Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, asbest zorgt nog jaarlijks voor minstens 200 Belgische sterfgevallen. Het zit in onze woningen. Dat is natuurlijk geen nieuw probleem, maar het was recent ook nog in de pers. Naar schatting in 345.000 niet-residentiële gebouwen zoals scholen en in 40.000 kilometer nutsleidingen zou nog asbest zitten. Dat heeft de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) ertoe aangezet een actieplan Asbestafbouw te gaan ontwikkelen.
Het actieplan streeft naar een versnelde verwijdering van asbesthoudende materialen die mogelijk asbestvezels vrijgeven. Tegen 2034 moeten de meest risicovolle asbesttoepassingen worden weggenomen uit Vlaamse gebouwen en woningen, bijvoorbeeld asbestcementen daken en gevels, en niet-hechtgebonden asbesttoepassingen. Tegen 2040 moeten alle andere asbesttoepassingen in slechte staat verwijderd zijn.
Die beide streefdata zijn enkel wettelijk verplicht voor overheidsgebouwen en -infrastructuur. Voor particulieren en private eigenaars geldt de verplichting nog niet. De Vlaamse Regering voorziet wel bijkomende maatregelen als de afbouw van asbest tegen 2034 en 2040 niet voldoende vordert. Het actieplan Asbestafbouw legt eigenaars op om de asbesttoepassingen in hun gebouw of woning veilig te beheren. Die verplichting bestond al voor het beheer van asbestafval, maar wordt dus uitgebreid naar de toepassingen die in het gebouw aanwezig zijn.
Ik heb hierover de volgende vragen aan u, minister. Tegen 2034 moeten de meest risicovolle asbesttoepassingen worden weggenomen, en tegen 2040 alle andere asbesttoepassingen in slechte staat. Kunt u een indicatie geven van hoe ver we vandaag staan?
Op welke manier wordt er gecommuniceerd over de correcte behandeling van asbest en de juiste verwerking ervan? Welke samenwerkingen zijn er met bijvoorbeeld het agentschap Zorg en Gezondheid?
In 80 procent van de gemeenten is asbestophaling aan huis mogelijk via de OVAM. Op welke manier wilt u dit percentage omhoog krikken, om zo de drempels om asbest correct te verwerken af te bouwen?
Op welke manier worden lokale besturen verder betrokken bij het Vlaamse asbestafbouwbeleid?
Welke sectorprotocollen voor asbestverwijdering staan er deze legislatuur nog gepland? Ik denk dat het voor scholengebouwen al was goedgekeurd; voor landbouw staat dat in de zeer nabije toekomst op de planning.
Op dit ogenblik wordt er al veel asbest verwijderd bij renovaties. Welke maatregelen zijn er om te verhinderen dat asbestdeeltjes in de buurt vrijkomen bij sloop en verwijdering? Ik denk bijvoorbeeld aan bestaande platen die beschadigd zijn, waardoor stofdeeltjes vrijkomen.
Minister Demir heeft het woord.
Voor het actieplan Asbestafbouw is er een evaluatiemoment voorzien in de loop van 2022. Momenteel bereidt de OVAM een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie voor over de voortgang van de afbouw van het asbestpassief tot hiertoe. Met de invoering van het asbestattest zullen we gebouweigenaars, gebouwgebruikers en potentiële kopers inzicht verschaffen in de toestand van het gebouw. Alle asbestattesten zullen voor de Vlaamse overheid per sector ook een meer verfijnd beeld kunnen bieden. Tot die tijd vormen stortcijfers de beste indicator op niveau van het totaalpassief. Die liepen de afgelopen jaren in stijgende lijn, wat dus al een eerste indicatie is dat de stimulerende aanpak zijn vruchten afwerpt.
Niet alleen willen we in 2040 in een asbestveilig Vlaanderen wonen, ook de weg daarnaartoe moet asbestveilig verlopen. We zetten dan ook sterk in op preventie en op goede praktijk in het veilig verwijderen van asbestmaterialen. Ook daarin zal het asbestattest een gids vormen voor de gebouweigenaar. Per vastgesteld asbestmateriaal zal de gecertificeerde asbestdeskundige bepalen door wie het materiaal veilig verwijderd kan worden en met welke aandachtspunten. In afstemming met een externe asbestexpert bundelt de OVAM de goede praktijken rond veilige verwijdering ook op haar website asbestinfo.be. Gemeenten met een bronophalingsproject bieden steeds de nodige beschermingsmaterialen aan. Het is niet mogelijk om een bronophaling aan te vragen zonder daar deze beschermingsmiddelen bij te bestellen.
Bij de OVAM kwamen er vragen binnen over asbestvezels in het lichaam en aandoeningen die zich daar kunnen ontwikkelen, en daarom kwam de OVAM met het agentschap Zorg en Gezondheid overeen dat zij deze vragen beantwoorden. Op de webpagina rond gezondheidsrisico’s op asbestinfo.be staat ook een doorverwijzing naar de medisch milieudeskundigen die daar het nodige moeten doen.
U hebt een punt wat dat percentage van 80 procent betreft. Om dit percentage te kunnen opkrikken, was er vanzelfsprekend budget nodig, aangezien het actieplan Asbestafbouw destijds goedgekeurd werd zonder middelenluik. Dankzij de relancemiddelen kunnen we met het budget van 27,6 miljoen euro zowel nieuwe projecten goedkeuren als continuïteit waarborgen voor de reeds lopende projecten voor de inzameling aan huis.
Er liggen nu weer drie nieuwe aanvragen van intercommunales op tafel die ik weldra zal behandelen. Nieuw in dit instrument is dat ook lokalen van erkende jeugdverenigingen zullen worden meegenomen. Ik denk dat dat ook heel goed is. Dat was ook een vraag die vooral van het parlement kwam. Ik heb dan gezegd dat ik dat zou meenemen. Ook de komende maanden zullen nog nieuwe projecten volgen, dus de 100 procent dekking is bijna een feit. De drie nieuwe ingediende projecten brengen ons alvast aan 93 procent. Dat lijkt mij al bijzonder goed.
De OVAM ondersteunt ook de achterblijvende lokale besturen met informatie en goede praktijken. Er is geen enkel lokaal bestuur dat weigert om de projecten te organiseren. Ik wil dat nog eens goed benadrukken. Ik vind het ongelooflijk hoe de lokale besturen daarmee bezig zijn, petje af daarvoor. Personeelswissels en interne reorganisaties zijn meestal de redenen voor een uitgestelde start. Maar men is van enorm goede wil om op dat vlak echt veel werk te verzetten.
Lokale besturen ondertekenden in 2018 allen op vrijwillige basis de Asbestovereenkomst 2018, waarin zij een engagement hebben geformuleerd op maat van de eigen gemeente, met lokale doelstellingen, rond de afbouw van het asbestpassief. Tegen halfweg volgend jaar wordt van lokale besturen verwacht dat ze de OVAM informeren over hoe ver ze staan. Een kwalitatieve analyse van deze antwoorden zal ook meegenomen worden naar het evaluatiemoment volgend jaar.
Het actieplan Asbestafbouw formuleert vier concrete sectorprotocollen: scholen, land- en tuinbouw, de zorgsector en sociale huisvesting. Vanwege de extra middelen die we hiervoor hebben voorzien, is de uitvoering hiervan voor alle vier sectorprotocollen nog voorzien voor deze legislatuur. Ik denk dat dat bijzonder goed nieuws is.
Wat tot slot uw laatste vraag betreft: we maken een verschil tussen bewust en onbewust onzorgvuldig handelen. Met verschillende communicatie-instrumenten op maat van de burger of op maat van specifieke stakeholders informeert de OVAM gebouweigenaars en gebouwgebruikers over hoe ze veilig om moeten gaan met asbest. Regelgevende verplichtingen rond asbestveilig werken worden daarin eveneens geduid.
Bewust onzorgvuldig handelen ontstaat in situaties waarbij men moedwillig regelgeving over asbestveilig werken overtreedt. Om dergelijke situaties het hoofd te bieden is handhaving noodzakelijk. Voor asbestincidenten is daarbij in eerste instantie de lokale milieutoezichthouder bevoegd. De OVAM biedt dan ook een ruim ondersteuningspakket aan leidraden, informatie en kosteloze opleidingen aan om hen goed te informeren. Vanuit werknemersbescherming is de federale overheidsdienst FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) bevoegd om het zorgvuldig handelen met asbestmaterialen bij werken zodanig te waarborgen dat werknemers geen blootstellingsrisico’s lopen. Ik denk dat het van groot belang is dat dat allemaal op een veilige manier gebeurt.
De heer De Roo heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik ben tevreden om te horen dat de stimulerende aanpak zijn vruchten afwerpt. Inderdaad, het is zeker op zijn plaats om een hoedje af te nemen voor de lokale besturen, die zeer veel inspanningen leveren om de risicovolle stof die asbest toch wel is, op een zo goed mogelijke manier te behandelen.
Ik ben ook tevreden om te horen dat, wanneer die dossiers goedgekeurd zouden worden, we op een percentage van 93 procent komen. Ik denk dat onder andere de intercommunale waar de stad Gent deel van uitmaakt ook een van de indieners is van zo'n project. Ze worstelden vooral met het feit dat wie geen voortuin heeft, ook geen plaats heeft om die zakken te leggen waar je de asbestplaten in moet steken. Dan moet je het op de stoep leggen, maar dan breng je het tegelijkertijd ook wel in contact met heel wat mensen die daar passeren. Dat was ook een zeer moeilijk vraagstuk dat in het project uitgeklaard zou moeten worden. Ik hoop dus dat dat tot een goedkeuring kan leiden.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Het is ook van belang dat kopers van gebouwen weten hoeveel asbest en welke types van asbest er aanwezig zijn in het huis of het gebouw dat zij kopen. In de toekomst zou dat moeten kunnen worden geraadpleegd via het digitale paspoort, de Woningpas. En als ik me niet vergis was het de bedoeling om in de loop van 2022 dat asbestinventarisatieattest verplicht te maken bij de verkoop van woningen en gebouwen die voor 2001 zijn gebouwd. Mijn bijkomende vraag is of u al weet of die verplichting er effectief komt in 2022, en wanneer dat ongeveer zou zijn.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, dat we de 100 procent dekkingsgraad betreffende asbestophaling aan huis binnenhalen, is heel erg aan uw acties toe te schrijven, denk ik. Dat is een ongelooflijk belangrijke stap in het voorkomen van meer slachtoffers door asbest. U hebt in de afgelopen periode al heel wat acties ondernomen. Een van de elementen was ook het Asbestcharter dat opgericht is door de OVAM en de Confederatie Bouw. Ik vroeg me af op welke manier er opvolging gegeven wordt aan dat Asbestcharter. Er wordt onder meer aan aannemers gevraagd om daarop in te tekenen, om zo aan te geven dat ze op een veilige manier asbest verwijderen. Zo worden de cowboys, zoals aangehaald in de Panoreportage, uit de markt gespeeld. Op welke manier wordt hier een evaluatie voor voorzien, en gebeurt er ook extra controle op mensen en bedrijven die aangeven op een veilige manier asbest te zullen verwijderen? Alvast bedankt.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik heb in eerdere vragen over asbest ook al de vraag gesteld wat we met buitenlandse firma's doen. Want als het over grote projecten gaat, dan worden er Europese aanbestedingen gedaan, en dan moeten die natuurlijk ook goedgekeurd worden. Wat doet u dan met de buitenlandse firma's, zodat zij ook allemaal voldoen aan die Vlaamse eisen?
Minister, ik zou ook nog kort het puntje willen aanhalen van de jeugdverenigingen. Ik ben er, ook als lokaal schepen, zeer tevreden mee dat dat nu extra onder de loep wordt genomen, ook op vraag van vele collega's. Het is nu nog belangrijk dat dat bij de jeugdverenigingen geraakt, en ook bij de betrokken schepenen van Jeugd. Dat moet zeker goed worden meegenomen, want dat is echt wel heel belangrijk. We weten met z'n allen dat die verantwoordelijkheden regelmatig wisselen, dus ik denk dat daar een goede sensibiliseringscampagne op zijn plaats is, een communicatiecampagne.
Minister Demir heeft het woord.
Inderdaad, collega De Vroe, het laatste wat u zei is cruciaal. Het is goed om dat nog eens op onze radar te zetten, dat we zeker voor de jeugdlokalen voldoende inzetten op voldoende juiste communicatie.
Collega De Roo, het is zo dat het asbestattest er inderdaad volgend jaar zal zijn, om de koper goed te informeren. Normaal gezien komt dat er in het tweede kwartaal van volgend jaar.
Collega Perdaens, de OVAM leverde in het charter vanuit de eigen expertise advies over het opzetten van een kwaliteitsborgingssysteem als bijkomende incentive. Naast profilering kunnen leden na intekening ook gebruikmaken van een specifieke polis. De OVAM moedigt zelf in hun algemene communicatie en in lokale asbestprojecten ook het gebruik van het Asbestcharter aan. Daarnaast integreerden we de asbestcomponent ook in de isolatiepremies.
Collega Pieters, het is natuurlijk de FOD WASO die verantwoordelijk is voor de controles op werknemers. Het is ook natuurlijk hun verantwoordelijkheid om die rotte appels eruit te halen. En ik denk dat u dat het best via uw partij bij de federale minister in het federaal parlement nog eens op de radar zet.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank voor uw bijkomende antwoord, minister.
Asbest was ooit een droomstof in de bouw, maar het is een ware nachtmerrie gebleken. Het zit natuurlijk overal, en ik vind het goed dat de aanpak die momenteel voorzien is, ook zijn vruchten afwerpt. Ik ben ook tevreden dat uw collega, minister Dalle, deze week de voorstelling heeft gedaan van de aanpak die kan gebeuren binnen jeugdlokalen. Dat komt nu verhoogd op de radar, daar is nu aandacht voor.
We blijven het verder opvolgen, zeker ook met de sectorprotocollen die deze legislatuur verder worden uitgerold. Bedankt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.