Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over het tekort aan huisartsen
Vraag om uitleg over het tekort aan huisartsen in gemeenten
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Voorzitter, een paar weken geleden was dit weer een krantenkop, maar het tekort aan huisartsen is al lang een probleem. In absolute cijfers zou het gaan om 227 Vlaamse gemeenten waar huisartsen die op pensioen gaan, moeilijk worden vervangen.
Minister, volgens Domus Medica is deze beweging al lang aan de gang. Ik heb u daarover al een schriftelijke vraag gesteld. Er is een beleidsvisie en een beleidstekst, maar ten gevolge van de coronacrisis is dat allemaal op de lange baan geschoven. Domus Medica is natuurlijk vragende partij voor meer administratieve ondersteuning en administratieve vereenvoudiging. Dat is allemaal niet nieuw, maar mijn vraag om uitleg is hoe dit ten gevolge van de hervorming van het Impulsfonds zal verlopen.
Op welke wijze zal de hervorming van het Impulsfonds bijdragen aan de aanbevelingen van Domus Medica om de huisartsen administratief te ontlasten? Welk tijdspad voorziet u voor de implementatie van de hervorming? Ik wil erop wijzen dat dit belangrijk is voor de huisartsarme gemeenten, maar we moeten in deze hervorming ook het belang van de solitaire artsen blijven zien.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, zoals al is geschetst, blijken drie op de vier Vlaamse gemeenten huisartsarm te zijn. Dat heeft niet enkel te maken met een cijfermatige daling van het aantal huisartsen, maar ook met de work-life-balance die de huisartsen, overigens heel terecht, voor zichzelf vaker belangrijk vinden. Het historische beeld van de zogenaamde ‘mijnheer doktoor’ die dag in en dag uit ten dienste van het hele dorp stond, is achterhaald. Steeds meer zien we dat met wachtlijsten en patiëntenstops wordt gewerkt. De voorbije jaren en zeker tijdens de COVID-19-crisis is steeds meer gebleken dat meer dan 40 procent van de huisartsen met symptomen van een burn-out kampt.
Er is dan ook een dubbel probleem. Enerzijds komt voor de patiënten de garantie op een vlotte toegang tot de huisarts in het gedrang. Anderzijds dreigen de huisartsen in het werk te verdrinken. Veeleer dan de vroegere vestigingspremie in precaire gebieden, wil het agentschap Zorg en Gezondheid als antwoord volop inzetten op het stimuleren van samenwerkingsverbanden en multidisciplinaire praktijken. Het doel is de huisarts administratief te ontzorgen of bepaalde taken aan een verpleegkundige uit te besteden.
Domus Medica heeft opgeroepen om werk te maken van de afschaffing van het ziektebriefje voor korte duur. Het is een goede dag om deze vraag om uitleg te stellen, want Domus Medica claimt dat dit ziektebriefje weinig toegevoegde waarde heeft, wat internationaal onderzoek ook uitwijst, en voor de huisartsen een grote belasting betekent. Na een afmattend anderhalf jaar coronacrisis is alle ademruimte voor de huisartsen welgekomen, al blijft het tekort wel fundamenteel en structureel.
Minister, hoe wilt u het structureel tekort aan huisartsen opvangen? Hoe kijkt u in die context naar het groeiende bewustzijn van de huisartsen dat er naast hun praktijk ook een familiaal en sociaal leven is? Stromen voldoende jonge huisartsen in om de gelijktijdige pensionering van de generatie huisartsen die nu ongeveer 65 jaar oud is, te compenseren? In hoeverre wordt er rekening mee gehouden dat de jongere generaties minder geneigd zijn dit helemaal op de klassieke manier in te vullen en er terecht geen dubbele fulltime invulling aan willen geven? Riskeert u niet dat door op multidisciplinaire groepspraktijken in te zetten en tegelijkertijd de geografische spreiding los te laten, er blinde vlekken zullen ontstaan, bijvoorbeeld op het platteland? Kunt u garanderen dat de Vlamingen niet in de kou komen te staan omdat er in hun dorp of hun buurt geen huisarts meer te vinden is of omdat ze op wachtlijsten en patiëntenstops botsen?
Kunt u garanderen dat de toenemende werklast van de huisartsen, ook omdat er minder zijn, niet ten koste van hun functioneren en hun welbevinden gaat? Hoe wilt u hen behoeden voor de druk om meer te werken, ook al willen ze bewust tijd vrijhouden voor hun familiaal en sociaal leven? Hoe wordt hun mentaal welzijn gemonitord en wordt voorkomen dat ze uitvallen of de handdoek in de ring werpen?
Hoe kijkt u naar het voorstel om het ziektebriefje voor korte duur af te schaffen? Ik hoop dat u, net als ik, enthousiast bent. Op welke wijze wilt u er werk van maken dit verder te helpen realiseren?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, aangezien al heel wat is gezegd, zal ik mijn inleiding ook kort houden. Het gaat om het feit dat drie op de vier gemeenten huisartsarm zijn, wat betekent dat er minder dan negentig actieve huisartsen per honderdduizend inwoners zijn. Daar zijn een aantal redenen voor. Enerzijds wordt een hoge druk ervaren en anderzijds is het moeilijk heel wat jonge huisartsen te vinden. Er wordt aangegeven dat er bijna twee huisartsen nodig zijn om een huisarts te vervangen. De uren die ze kloppen, zijn vaak niet met een privéleven te combineren.
Hierdoor zijn er lokaal problemen. Mensen ondervinden moeilijkheden om een huisarts te vinden. Om die reden zijn een aantal voorstellen gelanceerd, zoals meer ondersteuning door assistenten en verpleegkundigen of de afschaffing van het verplicht doktersbriefje voor een dag werkverlet.
Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft aangegeven dat de focus moet liggen op multidisciplinaire praktijken waar meerdere disciplines op een locatie worden gehuisvest, zodat ze elkaar ondersteuning kunnen bieden. De huisartsen die hierop inzetten, worden gefinancierd.
Minister, kunt u bevestigen dat er een tekort aan huisartsen is, dat dit een groot probleem is en dat heel wat mensen geen huisarts meer vinden? In welke mate zijn de huisartsen momenteel geïnformeerd over de financiële tegemoetkoming om op samenwerkingsverbanden in te zetten?
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, aangezien de verschillende vragen zeer nauw aan elkaar zijn verwant, heb ik de antwoorden in een enkel antwoord samengevat.
Het tekort aan huisartsen is een prangend probleem dat vanuit verschillende insteken moet worden aangepakt. Als naar ‘mijnheer doktoor’ wordt verwezen, zie ik dat beeld helemaal voor mij. Mijn vader is meer dan veertig jaar huisarts geweest. Hij stond zes dagen per week bijna constant ter beschikking van zijn patiënten. Dat beeld is voor mij zeer herkenbaar.
Niet enkel de huisartsen, maar de hele arbeidsmarkt wordt met een schaarste geconfronteerd. Ik zal het debat van eerder deze namiddag niet opnieuw voeren, maar we zien dit ook bij de huisartsen. De zorgsector wordt al langer met dit probleem geconfronteerd en ik heb al verschillende initiatieven genomen om het werken in de zorg te promoten en aantrekkelijker te maken. De Vlaamse zorgambassadeur Lon Holzer werkt al geruime tijd aan een integraal plan van aanpak voor meer handen in de zorg.
Tijdens de recente vaccinatiecampagne zijn heel wat vrijwilligers met het zorgberoep in contact gekomen. Dit moment is aangegrepen om de campagne ‘Ik ga ervoor’ in de vaccinatiecentra meer in het licht te zetten.
Recent zijn naar aanleiding van de COVID-19-crisis inspanningen geleverd om een beroep in de zorg financieel aantrekkelijker te maken. Daar hebben we het ook al over gehad.
Daarnaast is de Vlaamse Planningscommissie dit jaar van start gegaan. Deze commissie zal onder meer adviezen verstrekken over de subquota. Op deze manier kunnen we de medische vraag en het medisch aanbod in Vlaanderen beter op elkaar afstemmen, met als ultieme doel knelpuntspecialisaties te vermijden.
Het huidige Impulsfonds voorziet in een financiële tegemoetkoming voor de loonkosten van een bediende die met het onthaal en het praktijkbeheer in een huisartsenpraktijk is belast of van een dienst voor medisch telesecretariaat. Er bestaat momenteel nog geen financiële tegemoetkoming voor samenwerkingsverbanden.
De evaluatie van het Impulsfonds heeft ons belangrijke zaken geleerd. De huisartsen vestigen zich het liefst in een regio waar de randvoorwaarden zodanig zijn ingevuld dat hun werk en hun privéleven in balans kunnen worden gebracht. Het gaat dan, bijvoorbeeld, om de aanwezigheid van een wachtpost, een praktijkverpleegkundige, een goed uitgebouwd netwerk voor geestelijke gezondheidszorg voor de patiënten en een sterke huisartsenkring die samenwerking bevordert. De evaluatie heeft ons ook geleerd dat een financiële incentive voor de individuele huisartsen geen bijdrage levert om een huisarts zich in een welbepaalde regio te laten vestigen.
Met de net vermelde initiatieven werken we aan een kader om de huisartsen, al dan niet in een groepspraktijk georganiseerd, beter en vlotter toegang te verschaffen om hun patiënten gerichter en efficiënter naar de juiste zorgaanbieder toe te leiden, waardoor de subsidiariteit wordt gestimuleerd. De huisartsenkringen zullen in de toekomst ook worden gestimuleerd om de omkadering van hun leden te optimaliseren. Zo blijft voor de individuele huisarts voldoende privétijd beschikbaar.
Mijn zus is ook huisarts. Ik zal de vergelijking met mijn vader niet maken, want ze is vandaag jarig. Ik wil het feestje niet bederven en ik zie ze ook graag. Het is evenwel zo dat de huisartsen minder uren werken dan vroeger en dat huisartsen om die reden niet een op een kunnen worden vervangen. De Vlaamse Planningscommissie zal hier tijdens de ontwikkeling van toekomstscenario’s rekening mee moeten houden.
Een blik op de toekomst leert ons dat enkel een doorgedreven samenwerking, een verdere digitalisering, het betrekken van lokale actoren in het aantrekken van huisartsen en de begeleiding van startende huisartsen ervoor kunnen zorgen dat huisartsen binnen hetzelfde tijdsbestek meer patiënten beter kunnen verzorgen. In de ons omliggende landen zijn er tal van voorbeelden waar de praktijkpopulatie van de gemiddelde huisarts, zonder de kwaliteit van de zorg of de specifieke context van de geborgen huisartsensetting te moeten opgeven, twee- tot driemaal zo hoog ligt als in de Vlaamse praktijken.
Met het toekomstige Impulsfonds wil ik op elk van deze aspecten inzetten. We willen de samenwerkingsverbanden stimuleren, op de subsidiariteit inzetten en de lokale actoren in de zorgraden bij de uitbouw van een stevig eerstelijnsnetwerk betrekken. Om dit te realiseren, zal de hulp van de huisartsenkringen en de beroepsorganisatie belangrijk zijn om de individuele praktijkvoerende huisarts in het verhaal op te nemen.
Ik wil even de link met een vorig punt maken. De vraag hoe we het Dementieplan 2021-2025 moeten organiseren is aan bod gekomen. De rol van de huisarts is daarin natuurlijk belangrijk. Het is belangrijk die expertise in de huisartsenpraktijken binnen te brengen, maar dat kunnen we enkel indien we op een toekomstgerichte wijze naar de daarnet omschreven huisartsenpraktijk van de toekomst kijken.
Elke stap, hoe klein ook, die tot een beter evenwicht in het leven van onze huisartsen kan bijdragen, is waardevol en zal, mits het tot mijn bevoegdheden behoort, door mij worden ondersteund. Veel administratieve beslommeringen worden vanuit een federale regelgeving opgelegd of gestimuleerd en daar kan ik vooralsnog niets aan veranderen.
Wat het eendagsattest betreft, is het vooral de werkgever die het initiatief moet nemen. Ik heb begrepen dat de federale overheid vandaag een beslissing heeft genomen. Ik kan alvast meedelen dat de Vlaamse overheid het goede voorbeeld geeft en het eendagsattest afschaft.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, het is een belangrijke problematiek en ik hoop dat u de verdere maanden verder kunt werken aan uw initiatieven. De huisartsen hebben een cruciale plaats in de geneeskundige eerstelijnszorg die we in Vlaanderen ontwikkelen. We moeten dit zo snel mogelijk weer goed en met een waardige toekomstvisie georganiseerd krijgen, zodat we, net zoals voor het Dementieplan 2021-2025, de nodige stappen kunnen zetten.
Minister, ik hoop echt dat uw timing strikt zal zijn en dat u daar de komende maanden verder werk van zult maken.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat we fundamenteel op dezelfde lijn zitten. Hoe belangrijk de rol van de huisarts is, is nooit volledig beklemtoond. Dat is het afgelopen jaar, tijdens de vaccinatiestrategie, nog meer gebleken. Naast uw inzet en de inzet van iedereen die erbij betrokken is, is de geloofwaardigheid van onze huisartsen bij hun patiënten een van de verklaringen waarom Vlaanderen het zo goed doet. Hun impact om mensen ervan te overtuigen zich te laten vaccineren, is van enorm belang. Als we de agenda van deze commissievergadering overlopen, zien we dat de huisartsen in verband met heel wat thema’s keer op keer een belangrijke rol spelen. Het zou natuurlijk dramatisch zijn de rol van die huisartsen de komende tien jaar noodgedwongen te zien teloorgaan.
Voorzitter, ik kijk ook naar u. Om die reden zouden we tijdens een regeling van de werkzaamheden eens naar die thema’s moeten kijken. Ik heb op dit ogenblik geen concreet voorstel. Ik wil de komende weken gerust een aanzet geven om na te gaan hoe we daar als commissie verder mee aan de slag kunnen gaan. Uiteraard komen veel zaken samen. Een gedeelte, bijvoorbeeld de administratieve lasten, is een federale verantwoordelijkheid. Het lijkt me geen slechte zaak eens te bundelen wat allemaal moet gebeuren en dit dan op te volgen ten opzichte van de verschillende beleidsniveaus en de verschillende betrokken beleidsdomeinen. Als het om de geestelijke gezondheid gaat, speelt de huisarts ook een belangrijke rol. Ik denk dat het Vlaams Parlement het overzicht soms wat dreigt te verliezen. Ik zal de komende weken een initiatief nemen om dit, uiteraard met een haalbare timing ten opzichte van de rest van de planning, op de agenda van deze commissie te plaatsen.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
We weten allemaal dat de huisartsen voor de burgers het eerste aanspreekpunt zijn. Nu wordt ervaren dat de druk hoog wordt, waardoor de huisartsen merken dat ze niet altijd voldoende tijd hebben om hun werk en de relatie tussen arts en patiënt ernstig uit te voeren. Ze moeten zich vaak bezighouden met het invullen van papieren, waardoor de echte eerste behoefte, bezig zijn met de patiënt, vaak op de tweede plaats komt.
Minister, het is een goede zaak dat de Vlaamse Planningscommissie vraag en aanbod in kaart zal brengen. Het is belangrijk om na te gaan op welke wijze we ervoor kunnen zorgen dat er meer huisartsen kunnen zijn en hoe we die uitdagingen en taken kunnen inplannen. U hebt naar het Dementieplan 2021-2025 verwezen. De taken, de verantwoordelijkheden en de uitdagingen worden voor de huisarts almaar groter. De burgers verwachten ook meer van hun huisarts. De vraag is inderdaad hoe we de huisartsenpraktijk van de toekomst zien. De komende maanden moeten we over die belangrijke vraag nadenken.
Minister Beke heeft het woord.
Ik zie bij huisartsen en zeker bij jonge huisartsen een heel nieuwe dynamiek. Soms worden ze door de omstandigheden gedwongen. We hebben het al over het aanbod aan huisartsen gehad. Soms kijken ze ook op een zeer holistische manier naar wat de patiënt nodig heeft. Soms is dat medische zorg, maar er wordt ook samenwerking gezocht met een verpleegkundige, een diëtist of anderen die het welzijnselement in de praktijk integreren. Het is een goede zaak dat het belang hiervan stijgt.
Vanuit die visie moeten we vertrekken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de patiënt de beste zorgen kan krijgen? De huisarts speelt absoluut een cruciale rol. Indien ik dat niet zou zeggen, mag ik op familiefeestjes niet meer binnen. Los daarvan, hebben we ook een bredere kijk nodig. Het kan een diëtist, een logopedist of een kinesist zijn, maar de vraag is wat de strikt medische zorgen en wat de andere zorgen en noden van een patiënt zijn. Vanuit die invalshoek moeten we naar de bestaande samenwerkingsverbanden kijken.
De rol van de eerstelijnszones en van de actoren in het werkveld is de rode draad doorheen heel de commissievergadering. We moeten nagaan hoe we er in een beter samenspel dan in het verleden voor kunnen zorgen dat we onze ambitie, de beste zorg voor elke patiënt, effectief kunnen realiseren.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik denk dat het belang van de huisarts als een paal boven water staat. Dit blijkt ook uit uw antwoord en uit de opmerkingen van de andere sprekers. Het is aan ons om daar, samen met u, verder werk van te maken. We moeten het belang van de huisartsen verder uitbouwen en zo snel mogelijk een goede oplossing voor de toekomst van onze Vlaamse geneeskunde vinden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
De eerstelijnszorg is een volledig Vlaamse bevoegdheid en de huisarts speelt hierin een cruciale rol. Het landschap is volop in verandering. Dit is een belangrijke vraag voor deze commissie en we kijken met veel interesse uit naar het werk van de Vlaamse Planningscommissie, dat hopelijk niet te lang op zich zal laten wachten. Misschien zal dat een goed moment zijn om hier in een gedachtewisseling verder over te spreken of om door middel van een voorstel van resolutie vooruit te blikken op de toekomst.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.