Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb heel in het bijzonder een vraag over het Plan S in Limburg. U weet als geen ander dat er heel veel expertise bestaat rond de integrale en vooral de ‘multi-agency’-aanpak voor een snellere en efficiëntere aanpak van criminaliteit. Wij geloven dat dat de enige juiste weg is in het vermijden en voorkomen van, wat uiteindelijk toch het doel is. We kunnen daarvoor in onze eigen provincie verwijzen naar het toch wel succesvolle project M, dat tot ver buiten de provincie Limburg tot voorbeeld strekt, maar ook naar de goed werkende lokale integrale veiligheidscellen (LIVC’s).
Minister, ik heb reeds eerder de vraag gesteld over het Mechelse project SAMEN en het Limburgse project M. In antwoord op mijn vragen daarover stelde u dat er voor deze projecten extra justitieassistenten zijn voorzien. Ook was u in gesprek met de procureur in Limburg om de volgende fase van het Limburgse project M – het intussen bekende project S, waarbij de S staat voor samenwerking, en dat op termijn zal mogen en wat mij betreft moeten uitmonden in het Limburgse Veiligheidshuis, dan misschien ook een primeur in België – mee te helpen ondersteunen.
In antwoord op mijn vraag en bekommernis om bij het Limburgse project M zeker ook de lokale besturen en de LIVC’s te betrekken vanwege hun expertise op het vlak van die ‘multi-agency’-werking, hebt u verwezen naar de belangrijke rol van de nieuw aangestelde coördinator om de samenwerking tussen alle actoren te stroomlijnen. U hebt ook gesteld dat er in de zomer vanuit het Plan S een informatie- en nodenbevraging zou gebeuren bij de verschillende partners en samenwerkingsverbanden. Daarbij zou ook het gesprek worden aangegaan met de lokale besturen over hoe die LIVC’s zich verhouden en welke rol ze kunnen opnemen bij de verdere uitrol van het Plan S.
Met het oog op onder andere de evaluatie van de doelstellingen vond er ook een overleg plaats tussen de Plan S-partners en de Universiteit Hasselt (UHasselt).
Minister, rekening houdend met het feit dat u hebt verklaard dat de aanwervingsprocedures voor de justitieassistenten bijna zijn afgerond, hoeveel extra justitieprojecten worden er voorzien voor het Limburgse project M of S en voor het project SAMEN?
Wat zijn nu de verdere concrete plannen wat betreft het Project S of het Limburgse Veiligheidshuis?
Wat zijn de resultaten van de bevraging bij de verschillende partners van het Limburgse project en van de lokale besturen? Wat zijn de belangrijkste vragen en noden van de lokale besturen? Hoe zien zij de relatie met de lokale integrale veiligheidscel inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC R)? Werd er ook aan gedacht om de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) te betrekken bij die vraagstelling? Hoe zal er verder worden omgegaan met de resultaten van deze bevraging?
Wat is het resultaat van het overleg tussen de Plan S-partners en de UHasselt?
Minister Demir heeft het woord.
Het nieuwe personeelsplan is nagenoeg volledig uitgevoerd, wat inderdaad betekent dat er reeds extra justitieassistenten worden ingezet op de projecten M en SAMEN. Deze projecten worden verdeeld onder het team Bemiddeling en maatregelen en worden dus ingezet volgens de noden. Omdat het in een team wordt opgenomen, kan daar flexibel mee worden omgegaan. Als er op een bepaald moment plots meer voltijdequivalenten (vte’s) moeten worden ingezet, dan kan dat bijvoorbeeld. De inzet van justitieassistenten hangt dus af van het aantal zaken die instromen. In Mechelen en Limburg lopen de projecten al vlot, in Neteland en Antwerpen moeten ze nog worden opgestart.
Er werd een arrondissementele stuurgroep opgericht die om de drie maanden bijeenkomt om de strategische route uit te tekenen. Zij onderhouden contact met de bestaande samenwerkingsverbanden met het oog op afstemming, integratie, het voorkomen van overlap, het opvullen van leemtes enzovoort. Tegelijk wordt er reeds ondersteuning geboden bij nieuwe initiatieven, bijvoorbeeld bij FIX Genk, de ketenaanpak jeugddelinquentie. Zij worden ondersteund vanuit de ervaringen van het ketenverhaal van het Family Justice Center.
Daarnaast is er de inventarisatie-oefening waarnaar u verwees. Tevens wordt er momenteel een studiedag voorbereid, met een overzicht van de actuele ontwikkelingen op het vlak van veiligheid en welzijn en zorg, en ook met een aantal lezingen door binnen- en buitenlandse experten. Uiteraard zijn ook lokale besturen hierop uitgenodigd. Er staan eveneens enkele werkbezoeken op de planning, onder andere naar het KOMPAS+-project (KetenOndersteuning Minderjarige Plegers Antwerpen Stad plus) en de ketenaanpak jeugddelinquentie in Antwerpen en naar Nederland.
En ten slotte wordt er gewerkt aan de randvoorwaarden om de multidisciplinaire aanpak van complexe casuïstiek op arrondissementeel niveau mogelijk te maken. Aanmelden moet namelijk mogelijk zijn vanuit justitiële en hulpverlenende partners, lokale besturen, bestaande samenwerkingsverbanden, en hiervoor worden verschillende pistes bekeken.
De bevraging is volop lopende, zoals ik reeds zei. In augustus is er dus een uitgebreide vragenlijst verstuurd naar een tiental bestaande samenwerkingsverbanden. De vragenlijst wordt gebruikt om onder meer een zicht te krijgen op de doelgroep, de doelstellingen, de taken, de operationele processen, de informatiedeling, enzovoort.
De vragenlijst is verstuurd naar heel wat samenwerkingsverbanden: Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum (ARIEC), Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum (ARIEC), Family Justice Center, FIX Genk, Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp (IROJ), Limburg interventie middelengebruik, lokaal daklozenoverleg, de lokale integrale veiligheidscel, de M-werking, de stuurgroep forensische doelgroep, het zorgcentrum na seksueel geweld.
In de loop van oktober en november wordt op basis van die vragenlijst een een-op-eenoverleg met de verschillende samenwerkingsverbanden georganiseerd. Het overleg met de LIVC regio CARMA staat ingepland op 8 november. De vraag is gesteld aan de VVSG om ook deel te nemen aan dit overleg.
De bedoeling is om op basis van alle input een overzichts- en analyserapport te maken tegen het einde van dit jaar. Daarna kan ik de resultaten meedelen.
Het overleg met de Universiteit Hasselt zal binnenkort plaatsvinden. De nodige contacten worden momenteel gelegd via de procureur des Konings van Limburg.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ik dank u. We mogen beiden als Limburgers fier zijn op dit project. Het Project S krijgt inderdaad stilaan meer concreet vorm. Uw antwoorden liggen in de lijn van de verdere uitbouw ervan. Ik ben alvast believer dat dit een blauwdruk kan zijn voor een echt geïntegreerde aanpak van de veiligheid, onveiligheid en criminaliteitsfenomenen in Vlaanderen en wat mij betreft uitgebreid in heel België.
Het project M toont inmiddels zijn deugdelijkheid. Een doorlooptijd van minder dan dertig dagen wordt gemeld. Het is ronduit voortreffelijk wat daar wordt gepresteerd.
Ook vanuit het Project S zie je inderdaad de meerwaarde van die multidisciplinaire aanpak. Rond intrafamiliaal geweld zijn er heel wat goede voorbeelden van de regionale tafels. Daar is er ook de behoefte om het uit te breiden. Kortom, ik denk dat er heel wat goede stappen werden gezet. Heel wat projecten in Limburg, die vertrekken vanuit die multidisciplinaire aanpak, kunnen worden gebundeld onder de ‘chapeau’ van Project S – de S staat voor samenwerking – en het Limburgse Veiligheidshuis als blauwdruk voor veiligheidsbeleid in heel Vlaanderen.
En dan, de cruciale vraag … Naar een evaluatie toe, ja, maar naar middelen toe zien we vandaag dat het vooral een projectmatig verhaal is. We hebben het project SAMEN in Mechelen dat middelen heeft gekregen. Minister, hoe ziet u dat zelf in de toekomst binnen uw belangrijke nieuwe Vlaamse portefeuille structureel te ondersteunen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Brouns, dit project ondersteunen we natuurlijk ook financieel, net als dat van Mechelen. Zodra de evaluatie is gemaakt, zullen we moeten bekijken hoe we dit kunnen uitrollen en hoe we de financiële middelen daarvoor zullen moeten vinden. Dat spreekt voor zich. Dat geldt voor elk dossier. Geld is altijd ‘the big issue’. Ik heb uit ervaring geleerd dat, als je een goed project hebt, dat een goeie evaluatie heeft, en je kunt de collega's overtuigen, het toch mogelijk moet zijn om zaken te realiseren. Ik wil de evaluatie afwachten. Ikzelf ben al overtuigd van het project, net als u. En nu moeten we zien dat we de rest kunnen overtuigen.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.