Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Voorzitter, sommige personen met een beperking hebben recht op een verlaagd btw-tarief als ze een aangepaste wagen kopen. Om dat belastingvoordeel te krijgen, hebben ze een attest nodig van de Directie-Generaal Personen met een handicap. Telkens ze een nieuwe aanvraag indienen, moeten ze een nieuw bewijs van handicap leveren. Ze kunnen geen gebruik maken van, bijvoorbeeld, de resultaten van het medisch onderzoek in het kader van het groeipakket. Het zou natuurlijk logisch zijn dat personen met een beperking slechts eenmaal moeten aantonen dat ze een beperking hebben. Het is een beetje kafkaiaans dat ze voor dit attest een afzonderlijke aanvraag bij de Directie-Generaal Personen met een handicap moeten indienen.
Minister, mijn vragen liggen voor de hand. Is samen met de FOD Financiën ooit de mogelijkheid bekeken om het bewijs op basis van het onderzoek naar de handicap voor de toekenning van de zorgtoeslag ook te kunnen gebruiken om de btw-verlaging voor de aankoop van een wagen toe te kennen? Ik vermoed dat dit nog niet is gebeurd, want dan zou het wel in de praktijk zijn gebracht. Bent u bereid ervoor te zorgen dat dit wordt vereenvoudigd?
Minister Beke heeft het woord.
Het klopt dat er momenteel sprake is van een dubbeltraject. De evaluatie van de beperkingen van een kind wordt in Vlaanderen momenteel opgenomen in de evaluatie voor de zorgtoeslag door het agentschap Opgroeien. De beslissing die in de kruispuntbank terug te vinden is, wordt door de FOD Financiën echter niet als voldoende aanvaard voor de btw-verlaging. Er moet nog een aanvraag bij de FOD Sociale Zaken gebeuren. De FOD Sociale Zaken baseert zich wel op de beslissing die in de kruispuntbank terug te vinden is. Ik heb het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) gevraagd dit verder te onderzoeken en na te gaan welke stappen we kunnen zetten om dit proces te vereenvoudigen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, het is een goede zaak dat u dit hebt aangebracht. Indien ik de mogelijkheid had, zou ik deze vraag om uitleg natuurlijk in het Federaal Parlement moeten stellen, want ik vermoed dat de Directie-Generaal Personen met een handicap een aantal initiatieven moet nemen om de processen te vereenvoudigen. Als we langs Vlaamse zijde al informatie kunnen aanbieden, is dat een goede zaak. In het algemeen moeten we kafkaiaanse toestanden zo veel mogelijk vermijden, waar de bevoegdheden ook mogen liggen. Ik ben heel blij dat u een aanzet hebt gegeven en ik hoop dat we snel resultaten zien.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Mijnheer Vande Reyde, ik dank u voor deze vraag om uitleg, want ik ken ook een concrete situatie die ik even wil situeren. Het gaat om personen met een handicap die erven en een vermindering van de successierechten kunnen krijgen.
Ik geef een uit het leven geplukt voorbeeld. Een moeder is op 68-jarige leeftijd plots overleden, enkele maanden nadat haar man is gestorven. Haar zwaar gehandicapte zoon met een niet-aangeboren hersenletsel woont bij haar en ze heeft ook nog een andere zoon. Die zoon doet bij de notaris voor hemzelf en zijn broer de aangifte van het vermogen, zodat de successierechten kunnen worden vastgesteld. In de aangifte bij de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) staat alles netjes opgeschreven en staat voor het verminderd tarief de handicap vermeld.
Dat lijkt eenvoudig, maar dan komt de brief met de vraag de handicap te bewijzen. In het hem onbekende ordeningssysteem van zijn moeder moet hij dan op zoek naar het document dat de handicap kan bewijzen. Een kopie van de mindervalidenkaart is onvoldoende. De erkenning door het VAPH voor het persoonsvolgend budget is onvoldoende. Tussen de berg papieren moet hij op zoek naar dat ene document dat onze belastingdienst wil zien, namelijk het attest van de Directie-Generaal Personen met een handicap.
Minister, het zou toch logisch zijn dat dit automatisch gebeurt, want die gegevens zijn voorhanden. Zou het niet beter zijn dat een automatische uitwisseling tussen de verschillende administraties mogelijk wordt?
Minister Beke heeft het woord.
Ik denk dat ik de vragen heb beantwoord. We delen die bezorgdheid en we zullen dit bij de federale minister aankaarten.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Mevrouw De Martelaer, ik vind het voorbeeld dat u hebt aangehaald een minstens even terecht punt. Ik ben blij dat we er langs Vlaamse zijde werk van maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.