Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Roo heeft het woord.
Het is duidelijk dat het opruimen van de historische vervuiling van onder andere PFOS op en rond de 3M-site in Zwijndrecht een moeilijke opdracht wordt. Toen 3M in 2000 de toxiciteit van PFOS niet meer kon ontkennen, werd de productie wereldwijd stopgezet, maar daarmee is het probleem niet opgelost.
In 2000 bande 3M PFOS, maar het verving de stof door andere PFAS. Net als PFOS en PFOA zijn ook de nieuwere PFAS-verbindingen water-, hitte- en zuurresistent, maar ze zouden toxicologisch veiliger zijn. Maar het probleem blijft dat alle PFAS zeer sterke chemische verbindingen zijn en quasi onvernietigbaar zijn. Een heel sterke verbinding tussen koolstof en fluor ligt aan de basis van hun eigenschappen. Hun bijnaam is dan ook ‘forever chemicals’. Ze stapelen zich op in de voedselketen en het leefmilieu. Ook de mens ontsnapt er niet aan; het is terug te vinden in ons bloed.
Er rijzen dan ook steeds meer vragen bij de veiligheid van de volledige PFAS-groep. Nederland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden werken aan de uitfasering van de groep verbindingen en aan een Europees verbod op PFAS. Ons land heeft zich vorige week op de ministerraad achter de voorbereiding op de ban op PFAS geschaard. Het is belangrijk om te vermelden dat de focus hier vooral ligt op de persistentie van de stof.
Minister, kunt u meer duiding geven bij het Belgische standpunt binnen de EU? Opteert men voor een ban op de productie van PFAS, op het gebruik ervan, of beide? Op welk niveau moet die regelgeving uitgewerkt worden?
Wat is de bijdrage van Vlaanderen in het Belgische standpunt?
Welke functie zal Vlaanderen opnemen in het uitwerken van de regelgeving rond PFAS? Welke initiatieven mogen we op Vlaams niveau verwachten?
Welke contacten hebt u met de landen die de uitfasering van de groep PFAS voorbereiden?
Op welke manier wilt u de ontwikkeling van alternatieven voor PFAS stimuleren? Op welke manier zult u erover waken dat de alternatieven zelf veilig zijn en dus geen nieuw probleem opleveren?
Op welke manier wilt u voorstellen formuleren over de lijst van essentiële toepassingen voor PFAS?
Hoe moet het afval dat ontstaat bij die toepassingen voor PFAS worden opgehaald, gestockeerd en/of verwerkt?
Minister Demir heeft het woord.
Inderdaad, we hebben vanuit Vlaanderen dat dossier ook op de Europese milieuraadagenda gezet. Wallonië en de federale instantie hebben zich daarbij aangesloten, en dat is fijn. We willen inderdaad een principieel verbod voor PFAS, tenzij voor uitzonderlijke gevallen. Een dergelijk verbod zal opgenomen dienen te worden onder de Europese REACH-verordening (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals). Een groepsrestrictie van die omvang kent binnen de REACH-verordening geen precedenten. Een opname in de verordening vraagt in principe geen verdere omzetting van de Vlaamse overheid. Momenteel is nog niet duidelijk wat de scope zal zijn, en of effectief alle PFAS eronder zullen vallen. Vlaanderen is alvast voorstander van een uitgebreide scope.
Het doel van de indieners is om dit voorstel tegen juli volgend jaar te kunnen lanceren. Daarna zal het gezien de nog te doorlopen stappen nog twaalf tot vijftien maanden duren vooraleer de uiteindelijke beslissing in dat verband zal kunnen worden genomen door de Europese Commissie.
Op mijn vraag werd dit punt onder ‘any other business’ toegevoegd aan de agenda. Het Departement Omgeving coördineerde in nauwe samenspraak met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) de opmaak van het ontwerp-Belgisch standpunt. Het ontwerp-Belgisch standpunt werd vervolgens in de stuurgroep chemische stoffen van het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM) afgetoetst met de andere gewestelijke en federale milieuadministraties, waarna het politiek gevalideerd werd op de DGE-vergadering (directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie). In beide is Vlaanderen vertegenwoordigd evenals in het REACH-comité, waar de verdere procedure rond de groepsrestrictie wordt opgevolgd.
Voor uw derde vraag verwijs ik naar het PFAS-Actieplan. Dit omvat de oplijsting van heel wat maatregelen die Vlaanderen neemt in het kader van de PFAS-reglementering.
Vlaanderen maakt ook deel uit van de informele REACH UP-landengroep. Het gaat hierbij om een groep van EU-lidstaten die al sinds 2014 een ambitieus Europees beleid bepleiten inzake die ‘forever chemicals’. Deze groep komt geregeld samen om van gedachten te wisselen. Dit was ook een van de redenen waarom ik vorige week naar de Nederlandse minister ben geweest. We bepleiten hetzelfde: een verbod van die stoffen, tenzij in zeer uitzonderlijke gevallen. En dat moet goed gereglementeerd worden. We hebben daarover van gedachten gewisseld.
Het is goed dat we daar nu een duidelijk standpunt over hebben. Het zal nog even duren voor de commissie daar een beslissing in neemt, maar dit geeft heel wat bedrijven de tijd om vervangingen te voorzien voor die stoffen. Ik weet dat ze daar al mee bezig zijn. Ik hoop dat dit ook een stimulans zal zijn, maar ik krijg wel die signalen, zowel vanuit het bedrijfsleven, de industrie als in mijn gedachtewisseling met de Nederlandse minister.
Ik kom tot uw vijfde vraag. Mijn Departement Omgeving en het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) werkten al actief mee aan de studie van de FOD Economie rond het stimuleren van de substitutie van zeer zorgwekkende stoffen, waaronder ook PFAS.
Voor welke essentiële toepassingen er afwijkingen zullen worden voorzien is nog niet bekend; dat zal bepaald worden in het kader van de besluitvorming met betrekking tot die restrictie. Hierbij zullen de diverse overheden, stakeholders en adviescomités betrokken worden. Dergelijk overleg en een goede onderbouwing vind ik zelf ook belangrijk; het is goed dat dat kan plaatsvinden. Onlangs gaf de Europese Commissie al te kennen dat dit voor haar bijvoorbeeld het geval lijkt te moeten zijn voor bepaalde medische toepassingen. Uiteraard willen we vanuit Vlaanderen dat afwijkingen zo beperkt mogelijk blijven; we laten daar het gezond verstand primeren en we baseren ons op de adviezen die we zullen krijgen. Dat traject moet op een juiste manier worden gevolgd.
De maatregelen die getroffen worden inzake afvalbeheer, zullen afhankelijk zijn van de essentiële toepassingen die zullen worden toegelaten.
De heer De Roo heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreide antwoord. Met de kennis die we onder andere ook hebben uit de onderzoekscommissie en alle wetenschappelijke inzichten die er zijn, weten we meer en meer over de gezondheidseffecten, maar ook over de persistentie-effecten van PFAS. Zo zijn er nog steeds PFAS aanwezig in bijvoorbeeld producten om zetels te behandelen, waar we dan dagelijks in zitten, en waar ook kinderen in zitten. Maar het zit bijvoorbeeld ook in cosmetica. Dat roept toch ernstige vragen op. In die zin sluiten wij ons zeker aan bij de strategie om ons aan te sluiten bij die landen die bezig zijn met de uitfasering van PFAS.
U haalt terecht aan dat er nog wat tijd zal overgaan vooraleer er, hopelijk, tot een Europees akkoord kan worden gekomen. Ik hoop effectief ook dat die tijd als stimulans kan dienen voor de bedrijven om alternatieven te ontwikkelen, zodat we daar ook niet in blijven stilstaan, en dat de motivatie richting de bedrijven die alternatieven moeten ontwikkelen, ook voldoende groot is. En waar nodig moeten we daar misschien ook wel ondersteuning voorzien, zodat ze die transitie goed kunnen maken.
Ik wilde misschien nog een aanvulling doen, want ik heb veel vragen gesteld, dus ik heb geen bijkomende vraag. Maar wanneer het gaat over een verbod lijkt het mij zeer nuttig om niet enkel een verbod te hebben op de productie hier ter plaatse van essentiële toepassingen. We moeten zeker ook nadenken over de problemen die we kunnen importeren. Want als we die stoffen blijven gebruiken, doordat ze wel nog in het buitenland worden geproduceerd, en we halen ze toch nog binnen, dan blijft dat dweilen met de kraan open. Het lijkt me zeker ook nuttig, wanneer de discussie over essentiële toepassingen in de voorbereidingsfase gaat, om voldoende nauw contact te houden met de vijf andere landen die daar ook al langer mee bezig zijn. Zo komen we tot een goede lijst waar niet te veel uitzonderingen op nodig zijn.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik wil gewoon het pleidooi dat collega De Roo hier heeft afgestoken, mee ondersteunen. Want ik denk ook dat die weg de weg te gaan is. We moeten gaan naar een verbod op de niet-essentiële toepassingen. We mogen op dat vlak niet op de rem staan; we moeten voluit gas geven om dat te bereiken. We moeten de categorie voor essentiële toepassingen zo beperkt mogelijk houden, en bijvoorbeeld beperken tot medische toepassingen. Maar we moeten vooral ook wetenschappelijk onderzoek stimuleren om die vervangproducten die niet PFAS-gerelateerd zijn, te gaan vinden. Zo kunnen we die categorie ook zo beperkt mogelijk houden.
Minister, zult u mee aan de kar duwen om dat wetenschappelijk onderzoek te helpen stimuleren, zodat we zo snel mogelijk af zijn van die persistente producten waar we nooit meer van af raken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Schauvliege, ik denk dat niemand op dat vlak op de rem staat. Het is Vlaanderen die dit dossier op de agenda heeft gezet. En ik wil nogmaals benadrukken dat ik blij ben dat de federale ministers van Ecolo en Groen ook wakker zijn geschoten en hebben gezegd dat ze dat ook wel mee willen steunen. Niemand staat dus op de rem. Wij willen voortdoen met dit dossier. Ik zoek zelfs bondgenoten: ik ben naar Nederland geweest om bondgenoten te zoeken voor dit dossier. Ik laat het niet los. U mag zeker zijn dat ik aan alle karren zal trekken die nodig zijn. Daar hoeft u zich zeker geen zorgen over te maken. Ik ben heel blij dat het parlement ook mee in diezelfde richting denkt. Ik hoop dat we op die manier toch wel een grote steen kunnen verleggen in een heel diepe rivier.
Ik wil zeker ook benadrukken dat wetenschappelijk onderzoek naar alternatieven natuurlijk van belang is. Ik zal ook met collega Crevits bekijken hoe dat zit qua ondersteuning naar bedrijven voor die transitie. Dat is natuurlijk niet mijn bevoegdheid.
Ik sluit me volledig aan bij de opmerking die collega De Roo heeft gemaakt, dat we ook aandacht moeten hebben voor producten die we invoeren. Ik ben het daar volledig mee eens.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank voor de bijkomende vragen.
Ik ben blij om te horen dat er niemand op de rem staat, minister. Sta me toe om te zeggen dat u op het einde toch wel heel negatief was door te spreken van een steen in een diepe rivier. Ik denk dat, met de stappen die nu worden gezet, we effectief een verschil kunnen maken, en we er echt voor kunnen zorgen dat er enkel nog een paar druppels water doorlopen. Dus in die zin zou ik die metafoor toch een beetje willen tegenspreken, als u het mij toestaat.
Ik denk zeker ook dat we richting het afval dat overblijft vanuit essentiële toepassingen, bijvoorbeeld in functie van veiligheid – ik denk aan blusschuim en dergelijke –, oplossingen moeten voorzien, bijvoorbeeld ook richting de verbranding of stockering van dat afval. Daar moeten we tijdig het nodige onderzoek naar voeren. Zo kunnen we dat op een veilige manier doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.