanwezig is, maar ik heb het nog niet gezien. Ik wil er toch op hameren om daar aandacht aan te besteden.
Ten tweede stel ik vast dat mensen zich vaak zorgen maken over asbest in hun woning. Het zal zeker zo zijn als sociale huisvestingsmaatschappijen daarmee starten. Ik neem aan dat u daar campagnes rond zult doen. Ik denk dat ook mensen die in die socialehuisvestingsvoorzieningen wonen met vragen zullen zitten. Het is goed om een centraal meldpunt te voorzien waar mensen terechtkunnen met hun vragen en bezorgdheden en eventuele tips. Ik heb ook bij de scholen gezien dat dit een grote hulp is. De OVAM zou die rol als meldpunt kunnen vervullen. Ik wil u vragen om werk te maken van een meldpunt want er is niks ergers dan dat, als er issues zijn, mensen onder elkaar beginnen te praten. Zo gaan de zaken een eigen leven leiden. Dat kunnen we het best voorkomen door te zorgen voor transparante communicatie. Wilt u daar ook aandacht voor hebben?
Mijn derde vraag gaat over de informatiedoorstroming en informatie-uitwisseling. Zoals u daarnet terecht zei, denk ik dat we – als we er echt mee aan de slag gaan – op dingen gaan stoten die we niet verwacht hadden. Dat is onvermijdelijk en dat hoeft ook geen aanleiding tot paniek te geven. Het zou goed zijn dat sociale huisvestingsmaatschappijen de dingen waar ze op stoten aan elkaar doorgeven, vooral om van elkaar te leren. Ook hier is mijn vraag of u werk wilt maken van die informatiedoorstroming om ervoor te zorgen dat er geen kennis verloren gaat, en meer nog dat we van elkaars bevindingen kunnen leren.
Minister Diependaele heeft het woord.
Leren is altijd goed. De voorbeelden uit het onderwijs die u aanhaalt, zijn zeker waardevol. Ik ga eerst op uw drie punten in. Ik denk dat we absoluut niet ver van elkaar af staan.
Eerst en vooral: het protocol heeft juist de focus op die inventarisatie. Dat zit er inderdaad in. Ik ben het daar helemaal mee eens. Het eerste wat je moet doen, is inderdaad een goed beeld krijgen van de problematiek. En daar focussen we ook op met dit protocol, dat we dus tegen de jaarwissel ondertekend willen hebben. Daar zijn we het dus over eens.
Ten tweede, wat betreft het centrale meldpunt: ik begrijp wat u bedoelt, maar ik weet niet of dat centraal moet zijn. We zetten nu bij de sociale huisvestingsmaatschappijen in elk geval al heel hard in op communicatie met bewoners, om vragen te ondervangen en dergelijke meer. Ik denk dat dat het best bij die sociale huisvestingsmaatschappijen blijft. Ik weet niet of het iets anders is dat u bedoelt, maar één centraal punt voor alle huisvestingsmaatschappijen, dat gaat verwarrend zijn. (Opmerkingen van Johan Danen)
Dan zitten we op dezelfde lijn. Die sociale huisvestingsmaatschappijen worden in de visitatie ook gecontroleerd op hun communicatie met hun bewoners. En zij zijn uiteraard het best op de hoogte van de staat van hun patrimonium en hoe dat zit. Zij kunnen die antwoorden dus het beste geven. Maar ik denk dat we daar op dezelfde lijn zitten.
Uw laatste punt is zeker ook terecht. We zullen dat meegeven aan de VMSW. Ik ga ervan uit dat dat eigenlijk al gebeurt, maar dat die best practices gedeeld worden. Het is een beetje een kleine bubbel, die huisvestingsmaatschappijen. Die kennen elkaar wel altijd. Maar misschien moet daar inderdaad wel op gelet worden dat die beste praktijken meer gedeeld worden, al denk ik dat dat in de meeste gevallen al gebeurt. Maar dat kunnen we zeker nog meenemen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, het maakt mij niet zozeer uit waar dat meldpunt precies gebeurt. Als dat binnen de huisvestingsmaatschappijen ook een plaats kan vinden, is dat voor mij ook oké. Ik weet dat ze fel inzetten op communicatie, dus dat is misschien een betere oplossing dan echt een centraal meldpunt. Maar er moeten natuurlijk wel goede antwoorden komen als mensen bepaalde vragen hebben.
Ik wil afsluiten met waar ik mee begonnen ben, namelijk de doelstellingen in het asbestafbouwplan van de Vlaamse Regering tegen 2034. U zegt dat u voor de sociale bouwsector de zaken tegen 2029 asbestveilig wilt maken, maar eigenlijk zou vandaag niemand in een asbestonveilig gebouw mogen wonen. Ik neem aan dat u het met mij eens bent. Ik neem aan dat we de grootste problemen, de echt asbestonveilige situaties, echt wel heel snel aanpakken, niet tegen 2029, maar zo snel mogelijk na de afsluiting van het protocol.
De vraag om uitleg is afgehandeld.