Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Tommelein heeft het woord.
Het is een problematiek die al enkele jaren meegaat: de problematiek van weddenschappen en gokken op de kanalen en platformen van onze publieke omroep. Kort voor de grote sportzomer van 2021 kwam de problematiek terug op tafel te liggen. De VRT heeft toen aangegeven om de gokboodschappen rond de sportprogramma’s enigszins te beperken, maar niet volledig te schrappen. Voor het EK Voetbal of voor de Olympische Spelen werd geen gokbedrijf aangetrokken als sponsor, maar dat was wel het geval voor bijvoorbeeld de Tour de France.
Het is uiteraard zo dat de federale overheid bevoegd is voor de wetgeving op de kansspelen. De VRT zal ongetwijfeld binnen de contouren van die wetgeving opereren. Dat mogen we althans veronderstellen, ook al wordt soms de grens eens opgezocht, zoals bijvoorbeeld met de rol die voormalig voetballer Wesley Sonck in dezen speelde. Het is volgens de kansspelwetgeving verboden om actieve sporters in te zetten voor gokreclame. Het woordje actief is natuurlijk juridisch belangrijk. Maar daar gaat het eigenlijk niet over. Het gaat wel over de voorbeeldfunctie die de publieke omroep, in belangrijke mate gefinancierd met belastinggeld, hier tentoonspreidt. Het past uiteraard niet dat de VRT deze grenzen opzoekt, ook al is het juridisch wel allemaal correct.
Zoals gezegd, minister, is deze problematiek niet nieuw. In april 2019 – dat was vorige legislatuur – werd in het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd waarin aandacht werd gevraagd voor de problematiek van gokreclame op de VRT. De VRT werd daarin gevraagd een ethische code over haar beleid rond gokreclame uit te werken. Die resolutie kwam er onder meer naar aanleiding van het verslag van de Vlaamse Ombudsdienst met betrekking tot 2018, een jaar waarin heel wat klachten werden ingediend. De Ombudsman heeft toen een aanbeveling gedaan die aan duidelijkheid niets te wensen overliet: ban de reclame van de openbare VRT-schermen. En wat zien we? We zijn ondertussen 2,5 jaar verder en de gokreclame is nog altijd niet verdwenen.
Zo dus ook afgelopen zomer. Toen kwam daar terecht opnieuw kritiek op, onder meer van u, als minister. U stelde dat de bewuste campagne niet meer voor herhaling vatbaar was. De VRT zelf gaf aan en beloofde dat ze de gokreclame zou verminderen en dat er een aangepast plan komt. Maar laat ons eerlijk zijn, er moet een plan voor volledige afbouw komen. Geen mindering, maar een stopzetting met een duidelijke timing, ook op de websites. Vandaag nog zag ik op de frontpagina van de website een paginabrede banner: ‘Wed nu’, met een verwijzing naar de gokwebsite om te wedden op sportwedstrijden. Dit heeft toch niets te maken met sponsorcontracten die aan de desbetreffende sporten zijn verbonden en waar de VRT niet omheen kan? Het was gewoon, minister, gokreclame op de websites van een van de belangrijkste sportinformatiepagina’s van Vlaanderen.
Minister en beste collega’s, dat is problematisch want ook veel jongeren bezoeken die website, en laat nu jongeren bij uitstek een kwetsbare groep zijn die vatbaar zijn voor zulke reclame, zo blijkt uit onderzoek. Ook het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) geeft aan dat jongeren meer risico lopen op problematisch gokgedrag dan volwassenen. Cijfers van VAD uit 2019 geven aan dat 10 procent van de leerlingen in het secundair onderwijs al eens gokten op een sportwedstrijd. Bij 17- en 18-jarigen ging het zelfs over bijna een op de vijf leerlingen.
Minister, uw reacties in het verleden hebben aangetoond dat ook u een bijzonder koele minnaar bent van het fenomeen van gokreclame op de openbare omroep. Ik begrijp dat er voor de VRT hoogstwaarschijnlijk nog andere elementen meespelen dan het hebben van een voorbeeldfunctie. Maar financiële redenen mogen hier niet gelden en juridisch-contractuele moeilijkheden moeten worden opgelost.
Ik denk eerlijk gezegd dat we op dezelfde nagel moeten blijven kloppen. Vandaar mijn vragen.
Wat is uw mening over het nog steeds aanwezig zijn, vandaag nog, van gokreclame op de VRT?
Hebt u hierover, naar aanleiding van de voorbije sportzomer, contact gehad met de VRT? Zo ja, wat is het resultaat van dat contact?
Waarom is er ondanks vele klachten over de jaren heen nog altijd gokreclame op de VRT? Zijn er langlopende contracten, die de VRT of de Vlaamse Audiovisuele Regie (Var) moeilijk kan stopzetten? Wat zijn de eventuele repercussies indien we dat met de VRT eenzijdig zouden stopzetten?
Hoe staat het met het aangekondigde plan om gokreclame te laten uitdoven op de VRT? Wat is de stand van zaken hieromtrent?
Welke inkomsten ontvangt de VRT uit gokreclame? Ik had graag een overzicht gehad van de inkomsten hiervan van de voorbije vijf jaar. Hoe verhouden deze inkomsten zich ten opzichte van de totale online advertentie-inkomsten?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Tommelein, bedankt voor de vraag over opnieuw een belangrijk thema: gokreclame op de publieke omroep.
U weet dat er in ons land, in Vlaanderen, nog heel veel mensen lijden aan een gokverslaving. Dit is, jammer genoeg, nog altijd een urgente maatschappelijke problematiek. Het spreekt voor zich dat gokreclame daar een negatieve invloed op heeft. Voor mij is het, als minister van Media, evident dat de publieke omroep daar een voorbeeldfunctie in te spelen heeft.
Het klopt dat er nog steeds commerciële communicatie voor gokken aanwezig is op de verschillende kanalen van de VRT. U weet dat er geen federaal wettelijk kader is dat dit verbiedt.
Zoals reeds meegegeven in mijn antwoord op twee actuele vragen net voor de zomer heeft de VRT wel al een aantal stappen gezet dit jaar, sinds het afsluiten van de beheersovereenkomst eind 2021. Zo was er bijvoorbeeld rond de uitzendingen van het EK Voetbal en van de Olympische Spelen geen gokreclame te zien op televisie.
Aangezien ik bijzonder bezorgd ben over alle vormen van verslaving en van gokken in het bijzonder heeft deze thematiek een expliciete plaats gekregen in de beheersovereenkomst met de VRT. De publieke omroep heeft hier inderdaad een voortrekkersrol te spelen. Daarom bevat de beheersovereenkomst een specifieke doelstelling, een specifieke key performance indicator (KPI) die stelt dat de VRT tegen begin 2022 op het vlak van commerciële communicatie inzake gokken een strikter beleid moet uitwerken ten opzichte van de bestaande regelgeving. De afgelopen maanden is er door de VRT samen met mijn kabinet en met organisaties zoals VAD zeer intens gewerkt.
De afgelopen maanden is er zeer intens gewerkt door de VRT, samen met mijn kabinet, en ook samen met organisaties zoals VAD. Ik ben heel fier dat ik vandaag kan aankondigen dat de VRT de bezorgdheden inzake gokreclame uit de samenleving ter harte neemt en een verstrengd gokbeleid heeft uitgewerkt.
Dat strengere gokbeleid heeft drie belangrijk pijlers. Ten eerste zal de VRT de inkomsten uit gokreclame radicaal afbouwen. Vanuit zijn maatschappelijke rol engageert de publieke omroep zich ertoe om vóór het aflopen van de huidige beheersovereenkomst in 2025 een afbouwplan uit te voeren. Concreet zullen de reclame-inkomsten vanuit kansspelbedrijven jaar na jaar worden verlaagd. Dat dit niet in één jaar moet worden gedaan, maar over die periode, geeft de VRT natuurlijk de tijd om alternatieven uit te werken voor het substantiële inkomstenverlies en financieel stabiel te blijven.
Concreet betekent dit dat vanaf 1 januari 2022 de druk van reclame voor kansspelen significant zal verminderen, zowel op televisie als op de onlinekanalen van de VRT. Voor televisie betekent dat al een grote reductie van televisiesponsoring van kansspelbedrijven, van drie naar één alliantiepartner. Die reductie wordt qua volume van inkomsten jaar na jaar voortgezet. Voor de digitale kanalen van de VRT, onder andere Sporza.be, dat het meest bekend is op dat vlak, plant de VRT een jaarlijkse afbouw met 20 procent. Tot de nieuwe ‘video advertising’ van VRT NU worden geen kansspelbedrijven toegelaten. Hetzelfde geldt voor commerciële communicatie rond digitale audio, die natuurlijk ook aan belang aan het winnen is. Als een kansspelbedrijf sponsor is van een sportevent en de zichtbaarheid van die partner essentieel is voor het verwerven van de uitzendrechten op dat sportevent, dan kan die vorm van reclame onder strikte voorwaarden wel nog behouden blijven. Dat is dus een eerste luik: de zeer radicale afbouw van inkomsten uit gokreclame.
Het tweede luik gaat over de uitzendmomenten. U weet dat dat ook op federaal vlak deels is gereglementeerd. De VRT zal die federale regels echter strikter interpreteren. Ze zal inzake uitzendmomenten van sponsorboodschappen voor online kansspelen een strikter beleid voeren en de huidige regels strikter dan juridisch noodzakelijk toepassen.
Last but not least, de VRT zal gokgedrag in het aanbod zeer behoedzaam en genuanceerd benaderen. Het zal steeds op een maatschappelijk verantwoorde manier worden afgebeeld, vooral ook met oog op de impact voor het publiek. Programmamakers zullen worden gecoacht over het benaderen van gokgedrag en -verslaving in hun programma’s. De VRT zal daarvoor ook een samenwerking opzetten met het reeds genoemde VAD. De VRT-netten, -stemmen en -gezichten zullen geen kansspelen promoten op sociale media, in reclame of op events. Alle stemmen en gezichten die aan de VRT verbonden zijn, moeten zich ook aan die richtlijn houden. Dat zal ook worden opgenomen in het aangepaste programmacharter. Er zijn natuurlijk ook een aantal externe medewerkers die slecht sporadisch voor de VRT werken. Ook daar zal er toestemming moeten worden gevraagd en zal er een heel sterk ontradingsbeleid worden gevoerd. Ook redactionele samenwerking met de kansspelensector zal worden uitgesloten, en er zullen ook geen overeenkomsten worden afgesloten met betrekking tot productplacement.
Met andere woorden, dit is een zeer ambitieus plan, waarbij de VRT eigenlijk echt die voortrekkersrol binnen de Vlaamse mediasector ten volle op zich neemt.
Collega Tommelein, u hebt ook vragen gesteld naar de specifieke inkomsten die de VRT en de Var momenteel genereren uit commerciële boodschappen voor gokken. Die informatie kan niet worden bekendgemaakt. De rapportering daarover gebeurt op basis van de beheersovereenkomst, onder andere via het jaarverslag. In de beheersovereenkomst wordt niet gevraagd om te rapporteren over de inkomsten specifiek uit gokreclame en de verhouding ervan tegenover de totale onlineadvertentie-inkomsten.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is zeer goed dat er een plan wordt uitgewerkt. Ik merk dat u heel veel ambitie hebt op dat vlak en dat dat inderdaad snel moet gaan. Ik hoor nu van u een afbouwscenario tegen het einde van de legislatuur. Ik leg er de nadruk op dat de finaliteit alleszins moet zijn dat het zo snel mogelijk moet worden stopgezet.
Laat ons eerlijk zijn, de resolutie dateert van 2019. We zien vandaag nog altijd op cruciale momenten gokreclame opduiken. Als we gaan naar het einde van de legislatuur, dan hebben we er vijf jaar over gedaan om die gokreclame op alle platformen van de VRT te bannen. Ik merk dat daar inderdaad inspanningen voor geleverd worden. Minister, ik hoop dat u de vinger aan de pols houdt en er nauwlettend op toeziet dat dat ook effectief wordt uitgevoerd.
Ik hoor nogal vaak dat financiële aspecten hierin meespelen, ik hoor het ook aan uw uitleg. Maar in feite zou dit geen rol mogen spelen. De inkomsten uit televisiesponsoring of online display en bannering zijn immers toch begrensd. Er is daar met andere woorden een maximum dat mag worden binnengehaald. Die middelen kunnen dus perfect veel sneller via andere boodschappen dan gokreclame worden gehaald.
Ik lees in de beheersovereenkomst van de VRT dat in de titel van het eerste hoofdstuk staat: “Missie van de VRT: Media die er écht toe doen”. Minister, op dit vlak krijgt u de volle steun van mijn fractie. De VRT kan er hier echt toe doen, maar men moet willen en snel uitvoeren.
De heer Vandaele heeft het woord.
Gokverslaving is natuurlijk een bijzonder belangrijke problematiek. Ik heb er in een vorige legislatuur ook nog mijn bijdrage toe geleverd dat de toen populaire belspelletjes van het scherm verdwenen – dat zat in dezelfde sfeer. Wat ons betreft mag het dus allemaal wel wat scherper, mag het allemaal wel wat strenger, ook als het gaat over de reclamespotjes.
Collega Tommelein heeft het in zijn uiteenzetting ook beklemtoond: ten gronde zit het natuurlijk op federaal niveau om dat allemaal te regelen. Wij kunnen vooral alleen op onze openbare omroep de pijlen richten, wat wij ook doen, terwijl het voor mij niet alleen een zaak is voor de openbare omroep, maar eigenlijk ook een zaak voor de media in het algemeen. Maar wat dan die openbare omroep betreft, minister, hoor ik u graag zeggen dat daar een scherper en strenger beleid zal worden gevoerd. Ik denk dat we dat toejuichen, maar dat we ook wel weten dat het een heel complexe materie is. Als je een wielerwedstrijd uitzendt en je hebt daar een ploeg die gesponsord wordt door Lotto Soudal, dan toon je die natuurlijk wel. U zegt het daarnet zelf: zelfs bij een strenger beleid zal er toch een uitzondering zijn voor die programma’s waar de VRT dan de rechten op heeft, maar waar er een bepaalde hoofdsponsor is, enzovoort. Daar zal er dus een grijze zone blijven, daar zullen achterpoortjes blijven.
Ik wens u dus in elk geval veel succes toe, minister, om dat op een sluitende manier aan te pakken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, collega Tommelein, voor de vraag. Het is een belangrijke kwestie en het is goed dat u deze kwestie naar voren brengt en dat samen met onze fractie aanjaagt.
De VRT heeft ondertussen ook net al een persbericht in onze mailbox doen belanden om de aankondiging te doen dat ze die gokreclame zullen afbouwen. Daar ben ik heel verheugd over. Want gokverslaving verwoest echt mensenlevens, niet alleen van de verslaafden, maar ook van de mensen in hun omgeving. Reclame – dat blijkt uit elk onderzoek – is gewoon een ongelooflijk directe trigger voor wie worstelt met een verslaving of denkt die verslaving achter de rug te hebben en die het elke keer opnieuw moeilijk maakt. Ik ben daarover heel veel in contact met ex-gokverslaafden. Dat is zeer, zeer moeilijk voor hen, die reclame die overal zo present is.
Collega Tommelein, u verwijst naar de resolutie die wij inderdaad op het einde van de vorige legislatuur kamerbreed hebben goedgekeurd. Dat was naar aanleiding van mijn voorstel van decreet, waar we advies voor gevraagd hadden bij de Raad van State. Die zei dat we dat federaal moesten regelen. En we moeten dat nu ook federaal gaan regelen. Het standpunt van Vooruit is gekend: wij willen eigenlijk een volledig verbod op gokreclame van kansspelbedrijven, voor zowel reclame als sponsoring. Mijnheer Tommelein, dat wil dus ook zeggen een verbod op sponsoring door Casino Oostende van KV Oostende, wat mij betreft.
Maar het is goed dat de VRT zich nu engageert. Ik weet dat dat voor de VRT ongeveer 1 miljoen euro aan inkomsten betekent, dat is dus echt een serieus engagement maar hiermee creëren we natuurlijk ook een ongelijk speelveld want voor andere mediabedrijven blijft dit natuurlijk een belangrijke inkomstenbron. En dus zou ik eigenlijk alle collega’s willen oproepen om bij de Federale Regering aan de kar te trekken met de steun van minister Dalle om echt te gaan naar een volledig verbod op reclame voor kansspelbedrijven.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Nu we net het persbericht van de VRT hebben gekregen waar mevrouw Segers al naar verwezen heeft, en we dat eens rustig nalezen, denk ik dat er toch al belangrijke stappen vooruit gezet zullen worden. We kunnen natuurlijk altijd verder gaan, collega Segers, dat is duidelijk. Maar ik denk dat we realistisch moeten zijn en dat de aanpak die men hier nu voorstelt, ongezien is in Vlaanderen. En het is te hopen dat de private mediaspelers een stuk willen volgen want ook zij hebben daar een soort morele verplichting hoog te houden.
Ik denk dat we eind vorige legislatuur in dit parlement met die resolutie die extra zet hebben gegeven waardoor dit verder ter sprake is gekomen, onder andere in de beheersovereenkomst met de VRT. Het is inderdaad zo dat we nog altijd verdere stappen kunnen zetten maar ik vind dit toch al een heel belangrijke stap in de goede richting.
Minister, ik wil ook aansluiten vanuit de Groenfractie. Enerzijds is het goed dat er een beleid komt, dat is ook conform de beleidsovereenkomst. De afspraak was om tegen het eind van het jaar een voorstel neer te leggen en dat is er nu en dus niet op de laatste knip, wat soms ook al verrassend is. Anderzijds is het toch nog een lang tijdspad. De horizon is 2025 en men wil toch vrij langzaam, met 20 procent onder andere bij Sporza, jaarlijks die inkomsten verminderen. Ik zou er dan ook willen op aandringen om een aantal ingrepen al sneller te doen. Wat mij bijvoorbeeld enorm stoort, is dat je op de website van MNM en Studio Brussel nog gokreclame kunt zien. De doelgroep van MNM zijn de 15- tot 34-jarigen, die van Studio Brussel de 18-jarigen tot iets ouder. Zeker op die platformen en op die zenders waar men met jongeren in aanraking komt, zou dit eigenlijk al vanaf vandaag, vanaf gisteren zelfs, verboden moeten zijn. Men zou ervoor moeten zorgen dat die reclame daar niet zichtbaar is.
Minister, kunt u erop aandringen dat het nog sneller zou gaan? Kan er niet voor gezorgd worden dat zeker jongeren op geen enkele manier in aanraking komen met gokreclame?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, ik zal beginnen met de timing. In de beheersovereenkomst is afgesproken dat het voorstel er begin volgend jaar zou zijn. We zijn nu midden oktober, men heeft die timing dus niet afgewacht. We hebben daar heel intens aan gewerkt en men is daar sneller gegaan dan voorzien. Dat is iets wat ik toch bijzonder apprecieer en in de kijker wil zetten.
Daarnaast is er ook heel doelbewust gekozen voor geen radicaal scenario vanaf de eerste dag, wel voor een radicale afbouw maar op termijn. Voor de Vlaamse overheid is het belangrijk dat het financieel kader dat we voor de VRT voor de komende jaren hebben vastgelegd, een stabiel kader is. We willen de VRT geen stokken in de wielen steken voor wat de meerjarenplanning betreft, door heel drastisch en heel snel dit soort inkomsten af te bouwen die toch een belangrijke relevantie hebben voor het businessmodel van de VRT. Ik sta helemaal achter het voorstel van de VRT om dit op de voorgestelde manier te doen, met een duidelijke target maar ook wel met een realistisch financieel kader.
Er was de vraag rond de doelgroepen. Ik denk dat dat een terecht aandachtspunt is. In hetgeen nu wordt voorgesteld vertrekt men effectief vanuit de maatschappelijke opdracht en wil men ervoor zorgen dat gokken op geen enkele manier wordt aangemoedigd. Men wil ook op een correcte manier daarmee omgaan. Het is evident dat men in dat afbouwscenario ook rekening houdt met de momenten waarop bepaalde doelgroepen kijken. Bijvoorbeeld, als er heel veel kinderen of jongeren bepaalde zaken zien of beluisteren, houdt men daar rekening mee. Dat spreekt voor zich.
Ik kom tot het laatste punt op dat vlak. Collega Vandaele heeft heel terecht gewezen op het belang van bijvoorbeeld sportevents waar gokbedrijven soms toch belangrijke partners zijn. Ik herinner eraan dat ook sport de core business is van de openbare omroep. Er moet verslaggeving zijn over de relevante sportieve evenementen. Dat is ook de reden waarom de mogelijkheid om inkomsten te werven uit gokreclame niet volledig tot nul herleid wordt, omdat we de VRT zeker de mogelijkheid moeten geven om sportevents in beeld te brengen, ook wanneer er een gokpartner betrokken is in die situatie. Dat is nog een belangrijk punt.
Ik wil het belang van deze beslissing onderstrepen. Dit is een historische beslissing van de openbare omroep waarbij men echt het goede voorbeeld geeft. Ik moet zeggen dat ik dat als minister van Media zeer waardeer, maar ook met mijn ander petje op van minister van Jeugd. Er zijn hier ook verschillende ouders in de zaal en virtueel aanwezig. Wat ik in elk geval absoluut wil vermijden is dat kinderen verslaafd geraken. Gelijk welke verslaving kan een mensenleven verwoesten. Ook gokverslaving is zeer ingrijpend. We moeten dat absoluut vermijden. Dat de VRT daar het voortouw in neemt is iets wat ik bijzonder waardeer. Het is een zeer goede zaak voor een publieke omroep.
Tot slot hebben we natuurlijk nog andere mediabedrijven. We hebben vooral nog veel andere maatschappelijke actoren die er ook mee bezig zijn. Het spreekt voor zich dat het goed zou zijn dat zij ook meegaan in die tendens om minder gokreclame in beeld te brengen. Natuurlijk, het globale kader wordt federaal geregeld. Dit is dan ook een duidelijke oproep naar mijn federale collega van Justitie om ook daar werk te maken van een striktere reglementering van gokreclame.
De heer Tommelein heeft het slotwoord.
Dank, minister, voor uw laatste antwoord. Ik heb nog drie opmerkingen.
Het gaat hier om de openbare omroep. Het pleidooi van een aantal collega’s en ook van uzelf voor private bedrijven kan ik volgen, maar dat is hier niet het onderwerp van discussie. Het is duidelijk dat het hier gaat over de voorbeeldfunctie van de openbare omroep. Ik juich het plan toe, maar ik merk in het persbericht dat vandaag verstuurd wordt dat men nog altijd openingen laat.
Minister, er staat letterlijk: “In 2025 zullen we nog maar zelden promotie voor kansspelen op de VRT zien.” Men blijft het stopzetten dus nog altijd niet op de agenda plaatsen. Men laat openingen om toch nog, na deze legislatuur in 2025, nog altijd promotie te maken voor kansspelen.
En mijn derde opmerking is deze. Eerlijk gezegd vind ik – mevrouw de voorzitter, ik richt me tot u – de houding van de VRT die persberichten zit te versturen terwijl ik mijn tussenkomst nog aan het houden ben in het parlement ongepast en getuigen van weinig respect. Een parlementslid zet een onderwerp op de agenda, de openbare omroep verstuurt het persbericht nog voor dit debat hier is afgesloten. Ik vind dit echt niet kunnen. Men had minstens kunnen wachten tot dit debat was afgerond en tot alle collega’s hun stem hadden kunnen laten horen en tot ik mijn repliek had kunnen geven. Minister, ik denk dat u aan de VRT moet vragen dat, als ze nog persberichten willen versturen en zelf willen scoren, ze eventjes moeten wachten tot het parlement het debat heeft afgerond.
De opmerking zal gehoord zijn. Meer kan ik daar niet voor doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.