Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, dit is een opvolgvraag over het aanbod aan geldautomaten op het platteland. Dat is ook al meerdere keren in deze commissie aan bod gebracht, niet alleen door mezelf, maar ook door diverse collega’s. De jongste keer was in mei, naar aanleiding van diverse persberichten over het feit dat er een nieuw netwerk wordt uitgerold via één groot project, het project Belgian ATm OPtimization INitiative (Batopin), waarbij de automaten eigenlijk onder één beheer worden gebracht. De verschillende soorten worden vervangen door één toestel. Tegen 2025 zou alles vervangen moeten zijn door dat neutrale merk. Nu is het wel zo dat het aantal locaties zal krimpen, tot 650 à 750 locaties, en daar heerst wel wat ongerustheid over. Anderzijds is er wel de garantie dat 95 procent van de bevolking op maximaal 5 kilometer een geldautomaat zou hebben.
Minister, wat de concrete uitrol betreft, kijk ik naar u om zeker de mensen op het platteland te verdedigen, zeker als we horen dat een pak geldautomaten bijvoorbeeld aan NMBS-stations zullen worden geplaatst, die vaak ver zijn van heel wat plattelandsgemeenten. Men moet dus voorzichtig zijn: die 95 procent van de bevolking moet ook daadwerkelijk worden bereikt.
In uw jongste antwoord zei u dat u zich engageerde om te overleggen met de banken en de federale overheid. Ik weet wel dat de bevoegdheid ter zake niet volledig bij u ligt, maar u kunt wel mee aan de kar trekken. Vandaar mijn opvolgvragen.
Het is ondertussen zes maanden later. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitrol van het Batopinproject? Hebt u overleg gehad met de bankensector en met de Federale Regering? Wat was de uitkomst daarvan? Er is ook de zorg dat bpost hier niet aan meedoet. Dat hebben we ondertussen ook vernomen. Welke hefbomen kunnen federaal worden aangewend voor dit project?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, dank u.
We hebben inderdaad een overleg gehad met de vertegenwoordigers van het Batopinproject. De banken die deelnemen aan het project, engageren zich ertoe om 95 procent van de Vlaamse burgers toegang te geven tot geldautomaten. In augustus hebben ze ook pilootsites opgestart, zowel in een stedelijke context als in een plattelandscontext. Ze hebben de ambitie om tegen 2024 een volledig operationeel netwerk uit te rollen. Voor de keuze van de locatie wordt er gezocht naar knooppunten, zoals treinstations, dorpscentra en mobipunten, die ook maximaal bereikbaar zijn voor mensen met beperkte mobiliteit. De automaten worden geplaatst als kiosk of in bestaande winkelpanden. Mijn kabinet heeft natuurlijk vooral de problematiek van de plattelandsgemeenten naar voren gebracht: er moeten voldoende automaten zijn in de plattelandsgemeenten. We hebben ook gevraagd om alstublieft ook de lokale besturen daarbij te betrekken, omdat zij natuurlijk het best geplaatst zijn om mee vorm te geven aan dat plan.
In april heeft Batopin ook een contract getekend met NMBS, zo zei Batopin ons, met als doel het aantal bankautomaten in stations te verdubbelen. Dat is dus goed, maar ik heb wel nog eens benadrukt dat er in sommige plattelandsgemeentes geen station is en dat er maximaal rekening mee moet worden gehouden dat er ook daar voldoende automaten moeten zijn. We blijven ook contact houden met hen, met onze vraag om de plattelandsgemeentes en de lokale besturen en de burgemeesters daar voldoende bij te betrekken.
Met collega De Sutter hebben we het daar ook over gehad. Zij heeft ook aangegeven dat de nieuwe beheersovereenkomst met bpost garandeert dat alle Vlamingen in hun gemeente toegang zullen hebben tot een bankautomaat. Bpost zelf zal ten minste 350 bankautomaten ter beschikking stellen, en minstens 1 automaat in gemeenten waar er geen andere geldautomaat is. Dat heeft ze me ook bevestigd.
Wij volgen dit ook verder op, zowel met de federale collega’s als met Batopin.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord. U kondigde vorige keer aan het overleg te zullen aangaan met de federale overheid. U hebt dat duidelijk ook gedaan, en er zijn stappen vooruit gezet. Dat is dan ook voor u een pluim. Ik hoop dat ze dan ook wel luisteren bij de uitrol op het terrein, want er is immers toch wel wat bezorgdheid. Knooppunten, stations, daar komen heel wat mensen, maar zoals u ook aanhaalt: men moet zich toch bewust zijn van het feit dat dat voor bepaalde regio’s geen oplossing is. Als men echt die 95 procent wil bereiken, dan zal men wel ruimer moeten gaan. Ik vind de suggestie om zeker de lokale besturen in dezen te horen enorm belangrijk. Wij weten als ervaringsdeskundigen op het terrein inderdaad het beste waar een automaat echt wel een meerwaarde zou kunnen hebben, waar er ook basisvoorzieningen zijn en waar cashgeld goed kan worden gebruikt om naar de bakker, naar de slager, naar de dokter en zo verder te gaan. Ik neem dat voorstel van u dus heel graag aan.
Afrondend geef ik nog een ander element. Een van de redenen waarom het voor een aantal mensen toch belangrijk is dat er geldautomaten zijn, is dat ze niet echt mee zijn met de digitale evolutie. Wij doen dat allemaal met onze telefoon of met onze iPad. Ik kan me zelfs niet meer herinneren wanneer ik nog eens geld uit een automaat ben gaan halen, aangezien ik met de kaart betaal of het gewoon overschrijf via een of ander digitaal orgaan. Misschien is dat ook iets waaraan u in uw plattelandsbeleid nog wat extra aandacht kunt geven, namelijk aan het detecteren van mensen die toch nog niet volledig mee zijn met de digitale evolutie, en hoe we eventueel met bepaalde initiatieven die achterstand kunnen wegwerken.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ook wij zijn als plattelandsgemeente al in gesprek geweest met Batopin. Daar stelden we vast dat niet zozeer de locatie het punt van discussie zal zijn, dat daar nog wel wat inspraak mogelijk is. Maar wat mij wel veel meer zorgen baart, is dat, als je de overeenkomst ziet die door Batopin wordt aangeboden, er toch een aantal onzekerheden in zitten voor lokale besturen. Ik ga ervan uit dat zolang cash in omloop is, er een redelijke toegang moet zijn voor bewoners tot cash via automaten. Maar daar zit een commercieel aspect aan. Dat wordt geëvalueerd en als blijkt dat er onvoldoende opnames zouden zijn, is het absoluut niet zeker dat dat gehandhaafd kan worden in je gemeente. In een gemeente van 10.000 tot 15.000 inwoners lijkt het mij logisch dat daar, zolang er in ons land cash in omloop is, toegang is tot een automaat en dat een overeenkomst met Batopin daar geen bom onder kan leggen.
Ten tweede is er het aspect veiligheid. Die automaten zijn inderdaad kiosken die op bepaalde plaatsen gezet kunnen worden. Het buitengebied is niet altijd even dichtbevolkt, met de sociale controle van dien. Het gaat over ‘cash in’ en ‘cash out’. Op het platteland heb je een heel rijk verenigingsleven, dat allerhande activiteiten organiseert. Het is niet evident om ’s avonds met cash geld over de straat naar zo’n automaat te gaan. Dat vergt toch ook een bijzonder aandachtspunt, die veiligheid, omdat dat vandaag in de contracten niet voorzien is. Dat is allemaal ten koste van de lokale besturen om daar dan de noodzakelijke investeringen te doen. Dat zijn nog een aantal bijkomende zorgen die ik u wil meegeven voor het verdere overleg.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister, ik denk dat u hier inderdaad daadkracht getoond hebt, dat u hebt getoond dat u de bezorgdheden die we hier al enkele keren geuit hebben, ernstig genomen hebt. Ik ben blij te horen dat u gesproken hebt met uw collega op het federale niveau en dat daar een engagement uit voortgekomen is.
Toch heb ik een kleine kanttekening wat het Batopinplan betreft. Het is natuurlijk in eerste instantie een besparingsoperatie van de bankensector. Men spreekt over 95 procent dekking. In de praktijk komt dat neer op 7000 plaatsen waar 2000 automaten geplaatst worden. Collega Talpe verwees al naar de stations: dat zouden er 169 zijn. Dat betekent dus dat er 530 plaatsen overblijven waar nog een automaat geplaatst kan worden. Die automaten moeten dan 95 procent bedienen. Maar het gaat natuurlijk over die 5 procent mensen die op het platteland wonen die niet bediend zullen worden. Momenteel heeft 6 op de 10 deelgemeenten geen automaat. Als ik nu hoor dat Bpost per gemeente toch zou proberen het gat dicht te rijden, denk ik dat dat een goede zaak is. Maar als ik nu zie wat er recent gebeurt – ik hoor toch heel wat concrete plannen of vage plannen rond fusies van gemeenten, waarbij gemeenten steeds groter worden –, denk ik dat we daar toch ook al een stap verder moeten denken. Hier bij mij in de buurt zijn er vier gemeenten die mogelijk gaan fusioneren, dat wordt een gigantisch grote gemeente. Eén automaat daar zegt dan uiteraard niets meer. Het zijn dan weer de buitengebieden die het slachtoffer gaan zijn, ten nadele van het platteland. Daar moeten we zeker verder aandacht aan geven. We moeten verder denken dan dat engagement van één automaat per gemeente. We moeten echt kijken hoe we die buitengebieden, die deelgemeenten, die oude gemeenten nog verder gaan kunnen bedienen.
Minister, ik zou u ook willen bedanken voor de inspanningen die in dit verband gedaan zijn. Batopin is één spoor, maar er zijn misschien nog andere sporen te onderzoeken of noodzakelijk. Zoals u weet zijn er in Nederland in bepaalde winkels automaten geplaatst, ook op het platteland, waarbij men de winkelier zelf de automaat laat aanvullen, terwijl de klant dan eventueel het geld er weer kan uitnemen via een gereglementeerd systeem. Maar dat stoot hier in Vlaanderen wel op een aantal problemen. Het eerste is het federale – dat is niet uw bevoegdheid, dat weet ik – aangaande het vullen en de verantwoordelijkheid. Het mogen vullen van geldautomaten is federaal geregeld. Dat moet normaal via securityfirma’s en dergelijke meer gebeuren. Dat is dus een obstakel. Maar een tweede obstakel is ook het feit dat een aantal gemeenten blijkbaar – ik was daar zeer verrast over – een heffing, een belasting leggen op bankautomaten. Ik weet niet of u daar een zicht op hebt, minister. Het zou over een dertigtal gemeenten gaan in Vlaanderen die specifiek een taks hebben voor bankautomaten.
Nu is mijn vraag: hebt u weet van een dergelijke taks? Welke gemeenten zouden dat zijn? Misschien is het vanuit uw positie aangewezen – misschien een suggestie – om te vragen aan de gemeenten om daar in het kader van het plattelandsbeleid anders mee om te gaan en geen taksen te leggen op iets dat in dezen een noodzakelijk gegeven is en dat nu ook onder druk komt.
Minister Demir heeft het woord.
Voorzitter, ik dank u voor uw suggestie. Ik zal nagaan om welke gemeenten het gaat. Ik zal de gemeentebesturen aanschrijven, want het is misschien niet opportuun hier een taks op te heffen. Ik zal dat moeten nagaan.
Ik zal tijdens het verdere overleg ook rekening houden met de suggesties die anderen hebben bepleit. Het is natuurlijk nog niet gedaan. Het Batopinproject werkt niet met een automaat per gemeente, maar met afstanden. Er is ons gegarandeerd dat er rekening mee zal worden gehouden dat een stedelijke context totaal anders is dan het platteland. We hebben gezien dat dit tijdens het proefproject vooral in steden is gebeurd, maar het is niet altijd evident de knooppunten met de treinstations en zo te vinden. Een dorpskern moet hier ook als aanknopingspunt in worden opgenomen. Er is ons verzekerd dat dit zal gebeuren, en we zullen dit uiteraard opvolgen.
Ik zal dit dossier ook met de Federale Regering opvolgen. Tijdens de gesprekken met de Federale Regering heb ik gemerkt dat de neuzen in dezelfde richting staan. Mits de juiste druk en de andere oplossingen die hier zijn gesuggereerd, moet iedereen toegang tot zijn bankrekening krijgen. Wij zijn het misschien gewoon elektronisch en met onze smartphone te werken, maar we mogen dat niet op iedereen weerspiegelen. Het is toch een basisvoorziening dat iedereen toegang heeft tot zijn eigen geld, waarvoor hij hard heeft gewerkt en gespaard.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik zal het kort houden. Ik wil iedereen bedanken voor de gedeelde bezorgdheid en de suggesties. Ik ben blij dat u daar rekening mee zult houden.
Wat de belastingen betreft, is Ieper opnieuw een voortrekker. Vanwege het belang van de aanwezigheid van dergelijke automaten hebben we dat al lang afgeschaft. We willen dit niet met een bijkomende taksering ontmoedigen.
Ik ben blij dat u dit, samen met de Federale Regering nauwgezet wilt opvolgen, maar we zijn er nog niet. Ieper heeft tien deelgemeenten. Het zou interessant zijn dat in elk van die deelgemeenten, die toch redelijk groot zijn, een automaat aanwezig zou zijn. Gezien de afstanden zal het een moeilijke oefening worden ervoor te zorgen dat iedereen een automaat in de nabijheid heeft.
Minister, er is werk aan de winkel. Ik dank u voor uw initiatieven om ook de mensen die de digitale trein nog niet hebben genomen hierin op te nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.